Artikel 31: Europese Raad
De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de Lid-Staten van de Unie en de Voorzitter van de Commissie, die deelneemt aan de werkzaamheden van de Europese Raad, behalve wanneer er wordt beraadslaagd over de benoeming van zijn opvolger en over de opstelling van mededelingen en aanbevelingen aan de Commissie.
Toelichting
In de toelichting bij dit ontwerp-Verdrag becommentarieerde Spinelli de rol van de Europese Raad in het institutionele systeem als volgt:
-
28.De Europese Raad (duidelijk te onderscheiden van de Raad van de Unie), samengesteld uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lid-staten en de voorzitter van de Commissie, heeft voornamelijk verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de wijze van samenwerking en heeft tot taak op grond van het subsidiariteitsbeginsel te besluiten over de eventuele overheveling van kwesties, die onder de samenwerking vallen, naar de methode van het gemeenschappelijk optreden.
Tevens heeft hij het recht de voorzitter van de Commissie voor te dragen, die echter het Parlement om investituur moet vragen.
De Europese Raad heeft het recht mededelingen te richten tot de andere instellingen van de Unie, maar hij geeft niet meer, zoals thans, richtlijnen aan de andere organen en besLuit niet meer in laatste instantie, wanneer de andere Raden niet tot een besluit kunnen komen. De praktijk heeft bevestigd wat reeds in theorie bleek, namelijk dat een dergelijke instelling deze functie niet kan uitoefenen.
Wegens de aard van de Europese Raad en van de samenwerking, die tot zijn voornaamste verantwoordelijkheid behoort, is de wijze waarop in de Europese Raad overeenstemming wordt bereikt niet in het Verdrag bepaald. Hij zelf zal dit in zijn Reglement van orde vaststellen.