Leden van het Europees Parlement behoedzaam over grotere rol voor Europol in de bestrijding van de vervalsing van de euro

woensdag 7 september 2005

Op dit ogenblik heeft iedere EU-lidstaat zijn eigen instantie om de productie van valse euro's te bestrijden. Zes landen die zich zorgen maakten over de wijdverbreide namaak van de euro, hebben vorig jaar voorgesteld om Europol te benoemen tot het centraal gezag van de EU voor maatregelen tegen vervalsing. Het Europees Parlement gaf op 12 april van dit jaar zijn standpunt.

Daarin werd gezegd dat Europol een prominentere rol moet spelen, maar ook dat het nauwer met nationale instanties zou moeten samenwerken en er niet klaar voor was om de volledige verantwoordelijkheid voor de bestrijding van deze misdaad op zich te nemen.

Omdat de EU zoveel mogelijk lidstaten tevreden moest stellen, waren de veiligheidsaspecten van de nieuwe bankbiljetten uiterst geperfectioneerd, wat het praktisch onmogelijk maakt een exacte kopie van een eurobiljet te maken. Digitale kleurenscanners en -printers kunnen echter replica's maken die slecht van kwaliteit zijn maar goed genoeg om vele mensen te bedotten. In 2004 alleen al haalde de Europese Centrale Bank eurobiljetten voor een waarde van 44 801 510 euro uit omloop. De autoriteiten maken zich vooral zorgen over gespecialiseerde vervalsers in Oost-Europa en Latijns-Amerika.

Hoe kan ik een vervalst eurobiljet herkennen?

De wachtwoorden zijn: " Voelen, kijken en kantelen". Zo zou u moeten kunnen zien of het echt is of niet. Eurobiljetten omvatten een aantal veiligheidsaspecten waardoor ze moeilijk na te maken zijn. De Europese Centrale Bank (ECB) en de 12 nationale centrale banken voerden in 2002 een informatiecampagne over de veiligheidsaspecten, zodat iedereen in staat zou moeten zijn echte bankbiljetten te herkennen. Deze informatie is nog altijd beschikbaar op de website van de ECB.

De ECB heeft ook een database aangelegd om informatie over vervalsingen op te slaan, en richtte een Counterfeit Analysis Centre op. De informatie in de database wordt gedeeld met alle instanties die bij de strijd tegen vervalsing zijn betrokken: Europol, Interpol en de Europese Commissie.

In hun standpunt kwamen de leden van het Europees Parlement overeen dat Europol alle informatie om de productie van valse euro's te onderzoeken en te voorkomen, zou moeten centraliseren. Ze zeiden echter ook dat dit steeds zou moeten gebeuren " in nauwe samenwerking met de nationale centrale diensten van de lidstaten".

Het Spaanse lid van het EP, Agustín Díaz de Mera, bracht daarvoor twee hoofdredenen naar voren: Europol kan momenteel geen informatie direct naar de lidstaten doorsturen (het moet dat doen via het relevante `nationaal verbindingskantoor'), wat de levering van informatie vertraagt; en het kan ook geen persoonlijke data naar een derde land doorsturen, tenzij daarover vooraf een overeenkomst werd gesloten. "Zijn wettelijk kader, zijn gebrek aan operationele functies en het feit dat Europol geen eigen begroting heeft waarmee het in de lidstaten operationele steun kan geven, maken samenwerking tussen de nationale centrale diensten en Europol fundamenteel", zei de heer Díaz de Mera.

REF.: 20050819STO00752