Hoofdstuk VIII - Toepassing van de solidariteitsclausule
III-231: Uitvoering van de solidariteitsclausule
-
1.Indien een lidstaat getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk handelen, wordt hem door de andere lidstaten op verzoek van zijn politieke autoriteiten bijstand verleend. Te dien einde coördineren de lidstaten hun optreden in het kader van de Raad.
-
2.De toepassing door de Unie van de in artikel I-42 bedoelde solidariteitsclausule wordt geregeld bij Europees besluit, door de Raad op gezamenlijk voorstel van de Commissie en van de minister van Buitenlandse Zaken van de Unie vastgesteld. Indien dit besluit consequenties heeft op defensiegebied besluit de Raad overeenkomstig artikel III-201, lid 1. Het Europees Parlement wordt hiervan in kennis gesteld.
In het kader van dit lid en onverminderd artikel III-247 wordt de Raad bijgestaan door het Politiek en Veiligheidscomité met ondersteuning van de structuren die zijn ontwikkeld in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, en door het comité van artikel III-162, welke comités hem in voorkomend geval gezamenlijke adviezen verstrekken.
-
3.Met het oog op een doeltreffend optreden van de Unie en haar lidstaten evalueert de Europese Raad regelmatig de dreigingen waarmee de Unie wordt geconfronteerd.
Verklaring voor de slotakte ad artikelen I-42 en III-231
Onverminderd de maatregelen die de Unie heeft vastgesteld om te voldoen aan haar solidariteitsverplichting jegens een lidstaat die getroffen wordt door een terroristische aanval, een natuurramp of een ramp ten gevolge van menselijk optreden, doen de bepalingen van artikel I-42 en artikel III-231 van de Grondwet geen afbreuk aan het recht van een andere lidstaat de geschiktste middelen te kiezen om aan zijn solidariteitsverplichting jegens die lidstaat te voldoen.