EP roept op tot beter Europees energiebeleid na gasconflict Oekraïne-Rusland

donderdag 12 januari 2006

1.

Presidenten Joetsjenko en Poetin

Tijdens een buitengewone zitting op 11 januari bespraken EP-leden het Russische gasbeleid en de gevolgen van het gasconflict tussen Rusland en Oekraïne. De vergadering was vooral van groot belang, omdat de regering in Kiev een dag eerder een motie van wantrouwen had verloren over de hantering van de crisis.

De EU verlaat zich op Rusland voor 25 % van haar gasbevoorrading, dus waren een mogelijke diversificatie van de Europese gasbevoorrading en de formulering van een gezamenlijk EU-energiebeleid de hoofdthema's tijdens het debat.  

Een "ongekend" conflict

De EP-delegatie voor relaties met het Oekraïense parlement besloot in de eerste dagen van het nieuwe jaar een speciale bijeenkomst te organiseren toen het conflict over de gasprijs tussen Rusland en Oekraïne steeds verder opliep en het er even op leek dat ook de EU-landen van de gastoevoer zouden worden afgesloten. Hoewel er inmiddels een tijdelijke overeenkomst tussen Rusland en Oekraïne is gesloten, was er nog voldoende te bespreken.

Aan het begin van de vergadering op woensdag bracht de voorzitter van de EP-delegatie, de Poolse sociaal-democraat Marek Siwiec, de hachelijke situatie ter sprake waarin Europa terecht was gekomen: "Als gevolg van het gasconflict tussen Rusland en Oekraïne zijn voor het eerst in de geschiedenis gasleveringen naar talrijke Europese landen verstoord_ De omvang van de recente ontwikkelingen is werkelijk ongekend. Dit zou een wake-up call voor alle EU-lidstaten moeten zijn." Hij zei bovendien dat er behoefte was aan "een efficiënt mechanisme ter waarborging van de energieveiligheid voor het hele continent."

Diversiteit is de sleutel

Ook Thijs Berman i, een Nederlands EP-lid uit de sociaal-democratische fractie en de Poolse christen-democraat Jerzy Buzek spraken zich uit voor een diversificatie van energiebronnen. Volgens Jerzy Buzek maakte de crisis duidelijk "dat een betere EU-samenwerking en -coördinatie met betrekking tot het energiebeleid nodig is." Buzek bepleitte een "gezamenlijk energiebeleid" naar het voorbeeld van het bestaande Europese landbouwbeleid. Berman gaf aan dat het energierendement van Oekraïne zodanig zou kunnen worden verbeterd dat de energiebehoefte van het land zou kunnen worden gehalveerd. Hij vroeg om EU-ondersteuning voor de nodige innovatie.

Wat gas betreft "bestaat er een wederzijdse afhankelijkheid tussen Rusland als hoofdleverancier, Oekraïne als hoofddoorvoerland en de EU als hoofdafnemer," aldus Hilde Hardeman namens de Europese Commissie. EP-lid Camiel Eurlings i, een Nederlandse christen-democraat en voorzitter van de EP-delegatie voor relaties met het Russische parlement, gaf aan dat Rusland zijn samenwerkingscontract met de EU wil versterken en om Europa's steun vraagt voor toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie. Eurlings sprak zich niet uit tegen het recht van Rusland om marktprijzen voor gasleveringen in te stellen, maar omschreef de manier waarop Rusland met het conflict omging als onaanvaardbaar. Hij vond bovendien dat Rusland misbruik maakte van zijn positie ten opzichte van zijn buurland. Eurlings vroeg om een strategische discussie over energie, waarbij ook de rol van moderne nucleaire technologie diende te worden besproken.

Het Engelse EP-lid Charles Tannock (christen-democraat) ging zelfs nog een stap verder en zei dat "speciale aandacht moet worden gegeven aan de bouw van nieuwe nucleaire energiecentrales en de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen om onze afhankelijkheid van de gasimport uit andere landen te verkleinen."

In nood leert men zijn vrienden kennen

Volgens Roman Shpek, de ambassadeur van Oekraïne bij de Europese Unie, heeft Rusland bewust geprobeerd een crisissituatie binnen de gaswereld te creëren en het conflict als "politiek pressiemiddel" te gebruiken in de aanloop naar de parlementsverkiezingen in Oekraïne. Hij zei dat het spreekwoord 'in nood leert men zijn vrienden kennen' zeker van toepassing was en dankte de EU hiervoor.

In reactie op de bezorgdheid van EP-leden over de slechts zes maanden durende overeenkomst tussen Rusland en Oekraïne, zei hij dat het aftreden van de regering Oekraïne er niet van zou weerhouden om tot een definitieve en langdurige overeenkomst over het gasprobleem met Rusland te komen. Hij voegde hieraan toe dat de Oekraïense minister van buitenlandse zaken de Europese Commissie al om hulp had gevraagd bij toekomstige onderhandelingen met Rusland.

Betere samenwerking in de toekomst?

De totstandkoming van samenwerking van de EU met Oekraïne en Rusland op het gebied van energierendement en -diversificatie is al een stap dichterbij gekomen met een "memorandum van overeenstemming" over energie tussen Oekraïne en de Europese Unie dat in december vorig jaar in Kiev werd getekend.

Het voltallige Parlement zal het onderwerp verder bespreken tijdens de plenaire vergadering in Straatsburg volgende week.

REF.: 20060112STO04233

Meer weten :

Delegatie in de parlementaire samenwerkingscommissie EU-Oekraïne (Europees Parlement)

Delegatie

Groenboek: Op weg naar een Europese strategie voor een continue energievoorziening

Groenboek

Russisch-Oekraïense gascrisis is "wake-up call" voor EU-energiesector

Achtergronden door Europees Parlement