Artikel 21: Aanhangig maken van een zaak door een verzoekschrift
Een zaak wordt bij het Hof van Justitie aanhangig gemaakt door middel van een verzoekschrift, dat aan de griffier wordt toegezonden. Het verzoekschrift moet inhouden de naam en woonplaats van de verzoeker en de hoedanigheid van de ondertekenaar, de aanduiding van de partij of partijen tegen wie het verzoekschrift is gericht, het onderwerp van het geschil, de conclusies en een summiere uiteenzetting van de aangevoerde middelen.
Het moet, indien daartoe aanleiding bestaat, vergezeld gaan van de handeling waarvan nietig verklaring wordt gevraagd, of, in het geval bedoeld in artikel III-367 van de Grondwet i, van een bewijsstuk van de datum van de in dit artikel bedoelde uitnodiging. Indien deze stukken niet bij het verzoekschrift zijn gevoegd, nodigt de griffier de betrokkene uit deze alsnog binnen een redelijke termijn over te leggen; verval van het recht tot beroep kan niet worden tegengeworpen, indien het verzuim eerst is hersteld na het verstrijken van de termijn van beroep.