Artikel 3: Termijn van zes weken voor Justitie-voorstellen, talen
Er dient een periode van zes weken te verstrijken tussen
het ogenblik waarop een wetgevingsvoorstel of een voorstel voor een uit hoofde van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vast te stellen maatregel door de Commissie in alle talen aan het Europees Parlement en de Raad beschikbaar wordt gesteld,
en
de datum waarop het met het oog op een besluit, hetzij de aanneming van een besluit, hetzij de vaststelling van een gemeenschappelijk standpunt overeenkomstig artikel 189 B i of artikel 189 C van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap i, op de agenda van de Raad wordt geplaatst, behoudens uitzonderingen vanwege de urgentie van de zaak, waarvoor de redenen in het besluit of het gemeenschappelijk standpunt moeten worden aangegeven.