Slovenië
Slovenië ligt aan de zuidrand van de Alpen. Op 1 mei 2004 trad Slovenië toe tot de Europese Unie. Bij de parlementsverkiezingen van 25 april 2022 verloor de partij van minister-president Janez Jansa i veel stemmen en werd de partij van een politieke nieuwkomer, Robert Golob i, de grootste in het parlement. Op 25 mei 2022 werd Robert Golob door het parlement verkozen tot nieuwe minister-president van Slovenië.
Slovenië behoorde lang tot Oostenrijk en ging in 1918 deels over naar het koninkrijk Joegoslavië (een ander deel kwam bij Italië). Vanaf 1945 werd het een socialistische volksrepubliek als deel van de Joegoslavische Federatie. Het maakte tot 1991 deel uit van Joegoslavië en was de eerste republiek die zich losmaakte van het staatsverband van dit communistische land. In 1990 kreeg het de naam Republiek Slovenië.
De hoofdstad Ljubljana draagt talrijke sporen van zijn relaties met Italië en Oostenrijk. De goed georganiseerde economie en moderne industrie hebben heel wat nieuwe relaties opgeleverd. Slovenië produceert ook uitstekende wijnen, en herbergt bij Postojna spectaculaire grotten. Prominente Slovenen zijn de Olympische schutter Rajmond Debevec en romanschrijver Brina Svit. Primoz Peterka was een bekende skispringer en Tina Maze won twee keer goud op de Winterspelen van Sotsji bij het skiën. In 2021 was er onder meer Olympisch goud bij het kanoën. Zowel Tadej Pogacar als Primoz Roglic behoren tot de wereldtop in het wielrennen en behaalden respectievelijk de eerste en de tweede plaats in de Tour de France in 2020.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Na de verkiezingen van 2022 werd Robert Golob, partijleider van de nieuwe centrumlinkse partij 'Vrijheidsbeweging', minister-president. Zijn partij won die verkiezingen. Daarmee kwam er een einde aan de regeerperiode van premier Janez Jansa. Hij leidde sinds 2020 een centrumrechts kabinet dat regelmatig in opspraak kwam omdat het naar autocratie neigde en kenmerken van een illiberale democratie aannam. De inperking van de persvrijheid en schendingen van de rechtstaat tijdens Jansa's regeerperiode baarden de EU zorgen.
Na de onafhankelijkheidsverklaring in december 1990 werden aanvankelijk breed samengestelde kabinetten gevormd. Aan de verkiezingen namen veel partijen deel en in het parlement had geen enkele partij een overwicht. De liberaal Janez Drnovsek was tussen 1992 en 2002 minister-president van vier kabinetten. Een door de christendemocraat Andrej Bajuk geleid centrumrechts kabinet kende in 2000 een korte levensduur.
In de periode 2000-2004 waren er wederom breed samengestelde kabinetten. In 2004-2008 leidde Jansa een centrumrechts kabinet. Tussen 2008 en 2012 had Slovenië een centrumlinks kabinet met sociaaldemocraat Borut Pahor als premier. Nadat het kabinet in december 2011 vroegtijdig viel na een motie van wantrouwen werden voor de eerste keer in de Sloveense geschiedenis vervroegde verkiezingen gehouden. Hoewel de partij van Jansa de verkiezingen niet won, werd Jansa opnieuw premier in 2012. Beschuldigingen van corruptie leidden in 2013 tot het opstappen van meerdere partijen uit de coalitie. In de periode van 2011 tot 2020 werden in totaal vijf verschillende, overwegend centrumlinkse, kabinetten gevormd. Omdat vijf opeenvolgende minister-presidenten vroegtijdig hun ontslag indienden, maakte geen enkel kabinet de volledige regeertermijn af.
Slovenië was van januari tot en met juni 2008 en van juli tot en met december 2021 voorzitter van de Raad van de Europese Unie. De Sloveen Janez Lenarčič is Eurocommissaris voor Crisisbeheer.
Slovenië is een parlementaire republiek waarin de president vrijwel alleen ceremoniële taken heeft. De president wordt rechtstreeks gekozen voor een periode van vijf jaar (er geldt een maximum van twee ambtstermijnen). De uitvoerende macht berust bij het kabinet dat onder leiding staat van de premier. De regering kan onder meer wetsvoorstellen indienen, net als parlementsleden, de Nationale Raad of ten minste 5000 kiezers.
Wetsvoorstellen worden door de Nationale Vergadering behandeld. De Nationale Vergadering heeft verder een controlerende taak. Het parlement van Slovenië bestaat uit twee Kamers, Drzavni Zbor (Nationale Vergadering) en Drzavni Svet (Nationale Raad). De Nationale Vergadering is wetgevend lichaam en moet vertrouwen uitspreken in het kabinet en zijn ministers.
De Nationale Raad heeft (als college) het recht van initiatief en een terugzendrecht. Ook kan hij opdracht geven tot het houden van een wetgevingsreferendum of tot toetsing van wetten aan de Grondwet. Slovenië heeft een Constitutioneel Hof en kent referenda. Zowel de toetreding tot de NAVO als de EU werden aan de bevolking in een referendum voorgelegd.
Kiesstelsel
De Drzavni Zbor (Nationale Vergadering) heeft 90 leden. Er worden er 88 direct gekozen in acht districten, op basis van evenredige vertegenwoordiging. Zetels worden allereerst toegekend op basis van de uitslag in de districten en daarna via de landelijke uitslag. Er is een zetel voor zowel de Hongaarse als de Italiaanse minderheid. Verkiezingen worden iedere vier jaar gehouden.
De Drzavni Svet (Nationale Raad) heeft 40 leden. Alle leden worden indirect gekozen. Als vertegenwoordigers van lokale belangen worden in 22 districten kiesmannen gekozen. Daarbij is een absolute meerderheid vereist, hierdoor is soms een tweede ronde nodig. Deze kiesmannen kiezen 22 leden. De overige 18 leden worden namens belangenorganisaties gekozen, eveneens door kiesmannen. Er zijn vier zetels voor zowel werkgevers- als werknemersorganisaties, vier voor de landbouw- en middenstandsector en zes voor niet-economische belangen. De zittingsduur van de Nationale Raad is vijf jaar.
Partijen
Bij de verkiezingen van 2022 kwam een nieuwe partij, de groene liberale Vrijheidsbeweging (Gibanje Svoboda, GS) van Robert Golob sterk op en won de verkiezingen. De partij werd opgericht als opvolger van de groene partij Z.DEJ (Stranka zelenih dejanj, Groene Actie Partij) en zet in op een snelle energietransitie en een positievere Europese houding. De huidige coalitie bestaat verder uit de groene socialistische partij Levica (Links) en de SD (Socialni Demokrati, Sociaaldemocraten) van oud-premier en oud-president Pahor, die lang de grootste partij in de Sloveense politieke geschiedenis was.
De Sloveense politiek werd lange tijd beheerst door de SD en de rechts-conservatieve SDS (Slovenska Demokratska Stranka, Sloveense Democratische Partij), die sinds 1993 geleid wordt door voormalig premier Jansa. Bij de verkiezingen van 2011 werd een nieuwe, centrumlinkse partij, PS (Pozitivna Slovenija, Postief Slovenië) de grootste. Een belangrijke rol in de Sloveense politiek speelt ook de centrumlinkse belangenpartij DeSUS (Demokratična Stranka Upokojencev Slovenije, Democratische Partij van de gepensioneerden in Slovenië). In de aanloop naar de verkiezingen van 2014 trad de jurist Miro Cerar naar voren met de centrumlinkse partij SMC (Stranka Mira Cerarja). Deze partij werd de winnaar tijdens die verkiezingen.
In 2018 kwam de sociaal-liberale LMS (Lista Marjanna Sarca) sterk op. SNS (Slovenska Nacionalna Stranka, Sloveense Nationale Partij) is een kleine, nationalistische en eurosceptische partij. De christendemocratische partij Nieuw Slovenië (NSi) won zetels bij de verkiezingen in 2020 en maakte deel uit van het kabinet-Jansa van 2020-2022.
Zetelverdeling Državni zbor vanaf 1992
jaar |
ZLSD SD |
SDSS SDS |
NSi |
Zares |
LDS |
DeSUS |
SNS |
SLS- SKD |
Ov. |
verk.- datum |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1992 |
14 |
4 |
22 |
12 |
25 |
11 |
6 dec. |
|||||
1996 |
9 |
16 |
25 |
5 |
4 |
29 |
8 dec. |
|||||
2000 |
9 |
14 |
34 |
4 |
4 |
17 |
4 |
15 okt. |
||||
2004 |
10 |
29 |
9 |
23 |
4 |
6 |
7 |
3 okt. |
||||
2008 |
29 |
28 |
9 |
5 |
7 |
5 |
5 |
21 sept. |
||||
SD |
SDS |
NSi |
PS |
LMS |
DeSUS |
SNS |
SMC |
|||||
2011 |
10 |
26 |
4 |
28 |
6 |
6 |
8 |
4 dec. |
||||
2014 |
6 |
21 |
5 |
4 |
10 |
36 |
8 |
13 juli |
||||
2018 |
10 |
26 |
7 |
13 |
5 |
3 |
10 |
16 |
3 juni |
|||
SD |
SDS |
NSi |
Levica |
LMS |
DeSUS |
SNS |
SMC |
|||||
2020 |
10 |
23 |
5 |
9 |
13 |
5 |
3 |
9 |
6 |
13 maart |
||
SD |
SDS |
NSi |
Levica |
LMS |
DeSUS |
SNS |
SMC |
GS |
NS* |
|||
2022 |
7 |
27 |
8 |
5 |
0 |
0 |
0 |
0 |
41 |
2 |
0 |
24 april |
-
*Deze zetels behoren toe aan de Italiaanse en Hongaarse nationale minderheid.
naam |
periode |
kleur |
partijen |
belangrijke ministers |
---|---|---|---|---|
Drnovsek I |
16 mei 1992-25 januari 1993 |
brede coalitie |
LDS-SDSS-ZLSD-ZS-DS-SSS |
BuZa: Rupel |
Drnovsek II |
25 januari 1993-27 februari 1997 |
brede coalitie |
LDS-ZLSD (tot jan 1996)-SDSS (tot mrt 1994)-SLD |
BuZa: Peterle 1995: Thaler 1996: Kracun |
Drnovsek III |
27 februari 1997-7 juni 2000 |
centrumrechts |
LDS-SLS-DeSUS |
BuZa: Frlec 1997: Thaler |
Bajuk |
7 juni 2000-30 november 2000 |
christendem. |
SDS-SLS/SKD |
BuZa: Peterle |
Drnovsek IV |
30 november 2000-19 december 2002 |
brede coalitie |
LDS-ZLSD-SLS/SKD |
BuZa: Rupel Europa: Potocnik |
Rop |
19 december 2002-3 december 2004 |
brede coalitie |
LDS-ZLSD-SLS |
BuZa: Rupel 2004: Vajgl Europa: Potocnik |
Jansa I |
3 december 2004-21 november 2008 |
centrumrechts |
SDS-NSi-SLS-DeSUS |
BuZa: Rupel |
Pahor |
21 november 2008-10 februari 2012 |
sociaal-liberaal |
SD-DeSUS-LDS-Zares (tot juni 2011) |
BuZa: Zbogar |
Jansa II |
10 februari 2012-20 maart 2013 |
centrumrechts |
SDS-NSi-DeSUS |
BuZa: Rupel |
Bratusek |
20 maart 2013 - 8 september 2014 |
centrumlinks |
PS-SD-DeSUS |
BuZa: Erjavec |
Cerar |
8 september 2014 - 13 september 2018 |
centrumlinks |
SMC-SD-DeSUS |
BuZa: Erjavec |
Sarec |
13 september 2018-13 maart 2020 |
centrumlinks |
LMS-SD-DeSUS |
BuZa: Cerar |
Jansa III |
13 maart 2020 - 1 juni 2022 |
rechts |
SDS-NSi-DeSUS-SMC |
BuZa: Logar |
Golob |
1 juni 2022 - heden |
centrumlinks |
GS-SD-Levica |
BuZa: Fajon |