EP-debat ter voorbereiding van de Europese Raad na de referenda over de Europese Grondwet
Verklaringen van Raad en Commissie - Voorbereiding van de Europese Raad, met inbegrip van de toekomst van de Europese Unie na de referenda over de Europese Grondwet (Brussel, 16-17 juni 2005)
Debat : 8 juni 2005
Debat
Namens de Raad
Nicolas SCHMIT noemt de uitslagen van de referenda in Frankrijk en Nederland een teleurstelling. De uitkomst is echter het resultaat van een democratisch debat, de Unie moet de keuze van de burgers respecteren. Anderzijds moet ook de keuze van de tien landen die de grondwet inmiddels hebben geratificeerd, gerespecteerd worden. De boodschap van de Franse en Nederlandse burgers zorgt voor een dubbel gevoel: enerzijds zijn de burgers ontevreden over Europa, anderzijds willen zij wel een Europa, maar een ander Europa. In de toekomst moet de Raad beter werken aan de opbouw van de Europese democratie.
Wat de financiële vooruitzichten betreft, vreest Schmit voor een blokkade als een compromis uitblijft terwijl een goedkeuring van de financiële vooruitzichten nu juist de politieke impuls is die de Unie nodig heeft.
De Europese Raad zal zich ook bezig houden met onderwerpen op het gebied van veiligheid en justitie om antwoorden te geven op de zorgen van de burgers. In dit opzicht zijn de strijd tegen terrorisme, de aanpak van de georganiseerde misdaad en van de mensenhandel van groot belang. Het programma van Den Haag zal worden omgezet in concrete maatregelen. Andere belangrijke internationale prioriteiten zijn de hervorming van de Verenigde Naties en de voorbereiding van de Internationale Conventie over Irak. Schmit sluit af door te zeggen dat "Europa moet tonen dat het nog besluiten kan nemen."
Namens de Commissie
José Manuel BARROSO i noemt voor de Top van 16/17 juni twee belangrijke uitdagingen voor de Unie: er moet een belangrijk signaal naar de burger uitgaan en er moet een kader gezocht worden voor de Unie in de volgende jaren. De Unie moet ook voorop gaan in de bestrijding van honger en armoede in de wereld. Elke dag sterven er wereldwijd duizenden van honger en dorst. Tegen deze situatie moet Europa optreden.
Wat de financiële perspectieven betreft zegt Barroso dat een overeenkomst in de Raad mogelijk is en er ook moet komen. De Europese Unie moet tonen dat het de kracht heeft om door te gaan, ook in moeilijke tijden. De uitslagen van de referenda in Frankrijk en Nederland hebben de Unie verzwakt. Belangrijk is nu om na te gaan wat de oorzaken zijn van de negatieve stemming. Daarbij moet rekening worden gehouden met het feit dat er in het debat vaak sprake is geweest van een vermenging van Europese met nationale onderwerpen.
Barroso benadrukt dat iedereen zich moet afvragen hoe Europa tot een beter project voor de burger kan worden. Daarnaast moet worden nagedacht over de werking van de Europese instellingen. De meest prangende vraag is hoe een nieuwe politieke consensus te bereiken en dit moeilijke moment als een kans te zien. In de huidige situatie zijn er twee verkeerde oplossingen: doen alsof er geen probleem is of onmiddellijk het constitutionele verdrag laten vallen. Beide oplossingen zijn foutief. Er dient een oplossing te komen door politieke consensus, via een politiek debat.
Er was nooit een plan B voorzien, maar misschien is er wel een plan D nodig, "het plan met de D van democratie en de D van dialoog." Het is belangrijk te luisteren naar en te debatteren met de burger om zo tot een oplossing te komen. Barroso doet een oproep aan alle Europese verantwoordelijken, voornamelijk op het nationale vlak, om in de toekomst hun verantwoordelijkheden op te nemen en te tonen dat er geen plaats meer is voor nationaal egoïsme.
Fractiewoordvoerders
Hans-Gert POETTERING (EVP-ED, DE) noemt de resultaten in Frankrijk en Nederland een grote ontgoocheling. Deze twee landen kunnen echter niet de verantwoordelijkheid van alle andere landen overnemen: de 13 overblijvende landen moeten ook de kans krijgen de grondwet te ratificeren. De beste oplossing is de referenda enige tijd uit te stellen en een periode van bezinning in te lassen. Belangrijke aandachtspunten zijn volgens de EVP: in de toekomst meer gebruik te maken van het subsidiariteitsbeginsel en vermijden dat de EU politiek en sociaal te groot gaat worden. Wat de uitbreiding betreft, benadrukt Poettering dat naast lidmaatschap geprivilegieerd partnerschap ook een oplossing is. Op het vlak van de financiële perspectieven is het belangrijk dat alle partijen water bij de wijn doen om zo te tonen dat Europa nog steeds kan onderhandelen.
Martin SCHULZ (PES, DE) zegt dat hij radeloos is door de veelheid aan uiteenlopende meningen in zijn fractie. Daarom wil hij gewoon enkele belangrijke punten aanhalen. Geen enkel land laat zich door een ander land opleggen hoe het moet handelen: elk land moet de mogelijkheid krijgen zich uit te spreken over de Europese Grondwet. Bij de interpretatie van de referenda in Frankrijk en Nederland is het van groot belang de hand in eigen boezem te steken. Dit is in het verleden niet het geval geweest, waardoor er in Europa een kloof ontstaan is met de burgers. Verder benadrukt Schulz dat het niet langer kan dat nationale regeringen de successen steeds op eigen naam schrijven, terwijl er bij problemen steeds naar Brussel wordt gewezen. Het uitbreidingsperspectief moet zeker behouden blijven. Er mogen echter niet langer beloftes gemaakt worden aan landen die nog niet aan de voorwaarden voldaan hebben.
Graham WATSON (ALDE/ADLE, UK) citeert Thomas Jefferson naar aanleiding van de referenda in Frankrijk en Nederland: "Een beetje opstand af en toe kan geen kwaad." Een belangrijk punt van kritiek op de Unie is het feit dat er te veel beslissingen worden genomen achter gesloten deuren. We leggen de burgers niet uit wat we precies doen op Europees niveau. Watson wijst op de enorme verantwoordelijkheid van de groten in de Europese jungle, maar voegt er aan toe dat "de Frans-Duitse motor stuk is." Hij richt zich rechtstreeks tot voorzitter Barroso als hij zegt dat Europa dringend nood heeft aan een leider.
Daniel COHN-BENDIT (GROENEN/EVA, DE) benadrukt dat zijn fractie in het verleden voorstander was van één Europees referendum. Toen was iedereen hier echter tegen. Bendit vraagt ook waarom het Parlement dit referendum destijds niet heeft geëist. Een andere vaststelling is dat Europa de middelen niet heeft om initiatieven te nemen, zolang de begroting uitblijft. De referenda in Frankrijk en Nederland noemt hij nederlagen. Maar de nederlagen van vandaag zijn de overwinningen van morgen. Hiertoe is het belangrijk dat de Raad, het Parlement en de Commissie een conventie sluiten, waarin ze ondermeer nadenken over het sociaal beleid. Naar de volkeren van Europa toe is er dringend nood aan meer openheid en helderheid. Volgens Bendit zijn "de burgers de persconferenties en de halve waarheden zat". De mondialisering en China vormen belangrijke uitdagingen voor Europa. We moeten China democratiseren door er voor te zorgen dat de arbeiders er eerlijke lonen ontvangen. Als China hieraan weigert mee te werken moeten we China uit de WTO zetten.
Francis WURTZ (EVL/NGL, FR) wijst erop dat crisis tussen Europa en de burger vergroot. De kern van het huidige systeem is door de burgers verworpen. Om dit probleem aan te pakken zijn drie zaken nodig: erkennen dat de grondwet dood is, de meest omstreden teksten uit de huidige grondwet terugtrekken en een open debat voeren met de burgers.
Philippe DE VILLIERS (IND/DEM, FR) trekt twee conclusies uit de uitslagen van de Franse en Nederlandse referenda. De volkeren hebben afstand genomen van Brussel en de grondwet is gestorven in Parijs en begraven in Nederland. Een andere vaststelling is dat de burgers vrij willen blijven. Concreet betekent dit dat de onderhandelingen met Turkije onmiddellijk stopgezet moeten worden en dat we in Europa het principe van volkssoevereiniteit moeten respecteren. De Villiers benadrukt dat er nood is aan nieuwe mechanismen om Europa te redden en de volkeren aan onze kant te krijgen.
Overige sprekers
Erik MEIJER i (EVL/NGL, NL) verduidelijkt, als partijlid van de grootste organisator van het neen-kamp bij het Nederlandse referendum, dat de bevolking zich niet keerde tegen de grondwet of tegen de positie van Nederland als grootste nettobetaler. De reden van deze massale "neen" is dat de inhoud te veel een recept is voor een Amerikaans Europa met onderwerpen als de binding met de NATO en de mogelijkheid in te grijpen in landen buiten het eigen grondgebied. Ook het hoofdstuk drie hoort niet in de Europese grondwet. Meyer zegt dat de grondwet momenteel dood is en dat hij ook bij de referenda in de overige landen een verwerping verwacht.
Bas BELDER i (IND/DEM, NL) zegt dat de Nederlandse bevolking de Europese grondwet van een duidelijk en niet mis te verstaan "nee" heeft voorzien. Het zou de Europese Instellingen sieren dit te erkennen. De afwijzing van het grondwettelijk verdrag is voornamelijk een afwijzing van de snelheid en de richting van het Europese integratieproces. Belder vreest dat de les in Brussel niet begrepen is, gezien het absolute gebrek aan zelfkritiek en het pleiten voor de voorzetting van het ratificatieproces. Op de top van 16 en 17 juni moeten de regeringsleiders bewijzen de les van de Franse en Nederlandse "nee" begrepen te hebben. De impasse rond de Europese grondwet vraagt om adequaat ingrijpen en het is onbegrijpelijk dat de politieke elite in Brussel de pijnbank verkiest boven de spoedige komst van een nieuw verdrag.
Max VAN DEN BERG i (PES, NL) splitst de Nederlandse neen-stemmers op in twee groepen: de "rechtse" kiezers die tegen Europa zijn en de progressieve kiezers die Europa te opdringerig en te weinig sociaal vinden. In de toekomst moeten deze progressieve kiezers verenigd worden en achter de grondwet komen te staan. Europa heeft verder nood aan hervormingen om de burgers te tonen dat we hun stem gehoord hebben.
Volgens Jules MAATEN i (ALDE/ADLE, NL) spreekt de EU bij de meeste burgers nog wel tot het verstand, maar niet langer tot het hart. De Europese instellingen moeten beter naar de burgers luisteren. Wat de uitbreiding betreft is Maaten voorstander van een stopzetting tot "er in het eigen huis orde op zaken is." Er is ook nood aan een nieuw debat over wat Europa is, waar de grenzen liggen en waar Europa naar toe gaat.
Sophie IN 'T VELD i (ALDE/ADLE, NL) is het niet eens dat Europa te bureaucratisch is, te duur is of uit te veel landen bestaat. Europa moet de vlucht naar voren nemen. De dynamiek van de nieuwe landen moet juist gebruikt worden als motor voor de Europese integratie. Wat de grondwet betreft kan de hele procedure beter worden stopgezet, maar niet zonder dat elk land de mogelijkheid heeft gehad zich uit te spreken.
Jean-Luc DEHAENE (EVP-ED, BE) benadrukt dat Europa intern en extern moet blijven functioneren. Er moet ook een akkoord bereikt worden over de financiële perspectieven, die Europa een kader moeten bieden om goed te functioneren. Op korte termijn ziet Dehaene geen duidelijkheid. Hij pleit voor een periode van reflectie. Deze periode moet echter beperkt zijn en een één jaar lijkt hiervoor aangewezen.