Gedelegeerde verordening 2020/1275 - Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 inzake tijdelijke buitengewone maatregelen waarbij wordt afgeweken van enkele bepalingen van Verordening 1308/2013 om de marktverstoring in de sector groenten en fruit en de wijnsector als gevolg van de COVID‐19-pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen te verhelpen
14.9.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 300/26 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2020/1275 VAN DE COMMISSIE
van 6 juli 2020
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 inzake tijdelijke buitengewone maatregelen waarbij wordt afgeweken van enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad om de marktverstoring in de sector groenten en fruit en de wijnsector als gevolg van de COVID‐19-pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen te verhelpen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 227,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 van de Commissie (2) is een aantal afwijkingen van de bestaande regels ingevoerd om de sector groenten en fruit en de wijnsector te helpen het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-pandemie. |
(2) |
Door de COVID-19-pandemie ondervinden veel erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties in de sector groenten en fruit in 2020 moeilijkheden bij de uitvoering van hun goedgekeurde operationele programma’s. Sommige van de goedgekeurde acties en maatregelen zullen in 2020 niet worden uitgevoerd en daardoor zal een deel van de actiefondsen niet worden besteed. Andere erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties wijzigen hun operationele programma’s met het oog op de uitvoering van acties en maatregelen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie in de sector groenten en fruit aan te pakken, zoals crisisbeheersmaatregelen. In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 is reeds voorzien in flexibiliteit met betrekking tot de uitvoering van operationele programma’s. |
(3) |
De uitvoering van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 heeft aangetoond dat verdere maatregelen nodig zijn om erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties in staat te stellen hun actiefondsen te beheren, met name wanneer zij hun operationele programma’s op basis van die verordening hebben gewijzigd. |
(4) |
Erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties moeten in staat zijn middelen, waaronder financiële steun van de Unie, binnen het actiefonds te herbestemmen voor acties en maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van de COVID-19-pandemie aan te pakken. Om ervoor te zorgen dat erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties dit kunnen doen, moet het in artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde maximum voor de financiële steun van de Unie in het jaar 2020 worden verhoogd van 50 % tot 70 % van de daadwerkelijk gedane uitgaven. |
(5) |
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 werden een aantal afwijkingen van de bestaande regels in de wijnsector ingevoerd die erop waren gericht de wijnproducenten enige verlichting te bieden en hen te helpen de gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden. Sinds de bekendmaking van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 is de situatie van de wijnsector echter verder verslechterd. |
(6) |
De wijnvoorraden bevonden zich aan het begin van het verkoopseizoen 2019-2020 op hun hoogste niveau sinds 2009. In mei 2020 was de uitvoer van wijn naar derde landen door de grootste producerende lidstaten qua volume met 22 % tot 63 % gedaald ten opzichte van mei 2019. De wijnconsumptie is ernstig getroffen door de gevolgen van de COVID-19-pandemie, zoals de sluiting van de grenzen, de sluiting van de horeca, en de onderbreking van alle toeristische activiteiten. Al deze elementen doen de wijnoverschotten voortdurend toenemen en zetten de markt en de prijzen onder druk. |
(7) |
De situatie zal naar verwachting niet snel verbeteren, zelfs niet nu de horeca-activiteiten in de Unie gedeeltelijk worden hervat. De heropening van restaurants is over het algemeen onderworpen aan vereisten inzake sociale onthouding, wat betekent dat restaurants en cafés niet in staat zijn hetzelfde aantal klanten te ontvangen als vóór de maatregelen die zijn genomen om de COVID-19-pandemie aan te pakken. Volgens schattingen van de horeca zou 30 % van de restaurants mogelijk helemaal niet opnieuw opengaan. In veel lidstaten gelden nog steeds beperkingen met betrekking tot de grootte van sociale bijeenkomsten, met inbegrip van particuliere feesten, zoals trouwfeesten, waar traditioneel wijn wordt geconsumeerd. Beperkt contact wordt nog steeds aanbevolen of opgelegd en burgers zijn niet bereid hun eerdere sociale activiteiten te hervatten omdat de COVID-19-pandemie nog niet voorbij is. Ondanks de versoepeling van bepaalde maatregelen die tijdens de lockdown werden opgelegd, is de situatie in juni 2020 dus nog niet opnieuw normaal, hetgeen waarschijnlijk nog enige tijd zo zal blijven. |
(8) |
Gezien de looptijd van de maatregelen die door de lidstaten zijn opgelegd ter bestrijding van de COVID-19-pandemie en het aanhouden van de gevolgen daarvan, zijn de economische langetermijneffecten op de belangrijkste afzetkanalen voor de producten van de wijnsector en de negatieve gevolgen daarvan voor de vraag naar wijn derhalve blijven aanhouden en verergeren. |
(9) |
Door deze bijzonder ernstige verstoring van de markt en de opeenstapeling van moeilijke omstandigheden in de wijnsector, gaande van de instelling door de Verenigde Staten van rechten op de invoer van wijn uit de Unie in oktober 2019 tot de beperkende maatregelen ten gevolge van de wereldwijde COVID-19-pandemie en de nog steeds aanhoudende gevolgen ervan, ondervindt de wijnsector uitzonderlijke problemen, onder meer van financiële aard. Dit heeft gevolgen voor de planning, implementatie en uitvoering van de concrete acties in het kader van de steunprogramma’s in de wijnsector, omdat de marktdeelnemers te kampen hebben met een sterk verminderde kasstroom in vergelijking met normale jaren. |
(10) |
De uitvoering van de maatregelen om de crisis aan te pakken en de verhogingen van de maximale bijdrage van de Unie die zijn ingevoerd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592, zijn ontoereikend gebleken om de financiële situatie van de marktdeelnemers in de wijnsector te verbeteren. Zij kunnen met name het ernstige inkomensverlies als gevolg van de crisis niet compenseren. |
(11) |
Rekening houdend met deze omstandigheden moeten de begunstigden voorschotten kunnen ontvangen uit hoofde van de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 ingevoerde maatregelen, namelijk “distillatie van wijn in geval van een crisis” en “steun voor de crisisopslag van wijn”. Deze voorschotten moeten 100 % van het steunbedrag van de Unie dekken en moeten worden betaald op voorwaarde dat een garantie is gesteld ten bedrage van ten minste 110 % van het voorschot. Dit is bedoeld om te waarborgen dat zo veel mogelijk wijn in het kader van deze twee maatregelen in de loop van het begrotingsjaar 2020 uit de markt kan worden genomen, en tegelijk de betrokken begunstigden te helpen met hun kasstroom en flexibiliteit te bieden die meer begunstigden in staat stelt concrete acties in het kader van deze twee maatregelen te verrichten. Door de betaling van voorschotten van 100 % toe te staan, zullen de lidstaten bovendien hun jaarlijkse financiële toewijzing efficiënt kunnen gebruiken en de vertragingen bij de uitvoering van de maatregelen ten gevolge van de COVID-19-pandemie kunnen compenseren. |
(12) |
In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 is ook voorzien in de mogelijkheid voor de lidstaten om nationale betalingen toe te kennen ter aanvulling van de steun van de Unie voor de maatregelen “distillatie van wijn in geval van een crisis” en “steun voor de crisisopslag van wijn”, omdat, als gevolg van de effecten van de COVID-19-pandemie, de grootst mogelijke hoeveelheden wijn uit de markt moeten worden genomen die gedurende de pandemie niet werden verbruikt, verkocht of uitgevoerd. De nationale betalingen maken het mogelijk deze hoeveelheden te maximaliseren naast de hoeveelheden waarvoor steun kan worden verleend binnen de voor de steunprogramma’s in de wijnsector vastgestelde begrotingslimieten. In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 is verder bepaald dat die aanvullende nationale betalingen onderworpen zijn aan de staatssteunregels. Deze verplichting bleek het voor sommige lidstaten echter onmogelijk te maken om nationale betalingen toe te kennen en de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 ingevoerde maatregelen op efficiënte wijze uit te voeren. Daarom moet Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 worden gewijzigd om ervoor te zorgen dat artikel 211, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1308/2013, waarin is bepaald dat betalingen van de lidstaten niet aan de staatssteunregels onderworpen zijn, op die maatregelen van toepassing is. |
(13) |
Één van de bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 ingevoerde afwijkingen houdt in dat de bijdrage van de Unie in de werkelijke kosten van de in artikel 46, lid 6, artikel 47, lid 3, artikel 49, lid 2, en artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde maatregelen tijdelijk wordt verhoogd met 5 % of 10 %. |
(14) |
Voorts werd vóór Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/132 van de Commissie (3), in afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, een tijdelijke verhoging ingevoerd van 10 % van de bijdrage van de Unie in de werkelijke kosten van de maatregel “afzetbevordering” om het hoofd te bieden aan de moeilijke situatie op de uitvoermarkten nadat de Verenigde Staten in oktober 2019 invoerrechten voor wijn uit de Unie oplegden. |
(15) |
Het verhogen van de bijdrage van de Unie is een vorm van financiële steun, die echter geen aanvullende financiering van de Unie vereist omdat de begrotingslimieten voor de steunprogramma’s in de wijnsector die zijn vastgelegd in bijlage VI bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, van toepassing blijven. De lidstaten kunnen dus alleen binnen de in die bijlage vastgelegde jaarlijkse begroting besluiten om hogere bedragen aan de betrokken maatregelen toe te wijzen. De verhoogde financiële percentages zijn derhalve gericht op steunverlening aan de sector in de huidige onstabiele marktsituatie zonder dat daarvoor eerst extra middelen hoeven te worden vrijgemaakt. |
(16) |
De eerste reacties van de sector die de interfractiewerkgroep Wijn en gedistilleerde dranken van het Europees Parlement en de vertegenwoordigers van de Europese wijnsector aan de Commissie hebben voorgelegd, geven echter aan dat de bovenbedoelde verhogingen van de maximale bijdrage van de Unie voor de maatregel “afzetbevordering”, zoals ingevoerd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/132, en voor de maatregelen “herstructurering en omschakeling van wijngaarden”, “groen oogsten”, “oogstverzekering” en “investeringen”, zoals ingevoerd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592, niet volstonden om de meeste potentiële begunstigden in staat te stellen deze maatregelen in 2020 uit te voeren. De bedragen die in het kader van de begrotingslimieten voor de nationale steunprogramma’s van 16 oktober 2019 tot eind april 2020 zijn uitgegeven, liggen onder het gebruikelijke gemiddelde van de uitgaven tussen 16 oktober en eind april van het volgende jaar. |
(17) |
Het is duidelijk dat de lockdownmaatregelen die de voorbije maanden in de lidstaten zijn genomen, de situatie hebben verergerd, onder meer omdat de beperkingen op het verkeer van goederen en personen, die werden ingevoerd om de COVID-19-pandemie te bestrijden, marktdeelnemers ervan hebben weerhouden financiering aan te vragen in het kader van de steunprogramma’s in de wijnsector en begunstigden ervan hebben weerhouden hun geselecteerde concrete acties uit te voeren. Daardoor hebben de lidstaten een zeer klein deel van hun begrotingstoewijzing voor het begrotingsjaar 2020 besteed. |
(18) |
Gezien de ongekende combinatie van omstandigheden en de daaruit voortvloeiende verstoring van de markt is het noodzakelijk meer financiële steun te verlenen aan de marktdeelnemers om hen door deze economisch moeilijke tijden te helpen. Deze flexibiliteit is financieel mogelijk door de beschikbaarheid van middelen die zijn uitgetrokken voor de steunprogramma’s in de wijnsector en tot nu toe niet zijn benut en die, als gevolg van het jaarperiodiciteitsbeginsel, anders verloren zouden gaan. |
(19) |
Om de nodige steun te verlenen aan de wijnsector en potentiële begunstigden te helpen maatregelen in het kader van het nationale steunprogramma voor de wijnsector uit te voeren, die erop gericht zijn hun marktpositie te versterken en nodig zijn om hun herstel na de crisis te ondersteunen, is het dienstig gedurende de looptijd van deze maatregel af te wijken van artikel 45, lid 3, artikel 46, lid 6, artikel 47, lid 3, artikel 49, lid 2, en artikel 50, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013. De afwijkingen moeten voorzien in een tijdelijke verhoging met 20 % van de maximale bijdrage van de Unie voor de maatregel “voorlichting”, zoals vastgesteld in artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en met nog eens 10 % voor de maatregel “afzetbevordering”, zoals momenteel vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/132, en voor de maatregelen “herstructurering en omschakeling van wijngaarden”, “groen oogsten”, “oogstverzekering” en “investeringen”, zoals momenteel vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592. Dit zal de begunstigden verdere financiële verlichting bieden door de eigen bijdrage van de begunstigden te verlagen en de lidstaten helpen hun beschikbare begroting maximaal te benutten. |
(20) |
Om discriminatie te voorkomen, moet de mogelijkheid voor begunstigden om voorschotten van 100 % aan te vragen voor crisisdistillatie en -opslag en de mogelijkheid voor de lidstaten om de bijdrage van de Unie voor deze maatregelen aan te vullen met nationale betalingen, zonder dat deze betalingen onderworpen zijn aan de staatssteunregels, met terugwerkende kracht van toepassing zijn vanaf de inwerkingtreding van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592. Om dezelfde reden en ook om te zorgen voor de coherente toepassing van alle maatregelen, kan de bijdrage van de Unie voor aanvragen die na de inwerkingtreding van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 en uiterlijk op 15 oktober 2020 zijn geselecteerd op grond van de maatregelen “voorlichting en afzetbevordering”, “herstructurering en omschakeling van wijngaarden”, “groen oogsten”, “oogstverzekering” en “investeringen”, met terugwerkende kracht worden verhoogd, en afhankelijk van de naleving van de staatssteunregels, indien van toepassing. |
(21) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 moet dan ook dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(22) |
Gezien de noodzaak om onmiddellijke actie te ondernemen, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: “Artikel 1 Tijdelijke afwijkingen van artikel 33, lid 3, en artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 In afwijking van artikel 33, lid 3, vierde alinea, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 geldt de bovengrens van een derde van de uitgaven voor crisispreventie- en crisisbeheersingsmaatregelen in het kader van het operationele programma als bedoeld in die bepaling, niet in 2020. In afwijking van artikel 34, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de financiële steun van de Unie aan het actiefonds in 2020 niet meer dan het bedrag van de financiële bijdrage van de Unie aan de door de lidstaten voor 2020 goedgekeurde actiefondsen en is hij beperkt tot 70 % van de daadwerkelijk gedane uitgaven.”. |
2) |
Artikel 2 wordt vervangen door: “Artikel 2 Afwijkingen van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 In afwijking van artikel 43 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 kunnen de maatregelen van de artikelen 3 en 4 van de onderhavige verordening in begrotingsjaar 2020 worden gefinancierd door voorschotten of betalingen in het kader van steunprogramma’s in de wijnsector.”. |
3) |
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Het volgende artikel 5 bis wordt ingevoegd: “Artikel 5 bis Afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 In afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de bijdrage van de Unie aan voorlichtings- of afzetbevorderingsmaatregelen niet meer dan 70 % van de subsidiabele uitgaven.”. |
6) |
Artikel 6 wordt vervangen door: “Artikel 6 Afwijking van artikel 46, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 In afwijking van artikel 46, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de bijdrage van de Unie in de daadwerkelijke kosten van de herstructurering en omschakeling van wijngaarden maximaal 70 % van die kosten. In minder ontwikkelde gebieden bedraagt de bijdrage van de Unie in de herstructurerings- en omschakelingskosten maximaal 90 %.”. |
7) |
In artikel 7 wordt lid 2 vervangen door: “2. In afwijking van artikel 47, lid 3, tweede zin, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de steun voor groen oogsten niet meer dan 70 % van de totale rechtstreekse kosten waarmee de vernietiging of verwijdering van de druiventrossen gepaard gaat, en van het inkomstenverlies ten gevolge van die vernietiging of verwijdering.”. |
8) |
In artikel 8 wordt de inleidende zin vervangen door: “In afwijking van artikel 49, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedraagt de financiële bijdrage van de Unie aan de steun voor oogstverzekeringen maximaal 70 % van de verzekeringspremies die de producenten betalen om zich in te dekken tegen:”. |
9) |
In artikel 9 worden de punten a) tot en met d) vervangen door:
(*4) Verordening (EU) nr. 229/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende vaststelling van specifieke maatregelen voor de landbouw ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1405/2006 van de Raad (PB L 78 van 20.3.2013, blz. 41).”." |
10) |
Artikel 10 wordt vervangen door: “Artikel 10 Toepassing van de tijdelijk verhoogde bijdrage van de Unie Artikel 5 bis, artikel 6, artikel 7, lid 2, en de artikelen 8 en 9 gelden voor concrete acties die de bevoegde autoriteiten in de lidstaten hebben geselecteerd vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening, doch niet later dan 15 oktober 2020.”. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De punten 2 tot en met 10 van artikel 1 zijn van toepassing met ingang van 4 mei 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 juli 2020.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/592 van de Commissie van 30 april 2020 inzake tijdelijke buitengewone maatregelen waarbij wordt afgeweken van enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad om de marktverstoring in de sector groenten en fruit en de wijnsector als gevolg van de COVID‐19-pandemie en de daarmee samenhangende maatregelen te verhelpen (PB L 140 van 4.5.2020, blz. 6).
-
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/132 van de Commissie van 30 januari 2020 tot vaststelling van een noodmaatregel in de vorm van een afwijking van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de bijdrage van de Unie aan de afzetbevorderingsmaatregel in de wijnsector (PB L 27 van 31.1.2020, blz. 20).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.