Artikel 116: Toetreding nieuwe Staten
-
1.De Gemeenschap staat open voor de toetreding van de Staten-leden van de Raad van Europa en van iedere andere Europese Staat, die de handhaving van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden, als omschreven in artikel 3 i, waarborgt.
-
2.Een Staat die wil toetreden tot dit Statuut richt zijn verzoek tot de Europese Uitvoerende Raad. Deze geeft daarvan kennis aan de Raad van Nationale Ministers en aan het Parlement van de Gemeenschap.
-
3.De toetreding wordt vastgelegd in een aan dit Statuut toegevoegde Acte. Deze Acte bevat de noodzakelijke aanpassingen van dit Statuut. Zij wordt opgesteld door de Europese Uitvoerende Raad in overeenstemming met de Raad van Nationale Ministers en wordt ter goedkeuring aan het Parlement van de Gemeenschap voorgelegd.
-
4.De Acte van toetreding treedt in werking zodra de Europese Uitvoerende Raad haar heeft afgekondigd en de betrokken Staat bij de Europese Uitvoerende Raad de ratificatie-oorkonde heeft gedeponeerd.
-
5.De bepalingen van artikel 98 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en van artikel 129 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Defensie Gemeenschap vervallen.