EP stemt in met verslag-Van den Burg over het jaarverslag Europese Investeringsbank 2001
Ieke VAN DEN BURG (PES, NL)
Jaarverslag van de Europese Investeringsbank 2001, gepubliceerd in juni 2002
Doc.: A5-0364/2002
Procedure : Initiatief
Debat : 21 november 2002
Stemming : 21 november 2002
Verslag aangenomen
Het Parlement is tevreden over het besluit van de Europese Investeringsbank (EIB) om een steunprogramma in het leven te roepen voor de financiering van onmiddellijke hulp aan slachtoffers van overstromingen, waarbij de bank tot 100% van de financieringsbehoeften dekt. Daarnaast roept het EP de EIB op kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's) te ondersteunen door middel van betere faciliteiten voor het aantrekken van risicokapitaal. Met name zou de EIB steun moeten verlenen voor onderzoek op het gebied van hernieuwbare energie en voor investeringen in sociale infrastructuur, huisvesting, volksgezondheid en onderwijs. De investeringsbank zou leningen moeten beoordelen aan de hand van de werkgelegenheidseffecten.
Voor de kandidaatlidstaten zou er een programma moeten komen met betrekking tot het sociaal beleid en de doelstellingen van sociale cohesie. Activiteiten voor de toetredingslanden dienen een hoge prioriteit te krijgen, waarbij de EIB en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling moeten samenwerken. Ook dringt het EP aan op intensivering van de activiteiten in de Balkan-regio.
Het EP heeft de nodige aanmerkingen op de doorzichtigheid van en de financiële controle op het beleid van de EIB. Het stelt een onafhankelijke klachteninstantie voor en verzoekt de EIB volledige toegang te geven tot de informatie die nodig is voor een audit door de Rekenkamer. De Rekenkamer moet het recht krijgen in alle gevallen waarin de EIB leningen verstrekt zowel de garantie als de onderliggende transactie te controleren en moet de efficiëntie van het beheer door de EIB kunnen controleren. De EIB moet bovendien onder toezicht worden geplaatst van de Europese Centrale Bank of van enig ander nog op te richten instituut. Projectfinanciering moet worden stopgezet als bedrijven illegale praktijken gebruiken of een project ingaat tegen de nationale wetgeving.
Tenslotte wijst het EP erop, dat de EIB ter waarde van € 10,5 mrd aan algemene leningen in de lidstaten heeft uitstaan. Deze leningen zijn zeer vaag gedefinieerd. De EIB en de Rekenkamer zouden een beoordeling moeten maken van het doel en de begunstigden van de leningen en daarover verslag uit te brengen in het volgende jaarverslag.