Maaten evalueert voorlichting over de euro en de EMU

dinsdag 5 juli 2005, Jules MAATEN

Jules MAATEN (ALDE/ADLE, NL)

Verslag over de uitvoering van een voorlichtings- en communicatiestrategie inzake de euro en de Economische en Monetaire Unie

 

Doc.: A6-0197/2005

Procedure : Initiatief

Debat : 4 juli 2005

Stemming : 5 juli 2005

Verslag aangenomen (493-117-14)

Het Parlement stelt vast dat de euro bij bepaalde burgers niet populair is en noemt dit in tegenspraak met het feit dat de euro mogelijkerwijs het succesvolste Europese project is dat ooit is gestart. Volgens het EP verdient de eenheidsmunt prioriteit in de voorlichting door de EU. De voordelen van de euro en van de EMU (prijsstabiliteit, lage hypotheekrente, gemakkelijker reizen, bescherming tegen fluctuaties van wisselkoersen en negatieve externe invloed) moeten ook in de toekomst uitvoerig worden uitgelegd. Bijzondere nadruk moet daarbij worden gelegd op het informeren van Europese burgers, consumenten en kleine en middelgrote ondernemingen die onvoldoende mogelijkheden hebben om zich onmiddellijk aan transacties in euro aan te passen.

Het EP steunt een nauwere coördinatie van het economische beleid tussen de lidstaten en een verstandig fiscaal beleid binnen de grenzen van een hervormd, maar krachtig Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Het Parlement is ervan overtuigd dat het in maart 2005 door de Europese Raad vastgestelde, herziene SGP zal kunnen bijdragen aan de economische stabiliteit op de lange termijn. De leden onderstrepen dat de lage economische groei na de invoering van de euro niet is veroorzaakt door de overgang naar de nieuwe munt, maar door een gebrekkige uitvoering van de richtsnoeren voor het economisch beleid en door het uitblijven van structurele hervormingen. Het is van belang om rekening te houden met de bezorgdheid van de burgers in de drie oude lidstaten die niet tot de eurozone zijn toegetreden (het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Denemarken). Het EP verzoekt de Commissie de regeringen van die lidstaten desgewenst te steunen in hun streven een sceptisch publiek van de euro te overtuigen.

De Assemblee stelt vast dat door middel van een dubbele prijsaanduiding, bijvoorbeeld van ten minste drie maanden vóór de invoering van de euro tot maximaal twaalf maanden erna, de angst van de bevolking voor door de euro veroorzaakte prijsstijgingen kan worden verminderd. De verplichting van dubbele prijsaanduiding legt een zekere druk op bedrijven en dienstverleners om de overgang op de euro niet te gebruiken als voorwendsel voor prijsverhogingen. Het EP doet een beroep op de Europese Commissie om rekening te houden met de angst voor prijsstijgingen onder het publiek in de nieuwe lidstaten. Het Parlement gelooft dat de in de eurolanden opgedane ervaringen "met malafide praktijken en gevallen van buitensporig naar boven afgeronde prijzen" zodanig moeten worden benut dat dergelijke gedragingen in de toekomstig toetredende eurolanden kunnen worden voorkomen. Het EP verzoekt de Commissie om de autoriteiten in deze toekomstige eurolanden aan te moedigen om meldpunten in te stellen waar iedereen melding kan maken van misbruiken, zoals ongerechtvaardigde prijsverhogingen.

Ten slotte stelt het Parlement vast dat het percentage elektronische transacties is toegenomen. Het EP heeft daarom zijn twijfels over de zin van de handhaving van het biljet van 500 euro, dat aanvankelijk nodig werd geacht om met de gewoonten van consumenten in sommige lidstaten rekening te houden.