Uitvoeringsverordening 2018/608 - Technische criteria voor elektronische labels voor uitrusting van zeeschepen

1.

Wettekst

20.4.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 101/64

 

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/608 VAN DE COMMISSIE

van 19 april 2018

tot vaststelling van technische criteria voor elektronische labels voor uitrusting van zeeschepen

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (1), en met name artikel 11, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn 2014/90/EU kent uitvoeringsbevoegdheden toe aan de Commissie om passende technische criteria vast te stellen met betrekking tot het ontwerp, de prestaties, het aanbrengen en het gebruik van elektronische labels.

 

(2)

Een kosten-batenanalyse (2) heeft aangetoond dat het gebruik van elektronische labels een positieve aanvulling vormt op de stuurwielmarkering.

 

(3)

Het aanbrengen van elektronische labels op de uitrusting van zeeschepen vergt geen zware investeringen, maar levert wel voordelen op voor fabrikanten, scheepseigenaars en –exploitanten, en markttoezichtautoriteiten.

 

(4)

De specificaties die in deze verordening worden vastgesteld, zijn gebaseerd op een vergelijking van beschikbare technologieën die werd opgesteld in het kader van de kosten-batenanalyse en op de in die kosten-batenanalyse uiteengezette voorstellen voor een passende structuur voor de identificatiecodes van de uitrusting van zeeschepen.

 

(5)

Op basis van de vergelijking van bestaande gegevensdragers en architecturen voor gegevensuitwisseling in het kader van de kosten-batenanalyse werden gegevensmatrixcodes en radiofrequentie-identificatie (RFID) aanbevolen als de meest geschikte technologieën.

 

(6)

Uit de kosten-batenanalyse is ook gebleken dat de beperkte gegevensopslagcapaciteit op het elektronische label impliceert dat de informatie op dat label een link moet bevatten naar gegevensbanken met uitgebreidere informatie. De in deze verordening gespecificeerde gegevensmatrixcodes en radiofrequentie-identificatie bevatten de belangrijkste informatie die het mogelijk maakt in een dergelijke link te voorzien.

 

(7)

Daarom moet gebruik worden gemaakt van een unieke identificatie van uitrusting van zeeschepen, op basis van een gestandaardiseerde codestructuur die onafhankelijk is van het type elektronisch label. Een dergelijke identificatie moet flexibel genoeg zijn om de gebruikers rechtstreeks toegang te verschaffen tot de meest relevante gegevensbanken voor uitrusting van zeeschepen.

 

(8)

Het formaat voor de codering van de vereiste informatie op de gegevensdrager moet gebaseerd zijn op ISO-normen. Het formaat moet ook de mogelijkheid bieden om aanvullende informatie te coderen voor gebruik door de fabrikanten; deze moeten met name aanvullende beveiligingsfuncties in de gegevensdrager kunnen inbouwen, zodat nagemaakte producten gemakkelijker kunnen worden opgespoord.

 

(9)

Wanneer de stuurwielmarkering van de uitrusting van zeeschepen wordt vervangen door een elektronisch label, moet een passend symbool worden aangebracht op dit label, zodat het gemakkelijk herkenbaar is bij een visuele inspectie.

 

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor maritieme veiligheid en voorkoming van verontreiniging door schepen (COSS),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Met het oog op de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. 
    „elektronisch label”: een markering met radiofrequentie-identificatie (RFID) of met een gegevensmatrixcode;
  • 2. 
    „applicatie-identificatie”: een numeriek kengetal dat gebruikt wordt om de betekenis en het formaat van de gecodeerde gegevenselementen te definiëren.

Artikel 2

Fabrikanten van uitrusting van zeeschepen kunnen gebruikmaken van de volgende elektronische labels, zoals gespecificeerd in de bijlage:

 

a)

RFID-labels die permanent worden bevestigd op uitrusting van zeeschepen;

 

b)

optisch leesbare labels met gegevensmatrixcodes die permanent worden bevestigd op uitrusting van zeeschepen, of

 

c)

optisch leesbare labels met gegevensmatrixcodes die permanent worden gemarkeerd op uitrusting van zeeschepen.

Artikel 3

Het in punt 3.1 of 3.2 van de bijlage afgebeelde symbool wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar aangebracht op elektronische RFID-labels die de stuurwielmarkering vervangen, ofwel op het label zelf, ofwel ernaast.

Het in punt 3.3 van de bijlage afgebeelde symbool wordt zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar aangebracht op uitrusting van zeeschepen met optisch leesbare labels die gegevensmatrixcodes bevatten, ofwel op het label zelf, ofwel ernaast.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 april 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER

 

  • (2) 
    „The possible introduction of an electronic tag as a supplement or a replacement of the wheel mark in marine equipment”, oproep tot het indienen van voorstellen nr. MOVE/D2/2015-372 V1.0 van het directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer van de Europese Commissie.
 

BIJLAGE

  • 1. 
    Identificatie van uitrusting van zeeschepen:
 
 

1.1.

Elektronische labels voor uitrusting van zeeschepen bevatten een elektronisch leesbare identificatie, d.w.z. een radiofrequentie-identificatie (RFID) of een optisch leesbare gegevensmatrixcode, die de volgende informatie bevat:

 

a)

een passend toepassingsidentificatiesymbool, overeenkomstig ISO/IEC 15434:2006 en ISO/IEC 15418:2016, waarbij ofwel een gegevensidentificatie volgens de ASC MH10-norm, ofwel een toepassingsidentificatie volgens de GS1-norm wordt gebruikt;

 

b)

het in bijlage II bij Richtlijn 2014/90/EU uiteengezette type conformiteitsbeoordelingsmodule(s) dat wordt gebruikt voor de conformiteitsbeoordeling [één letter];

 

c)

het identificatienummer dat de Commissie overeenkomstig punt 3.1 van bijlage IV bij Richtlijn 2014/90/EU heeft toegekend aan de aangemelde instantie [vier cijfers];

 

d)

het (de) nummer(s) van de eenheidskeuring (module G) of het EG-typeonderzoek en de overeenstemming met typecertificaten (modules B en D, E of F) [hoogstens twintig cijfers].

 
 

1.2.

Behalve de informatie die overeenkomstig punt 1.1 moet worden verstrekt, kunnen elektronische labels ook informatie bevatten over het nummer van de productielocatie, een productcode, het nummer van de partij of lading en/of aanvullende informatie die door de fabrikant is opgesteld overeenkomstig ISO/IEC 15434:2006 [waarbij ofwel gegevensidentificaties volgens de ASC MH10-norm, ofwel toepassingsidentificaties volgens de GS1-norm worden gebruikt].

 
 

1.3.

Voorbeelden:

 
 

Modules B + D: [zie punt 1.2.] + ([passende identificatie]) B 0575 40123 + D 0038 040124

 
 

Modules B + E: [zie punt 1.2.] + ([passende identificatie]) B 0575 40123 + E 0038 040125

 
 

Modules B + F: [zie punt 1.2.] + ([passende identificatie]) B 0575 40123 + F 0038 040126

 
 

Module G: [zie punt 1.2.] + ([passende identificatie]) G 0575 040126

  • 2. 
    Elektronische labels

2.1.   RFID-labels

RFID-transponders werken in de frequentieband van 860 tot 960 MHz, overeenkomstig ISO/IEC 18000-6:2004 type C.

Het elektronisch label wordt stevig en op duurzame wijze bevestigd op de uitrusting van zeeschepen, zodat het leesbaar blijft tijdens de verwachte levensduur van de uitrusting.

2.2.   Gegevensmatrixcodes

De gegevensmatrixcodes zijn in overeenstemming met ISO/IEC 16022:2006.

Het elektronisch label wordt gemarkeerd of stevig en op duurzame wijze bevestigd op de uitrusting van zeeschepen, zodat het leesbaar blijft tijdens de verwachte levensduur van de uitrusting.

  • 3. 
    Symbolen
 
 

3.1.

 
 
 

3.2.

 
 
 

3.3.

 
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.