Mr. D. (Dirk) Donker Curtius

foto Mr. D. (Dirk) Donker Curtius
Naar de grotere foto (verschijnt in een nieuw venster)
bron: Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie
Met dank overgenomen van Parlement.com.

Vooraanstaand liberaal politicus uit de jaren rond 1848 i. Haagse advocaat die als opposant optrad tegen het bewind van Willem I en Willem II. Pleitte onder meer in brochures en krantenartikelen voor invoering van de ministeriële verantwoordelijkheid en voor een rechtstreeks gekozen parlement. In 1848 lid van de Grondwetscommissie-Thorbecke, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning - als minister van Justitie behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste. Kwam later in gematigder vaarwater en vormde na de Aprilbeweging i van 1853 met Van Hall i, een vroegere politieke tegenstander, een kabinet. Energieke, spreekvaardigde, maar ook pragmatische wetgever.

Pragmatisch liberalen
functie(s) in de periode 1848-1856: lid Tweede Kamer, minister

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Personalia

voornamen (roepnaam)
Dirk (Dirk)

geboorteplaats en -datum
's-Hertogenbosch, 19 oktober 1792

overlijdensplaats en -datum
Spa (België), 17 juli 1864

2.

Partij/stroming

stroming(en)
  • liberaal (tot 1849)
  • 'pragmatisch' liberaal (vanaf 1849)

3.

Hoofdfuncties/beroepen

  • advocaat te 's-Gravenhage, vanaf 8 juni 1812
  • lid Staatscommissie tot herziening van de Grondwet, van 17 maart 1848 tot 4 november 1848
  • tijdelijk minister van Justitie, van 19 maart 1848 tot 21 november 1848
  • minister van Justitie, van 21 november 1848 tot 4 juni 1849
  • lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 13 februari 1849 tot 20 augustus 1850 (voor het kiesdistrict Almelo)
  • lid gemeenteraad van 's-Gravenhage, van 15 oktober 1851 tot 19 april 1853
  • minister van Justitie, van 19 april 1853 tot 1 juli 1856

ambtstitel
  • minister van staat, van 23 juni 1856 tot 17 juli 1864

(in)formateurschap(pen)
  • kabinetsformateur (met L.A. Lightenveldt), van 20 september 1849 tot 27 oktober 1849 (poging mislukt)

4.

Nevenfuncties

  • medewerker "De Standaard" (orgaan van de Belgische oppositie)
  • redacteur "Arnhemsche Courant"

afgeleide functies, presidia etc.
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van september 1849 tot november 1849
  • lid Centrale Afdeling (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van juni 1850 tot september 1850

5.

Opleiding

In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.

6.

Activiteiten

als bewindspersoon (beleidsmatig)
  • Verdedigde en redigeerde in 1848 als minister van Justitie en tijdelijk voorzitter van de ministerraad de belangrijkste voorstellen tot Grondwetsherziening
  • Op 16 mei 1849 verwierp de Tweede Kamer met 5 tegen 55 stemmen de door hem verdedigde ontwerp-Wet inzake het recht van vereniging en vergadering. Hijzelf behoorde, met Schooneveld, Mutsaers, De Monchy en Van Voorst, tot de voorstemmers.

als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
  • Bracht in 1855 de Wet op de ministeriële verantwoordelijkheid (Stb. 33) tot stand. Deze regelt de strafrechtelijke en financiële aansprakelijkheid van ministers voor gepleegde of verzuimde handelingen. Een aanklacht kan door de regering of de Tweede Kamer worden ingediend. Berechting geschiedt door de Hoge Raad.
  • Bracht in 1855 de Wet tot regeling van het recht van vereniging en vergadering tot stand. Deze wet bepaalde dat verenigingen niet strijdig mochten zijn met de openbare orde (bijvoorbeeld gericht tegen wettelijke verordeningen) en erkend moeten zijn door goedkeuring van statuten of reglementen. Voor openbare vergaderingen in de openlucht was een vergunning nodig. De politie kreeg toegang tot alle openbare vergaderingen.
  • Bracht in 1856 de wet omtrent de huishouding en tucht op koopvaardijschepen tot stand. De kapitein werd belast met het handhaven van de tucht op schepen, die zich buiten het normale gezag bevinden. Hij kon bijvoorbeeld maatregelen nemen tegen desertie van het scheepspersoneel.

U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.

7.

Wetenswaardigheden

algemeen
  • Werd al op 19 maart 1848 minister van Justitie als opvolger van De Jonge van Campensnieuwland, die fel tegenstander was van de door de koning gewenste herziening van de Grondwet. De overige nieuwe ministers werden op 25 maart beëdigd.
  • Bood in augustus 1848, kort voor de behandeling in de Eerste Kamer van de voorstellen tot Grondwetsherziening zijn ontslag aan als minister. Hij deed dit na de verwerping (elf tegen zeven stemmen) door de Eerste Kamer van zijn wetsvoorstel tot afschaffing van geseling en brandmerking. De Koning vroeg hem dit ontslag in te trekken (wat Donker Curtius deed) en zette tevens de Eerste Kamer onder druk om voortaan inschikkelijker te zijn.
  • Kreeg bij KB van 31 mei 1849 op verzoek ontslag per 4 juni 1849, nadat de Tweede Kamer op 24 mei een amendement-Fokker met 27 tegen 26 stemmen had aangenomen op artikel 1 van de ontwerp-Wet inzake de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid. Door dit amendement zou strafvervolging ook plaatsvinden bij schending van wetten zonder opzet.

uit de privésfeer (3/5)
  • Pleitte in 1830 persoonlijk bij de koning voor toegeving aan de verlangens van de Belgen
  • Zijn broer W.B. Donker Curtius, lid van de Tweede Kamer, brak met hem vanwege zijn oppositionele opstelling tegen de koning
  • Zijn vader was president van het Nationaal hooggerechtshof en van het keizerlijk gerechtshof, secretaris van het Comité van algemene zaken en raadsheer in het Hooggerechtshof

verkiezingen
  • Werd in 1844 bij de periodieke verkiezing voor Tweede Kamerleden in de Staten van Zuid-Holland niet gekozen. Kreeg in een stemming tegenover A. van Rijckevorsel 23 stemmen, tegen 43 voor Van Rijckevorsel. Nadat Van Rijkevorsel had bedankt, werd hij verslagen door M.A.F.H. Hoffmann.
  • Werd in 1848 in het district 's-Gravenhage I verslagen door jhr. W. Boreel van Hogelanden
  • Versloeg in januari 1849 bij een naverkiezing in het district Almelo na herstemming J. van Riemsdijk

pseudoniemen, bij-, koos- en schuilnamen
D.D.C.

U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.

8.

Publicaties van/over

literatuur/documentatie
  • Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel I, 733
  • O. Périer, "Dirk Donker Curtius, Ministre d'Etat Néerlandais" (1876)
  • R. Mahler, scriptie basisdoctoraal, RU Leiden (1982)
  • F. de Beaufort, "Dirk Donker Curtius. Radicaal liberaal van het eerste uur", in: F. de Beaufort, J.Th.J. van den Berg en P.C.G. van Schie, "Eigenzinnige Liberalen" (2014), 43
  • M. van de Waardt, "De man van 1848. Dirk Donker Curtius" (2019)
  • Ned. Patriciaat, 1950

Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek

9.

Familie/gezin

In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.

10.

Uitgebreide versie

Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.

Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:

In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.

Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.

De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.