Jhr.Mr. J.B.A.J.M. Verheijen

Telg van een voorname Bossche familie, die vooral actief was op het gebied van het onderwijs. Na gemeentesecretaris van Den Bosch te zijn geweest vanaf 1857 inspecteur van het onderwijs in Brabant. In 1866 Tweede Kamerlid voor het district Tilburg. Toen hij in 1880 inspecteur van het lager onderwijs in Brabant, Limburg en Gelderland werd, verliet hij de Tweede Kamer. In de Eerste Kamer waarvan hij vanaf 1883 lid was, was hij één van de voornaamste katholieke woordvoerders bij de behandeling van de herziening van de grondwettelijke onderwijsbepalingen.

Conservatief (katholiek), Katholieken
functie(s) in de periode 1866-1898: lid Tweede Kamer, lid Eerste Kamer

Inhoudsopgave van deze pagina:

1. Personalia
2. Partij/stroming
3. Hoofdfuncties/beroepen (10/12)
4. Nevenfuncties (4/6)
5. Opleiding
6. Activiteiten
7. Wetenswaardigheden
8. Publicaties van/over
9. Familie/gezin
10. Uitgebreide versie

voornamen (roepnaam)
Johannes Baptista Arnoldus Josephus Maria

wijziging in naam en/of titulatuur
Achternaam oorspronkelijk: "Verheijen"

geboorteplaats en -datum
's-Hertogenbosch, 18 januari 1818

overlijdensplaats en -datum
Loon op Zand, 11 januari 1898stroming(en)
R.K. (Rooms-Katholieken)

• - 

  lid Provinciale Staten van Noord-Brabant, van 20 september 1853 tot november 1866 (voor het kiesdistrict 's-Hertogenbosch)
• - 

  lid gemeenteraad van 's-Hertogenbosch, vanaf september 1859 (nog in 1866)
• - 

  wethouder van 's-Hertogenbosch, van 12 september 1863 tot 1866
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 19 november 1866 tot 3 januari 1868 (voor het kiesdistrict Tilburg)
• - 

  lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 februari 1868 tot 31 oktober 1880 (voor het kiesdistrict Tilburg)
• - 

  inspecteur van het lager onderwijs in de eerste inspectie (Noord-Brabant, Gelderland en Limburg), van 1 november 1880 tot 11 januari 1898
• - 

  lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 22 januari 1883 tot 11 oktober 1884 (voor Noord-Brabant)
• - 

  lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 17 november 1884 tot 17 augustus 1887 (voor Noord-Brabant)
• - 

  lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 19 september 1887 tot 27 maart 1888 (voor Noord-Brabant)
• - 

  lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, van 1 mei 1888 tot 11 januari 1898 (voor Noord-Brabant)

U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.

• - 

  kamerheer in buitengewone dienst van koning Willem III en koningin Wilhelmina, van 19 februari 1869 tot 11 januari 1898
• - 

  lid bestuur Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten te 's-Hertogenbosch, omstreeks 1876 en nog in 1889
• - 

  lid Staatscommissie inzake de Grondwetsherziening (Staatscommissie-Heemskerk), van 11 mei 1883 tot 18 maart 1885
• - 

  lid College van bestuur, beurzenstichtingen voor de stad en voormalige meierij van 's-Hertogenbosch, omstreeks 1888

afgeleide functies, presidia etc.

• - 

  lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van augustus 1875 tot september 1875
• - 

  lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van december 1887 tot maart 1888
• - 

  lid Centrale Afdeling (Eerste Kamer der Staten-Generaal), van april 1891 tot september 1891

U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

als parlementariër

• - 

  Sprak in de Tweede Kamer en Eerste Kamer vooral over onderwijsaangelegenheden en waterstaat (spoorwegen)
• - 

  Stemde op 23 maart 1868 tegen de motie-Blussé van Oud-Alblas, die uitsprak dat de Kamerontbinding van 1867 niet in het landsbelang was geweest
• - 

  Behoorde in 1869 tot de zeven katholieken die tegen het wetsvoorstel tot afschaffing van het dagbladzetel stemden
• - 

  Stemde in 1886/1887 tegen de voornaamste herzieningen van de Grondwet
• - 

  Behoorde in 1896 tot de vier katholieken die vóór de ontwerp-Kieswet van Van Houten stemden

uit de privésfeer

• - 

  Zijn echtgenote was een kleindochter van J.B. graaf Dumonceau, Tweede Kamerlid

verkiezingen (5/9)

• - 

  Werd in 1873 en 1877 zonder tegenkandidaten gekozen
• - 

  Werd in 1884 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 43 van de 63 stemmen herkozen
• - 

  Werd in 1887 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 46 van de 60 stemmen herkozen
• - 

  Werd in 1888 bij de verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 55 van de 58 stemmen herkozen
• - 

  Werd in 1896 bij de periodieke verkiezing van Eerste Kamerleden in Provinciale Staten van Noord-Brabant met 41 van de 61 stemmen herkozen

niet-aanvaarde politieke functies

• - 

  wethouder van 's-Hertogenbosch, 1863 (bedankt)

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

literatuur/documentatie

• - 

  Sagittarius, "Parlementaire Portretten. De aftredende helft van de Tweede Kamer der Staten-Generaal" (1869)
• - 

  Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel IV, 1378

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.