Debat EP over toekomst van de Unie in aanloop naar Top van Laken

woensdag 28 november 2001, Sylvia- Yvonne KAUFMANN

Verklaringen van Raad en Commissie: Voorbereidingen van de Europese Raad van Laken van 14/15 decemb er 2001

Jo LEINEN (PES, D), Iñigo MÉNDEZ DE VIGO (EVP/ED, E)

Europese Raad van Laken en de toekomst van de Unie

Doc.: A5-0368/2001

Procedure : Initiatief

Debat : 28 november 2001

 

Sylvia- Yvonne KAUFMANN (EVL/NGL, D)

Witboek van de Commissie: Europese Governance

Doc.: A5-0399/2001

Procedure : Niet-wetgevende raadpleging

 

Debat : 28 november 2001

 

1. Raad

Europese Conventie 

Belangrijke kwesties die in Laken aan bod komen, zegt Belgisch minister van Buitenlandse Zaken Louis MICHEL i, zijn de uitbreiding, het Europees veiligheids- en defensiebeleid, de strijd tegen het terrorisme, de justitiële ruimte en de algemene situatie en vooruitzichten van de Europese Unie.

De komende Intergouvernementele Conferentie (IGC) i zal worden voorbereid door een Europese Conventie i, waaraan de regeringen van de lidstaten, de Commissie, de nationale parlementen en het Europees Parlement deel zullen nemen. Ook de kandidaat-landen zullen hierbij betrokken worden. De voorzitter van de Conventie wordt in Laken benoemd. De deelname van het voorzitterschap staat vast, maar in hoeverre de twee volgende voorzitterschappen bij de conventie betrokken zullen worden, is nog een open vraag. De "civil society" zal geraadpleegd worden via vertegenwoordigende organisaties op nationaal en Europees niveau. Het idee van een forum is losgelaten.

Het werk van de conventie begint zo snel mogelijk onder het Spaanse voorzitterschap en zal afgerond moeten worden voor de Europese top van juni 2003. Nog niet vast staat hoeveel tijd er zit tussen de afronding van de conventie en het begin van de IGC.

Het Belgisch voorzitterschap deelt de opvatting van de EP-rapporteurs Leinen en Mendez de Vigo over de onderwerpen die de Conventie moet behandelen en die redelijk open moeten blijven: de doelstellingen en de inhoud van het EU-beleid, de verdeling van de bevoegdheden tussen de EU en de lidstaten, de democratische legitimiteit, de slagvaardigheid van de EU.

Het Belgisch voorzitterschap vindt dat de agenda niet van te voren geheel ingeperkt mag worden en dat de Conventie zelf haar agenda moet beheren.

Witboek voor een beter Europees bestuur (European Governance), defensie, uitbreiding

Verder vindt het Belgisch voorzitterschap net als EP-rapporteur Kaufmann over het witboek over goed bestuur, dat de civil society weliswaar nauwer bij de werking van de EU betrokken kan worden, maar dat dat niet ten koste mag gaan van de centrale rol van de vertegenwoordigende en politiek verantwoordelijke organen.

Het probleem met het operationaal maken van het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) is dat men bij een veto van een lid van de NAVO weliswaar tot het uitroepen kan overgaan, maar dan niet over de reële middelen beschikt. Handiger is het waarschijnlijk als de EU per geval beslist over de reactie op een crisis tegen het licht van de beschikbare militaire en civiele middelen.

De onderhandelingen met de uitbreidingslanden vlotten goed. Tegelijkertijd is er hernieuwde aandacht voor de uitvoering van het acquis communautaire. In Laken hebben de regeringsleiders de kans om de kandidaatlanden duidelijk te maken dat het tijdschema van Nice en Goteborg volledig zal worden nagekomen, dat de uitbreiding onomkeerbaar is en dat tussen nu en 2004 tien nieuwe lidstaten kunnen worden toegelaten, dat de Commissie in 2002 voorstellen zal doen over de landbouw, het cohesiebeleid en de begroting, dat een roadmap gemaakt zal worden voor landen die niet kunnen deelnemen aan de eerste uitbreidingsgolf, en dat 250 miljoen euro beschikbaar is voor de versterking van de instellingen in de kandidaatlanden.

In Laken zal het belang van een Europese justitiële ruimte bekrachtigd worden, door een nieuwe dynamiek voor het asiel- en immigratiebeleid aan te brengen, de politiële en justitiële samenwerking te versterken, het principe van wederzijdse erkenning te bekrachtigen. Meer concreet hoopt Michel in Laken op een akkoord over het Europees aanhoudingsbevel, de definitie en bestraffing van terrorisme, de bevriezing van tegoeden en bewijsmateriaal, en een gemeenschappelijke lijst van terroristische organisaties.

2. Commissie

Europese Conventie

Commissievoorzitter Romano PRODI i is van mening dat we in een belangrijke fase zitten in het proces van Europese eenwording. Maatschappelijke ontwikkelingen, burgers die steeds meer vragen van Europa, de noodzaak van efficiëntere besluitvorming leiden ertoe dat in zijn opvatting de Unie verder moet gaan dan in Nice was voorzien. De democratische dimensie moet worden versterkt en hij spreekt dan ook zijn tevredenheid uit over de uitgebreide voorbereiding, voorafgaande aan een nieuwe IGC en het feit dat steeds meer lidstaten instemmen met een dergelijke aanpak.

De Commissie is het in grote lijnen eens met het rapport Leinen en Mendez de Vigo. Voor zover dat mogelijk is, vindt ook de Commissie dat alle onderwerpen aan de orde moeten komen en niet slechts de vier die in Nice zijn vestgesteld. De Commissie is echter van mening dat de voorzitter van de Conventie door de Europese Raad dient te worden aangewezen zodat de samenwerking met de Raad ook beter zal verlopen.

De Commissie is het eens met het Parlement dat de voorzitter van de Conventie ook deelneemt aan de IGC zelf. De Commissie is om effectiviteitsredenen geen voorstander van een groot presidium zoals door het Parlement voorgesteld. Evenmin gelooft de Commissie dat een unaniem eindoordeel van de Conventie noodzakelijk is omdat dit teveel het ambitieniveau naar beneden bij zal stellen. De Commissie ondersteunt het Parlement in zijn wens dat de Conventie in ieder geval zijn werkzaamheden moet hebben afgerond voordat de campagne voor de Europese verkiezingen begint.

European Governance

Hervorming van het Europese openbaar bestuur en een verbetering van de werking van de Unie is volgens Commissievoorzitter Prodi van groot belang. Ook op dit punt komen de ideeën van Commissie en Parlement vrij goed overeen. Hij kan instemmen met een interinstitutionele dialoog, zij het dat de betrokkenheid van de Raad wenselijk is. De begrotingsprocedure moet ook in zijn ogen eenvoudiger.

Van enige vermindering van democratische legitimiteit, en daarmee de rol van het Parlement, kan volgens hem uiteraard geen sprake zijn. Wel wijst hij erop dat de Commissie met kennis van zaken besluiten moet kunnen nemen en dat daarom overleg met vertegenwoordigers uit alle lagen van de bevolking van belang is. Een zekere rationalisering en structurering van die dialoog is, zo erkent hij, wel wenselijk. De Commissie wil op geen enkele wijze de rol van het Parlement als mede-wetgever ondermijnen. Het gebruik maken van nieuwe wettelijke instrumenten moet volgens hem dan ook het resultaat zijn van een gemeenschappelijk overleg tussen de drie instellingen. Het door het Parlement voorgestelde terugroeprecht van door de Commissie aangenomen uitvoeringsmaatregelen beschouwt de Commissie niet als de beste methode. Maar de Commissie is alleszins bereid om na te denken over betere methoden bij voorkeur binnen het kader van het toekomstig interinstitutioneel overleg.

Nog twee punten onderstreept de Commissievoorzitter. Het is in zijn ogen van groot belang dat de kandidaatlanden deel kunnen nemen aan de Conventie en ook aan allerlei programma's en activiteiten van de Unie. De Commissievoorzitter is voorts van mening dat de actieve diplomatieke rol van de Unie in de huidige internationale crisis moet worden voortgezet met de nodige politieke wil en vastberadenheid. Met name de uitvoering van het mandaat van Tampere is volgens hem van groot belang omdat daarmee veel zorgen bij de burger over veiligheid kunnen worden weggenomen.

3. Fractiewoordvoerders

Hans-Gert POETTERING (EVP/ED, D) wenst geen EU van een paar grote landen, maar een echte gemeenschap van alle landen. Bij de uitbreiding mag niet de indruk gewekt worden dat landen die volgend jaar al een akkoord kunnen tekenen, moeten wachten op andere landen die nog niet aan de voorwaarden voldoen. Ieder land moet zijn eigen merites kunnen toetreden. Over Afghanistan zegt Poettering dat Al-Qaida natuurlijk vernietigd moet worden, maar dat de EU, de VS en de Arabische wereld nu ook moeten helpen bij de wederopbouw, zodat een humane regering kan ontstaan met respect voor de vrouwenrechten.

Met betrekking tot het Midden-Oosten betreurt Poettering de manier waarop de Israëlische premier de EU-delegatie van premier Verhofstadt, Commissievoorzitter Prodi, de Belgische minister Michel en de Hoge Vertegenwoordiger Solana heeft behandeld. De Commissie en de Raad moeten vasthouden aan hun benadering en het recht op veiligheid voor Israël blijven verdedigen, maar ook de rechten van de Palestijnen om in waardigheid en veiligheid te leven. Voor de samenstelling van de Conventie hoopt Poettering dat de lidstaten goede mensen afvaardigen, omdat het resultaat dan verplichtender wordt. De conventie mag geen workshop zijn. Het werk zou het liefst al in februari of maart 2002 moeten beginnen en eind 2003 onder Italiaans voorzitterschap afgerond moeten worden.

Enrique BARON CRESPO (PES, E) wil dat de voorzitter van de Conventie net zo wordt aangeduid als bij het Handvest. In Laken kunnen voorstellen gedaan worden en de conventie moet dan verder zelf kiezen. Wat de dubbele legitimiteit van de EU betreft, betwist Baron dat de burgermaatschappij niets te maken zou hebben met het Europees Parlement of nationale parlementen, maar uiteindelijk wortelt de democratische legitimiteit bij de gekozen vertegenwoordigers. De samenstelling van het presidium is kennelijk nog open, maar voor Baron moeten er ook leden van het EP en de nationale parlementen in zitten.

De Conventie moet een globaal voorstel doen en geen verlanglijstje opstellen. In een pauze tussen Conventie en IGC ziet Baron niet veel. Het resultaat van de Conventie moet een directe follow-up hebben en invloed hebben op de besluiten. De Commissie moet haar taak vervullen en voorstellen doen voor een vereenvoudiging van de verdragen en een verdeling van de bevoegdheden. Over het Europese bestuur moet een interinstitutioneel akkoord opgesteld worden. Baron waarschuwt dat de wetgevende macht het EP niet via een achterdeurtje ontnomen mag worden.

Patrick COX (ELD, IRL) onderstreept het belang van de centrale rol van de Europese Commissie in de institutionele driehoek. Deze rol mag volgens hem absoluut niet veranderen. Hij vindt dat de bilaterale gesprekken, die nu voorafgaan aan Europese Raden, de Europese gemeenschappelijkheid ondermijnen. Het mag volgens hem dan ook niet zo zijn dat het GBVB gereduceerd wordt tot wie wanneer aan tafel mag aanschuiven in Londen of elders. Voor wat betreft de aanstaande Conventie is Cox van mening dat alle kandidaatlanden daaraan moeten kunnen deelnemen. Hij vindt het absoluut noodzakelijk dat de Conventie tijdig wordt afgerond, in ieder geval ruim voor het begin van de nieuwe de IGC en de Europese verkiezingen in 2004.

Waar blijft de Commissie met haar visie over de uitdagingen waar de Unie nu voor staat? Waarom is er nu geen document zoals in het verleden Delors I en II en het Witboek voor de Interne Markt vraagt Johannes VOGGENHUBER (GROENEN/EVA, A) zich af. Vroeger kwam volgens hem de Commissie altijd met een uitgewerkte visie. Nu is er helemaal niets en vindt hij dat de Commissie alleen maar marginale opmerkingen maakt. Hij roept de Commissie dan ook op om zo snel mogelijk met een witboek te komen over de toekomst van de Unie. Voor wat betreft de Conventie is hij van mening dat, in tegenstelling tot wat de Commissie voorstelt, de voorzitter wel degelijk door de vergadering zelf moet worden gekozen. Het aanwijzen van de voorzitter door de Raad zal de burger, in zijn ogen, niet kunnen begrijpen.

Sylvia-Yvonne KAUFMANN (EVL/NGL, D) vindt de samenstelling van de Conventie heel belangrijk en dringt daarom aan op de vertegenwoordiging van niet alleen de grote politieke partijen maar ook de kleine, om zo het politieke pluralisme te waarborgen. Ook de beide seksen moeten goed vertegenwoordigd zijn. Verder is een doelgerichte deelname van de civil society van belang, waarbij de EP-commissies voor sociale en voor economische zaken wellicht kunnen bemiddelen. Het is goed dat de Conventie zelf over haar agenda kan beslissen en Kaufmann dringt aan op aandacht voor grote sociale thema's als de bestrijding van de enorme werkloosheid.

Jens-Peter BONDE (EDD, DK) vreest verwarring bij de burgers door namen als conventie, federatie van staten en grondwet. Staten hebben een grondwet, maar federale organisaties zijn gebaseerd op overeenkomsten tussen volkeren. De Conventie moet een duidelijk mandaat krijgen. Moet er een grondwet komen of niet. Of moet gewerkt worden aan afspraken tussen autonome, soevereine staten. De Conventie zou twee voorstellen kunnen doen: een voor een federaal model en een voor een euro-realistisch model. Na een openbaar debat moeten de nationale parlementen een uitspraak doen of moet een referendum worden gehouden..

4. EP-Rapporteurs

De co-rapporteurs Jo LEINEN (PES, D) en Iñigo MÉNDEZ DE VIGO (EVP/ED, E) komen tot de conclusie dat op meerdere punten een herziening van het Verdrag noodzakelijk is. Dit zijn achtereenvolgens de vormgeving van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, dat onder de communautaire pijler moet vallen, erkenning van de rechtspersoonlijkheid van de Unie, opneming in het Verdrag van het handvest van grondrechten, opheffing van het democratisch tekort en invoering van een gemeenschappelijk beleid voor politie, justitie en strafrechtzaken. Ook op het institutionele vlak zijn wijzigingen nodig om de Unie democratischer en doeltreffender te laten functioneren. De rapporteurs pleiten o.m. voor een vereenvoudiging van de wetgevingsprocedures, opheffing van het onderscheid tussen verplichte en niet-verplichte uitgaven, zodat het Parlement medezeggenschap over de hele begroting heeft, en verkiezing van de Commissievoorzitter door het Parlement.

De Conventie die de Verdragsherziening gaat voorbereiden moet een afspiegeling vormen van het Europees politiek pluralisme. Daarin moet het EP een vergelijkbare positie hebben als andere deelnemers en moeten ook vertegenwoordigers van kandidaatlanden aan tafel kunnen plaatsnemen. De Conventie moet autonoom kunnen beslissen en in volledige openheid kunnen werken. Idealiter zou de Conventie onmiddellijk moeten beginnen na de Top van Laken en haar werkzaamheden op een zodanig tijdstip beëindigen dat de IGC kan worden afgerond eind 2003 onder Italiaans voorzitterschap.

Als rapporteur is Sylvia-Yvonne KAUFMANN (EVL/NGL, D) is erg ingenomen met het initiatief van de Commissie om onvoorwaardelijk en kritisch het Europese bestuur aan een nader onderzoek te onderwerpen. Niettemin spreekt zij op een aantal punten haar zorg uit.

Ze waarschuwt de Commissie dat, ongeacht mogelijke wijzigingen in de opzet en methode van het Europees bestuur, het nimmer zo kan zijn dat de rol van het Parlement, met name bij wetgeving, zou worden beknot. Per slot van rekening is het Parlement de enige instelling die rechtstreeks door de Europese burgers wordt gekozen. De rapporteur spreekt dan ook vertrouwen uit in de bestaande communautaire methode, waarbinnen een institutioneel evenwicht is verzekerd en dat het beste middel om is vooruitgang te boeken bij de integratie. Democratische legitimering van het Europees bestuur en de besluitvorming acht de rapporteur een groot goed en deze is alleen te bereiken met politieke meningsvorming via parlementaire beraadslaging. Politieke verantwoordelijkheid kan in haar ogen dan ook niet vervangen worden door technische begrippen als `efficiëntie' of `coherentie'.

Kritisch is de rapporteur ten aanzien van de rol van de "civil society". In haar ogen is de georganiseerde civil society onvermijdelijk per sector georganiseerd en kan deze geen eigen democratische legitimering bezitten. Zij vindt daarom dat de raadpleging van actoren in algemene zin met als doel wetgevingsvoorstellen te verbeteren altijd alleen maar een aanvulling op en geen vervanging van de procedures en beslissingen van wetgevende en democratisch gelegitimeerde instellingen kan zijn.

Eenzelfde geluid laat zij horen met betrekking tot zelfstandige regelgevende organen zoals het Bureau voor de harmonisatie binnen de interne markt of het Communautair Bureau voor de plantenrassen. Een toenemende overheveling van EU-bestuursbevoegdheden naar Europese agentschappen met beslissingsbevoegdheden kan afbreuk doen aan het medebeslissingsrecht en de politieke controle door het Parlement en de Raad en is daarom alleen acceptabel voor zuiver technische beslissingen zonder politieke dimensie.

Alle door de Europese Commissie in het Witboek aangekondigde voorstellen en maatregelen zullen, zodra deze beschikbaar zijn, zorgvuldig door het Parlement worden bestudeerd.

Frank VANHECKE (NI, B) meent dat de Top van Laken bedoeld is om het besmeurde blazoen van het Belgische voorzitterschap op te poetsen en de blunders van Verhofstadt en Michel op te heffen. Veel schade is aangericht door hun stuntelige optreden, met name de beledigingen door Michel aan het adres van Oostenrijk en Italië. België is een goed voorbeeld: de Belgische federale eenheidsstaat werkt niet en de Europese zal dus ook niet werken. Sociale zekerheid kan het best op het niveau van de onderscheiden volkeren worden beslist, de subsidiariteit moet strikt gehandhaafd worden en taal en cultuur dienen gerespecteerd te worden. Het is een probleem als mensen zich niet herkennen in de politieke structuur die over hen beslist. Het Belgische voorzitterschap is onbenullig en staat ten dienste van het grote ego van een paar ministers.

5. Rapporteur voor advies

Willy DE CLERCQ (ELD, B) , rapporteur voor advies van de juridische commissie, beaamt dat Nice niet heeft gebracht wat ervan verwacht werd. Maar dat valt mee met de verbeteringen in het Europees rechtsstelsel. Die moeten dan ook onafhankelijk van Nice in werking treden. De EU moet blijken klaar te zijn voor de uitdagingen van de komende jaren. Zij moet zich toeleggen op de kerntaken. De Europese burger verwacht een duidelijk signaal dat werk gemaakt wordt van Europees veiligheidsbeleid, zowel intern als extern.

6. Overige sprekers

Max VAN DEN BERG i (PES, NL) wil geen Europa dat monetair is geïsoleerd. Hij wil een Commissie die wordt omgevormd tot Europese regering, Europese verkiezingen met Europese lijsten met een Europees Parlement als resultaat dat de voorzitter van de Commissie levert. Van den Berg wil meer stemmingen bij gekwalificeerde meerderheid in de Raad, meer co-decisie voor het EP. De vergaderingen van de Raad moeten openbaar zijn, zodat ze controleerbaar zijn. Er moet een intensieve samenwerking zijn tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen. In de conventie moet een consensus worden bereikt. Er mag geen vrijblijvende catalogus uitkomen. Er moet een open dialoog met de burgers komen. Op sommige terreinen is in de toekomst meer samenwerking in de EU nodig, maar andere delen kunnen meer overgelaten worden aan de regio's. De institutionele vormgeving moet vernieuwd worden, de werkwijze open zijn. Co- en zelfregulering, open coördinatie zijn nuttige nieuwe instrumenten, maar er moet wel een call-back zijn als het niet lukt.

Anne VAN LANCKER (PES, B) spreekt van een nu al memorabel Belgisch voorzitterschap, al was het maar vanwege de aanslagen van 11 september en hun gevolgen. In Laken moet nogmaals duidelijk worden dat de EU een eigen bijdrage heeft, die met name bestaat uit het zoeken naar diplomatieke en politieke oplossingen een de dialoog met de Arabische staten. De EU moet weigeren in naam van de strijd tegen het terrorisme de principes van de rechtsstaat en de mensenrechten op sterk water te zetten. Er is een risico dat de zestien andere prioriteiten wegdeemsteren. In Laken moet duidelijk gemaakt worden dat de ambities van Lissabon ook geldig blijven bij een economische recessie, meer bedrijfssluitingen en een hogere werkloosheid. De EU gaat om meer dan de invoering van de euro; zij gaat om groei, werk, de toekomst van de pensioenen, strijd sociale uitsluiting.

Het koninginnestuk van Laken zal de verklaring over de toekomst van de EU zijn. Vermeden moet worden dat scenario's worden geopend waarbij de bevoegdheden van de EU worden gebetonneerd of met lijstjes van bevoegdheden. Er is een gevaar dat de Europese stem in de Conventie minimalistisch wordt in verhouding tot de vertegenwoordigers van de lidstaten. Laken moet een evenwichtige conventie lanceren en de vertegenwoordiging van vrouwen garanderen. Dat het idee van een forum is losgelaten, vindt Van Lancker verschrikkelijk nieuws. Het debat wordt al bij voorbaat gehypothekeerd als er geen duidelijke plaats voor de civil society is. Een virtueel computerdebat volstaat niet.

Marianne THYSSEN (EVP/ED, B) meent dat de regeringsleiders in Laken zich geen halfslachtige conclusies meer mogen permitteren. Het is voorbarig nu al een evaluatie van het Belgische voorzitterschap te maken, maar Thyssen stelt wel vast dat de Europese burgers afhaken. Zij keren zich niet echt tegen Europa, maar voelen zich niet meer betrokken. Er moet meer informatie gegeven worden, meer openbaar debat komen, meer openheid jegens de ngo's. Er moet duidelijk worden gemaakt dat de EU er is voor elke mens en voor elke mens evenveel respect heeft. Het voorzitterschap mag zich als klein land niet meer aan de kant laten drukken, dat begrijpen en aanvaarden de mensen niet. En alle talen en gebruikers moeten hetzelfde respect krijgen. De voorgenomen talenregeling in het bureau voor eigendomsrechten mag geen doorgang vinden. Mensen willen geen tweede-klastaal en niet behandeld worden als tweede-klasburgers.

Arie OOSTLANDER i (EVP/ED, NL) bespeurt een opvallend optimisme bij de voorbereiding op de uitbreiding. Het noemen van 2004 wekt de suggestie dat het werk is gedaan. Men spreekt zelfs van een "big bang" van tien landen die tegelijk toetreden. Commissaris Verheugen heeft het gelukkig over "maximaal" 10 landen. Er kan ook geen toetredingsdatum vast worden gesteld; 2004 is de hoop maar garandeert niets voor welke kandidaat dan ook. De EU moet nog heel wat doen om de uitbreiding toe te lichten.

Velen zijn enthousiast, maar zij die munt uit xenofobe gevoelens proberen te slaan, creëren een gevoel van aarzeling. Valse voorstellingen wekken angst op. Maar het is allang duidelijk dat het uitbreidingsproces wat de kosten betreft zich onder de financiële horizon van de EU afspeelt. Veeleer moet er aandacht zijn voor de verankering van de principes van de rechtsstaat. De bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme is een gemeenschappelijke zaak en terughoudendheid hier bedreigt de veiligheid van de burger. Vreemd vindt Oostlander het dat er niet meer vertrouwen is in elkaars rechtssysteem.

De Top van Laken is volgens Hanja MAIJ-WEGGEN i (EVP/ED, NL) erg belangrijk gezien de vaststelling van de agenda van de Conventie. Zij onderstreept het belang van een politiek evenwichtige samenstelling van de Conventie en is van mening dat de voorzitter moet worden gekozen uit zijn midden. Voor wat betreft de agendapunten die al zijn vastgesteld in Nice is zij voorstander van een Unie met een meer federale structuur met een heldere taakverdeling tussen de Unie en haar samenstellende delen en het opnemen van een basisverdrag met een grondwettelijk karakter.

De rol van de nationale parlementen moet voor haar vooral liggen in het controleren van de eigen ministers. Zij vindt dat het GBVB en de derde pijler volledig moeten worden opgenomen in het EG-verdrag. Het Parlement moet volledige wettelijke en begrotingsbevoegdheden krijgen en de bevoegdheid om de voorzitter van de Commissie te kiezen. Tot slot, is zij van mening dat de vergaderingen van Europese ministerraden openbaar moeten zijn en wil graag de mening van de Raad en Commissie hierover.

7. Nogmaals de Raad

MICHEL merkt op dat de Conventie geen IGC is. Het is goed denkbaar dat de Conventie op een bepaald onderwerp drie of vier alternatieven zal voorleggen, waarvan een er eenparig wordt goedgekeurd. Ook het Hof zal beamen dat de IGC niet verplicht is de Conventie te volgen, maar een eigen optie kan kiezen. Elk lid van de IGC zal dan zijn eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. Er is een risico dat men dan ingaat tegen de wensen van niet alleen de Conventie maar ook van de burgermaatschappij. Tenslotte moeten de wensen van de burgers uitmonden in de Conventie. Dus al is de Conventie geen IGC, haar politieke kracht mag niet onderschat worden.

Over de samenstelling heeft Michel nog enige twijfels. Ook hij zou het liefst een consensus zien in de Conventie, maar eventueel moeten verschillende alternatieven voorgelegd kunnen worden.

De tijd tussen de Conventie en de IGC zou ongeveer zes maanden kunnen zijn.

Over de uitbreiding zegt Michel dat het niet zo is dat zomaar tien landen kunnen toetreden, zonder aan de criteria en dergelijke te voldoen. Iedereen moet op de eigen merites beoordeeld worden.

Het probleem met een forum van de civil society is dat dat een soort tweede assemblee zou worden en dat niet goed duidelijk is wie daar dan aan zou moeten deelnemen. Je zou ook aan een gestructureerd netwerk kunnen denken. Iedereen zou zich tot de conventie kunnen richten en moeten dan ook antwoord krijgen.

8. Nogmaals de Commissie

In zijn repliek namens de Commissie onderstreept Michel BARNIER i nog eens dat de Commissie niet overtuigd is van de noodzaak van het door het Parlement gevraagde terugroeprecht inzake uitvoeringsmaatregelen. Hij roept het Parlement op samen met de Commissie en de Raad andere wegen te bestuderen. Het moet volgens hem mogelijk zijn om een evenwichtige manier te ontwikkelen opdat het Parlement zijn controle kan uitoefenen.

Tijdens het debat zijn er harde woorden geuit aan het adres van de Commissie en is de Commissie zelfs gebrek aan visie verweten. De Commissie wil nogmaals onderstrepen dat het van goede wil is en zeker niet stil zit. Van de andere kant wil de Commissie niet vooruitlopen op de uitkomsten van de Conventie. De Commissie zal volgende week met een mededeling komen over Laken. Na Laken zullen er vervolgens verschillende mededelingen verschijnen over alle onderwerpen die op de Conventie aan de orde zullen zijn.