Akzo Nobel, Atofina en Hoechst krijgen boete van 217 mln euro voor vorming chemiekartel (en)
De Europese Commissie heeft Akzo Nobel, Atofina (thans bekend als Arkema) en Hoechst boetes voor in totaal € 216.91 million opgelegd wegens hun deelname aan een kartel op de markt voor monochloorazijnzuur (MCAA). MCAA is een chemisch halffabrikaat dat gebruikt wordt bij de productie van detergenten, kleefstoffen, hulpstoffen voor textiel en verdikkingsmiddelen in voedingsmiddelen, farmaceutica en cosmetica. Het niveau van de boetes weerspiegelt de vastberadenheid van de Commissie om ondernemingen die kartelovereenkomsten sluiten, hard aan te pakken. De boetes voor Atofina en Hoechst werden aanzienlijk verhoogd omdat beiden in het verleden reeds werden beboet wegens soortgelijke onrechtmatige gedragingen.
De commissaris voor Concurrentie, Neelie Kroes i, verklaarde in dit verband: "De Commissie kan en zal geen prijsafspraken en marktverdeling tolereren. Ik zal ondernemingen niet toelaten de eengemaakte markt onderling op te delen en zo de klanten de voordelen waarop zij recht hebben, te ontzeggen. De strijd tegen kartels is een van mijn topprioriteiten en ondernemingen die met kartels meewerken zullen zwaar worden beboet. Voor ondernemingen die de antitrustregels van de EU herhaaldelijk hebben geschonden, zal ik de boetes blijven verhogen om te zorgen voor een afschrikkende werking."
De Commissie is met haar onderzoek gestart nadat een van de deelnemers van het kartel haar informatie had verstrekt in ruil voor immuniteit krachtens de clementieregeling in antitrustzaken van de Commissie. De Commissie oordeelde dat Akzo Nobel uit Nederland, Atofina (thans Arkema) uit Frankrijk, Hoechst uit Duitsland en Clariant (na haar overname van de MCAA-activiteiten van Hoechst in 1997) uit Duitsland en Zwitserland geheime afspraken hadden gemaakt om de MCAA-markt te verdelen en prijsafspraken te maken in de Europese Economische Ruimte (EER). Dit is in strijd met de regels van het EG-Verdrag dat kartels en andere concurrentiebeperkende bedrijfspraktijken buiten de wet stelt (artikel 81).
De betrokken ondernemingen controleerden samen meer dan 90% van de EER-markt voor MCAA. In 1998, het laatste volledige jaar van de inbreuk, was de EER-markt ongeveer 125 miljoen EUR waard.
Van ten laatste 1984 tot 1999 hebben de producenten van MCAA volumequota en klanten toegewezen, prijsstijgingen afgesproken, informatie over verkoopvolumes en prijzen uitgewisseld om toezicht uit te oefenen op het kartel, en compensatiemechanismen ingesteld om ervoor te zorgen dat de kartelovereenkomsten werden uitgevoerd. De deelnemers ontmoetten elkaar regelmatig en hadden ook andere contacten teneinde hun activiteiten in het kader van het kartel overeen te komen en uit te voeren.
De Commissie beschouwde dit als een zeer ernstige inbreuk wegens de aard ervan. Bij de vaststelling van het bedrag van de boetes hield de Commissie rekening met de waarde van de EER-markt voor het product, de duur van de inbreuk, het specifieke gewicht van het inbreukmakende gedrag van de afzonderlijke ondernemingen, hun grootte en het feit dat Atofina en Hoechst vroeger reeds beboet zijn wegens soortgelijke inbreuken.
De Commissie hield ook rekening met de medewerking die sommige van de betrokken ondernemingen hebben verleend in het kader van de clementiemededeling van de Commissie. Clariant kreeg volledige immuniteit omdat zij de eerste was die de Commissie het bewijs van het bestaan van het kartel heeft geleverd. Atofina en Akzo kregen een vermindering van respectievelijk 40% en 25% voor de informatie die zij hebben verstrekt. Uiteindelijk legde de Commissie de volgende boetes op:
-- Akzo Nobel € 84.38 m
-- Atofina € 58.5 m
-- Hoechst € 74.03 m