Artikel 19: Vertegenwoordiging door een gemachtigde, bijstand door een raadsman of advocaat
De lidstaten zowel als de instellingen van de Unie worden voor het Hof van Justitie vertegenwoordigd door een voor elke zaak benoemde gemachtigde. De gemachtigde kan door een raadsman of door een advocaat worden bijgestaan.
De staten - niet zijnde lidstaten - die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, alsmede de in die Overeenkomst bedoelde Toezichthoudende Autoriteit van de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA) worden op gelijke wijze vertegenwoordigd.
De andere partijen moeten door een advocaat worden vertegenwoordigd.
Alleen een advocaat die bevoegd is om op te treden voor een rechterlijke instantie van een lidstaat of van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, kan een partij voor het Hof vertegenwoordigen of bijstaan.
De gemachtigden, raadslieden en advocaten, die voor het Hof verschijnen, genieten de voor de onafhankelijke uitoefening van hun functies nodige rechten en waarborgen, overeenkomstig de in het reglement voor de procesvoering vastgestelde bepalingen.
Ten aanzien van de raadslieden en advocaten die voor het Hof optreden, geniet het Hof dezelfde bevoegdheden als op dit gebied in de regel zijn toegekend aan gerechtshoven en rechtbanken, overeenkomstig de in het reglement voor de procesvoering vastgestelde bepalingen.
Hoogleraren die onderdaan zijn van een lidstaat waarvan de wetgeving hun het recht toekent te pleiten, genieten voor het Hof de rechten die in dit artikel aan de advocaten zijn toegekend.