Uitbreiding non-discriminatiegronden
Op 10 juni 2010 maakten de Tweede Kamerleden Boris van der Ham i (D66), Naïma Azough i (GroenLinks) en Anja Timmer i (PvdA) een wetsvoorstel aanhangig de discriminatiegronden in artikel 1 i van de Grondwet uit te breiden. Het voorstel werd in december 2021 verdedigd door Alexander Hammelburg i (D66), Laura Bromet i (GroenLinks) en Habtamu de Hoop i (PvdA). Nadat de Tweede Kamer instemde met het voorstel boog de Eerste Kamer zich voor de tweede keer over de voorgestelde wijzigingen. Het voorstel werd op 17 januari 2023 aangenomen i. Op 22 februari 2023 is het voorstel verheven tot wet en in het Staatsblad gepubliceerd.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Het voorstel van juni 2010 luidde als volgt: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap en hetro- of homoseksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer werd via een nota van wijziging de formulering aangepast: in plaats van 'hetero- of homoseksuele gerichtheid' koos de Tweede Kamer voor 'seksuele gerichtheid'.
In de Grondwet van 1798 i werd opgenomen dat iedereen recht heeft op gelijke behandeling. In deze eerste versie van het artikel tegen discriminatie hadden "Alle leden der Maatschappij gelijke aanspraak op derzelver voordelen". In andere woorden, iedereen die onderdeel was van de Maatschappij had het recht op gelijke aanspraak op dezelfde voordelen, ongeacht geboorte, bezitting, stand of rang.
In de negentiende eeuw veranderde het artikel zes keer. De laatste verandering vond toen plaats in 1848 tijdens de grote Grondwetsherziening. De wet focuste op de toelating en de uitzending van vreemdelingen, en de algemene voorwaarden, op welke ten aanzien van hunne uitlevering verdragen met vreemde mogendheden gesloten konden worden.
135 jaar na de Grondwetsherziening van 1848 werd pas het artikel tegen discriminatie opnieuw aangepast. In 1983 kreeg het artikel (1) de vorm van nu, in 2023 zijn seksuele gerichtheid en handicap toegevoegd. In het op 15 december 2021 gepresenteerde coalitieakkoord tussen tussen VVD, D66, CDA en ChristenUnie wordt enkel de non-discriminatiegrond 'handicap' ondersteund. Over seksuele geaardheid wordt in het akkoord niet gesproken. Uiteindelijk sloot de regering zich aan bij het gehele voorstel.