Onderafdeling 1 - Het Europees Parlement
Inhoudsopgave van deze pagina:
- III-227: Samenstelling en initiatiefrecht
- III-228: Europese politieke partijen
- III-229: Verzoek aan de Europese Commissie inzake nieuwe initiatieven
- III-230: Tijdelijke enquêtecommissie
- III-231: Verzoekschriften
- III-232: Europese Ombudsman
- III-233: Jaarlijkse zitting
- III-234: Relatie met Commissie en Raad
- III-235: Stemprocedure
- III-236: Reglement van orde en handelingen
- III-237: Jaarverslag Europese Commissie
- III-238: Motie van afkeuring betreffende Europese Commissie
III-227: Samenstelling en initiatiefrecht
-
1.(samenstelling van het Europees Parlement)
-
2.Het Europees Parlement stelt een ontwerp van een Europese wet op voor het houden van rechtstreekse algemene verkiezingen van zijn leden volgens een in alle lidstaten eenvormige procedure of volgens beginselen die alle lidstaten gemeen hebben. De Raad stelt met eenparigheid van stemmen na goedkeuring van het Europees Parlement, dat met meerderheid van stemmen van zijn leden een besluit neemt, de in de vorige alinea bedoelde wet vast, waarvan hij de aanneming door de lidstaten overeenkomstig hun onderscheiden grond wettelijke bepalingen aanbeveelt.
-
3.Bij een Europese wet van het Europees Parlement, dat deze op eigen initiatief heeft vastgesteld, worden de voorschriften en algemene voorwaarden voor de vervulling van de taken van zijn leden bepaald. Het Europees Parlement besluit met instemming van de Commissie en met goedkeuring van de Raad. Voor regels en voorwaarden betreffende de belastingregeling voor leden of voormalige leden is eenparigheid van stemmen in de Raad vereist.
III-228: Europese politieke partijen
Overeenkomstig artikel [35 bis] van de Grondwet wordt bij Europese wet het statuut van de Europese politieke partijen vastgesteld, en worden in het bijzonder de regels inzake hun financiering vastgesteld.
III-229: Verzoek aan de Europese Commissie inzake nieuwe initiatieven
Het Europees Parlement kan met een meerderheid van stemmen van zijn leden de Commissie verzoeken passende voorstellen in te dienen inzake aangelegenheden die naar het oordeel van het Parlement een handeling van de Unie voor de uitvoering van de Grondwet vergen. Ingeval de Commissie geen voorstel indient, deelt zij de redenen daarvoor aan het Europees Parlement mede.
III-230: Tijdelijke enquêtecommissie
In het kader van de vervulling van zijn taken kan het Europees Parlement op verzoek van een vierde van zijn leden een tijdelijke enquê tecommissie instellen om, onverminderd de in de Grondwet aan andere instellingen of organen verleende bevoegdheden, vermeende inbreuken op het recht van de Unie of gevallen van wanbeheer bij de toepassing van het recht van de Unie te onderzoeken, behalve wanneer de vermeende feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken en deze procedure nog niet is voltooid.
De tijdelijke enquêtecommissie houdt op te bestaan zodra zij haar verslag heeft ingediend.
Bij een Europese wet van het Europees Parlement, die deze op eigen initiatief heeft vastgesteld, worden de nadere bepalingen betreffende de uitoefening van het enquêterecht vastgesteld. Het Europees Parlement besluit na advies van de Commissie en na goedkeuring van de Raad.
III-231: Verzoekschriften
Iedere burger van de Unie, alsmede iedere natuurlijke of rechtspersoon met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat heeft het recht om individueel of tezamen met andere burgers of personen een verzoekschrift tot het Europees Parlement te richten betreffende een onderwerp dat tot de werkterreinen van de Unie behoort en dat hem of haar rechtstreeks aangaat.
III-232: Europese Ombudsman
-
1.Het Europees Parlement benoemt op eigen initiatief de Europese ombudsman. De Europese ombudsman is bevoegd kennis te nemen van klachten van burgers van de Unie of van natuurlijke of rechtspersonen met verblijfplaats of statutaire zetel in een lidstaat over gevallen van wanbeheer bij het optreden van de instellingen of organen van de Unie, met uitzondering van het Hof van Justitie bij de uitoefening van hun gerechtelijke taak.
Overeenkomstig zijn opdracht verricht de Europese ombudsman het door hem gerechtvaardigd geachte onderzoek op eigen initiatief dan wel op basis van klachten welke hem rechtstreeks of via een lid van het Europees Parlement zijn voorgelegd, behalve wanneer de vermeende feiten het voorwerp van een gerechtelijke procedure uitmaken of hebben uitgemaakt. Indien de Europese ombudsman een geval van wanbeheer heeft vastgesteld, legt hij de zaak voor aan de betrokken instelling, die over een termijn van drie maanden beschikt om hem haar standpunt mede te delen. De Europese ombudsman doet vervolgens een verslag aan het Europees Parlement en aan de betrokken instelling toekomen. De persoon die de klacht heeft ingediend wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van dit onderzoek.
De Europese ombudsman legt elk jaar aan het Europees Parlement een verslag voor met het resultaat van zijn onderzoeken.
-
2.Na elke verkiezing voor het Europees Parlement wordt de Europese ombudsman voor de zittingsduur van deze Instelling benoemd. Hij is herbenoembaar.
Op verzoek van het Europees Parlement kan de Europese ombudsman door het Hof van Justitie van zijn ambt ontheven worden verklaard, indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten.
-
3.De Europese ombudsman oefent zijn ambt volkomen onafhankelijk uit. Bij de vervulling van zijn taken vraagt noch aanvaardt hij instruc ties van enig lichaam. Gedurende zijn ambtsperiode mag de Europese ombudsman geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, verrichten.
-
4.Bij een Europese wet van het Europees Parlement, die deze op eigen initiatief heeft vastgesteld, wordt het statuut van de ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van het ambt van Europees ombudsman vastgesteld. Het Europees Parlement besluit na advies van de Commissie en na goedkeuring van de Raad.
III-233: Jaarlijkse zitting
Het Europees Parlement houdt jaarlijks een zitting. Het komt van rechtswege de tweede dinsdag van maart bijeen.
Het Europees Parlement kan in buitengewone vergaderperiode bijeenkomen op verzoek van de meerderheid van zijn leden, van de Raad, of van de Commissie.
III-234: Relatie met Commissie en Raad
De leden van de Commissie kunnen alle vergaderingen van het Europees Parlement bijwonen en worden op hun verzoek in naam van de Commissie gehoord.
De Commissie antwoordt mondeling of schriftelijk op de haar door het Europees Parlement of door de leden daarvan gestelde vragen.
De Raad wordt door het Europees Parlement gehoord volgens de bepalingen, welke hij in zijn reglement van orde vaststelt.
III-235: Stemprocedure
Voorzover in de Grondwet niet anders is bepaald, besluit het Europees Parlement met een meerderheid der uitgebrachte stemmen. Het reglement van orde bepaalt het quorum.
III-236: Reglement van orde en handelingen
Het Europees Parlement neemt zijn reglement van orde aan bij meerderheid van stemmen van zijn leden.
De handelingen van het Europees Parlement worden overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde bekendgemaakt.
III-237: Jaarverslag Europese Commissie
Het Europees Parlement beraadslaagt in openbare zitting over het algemene jaarverslag, dat hem door de Commissie wordt voorgelegd.
III-238: Motie van afkeuring betreffende Europese Commissie
Wanneer aan het Europese Parlement een motie van afkeuring betreffende het beleid van de Commissie wordt voorgelegd, kan het Europees Parlement zich over deze motie niet eerder uitspreken dan ten minste drie dagen nadat de motie is ingediend en slechts bij openbare stemming.
Indien de motie van afkeuring is aangenomen met een meerderheid van tweederde der uitgebrachte stemmen en tevens bij meerderheid van de leden van het Europees Parlement, moeten de leden van de Commissie gezamenlijk aftreden. Zij blijven de lopende zaken behartigen tot in hun vervanging is voorzien overeenkomstig [artikel 214]. In dat geval verstrijkt de ambtsperiode van de te hunner vervanging benoemde leden van de Commissie op de datum waarop de ambtstermijn van de gezamenlijk tot aftreden gedwongen leden zou zijn verstreken.