34517 - Opnemen van een bepaling in de Grondwet over het recht op een eerlijk proces (Grondwetswijziging, eerste lezing)

Dit wetsvoorstel werd op 12 juli 2016 ingediend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Blok i, en de minister van Veiligheid en Justitie, Van der Steur i.

 

Dit voorstel is gebaseerd op de overweging, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Stand van zaken

Het wetsvoorstel is verheven tot wet (Wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces) en gepubliceerd in het Staatsblad op 29 maart 2018 (Stb. 2018, 88).

De tweede lezing van dit voorstel vond plaats door middel van wetsvoorstel Verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces (tweede lezing) i.

2.

Kerngegevens

Ingediend
12 juli 2016

Volledige titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces

Ondertekening memorie van toelichting

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, S.A. (Stef) Blok i
De minister van Veiligheid en Justitie, G.A. (Ard) van der Steur i

Verdere ondertekenende bewindslieden

De minister van Algemene Zaken

Kamercommissies

3.

Uit de memorie van toelichting

Het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter is van fundamenteel belang in een democratische rechtsstaat. De rechter biedt rechtsbescherming in geschillen tussen burgers en de overheid en tussen burgers onderling. Dit voorstel strekt ertoe het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter binnen een redelijke termijn op te nemen in de Grondwet, alsmede het daaraan inherente recht op toegang tot de rechter te waarborgen en aldus de individuele rechtsbescherming op grondwettelijk niveau te garanderen. Een dergelijk algemeen recht is niet in onze Grondwet gewaarborgd. De Grondwet beschermt slechts - versnipperd - elementen van het recht op een eerlijk proces. Daarnaast wordt genoemd recht beschermd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM), artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten (IVBPR) en de artikelen 47 tot en met 50 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (EU-Handvest). Deze rechten zijn beperkt in reikwijdte. De bepaling in het EVRM is slechts van toepassing op burgerlijke rechten en verplichtingen en strafzaken. Hieronder vallen ook zaken die naar nationaal recht tot het bestuursrecht behoren, maar niet alle. De ook voor andere rechtsterreinen geldende bepalingen in het EU-Handvest zijn gelet op artikel 51 EU-Handvest rechtens slechts relevant voor zover (toepassing van) het Unierecht in het geding is. Er is dus een lacune in de waarborg van rechtsbescherming van individuele burgers en rechtspersonen in de verdragsbepalingen. Hoewel het recht op een eerlijk proces stevig verankerd is in de Nederlandse wetgeving en de rechtspraktijk is expliciete opneming van dit grondrecht in de Grondwet van belang, te meer omdat het recht op een eerlijk proces een schakelfunctie heeft in de bescherming van andere (grond)rechten. Zonder een eerlijk proces kan ook de effectuering van andere rechten waarover in ultimum remedium kan worden geoordeeld in een rechterlijke procedure in het gedrang komen. De Grondwet voldoet vanwege het ontbreken van een expliciet algemeen recht op een eerlijk proces niet optimaal aan de haar gestelde eisen dat zij (a) het juridisch-staatkundig basisdocument voor Nederland is en (b) een institutioneel-organisatorische en waarborgfunctie heeft. Behalve om voornoemde redenen kan de opneming van het recht in de Grondwet ook leiden tot een betere constitutionele dialoog tussen de Nederlandse rechter en Europese en internationale rechterlijke colleges bij de concrete uitwerking van de waarborgen van een eerlijk proces. Dit laatste is niet zozeer een doelstelling van dit wetsvoorstel, als wel een mogelijk effect ervan, dat kan bijdragen aan de meerwaarde van de voorgestelde grondwetsbepaling.

Ter opvolging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: Afdeling) gaan wij hier in op de gevolgen van de voorgestelde bepaling voor wetgeving en rechtspraak. In het bijzonder wenst de Afdeling te vernemen of sprake is van vastlegging van een minimumbeschermingsniveau waaraan de huidige wetgeving en rechtspraak voldoet, of dat deze in het licht van de voorgestelde bepaling op onderdelen moet worden gewijzigd. Zoals hierboven opgemerkt, is het recht op een eerlijk proces nu al stevig verankerd in de Nederlandse wetgeving en rechtspraktijk. De voorgestelde grondwettelijke bepaling krijgt een ruimer toepassingsbereik dan de verdragsbepalingen, door daaronder alle rechtsgeschillen te scharen. In die zin biedt de grondwettelijke bepaling dus een ruimere bescherming dan de verdragsbepalingen. Wat betreft de materiële waarborgen van een eerlijk proces sluit dit voorstel aan bij de waarborgen die artikel 6 EVRM nu reeds biedt voor geschillen over burgerlijke rechten en bij strafvervolging. Op dit punt is dus sprake van vastlegging in de Grondwet van het minimum beschermingsniveau dat artikel 6 EVRM biedt. Naar ons inzicht voldoen de huidige wetgeving en rechtspraak aan dit niveau, ook in zaken betreffende rechtsgebieden die buiten de reikwijdte van artikel 6 EVRM vallen. Met verankering van deze norm van het recht op een eerlijk proces op grondwettelijk niveau geldt straks één duidelijke en fundamentele standaard voor alle rechtszaken. De voorgestelde bepaling biedt voorts een handvat voor de wetgever en voor de rechter om – binnen de kaders van deze grondwetsbepaling – tot een nadere invulling te komen van het grondwettelijke recht op een eerlijk proces.

4.

Documenten

(31 stuks, sortering omgekeerd chronologisch)   sortering omkeren

1 18 april 2018, brief, nr. D     KST34517D
Brief van de minister voor Rechtsbescherming over e-Court
 
1 18 april 2018, bijlage bij nr. D     BLG839395
Brief van de minister voor Rechtsbescherming van 16 april 2018 aan de Tweede Kamer over e-Court (4 p.) (bijlage bij 34517,nr.D) -
 
1 18 april 2018, bijlage bij nr. D     BLG839394
Vragen van de Tweede Kamerleden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP) en Groothuizen en Pia Dijkstra (beiden D66) aan de minister voor Rechtsbescherming over e-Court (ingezonden 18 januari 2018) (15 p.) (bijlage bij 34517,nr.D) -
 
S 29 maart 2018, bekendmaking wet, Stb. 2018, 88    
Wet van 21 februari 2018, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een bepaling over het recht op een eerlijk proces -
 
1 20 februari 2018, stemming(en), 34517     HEK20172018-20-4
Stemming Recht op een eerlijk proces -
vergadering: 20 februari 2018
 
1 13 februari 2018, behandeling, 34517     HEK20172018-19-10
Recht op een eerlijk proces -
vergadering: 13 februari 2018
 
1 26 januari 2018, sprekerslijst, 34517    
Dinsdag 13 februari 2018, sprekerslijst plenaire vergadering -
vergadering: 13 februari 2018
 
1 12 december 2017, eindverslag, nr. C     KST34517C
Eindverslag
 
1 23 november 2017, memorie van antwoord, nr. B     KST34517B
Memorie van antwoord
 
1 18 juli 2017, voorlopig verslag, nr. A     KST34517A
Voorlopig verslag
 
2 30 mei 2017, stemming(en), 34517     HTK20162017-80-10
Stemming Recht op een eerlijk proces -
vergadering: 30 mei 2017
 
2 24 mei 2017, behandeling, 34517     HTK20162017-79-10
Recht op een eerlijk proces -
vergadering: 24 mei 2017
 
2 12 mei 2017, sprekerslijst,    
Sprekerslijst -
 
2 31 maart 2017, advies Raad van State en nader rapport, nr. 4     KST345174
Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport
 
2 20 maart 2017, nota naar aanleiding van het verslag, nr. 6     KST345176
Nota naar aanleiding van het verslag
 
2 10 oktober 2016, verslag, nr. 5     KST345175
Verslag
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777778
Advies Raad voor de rechtspraak (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777784
Advies Hoge Raad (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777782
Advies Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777779
Advies College voor de Rechten van de Mens (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777781
Advies Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777783
Advies Wetenschappelijk Bureau Openbaar Ministerie (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777780
Advies Raad van State (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 12 juli 2016, bijlage bij nr. 3     BLG777777
Advies Slachtofferhulp Nederland (bijlage bij 34517,nr.3) -
 
2 11 juli 2016, memorie van toelichting, nr. 3    
Memorie van toelichting
 
2 11 juli 2016, memorie van toelichting, nr. 3     KST345173
Memorie van toelichting
 
2 11 juli 2016, voorstel van wet, nr. 2    
Voorstel van wet
 
2 11 juli 2016, voorstel van wet, nr. 2     KST345172
Voorstel van wet
 
2 11 juli 2016, koninklijke boodschap, nr. 1    
Koninklijke boodschap
 
2 11 juli 2016, koninklijke boodschap, nr. 1     KST345171
Koninklijke boodschap
 
2 25 mei 2016, behandeling, 34157; 34159; 34157; 12; 34157; 13; 34157; 14; 34517; 15; 34157; 16; 34157; 17; 34157; 12     HTK20152016-87-8
Recht op toegang tot advocaat in strafprocedures -
vergadering: 25 mei 2016
 

5.

Internetconsultatie

6.

Woordvoerders

Eerste termijn Tweede Kamer

M. (Michiel) van Nispen 25-05-2016 SP M. (Michiel) van Nispen i
L.M.J.S. (Lilian)  Helder 25-05-2016 PVV L.M.J.S. (Lilian) Helder i
J.C.M. (Judith)  Swinkels 25-05-2016 D66 J.C.M. (Judith) Swinkels i
J. (Jeroen)  Recourt 25-05-2016 PvdA J. (Jeroen) Recourt i
F. (Foort) van Oosten 25-05-2016 VVD F. (Foort) van Oosten i
M. (Michiel) van Nispen 25-05-2016 SP M. (Michiel) van Nispen i
L.M.J.S. (Lilian)  Helder 25-05-2016 PVV L.M.J.S. (Lilian) Helder i
J.C.M. (Judith)  Swinkels 25-05-2016 D66 J.C.M. (Judith) Swinkels i
F. (Foort) van Oosten 25-05-2016 VVD F. (Foort) van Oosten i
G.A. (Ard) van der Steur 25-05-2016 Minister G.A. (Ard) van der Steur i

Tweede termijn Tweede Kamer

H.G.J. (Hanke)  Bruins Slot 24-05-2017 CDA H.G.J. (Hanke) Bruins Slot i
I.K. (Ingrid) van Engelshoven 24-05-2017 D66 I.K. (Ingrid) van Engelshoven i
S.M.G. (Sven)  Koopmans 24-05-2017 VVD S.M.G. (Sven) Koopmans i
R. (Roelof)  Bisschop 24-05-2017 SGP R. (Roelof) Bisschop i
N. (Nevin)  Özütok 24-05-2017 GL N. (Nevin) Özütok i
M. (Michiel) van Nispen 24-05-2017 SP M. (Michiel) van Nispen i
R.H.A. (Ronald)  Plasterk 24-05-2017 Minister R.H.A. (Ronald) Plasterk i

Derde termijn Tweede Kamer

H.G.J. (Hanke)  Bruins Slot 24-05-2017 CDA H.G.J. (Hanke) Bruins Slot i
R. (Roelof)  Bisschop 24-05-2017 SGP R. (Roelof) Bisschop i

Eerste termijn Eerste Kamer

J.W.M. (Hans)  Engels 13-02-2018 D66 J.W.M. (Hans) Engels i
P. (Peter)  Schalk 13-02-2018 SGP P. (Peter) Schalk i
A.W. (Anne-Wil)  Duthler 13-02-2018 VVD A.W. (Anne-Wil) Duthler i
F.Ch.W.Ch. (Frits)  Lintmeijer 13-02-2018 GL F.Ch.W.Ch. (Frits) Lintmeijer i
M. (Mohamed)  Sini 13-02-2018 PvdA M. (Mohamed) Sini i
R.F. (Bob)  Ruers 13-02-2018 SP R.F. (Bob) Ruers i
P.E.M.S. (Pia)  Lokin-Sassen 13-02-2018 CDA P.E.M.S. (Pia) Lokin-Sassen i
K.H. (Kajsa)  Ollongren 13-02-2018 Minister K.H. (Kajsa) Ollongren i

Tweede termijn Eerste Kamer

J.W.M. (Hans)  Engels 13-02-2018 D66 J.W.M. (Hans) Engels i
P. (Peter)  Schalk 13-02-2018 SGP P. (Peter) Schalk i
A.W. (Anne-Wil)  Duthler 13-02-2018 VVD A.W. (Anne-Wil) Duthler i
F.Ch.W.Ch. (Frits)  Lintmeijer 13-02-2018 GL F.Ch.W.Ch. (Frits) Lintmeijer i
M. (Mohamed)  Sini 13-02-2018 PvdA M. (Mohamed) Sini i
R.F. (Bob)  Ruers 13-02-2018 SP R.F. (Bob) Ruers i
P.E.M.S. (Pia)  Lokin-Sassen 13-02-2018 CDA P.E.M.S. (Pia) Lokin-Sassen i
K.H. (Kajsa)  Ollongren 13-02-2018 Minister K.H. (Kajsa) Ollongren i

7.

Andere bronnen

8.

Over dit dossier

Dit parlementaire dossier is door PDC automatisch samengesteld en verrijkt en redactioneel gecheckt. Op basis van dezelfde methoden en technieken creëert PDC 24/7 actuele dossiers in de Parlementaire Monitor en in de EU Monitor. Met behulp van de monitoren volgt u Den Haag en Brussel op de voet of blikt u terug op eerdere besluitvorming. Neem contact op als u meer wilt weten over de parlementaire data van PDC of over een abonnement op een monitor.