Artikel 6: Laissez-passer
Laissez-passer, waarvan de vorm in een bij gewone meerderheid van stemmen door de Raad vastgestelde Europese verordening wordt bepaald en die als geldige reispapieren door de overheidsinstanties van de lidstaten worden erkend, kunnen door de voorzitters van de instellingen van de Unie aan de leden en het personeel van deze instellingen worden verstrekt. Deze laissez-passer worden aan de ambtenaren en overige personeelsleden verstrekt overeenkomstig de bepalingen van het statuut van de ambtenaren en de regeling voor de andere personeelsleden van de Unie.
De Commissie kan overeenkomsten sluiten teneinde deze laissez-passer te doen erkennen als geldige reispapieren voor het grondgebied van derde staten.