Gedelegeerde verordening 2014/1263 - Tijdelijke buitengewone steun voor melkproducenten in Estland, Letland en Litouwen
27.11.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 341/3 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 1263/2014 VAN DE COMMISSIE
van 26 november 2014
tot vaststelling van tijdelijke buitengewone steun voor melkproducenten in Estland, Letland en Litouwen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 228,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 augustus 2014 heeft de Russische regering een verbod ingevoerd op de import van bepaalde producten, waaronder melkproducten, uit de Unie naar Rusland. Het verbod heeft in het bijzonder de sector melk en melkproducten in Estland, Letland en Litouwen getroffen, die erg afhankelijk is van de uitvoer naar Rusland. In 2013 exporteerden deze drie lidstaten meer dan 15 % van hun melkproductie naar Rusland en had meer dan 60 % van hun totale zuivelexport naar derde landen Rusland als bestemming. |
(2) |
In augustus en september deed zich in Estland, Letland en Litouwen een scherpe daling van de melkprijzen af landbouwbedrijf voor, terwijl het Uniegemiddelde relatief stabiel bleef. De melkprijzen af landbouwbedrijf van september liggen in Estland en Letland 26 %-27 % en in Litouwen 33 % lager dan vorig jaar, terwijl het Uniegemiddelde slechts ca. 5 % lager ligt. Op Unieniveau liggen de melkprijzen in de drie Baltische staten het dichtst bij de interventieniveaus. |
(3) |
De daling van de melkprijzen af landbouwbedrijf tot onhoudbare niveaus brengt de melkproductiesector in de drie Baltische staten — die in 2014 een duurzame marktpositie aan het opbouwen waren — in gevaar. Bovendien werd de productie van melkproducten in de Baltische staten voor een groot deel bepaald door de behoeften en smaken van de Russische markt. De sector heeft nu tijd nodig om nieuwe afzetmarkten te vinden of de productie af te stemmen op nieuwe producten die aan de vraag kunnen voldoen. |
(4) |
De sector melk en melkproducten in de drie Baltische staten is vooral gericht op andere producten dan boter en mageremelkpoeder, met als gevolg dat de openbare interventie en de steun voor particuliere opslag niet gelden voor deze producten. |
(5) |
Om de huidige verstoring van de markt ten gevolge van een aanzienlijke prijsdaling doeltreffend en doelmatig aan te pakken, dient daarom steun aan de drie Baltische staten te worden verleend in de vorm van een eenmalige financiële enveloppe ter ondersteuning van melkproducenten die worden getroffen door het Russische invoerverbod en daardoor liquiditeitsproblemen hebben. |
(6) |
De financiële enveloppe die voor elke betrokken lidstaat ter beschikking wordt gesteld, dient te worden berekend op basis van de hoeveelheid melk die in 2013/2014 in het kader van de nationale quota is geproduceerd. Om te garanderen dat de steun terechtkomt bij de producenten die door het verbod worden getroffen, moeten de betrokken lidstaten, met inachtneming van de beperkte begrotingsmiddelen, dat nationale bedrag volgens objectieve criteria en op niet-discriminerende wijze verdelen zonder dat de markt en de mededinging daardoor worden verstoord. |
(7) |
Aangezien met de financiële enveloppe die aan elke betrokken lidstaat wordt toegewezen, slechts een beperkt deel van de daadwerkelijke, door de producenten geleden schade zal worden vergoed, moeten de betrokken lidstaten de toestemming krijgen om aanvullende steun aan de melkproducenten te verlenen volgens dezelfde voorwaarden op het gebied van objectiviteit, niet-discriminatie en niet-verstoring van de mededinging. |
(8) |
Aangezien de financiële enveloppe voor elke betrokken lidstaat in euro wordt vastgesteld, moet met het oog op een uniforme en gelijktijdige toepassing een datum worden vastgesteld waarop het aan Litouwen toegewezen bedrag in de nationale munteenheid van het land wordt omgezet. Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dient te worden bepaald overeenkomstig artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Gezien het in artikel 106, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 opgenomen beginsel en gezien de in artikel 106, lid 5, onder c), van die verordening vastgestelde criteria moet het ontstaansfeit de datum zijn waarop de onderhavige verordening in werking treedt. |
(9) |
De in de onderhavige verordening bedoelde steun moet worden verleend bij wijze van maatregel ter ondersteuning van landbouwmarkten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013. |
(10) |
Om budgettaire redenen zal de Unie de door de lidstaten gedane uitgaven die verband houden met de steun aan melkproducenten, enkel financieren indien de betrokken betalingen binnen een bepaalde termijn zijn verricht. |
(11) |
Om te waarborgen dat transparant te werk wordt gegaan en het voor de lidstaten beschikbare bedrag wordt gemonitord en goed wordt beheerd, moeten de betrokken lidstaten aan de Commissie melden welke objectieve criteria worden gehanteerd om de wijze van toekenning van de steun te bepalen en welke maatregelen zijn genomen om verstoring van de mededinging te voorkomen. |
(12) |
Om ervoor te zorgen dat de melkproducenten de steun zo snel mogelijk ontvangen, moeten de betrokken lidstaten in staat worden gesteld deze verordening onverwijld uit te voeren. Daarom dient deze verordening in werking te treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.In totaal wordt 28 661 259 EUR aan Uniesteun ter beschikking van Estland, Letland en Litouwen gesteld met het oog op gerichte steunverlening aan melkproducenten die worden getroffen door het Russische verbod op de invoer van bepaalde producten uit de Unie.
Estland, Letland en Litouwen gebruiken de in de bijlage vastgestelde bedragen die hun ter beschikking worden gesteld, op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria en op voorwaarde dat de betrokken betalingen de mededinging niet verstoren. Met het oog hierop houden de betrokken lidstaten rekening met de omvang van de gevolgen van het Russische invoerverbod voor de betrokken producenten.
Estland, Letland en Litouwen verrichten de betrokken betalingen uiterlijk op 30 april 2015.
-
2.Voor Litouwen is het ontstaansfeit voor de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening van de in de bijlage vastgestelde bedragen, de datum waarop deze verordening in werking treedt.
Artikel 2
Estland, Letland en Litouwen mogen aanvullende steun verlenen aan de melkproducenten die de in artikel 1 bedoelde steun ontvangen, op voorwaarde dat het betrokken bedrag niet groter is dan het voor hen geldende bedrag in de bijlage en wordt toegekend volgens dezelfde voorwaarden op het gebied van objectiviteit, niet-discriminatie en niet-verstoring van de mededinging.
Estland, Letland en Litouwen betalen de aanvullende steun uiterlijk op 30 april 2015.
Artikel 3
Estland, Letland en Litouwen melden het volgende aan de Commissie:
a) |
onverwijld en uiterlijk op 31 maart 2015, de objectieve criteria die zijn gebruikt om de wijze van toekenning van de steun te bepalen, alsmede de maatregelen die zijn genomen om verstoring van de mededinging te voorkomen; |
b) |
uiterlijk op 30 juni 2015, de totale uitbetaalde bedragen en het aantal en de categorie begunstigden. |
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 november 2014.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
BIJLAGE
Lidstaat |
miljoen EUR |
Estland |
6,868253 |
Letland |
7,720114 |
Litouwen |
14,072892 |
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.