Commissie wijst portefeuilles toe aan commissarissen nieuwe lidstaten
De Europese Commissie is vandaag tot overeenstemming gekomen over de maatregelen die zullen worden genomen om ervoor te zorgen dat de 10 nieuwe commissarissen met ingang van 1 mei zonder enig probleem hun plaats kunnen innemen in het College. De commissarissen van de nieuwe lidstaten zullen volwaardig lid zijn van het College en een daadwerkelijke en actieve rol spelen in het besluitvormingsproces. Zij zullen geen specifieke portefeuilles hebben, maar elkeen zal worden betrokken bij de werkzaamheden van één van de huidige commissarissen zodat hun integratie in de activiteiten van de Commissie soepel kan verlopen. Elke nieuwe commissaris zal over een kabinet beschikken. De heer Prodi is voornemens hen uit te nodigen op een informele vergadering die op 16 maart zal plaatsvinden in Brussel.
"Wij verheugen ons op de samenwerking met onze collega's uit de nieuwe lidstaten. Het gaat hier om uiterst bekwame en ervaren personen en ik ben ervan overtuigd dat zij een actieve en positieve bijdrage zullen leveren aan de werkzaamheden van deze Commissie. Hun komst en de aanwerving van EU-ambtenaren uit hun landen zal een verrijking betekenen voor deze administratie" verklaarde de voorzitter van de Commissie, Romano Prodi.
Aangezien hun mandaat tijdelijk en kort is zullen de nieuwe commissarissen geen specifieke portefeuille hebben. In de plaats daarvan zullen zij samenwerken met de huidige leden van het College.
De kabinetten van de nieuwe commissarissen zullen nauw samenwerken met het kabinet van de commissaris met wie zij geassocieerd zijn voor de periode van 1 mei tot en met 31 oktober. Deze kabinetten zullen bestaan uit drie A-ambtenaren, met inbegrip van een kabinetschef (A2) of een adjunct-kabinetschef (A3). Tenminste één ambtenaar moet reeds ambtenaar zijn bij de Commissie en tenminste één van hen moet onderdaan zijn van een andere lidstaat dan die van de commissaris.
De nieuwe commissarissen zullen op de volgende manier met hun collega's samenwerken.
De voorzitter behoudt zich het recht voor om zonodig deze regelingen te wijzigen.
Markos Kyprianou (Cyprus) - Michaele Schreyer (Begroting)
Siim Kallas (Estland) - Pedro Solbes (Economische en monetaire zaken)
Péter Balázs (Hongarije) - Michel Barnier (Regionaal beleid en institutionele hervormingen)
Sandra Kalniete (Letland) - Franz Fischler (Landbouw, Visserij en Plattelandsontwikkeling)
Dalia Grybauskaite (Litouwen) - Viviane Reding (Onderwijs en cultuur)
Joe Borg (Malta) - Poul Nielson (Ontwikkeling en humanitaire hulp)
Danuta Hübner (Polen) - Pascal Lamy (Handel)
Ján Figel (Slowakije) - Erkki Liikanen (Ondernemingen en Informatiemaatschappij)
Janez Potocnik (Slovenië) - Günter Verheugen (Uitbreiding)
Milos Kuzvart (Tsjechische Republiek) - David Byrne (Gezondheid en consumentenbescherming)