Eindbeschikking in Carsid-onderzoek

woensdag 15 oktober 2003

De Commissie heeft vandaag besloten dat het belang van 9 miljoen EUR dat België via Sogepa in Carsid wil nemen, staatssteun vormt die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Daarom mag deze steunmaatregel niet ten uitvoer worden gelegd.

In haar beschikking van vandaag is de Commissie van oordeel dat een investeerder met een minderheidsbelang - zoals Sogepa - die handelt onder de normale omstandigheden van een markteconomie, niet bereid zou zijn middelen aan te brengen voor een dergelijke operatie: niet alleen valt er geen aanvaardbaar rendement van te verwachten, maar bovendien zouden de overige partners de voornaamste - rechtstreekse en indirecte - begunstigden zijn. Onder die omstandigheden is de Commissie van mening dat de Sogepa-participatie in Carsid staatssteun vormt.

De Commissie vindt staatssteun ten behoeve van investeringen en herstructurering in de ijzer- en staalindustrie onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt1. Daarom ook heeft zij een negatieve beschikking gegeven ten aanzien van deze geplande deelneming.

Achtergrond

Nadat de president van de Usinor Sacilor-groep in februari 2001 had aangekondigd dat hij van plan was de activiteiten van de warmwalserij van Cockerill Sambre te Charleroi stop te zetten, werden er tussen Usinor-Cockerill Sambre, de Duferco-groep en Sogepa besprekingen aangevat. Voornaamste doel van die gesprekken was voor de productie van plakken een gemeenschappelijke onderneming op te richten, waarvan de industriële uitrusting gevormd zou worden door de actuele installaties van Cockerill Sambre te Charleroi, aan te vullen met uitrusting afkomstig van Duferco Clabecq (continugieterij). Deze gesprekken liepen uit op een protocol-overeenkomst over de oprichting van Carsid die op 12 oktober 2001 werd ondertekend.

De bijdrage van het Waals Gewest bestaat uit een participatie van 9 miljoen EUR door Sogepa in het maatschappelijk kapitaal van het nieuwe staalbedrijf, Carsid SA.

1 IP/02/241.