Gedelegeerde verordening 2018/295 - Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 wat de voertuigconstructie en algemene voorschriften betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 wat de voorschriften voor milieuprestaties en prestaties van de aandrijfeenheid voor de goedkeuring van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers betreft
28.2.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 56/1 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/295 VAN DE COMMISSIE
van 15 december 2017
tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 wat de voertuigconstructie en algemene voorschriften betreft, en van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 wat de voorschriften voor milieuprestaties en prestaties van de aandrijfeenheid voor de goedkeuring van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (1), en met name artikel 18, lid 3, artikel 21, lid 5, en artikel 23, lid 12,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over het uitgebreide effectonderzoek van de Euro 5-milieustap voor voertuigen van categorie L (2) overeenkomstig artikel 23, lid 4, van Verordening (EU) nr. 168/2013 en rekening houdend met de problemen waarmee goedkeuringsinstanties en belanghebbenden bij de toepassing van Verordening (EU) nr. 168/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 (3) en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 (4) worden geconfronteerd, moet in de gedelegeerde verordeningen een aantal wijzigingen en verduidelijkingen worden aangebracht om de vlotte toepassing ervan te waarborgen. |
(2) |
Om een doeltreffende werking van het EU-typegoedkeuringssysteem voor voertuigen van categorie L te waarborgen, moeten de technische voorschriften en testprocedures van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 voortdurend worden verbeterd en aangepast aan de technische vooruitgang. |
(3) |
Bijlage IV bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 bevat de formule die moet worden gebruikt om de conformiteit van geproduceerde voertuigen, systemen, onderdelen en technische eenheden met het goedgekeurde type te controleren. Voor alle duidelijkheid moet de formule worden gewijzigd. Bijlage XII bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 moet worden gewijzigd wat het werkingsvenster van de motor voor het detecteren van ontstekingsfouten betreft, om ervoor te zorgen dat de vastgestelde voorschriften technisch haalbaar zijn. Bijlage XII moet eveneens worden gewijzigd om een technische aanpassing aan de nieuwe normen die voor de interface tussen universele scanners en het voertuig met betrekking tot de boorddiagnosesystemen (OBD-systemen) zijn ontwikkeld, mogelijk te maken. Aanhangsel 2 van bijlage XII moet worden gewijzigd om opheldering te verschaffen over verschillende items die worden bewaakt, met betrekking tot de daarin gestelde OBD-eisen. Aan bijlage XII moeten nieuwe aanhangsels worden toegevoegd om de correcte toepassing van de prestatieratio's tijdens het gebruik te waarborgen. |
(4) |
In de bijlagen II, III en IV bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 moeten bepaalde formules worden aangepast om meer duidelijkheid te verschaffen. Bijlage VI bij die gedelegeerde verordening moet worden gewijzigd om de correcte toepassing van de testvoorschriften met betrekking tot de duurzaamheid van voorzieningen voor verontreinigingsbeheersing te garanderen. De indelingsvoorschriften van de gewone wegcyclus voor voertuigen van categorie L (SRC-LeCV) in bijlage VI moeten worden aangepast opdat die voorschriften bij tests correct worden toegepast. Ingevolge de conclusies van het uitgebreide milieueffectonderzoek moet het gebruik van de in bijlage VI voor voertuigen van klasse III vastgestelde cyclus met goedgekeurde kilometeraccumulatie (AMA-cyclus) geleidelijk worden afgeschaft. Bijlage VI moet ook worden gewijzigd opdat veroudering op de bank kan worden gebruikt als alternatief voor de daadwerkelijke fysieke duurzaamheidstests met volledige of gedeeltelijke kilometeraccumulatie. |
(5) |
Een van de maatregelen tegen overmatige koolwaterstofemissies door voertuigen van categorie L is beperking van de verdampingsemissies van die voertuigen. Daarom bevat bijlage VI, deel C, bij Verordening (EU) nr. 168/2013 koolwaterstofmassagrenswaarden voor de voertuigcategorieën L3e, L4e, L5e-A, L6e-A en L7e-A. De verdampingsemissies van die voertuigen worden bij de typegoedkeuring gemeten. Een van de vereisten voor de SHED-test van type IV (vaststelling verdampingsemissies in gesloten behuizing) is de montage van een snel verouderde koolstofhouder of de toepassing van een additieve verslechteringsfactor bij het gebruik van een ontgroende koolstofhouder. Bij het uitgebreide milieueffectonderzoek is nagegaan of het al dan niet kosteneffectief was SHED-tests op de voertuigcategorieën L1e, L2e, L5e-B, L6e-B, L7e-B en L7e-C toe te passen. Aangezien het onderzoek heeft uitgewezen dat die methode niet kosteneffectief was, moet bijlage V bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 worden gewijzigd om de al bewezen alternatieve en kosteneffectiever methode van permeatietests in de Euro 5-stap voor fabrikanten van voertuigen van de categorieën L1e, L2e, L5e-B, L6e-B, L7e-B en L7e-C te kunnen blijven toepassen. |
(6) |
Op basis van het uitgebreide milieueffectonderzoek concludeerde de Commissie dat de wiskundige procedure voor de verificatie van de in artikel 23, lid 3, van Verordening (EU) nr. 168/2013 gestelde duurzaamheidseisen tegen 2025 geleidelijk moet worden afgeschaft. Volgens het onderzoek garandeerde die theoretische procedure niet dat in werkelijkheid aan de duurzaamheidseisen van Verordening (EU) nr. 168/2013 was voldaan. Om de gevolgen van de afschaffing van die methode te milderen, stelde het onderzoek voor om veroudering op de bank als alternatief voor daadwerkelijke duurzaamheidtests met volledige of gedeeltelijke kilometeraccumulatie in te voeren. Veroudering op de bank is een goed ingeburgerde procedure die vaak wordt toegepast op voertuigen die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (5) vallen. Bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 moet worden gewijzigd om daarin de verouderingsprocedure op de bank op te nemen die voortvloeit uit de voorschriften die in Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (6) en in VN/ECE-Reglement nr. 83 (7) zijn vastgelegd en aan de eisen voor voertuigen van categorie L zijn aangepast. |
(7) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 moeten tegelijkertijd worden gewijzigd zodat de Euro 5-stap correct kan worden toegepast op alle betrokken voertuigen van categorie L zoals vastgesteld in de tabel van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 168/2013. |
(8) |
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 en Gedelegeerde Verordening (EG) nr. 134/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In artikel 2 wordt punt 42 vervangen door: „42. „rijcyclus”: een testcyclus die bestaat uit motor aan, een rijmodus waarin een eventuele storing aan het licht zou komen, en motor uit,”. |
2. |
De bijlagen IV en XII worden gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
Artikel 2
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014
De bijlagen II tot en met VI, bijlage VIII en bijlage X bij Gedelegeerde Verordening (EG) nr. 134/2014 worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 december 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
-
Het verslag over het onderzoek: „Effect study of the environmental step Euro 5 for L-category vehicles”, EU-Books (ET-04-17-619-EN-N).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 van de Commissie van 21 november 2013 ter aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voertuigconstructie en algemene voorschriften voor de goedkeuring van twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PB L 25 van 28.1.2014, blz. 1).
-
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 van de Commissie van 16 december 2013 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de voorschriften voor milieuprestaties en prestaties van de aandrijfeenheid en tot wijziging van bijlage V bij die Verordening (PB L 53 van 21.2.2014, blz. 1).
-
Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (PB L 263 van 9.10.2007, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie van 18 juli 2008 tot uitvoering en wijziging van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 199 van 28.7.2008, blz. 1).
-
Reglement nr. 83 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van voertuigen wat betreft de emissie van verontreinigende stoffen naargelang de motorbrandstofvereisten [2015/1038] (PB L 172 van 3.7.2015, blz. 1).
BIJLAGE I
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014
De bijlagen IV en XII bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 44/2014 worden als volgt gewijzigd:
1) |
In bijlage IV worden de punten 4.1.1.3.1.1.1.1.1, 4.1.1.3.1.1.1.1.2 en 4.1.1.3.1.1.1.1.3 vervangen door:
|
2) |
Bijlage XII wordt als volgt gewijzigd:
|
-
Alleen in het geval van een geactiveerde standaardmodus die tot een aanmerkelijke verlaging van het aandrijfkoppel leidt, of indien een systeem met elektrisch bediende gasklep is geïnstalleerd.
-
Indien redundante APS of TPS zijn geïnstalleerd, moeten de kruiscontroles van de signalen aan alle circuitrationaliteitseisen voldoen. Indien slechts één APS of TPS is geïnstalleerd, is bewaking van de circuitrationaliteit van APS of TPS niet verplicht.
(3) |
Geschrapt. |
-
OBD-fase II: naast de bewaking van de continuïteit van het circuit moeten twee van de drie met „II” aangeduide storingen van de circuitrationaliteit worden bewaakt.
-
Alleen bij gebruik als input voor ECU/PAE met relevantie voor de milieuprestaties of de functionele veiligheid.
-
Afwijking op verzoek van de fabrikant is mogelijk; in plaats daarvan niveau 3, alleen actuatorsignaal is aanwezig zonder indicatie van het symptoom”;
-
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 901/2014 van 18 juli 2014 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EU) nr. 168/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de administratieve voorschriften voor de goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers (PB L 249 van 22.8.2014, blz. 1).
BIJLAGE II
Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014
De bijlagen II tot en met VI en de bijlagen VIII tot en met X bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 134/2014 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
5) |
Bijlage VI wordt als volgt gewijzigd:
|
6) |
Bijlage VIII wordt als volgt gewijzigd:
|
7) |
Bijlage X wordt als volgt gewijzigd:
|
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.