Afdeling 1 - De totstandbrenging en werking van de interne markt
Inhoudsopgave van deze pagina:
III-14/15: Maatregelen voor totstandbrenging interne markt
-
1.De Unie stelt, overeenkomstig de bepalingen ter zake van de Grondwet, maatregelen vast om de interne markt tot stand te brengen en de werking ervan te waarborgen.
-
2.De interne markt omvat een ruimte zonder binnengrenzen waarin volgens de bepalingen van de Grondwet het vrije verkeer van goederen, personen, diensten, goederen en kapitaal is gewaarborgd.
-
3.Op voorstel van de Commissie stelt de Raad van Ministers bij Europese verordening of besluit de richtsnoeren en voorwaarden ter waarborging van een evenwichtige vooruitgang in het geheel der betrokken sectoren vast.
-
4.Bij het formuleren van voorstellen voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de leden 1 en 2 houdt de Commissie rekening met de inspanning die van economieën met een afwijkende ontwikkeling wordt gevergd voor de totstandbrenging van de interne markt, en kan zij passende maatregelen voorstellen.
Indien deze maatregelen de vorm van afwijkingen aannemen, dienen zij van tijdelijke aard te zijn en de werking van de interne markt zo weinig mogelijk te verstoren.
III-16: Onderling overleg lidstaten bij risico van onlusten of oorlog
De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk het nodige te doen om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door regelingen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen in geval van ernstige binnenlandse onlusten waardoor de openbare orde wordt verstoord, in geval van oorlog of van ernstige internationale spanning welke een oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
III-17: Aanpassing mededingingsregels in specifieke gevallen
Indien voorschriften, vastgesteld in de in de artikelen III-16 en III-342 genoemde gevallen, tot gevolg hebben dat de mededingingsverhoudingen in de interne markt worden verstoord, gaat de Europese Commissie samen met de betrokken lidstaat na onder welke voorwaarden deze voorschriften kunnen worden aangepast aan de in de Grondwet vastgestelde regels.
In afwijking van de procedure bepaald in de artikelen III-265 en III-266, kan de Commissie of een lidstaat zich rechtstreeks tot het Hof van Justitie wenden, indien hij van oordeel is dat een andere lidstaat misbruik maakt van de bevoegdheden bedoeld in de artikelen III-16 en III-342. Het Hof van Justitie beslist achter gesloten deuren.