Artikel 72:

71
Artikel 72
73
  • 1. 
    Dit artikel is van toepassing op het vervoer van goederen over de weg binnen het grondgebied van de Gemeenschap.
  • 2. 
    Op ritten waarbij transitogoederenvervoer over de weg door Oostenrijk is betrokken, is de regeling van toepassing die is vastgesteld bij de Eerste Richtlijn van de Raad van 23 juli 1962 en Verordening (EEG) nr. 881/92 van de Raad voor ritten voor eigen rekening en voor ritten met gehuurde voertuigen of tegen betaling, behoudens het bepaalde in dit artikel.
  • 3. 
    Tot 1 januari 1998 zijn de volgende bepalingen van toepassing:
    • a) 
      De totale NOx-uitstoot van vrachtwagens in transito op Oostenrijks grondgebied wordt tussen 1 januari 1992 en 31 december 2003 met 60 % verlaagd volgens de tabel in bijlage 4.
    • b) 
      De verlaging van de totale NOx-uitstoot van vrachtwagens wordt geadministreerd via een ecopuntensysteem. Volgens dit systeem moet elke vrachtwagen in transito op Oostenrijks grondgebied een aantal ecopunten hebben dat overeenstemt met het niveau van de NOx-uitstoot van dat type vrachtwagen (ingeschreven op grond van zijn Conformity of Production (COP)-niveau, afgeleid van de type-goedkeuring). De toewijzing van de punten en de werking van het stelsel worden in bijlage 5 beschreven.
    • c) 
      Indien het aantal transitoritten in een jaar het voor 1991 bepaalde referentieaantal met meer 8% overschrijdt, treft de Commissie, volgens de procedure van artikel 16, passende maatregelen overeenkomstig bijlage 5, punt 3.
    • d) 
      Oostenrijk stelt een ecopuntenkaart op en stelt deze tijdig ter beschikking voor vrachtwagens in transito door Oostenrijk met het oog op het administreren van het ecopuntensysteem overeenkomstig bijlage 5.
    • e) 
      De ecopunten worden door de Commissie verdeeld over de lidstaten overeenkomstig volgens lid 7 vast te stellen bepalingen.a) De totale NOx-uitstoot van vrachtwagens in transito op Oostenrijks grondgebied wordt tussen 1 januari 1992 en 31 december 2003 met 60 % verlaagd volgens de tabel in bijlage 4.
  • 4. 
    Vóór 1 januari 1998 evalueert de Raad, aan de hand van een verslag van de Commissie, de tenuitvoerlegging van de bepalingen betreffende het transitogoederenvervoer over de weg door Oostenrijk. Deze evaluatie vindt plaats overeenkomstig de grondbeginselen van het Gemeenschapsrecht, zoals de goede werking van de interne markt, inzonderheid het vrije verkeer van goederen en de vrijheid van dienstverrichting, de milieubescherming in het belang van de Gemeenschap in haar geheel en de verkeersveiligheid. Tenzij de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen, een andere beslissing neemt, wordt de overgangsperiode verlengd en wel tot 1 januari 2001, tijdens welke periode het bepaalde in lid 3 van toepassing is.
  • 5. 
    Vóór 1 januari 2001 maakt de Commissie, in samenwerking met het Europees Milieuagentschap, een wetenschappelijke studie over de mate waarin de in lid 3, onder a), bedoelde doelstelling betreffende de vermindering van de vervuiling is verwezenlijkt. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat deze doelstelling op permanente grondslag is verwezenlijkt, treedt lid 3 op 1 januari 2001 buiten werking. Indien de Commissie tot de conclusie komt dat dit niet het geval is, kan de Raad, overeenkomstig artikel 75 van het EG-Verdrag, in een communautair kader, maatregelen treffen met het oog op een gelijkwaardige bescherming van het milieu, inzonderheid een vermindering van de vervuiling met 60%. Indien de Raad deze maatregelen niet aanneemt, wordt de overgangsperiode automatisch verlengd met een laatste tijdvak van 3 jaar, tijdens welk tijdvak het bepaalde in lid 3 van toepassing is.
  • 6. 
    Aan het einde van de overgangsperiode wordt het acquis communautaire volledig toegepast.
  • 7. 
    De Commissie neemt overeenkomstig de procedure van artikel 16 gedetailleerde maatregelen betreffende de procedures inzake het ecopuntensysteem, de verdeling van de ecopunten en technische kwesties betreffende de toepassing van dit artikel. Deze maatregelen treden in werking op de datum van toetreding van Oostenrijk.

    De in de eerste alinea bedoelde maatregelen moeten ervoor zorgen dat de feitelijke situatie die voor de huidige lidstaten voortvloeit uit de toepassing van Verordening (EEG) nr. 3637/92 van de Raad en van de op 23 december 1992 ondertekende Administratieve Overeenkomst betreffende de datum van inwerkingtreding en de procedures voor de invoering van het ecopuntensysteem als bedoeld in de Transito-overeenkomst, gehandhaafd blijft. Daarbij zal alles in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat bij de toekenning van ecopunten aan Griekenland in voldoende mate rekening wordt gehouden met de Griekse behoeften in dit verband.