Benoeming van prominenten (twee verklaringen)
Verklaring voor de slotakte ad artikel I-26:
De Conferentie is van oordeel dat, in overeenstemming met de bepalingen van volgens de Grondwet, het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk verantwoordelijk zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het goede verloop van het proces dat tot de verkiezing van de voorzitter van de Europese Commissie leidt. Daarom zullen vertegenwoordigers van het Europees Parlement en van de Europese Raad voorafgaand aan het besluit van de Europese Raad in het daartoe meest geëigende kader het nodige overleg plegen.
In overeenstemming met artikel I-26, lid 1, zal dit overleg handelen over het profiel van de kandidaten voor het ambt van voorzitter van de Commissie, waarbij rekening zal worden gehouden met de uitslag van de verkiezingen voor het Europees Parlement. De wijze waarop dit overleg plaatsvindt, kan te gelegener tijd in overeenstemming tussen het Europees Parlement en de Europese Raad geregeld worden.
Verklaring voor de slotakte ad de artikelen I-21, I-26 en I-27:
Bij de keuze van personen voor de ambten van voorzitter van de Europese Raad, voorzitter van de Europese Commissie en minister van Buitenlandse Zaken van de Unie dient rekening te worden gehouden met de noodzaak van eerbiediging van de geografische en demografische verscheidenheid van de Unie en van de lidstaten.