Afdeling 4 - Specifieke bepalingen voor de lidstaten die de euro als munt hebben

Inhoudsopgave van deze pagina:

III-88: Algemene bepalingen lidstaten eurozone

  • 1. 
    Ter bevordering van de goede werking van de economische en monetaire unie, en overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de Grondwet, stelt de Raad volgens de procedure van artikel III-71 of van artikel III-76, met uitzondering van de in lid 13 van dit artikel bedoelde procedure, naargelang het geval, voor de lidstaten de euro als munt hebben, maatregelen vast: [*]
  • a) 
    ter versterking van de coördinatie en ter bewaking van hun begrotingsdiscipline;
  • b) 
    ter bepaling van de richtsnoeren voor hun economisch beleid, met dien verstande dat deze verenigbaar moeten zijn met de richtsnoeren welke voor de gehele Unie zijn vastgesteld, en om te zorgen voor de bewaking ervan.
  • 2. 
    Met betrekking tot de in lid 1 bedoelde maatregelen hebben alleen leden van de Raad van Ministers die de lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, stemrecht.

Onder gekwalificeerde meerderheid wordt verstaan ten minste 55% van de leden van de Raad, welke meerderheid lidstaten vertegenwoordigt waarvan de totale bevolking ten minste 65% uitmaakt van de totale bevolking van de deelnemende lidstaten. [**]

Een blokkerende minderheid dient ten minste te bestaan uit het minimumaantal van die leden van de Raad die meer dan 35% van de totale bevolking van de deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, plus één lid; in het andere geval wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn verkregen. [**]

 

III-89: Regelingen voor vergaderingen van ministers uit eurozone-lidstaten

De regelingen voor vergaderingen van de ministers van de lidstaten die de euro als munt hebben, worden vastgesteld door het protocol betreffende de Eurogroep.

III-90: Coördinatie lidstaten Eurogroep

  • 1. 
    Teneinde de positie van de euro in het internationaal monetair stelsel veilig te stellen, stelt de Raad op voorstel van de Commissie een Europees besluit vast houdende de gemeenschappelijke standpunten in de bevoegde internationale financiële instellingen en conferenties over kwesties die voor de Economische en Monetaire Unie van bijzonder belang zijn. De Raad besluit na raadpleging van de Europese Centrale Bank.
  • 2. 
    De Raad kan op voorstel van de Commissie passende maatregelen vaststellen met het oog op een gezamenlijke vertegenwoordiging in de internationale financiële instellingen en conferenties. De Raad besluit na raadpleging van de Europese Centrale Bank.
  • 3. 
    Over de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen wordt alleen gestemd door de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben.

Onder gekwalificeerde meerderheid wordt verstaan ten minste 55% van de leden van de Raad, welke meerderheid lidstaten vertegenwoordigt waarvan de totale bevolking ten minste 65% uitmaakt van de totale bevolking van de deelnemende lidstaten. [*]

Een blokkerende minderheid dient ten minste te bestaan uit het minimumaantal van die leden van de Raad die meer dan 35% van de totale bevolking van de deelnemende lidstaten vertegenwoordigen, plus één lid; in het andere geval wordt de gekwalificeerde meerderheid geacht te zijn verkregen. [*]