Artikel 2: Bepalingen betreffende het Europees Parlement
-
1.Op 1 januari 2004 en met toepassing vanaf de aanvang van de zittingsperiode 2004-2009 wordt in artikel 190, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap i en in artikel 108, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie de eerste alinea vervangen door:
"Het aantal in elke lidstaat gekozen vertegenwoordigers is als volgt vastgesteld:
België 22
Denemarken 13
Duitsland 99
Griekenland 22
Spanje 50
Frankrijk 72
Ierland 12
Italië 72
Luxemburg 6
Nederland 25
Oostenrijk 17
Portugal 22
Finland 13
Zweden 18
Verenigd Koninkrijk 72."
-
2.Behoudens lid 3 is het totale aantal vertegenwoordigers in het Europees Parlement voor de zittingsperiode 2004-2009 gelijk aan het aantal vertegenwoordigers, vermeld in artikel 190, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 108, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, vermeerderd met het aantal vertegenwoordigers van de nieuwe lidstaten ingevolge de Toetredingsverdragen die uiterlijk op 1 januari 2004 zijn ondertekend.
-
3.Indien het in lid 2 bedoelde totale aantal leden minder bedraagt dan 732, wordt op het aantal in elke lidstaat te verkiezen vertegenwoordigers naar evenredigheid een zodanige correctie toegepast, dat het totale aantal zo dicht mogelijk bij 732 komt te liggen, zonder dat het aantal in elke lidstaat te verkiezen vertegenwoordigers meer bedraagt dan het aantal dat in artikel 190, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en in artikel 108, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie is bepaald voor de zittingsperiode 1999-2004.
De Raad neemt een besluit in die zin.
-
4.In afwijking van artikel 189, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap i en artikel 107, tweede alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie kan, indien toetredingsverdragen na de aanneming van het in lid 3, tweede alinea, van dit artikel bedoelde besluit van de Raad in werking treden, het aantal leden van het Europees Parlement tijdelijk meer dan 732 bedragen tijdens de werkingsduur van dat besluit. De correctie bedoeld in lid 3, eerste alinea, van dit artikel wordt toegepast op het aantal in de betrokken lidstaten te verkiezen vertegenwoordigers.