Artikel 5: Beëindiging ambtsuitoefening
Behalve door periodieke vervanging of door overlijden eindigt de ambtsuitoefening van een rechter door ontslag.
Ingeval een rechter om ontslag verzoekt, richt hij daartoe tot de president van het Hof van Justitie een brief, die aan de voorzitter van de Raad wordt doorgezonden. Door laatstbedoelde kennisgeving ontstaat een vacature.
Met uitzondering van de gevallen waarin artikel 6 van toepassing is, blijft elke rechter zitting hebben totdat zijn opvolger in functie treedt.