Gedelegeerde verordening 2015/1 - Aanvulling van Verordening 1060/2009 met technische reguleringsnormen voor de periodieke verslagen betreffende de door de ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten

1.

Wettekst

6.1.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 2/1

 

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1 VAN DE COMMISSIE

van 30 september 2014

tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de periodieke verslagen betreffende de door de ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (1), en met name artikel 21, lid 4 bis, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 11, lid 3, en bijlage I, afdeling E, deel II, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 moet een ratingbureau jaarlijks aan de ESMA de lijst verstrekken van vergoedingen die aan elke klant in rekening zijn gebracht voor individuele ratings en alle nevendiensten, alsook informatie over zijn prijsstellingsbeleid, inclusief de vergoedingsstructuur en prijsstellingscriteria met betrekking tot de ratings voor de verschillende activaklassen. Het is van essentieel belang dat de technische details worden vastgelegd met betrekking tot de inhoud van de informatie die ratingbureaus moeten verstrekken en het formaat dat zij moeten gebruiken om aan hun verplichtingen te voldoen en de ESMA in staat te stellen haar doorlopend toezicht uit te oefenen.

 

(2)

Om belangenconflicten terug te dringen en eerlijke concurrentie op de ratingmarkt te bevorderen, moet de ESMA ervoor zorgen dat het prijsstellingsbeleid, de prijsstellingsprocedures en de uiteindelijk door ratingbureaus aan klanten in rekening gebrachte vergoedingen niet discriminerend zijn. Verschillen in vergoedingen voor hetzelfde type dienst moeten te rechtvaardigen zijn door een verschil in de reële kosten om de dienst aan verschillende klanten te verlenen. Bovendien mogen de vergoedingen die aan een bepaalde uitgevende instelling voor ratingdiensten in rekening worden gebracht, niet afhangen van de resultaten of de uitkomst van de verrichte werkzaamheden.

 

(3)

De vergoedingsinformatie die de geregistreerde ratingbureaus moeten verstrekken, moet de ESMA in staat stellen de ratings te detecteren die nader onderzoek en mogelijk verdere toezichtmaatregelen vereisen. Voor ratings en nevendiensten met vergelijkbare kenmerken moeten vergelijkbare vergoedingen in rekening worden gebracht en verschillen in vergoedingenniveaus moeten op basis van kostenverschillen kunnen worden gerechtvaardigd. De verzamelde informatie moet de ESMA in staat stellen om per geregistreerd ratingbureau vergelijkbare diensten en hun overeenkomstige vergoedingen te onderkennen en aldus belangrijke afwijkingen in de in rekening gebrachte vergoedingen op te merken. De ESMA kan daarna onderzoeken instellen om na te gaan of deze vergoedingen volgens een wettig prijsstellingsbeleid en wettige prijsstellingsprocedures zijn vastgesteld, en of de verschillen in vergoedingsniveaus op basis van kostenverschillen met de beginselen van eerlijke concurrentie in overeenstemming zijn, niet aan belangenconflicten te wijten zijn, en niet afhangen van de resultaten of de uitkomst van de verrichte werkzaamheden.

 

(4)

Het prijsstellingsbeleid en de prijsstellingsprocedures moeten voor elk ratingtype worden medegedeeld. Voor rapportagedoeleinden en om elk prijsstellingsbeleid en elke prijsstellingsprocedure en hun respectieve bijwerkingen duidelijk te onderscheiden, moet elke versie van het prijsstellingsbeleid met zijn respectieve vergoedingstabellen, vergoedingsprogramma’s en procedures een identificatienummer hebben. Voor alle andere doeleinden moet elk prijsstellingsbeleid de vergoedingsstructuren of -tabellen omvatten, alsook de prijsstellingscriteria die kunnen worden toegepast door de persoon of personen die de voor een individuele rating aan te rekenen vergoedingen overeenkomen. Elk prijsstellingsbeleid moet ook de frequentie- of andere vergoedingsprogramma’s omvatten waarvan de beoordeelde entiteit of abonnee kan genieten wanneer vergoedingen voor een individuele rating of voor een set van ratings worden aangerekend. De ratingbureaus moeten alle gevallen registreren waarin het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures niet zijn toegepast, alsook alle afwijkingen van het prijsstellingsbeleid zoals toegepast op een individuele rating, waarbij de rating in kwestie duidelijk wordt geïdentificeerd.

 

(5)

Geregistreerde ratingbureaus die lid zijn van een groep, moeten hun ratinggegevens ofwel apart aan de ESMA kunnen verstrekken, ofwel één van de andere ratingbureaus binnen de groep kunnen machtigen om de gegevens te verstrekken namens alle leden van de groep die aan de rapportagevereisten moeten voldoen.

 

(6)

Voor de toepassing van deze verordening omvatten „structurering van een schulduitgifte” en „schulduitgifte” financiële instrumenten of andere activa die het gevolg zijn van een securitisatietransactie of -regeling zoals bedoeld in artikel 4, punt 61, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2).

 

(7)

Om de geregistreerde ratingbureaus in staat te stellen adequate systemen en procedures uit te werken conform de door de ESMA medegedeelde technische specificaties en om de volledige en correcte rapportage van vergoedingsgegevens te garanderen, moeten de geregistreerde ratingbureaus voor het eerst vergoedingsgegevens over individuele ratings verstrekken negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Deze eerste rapportage moet betrekking hebben op de gegevens vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Deze verplichting mag niet worden verstaan als een ontheffing van de voor geregistreerde ratingbureaus geldende verplichting om intussen overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 periodieke verslagen betreffende vergoedingen in te dienen.

 

(8)

Het prijsstellingsbeleid en de prijsstellingsprocedures moeten doorlopend worden medegedeeld, zodat alle belangrijke wijzigingen onverwijld na hun goedkeuring en uiterlijk dertig dagen na hun invoering worden gerapporteerd. De te verstrekken informatie moet in een standaardformaat worden opgesteld, zodat de ESMA de bestanden automatisch in haar interne systemen kan ontvangen en verwerken. Wegens technische moeilijkheden en de toekomstige technische vooruitgang is het mogelijk dat een aantal technische rapportage-instructies betreffende de transmissie of het formaat van de door geregistreerde ratingbureaus te verstrekken bestanden moet worden bijgewerkt. Deze bijwerkingen zullen door de ESMA via specifieke mededelingen of richtsnoeren worden medegedeeld.

 

(9)

Indien een ratingbureau niet aan zijn rapportagevereisten voldoet, moet de ESMA bevoegd zijn om de informatie op te vragen door middel van een in overeenstemming met artikel 23 ter, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 uitgevaardigd besluit, dan wel om andere onderzoeksmaatregelen te nemen.

 

(10)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die door de ESMA aan de Commissie zijn voorgelegd in overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3).

 

(11)

De ESMA heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke kosten en baten van deze normen geanalyseerd, en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten geraadpleegd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Algemene beginselen

  • 1. 
    Geregistreerde ratingbureaus dienen bij de ESMA de volgende soorten verslagen in:
 

a)

prijsstellingsbeleid en -procedures zoals beschreven in artikel 2;

 

b)

vergoedingsgegevens voor ratings afgegeven volgens het issuer-pays-model zoals beschreven in artikel 3, lid 1;

 

c)

vergoedingsgegevens voor ratings afgegeven volgens het subscriber- of investor-pays-model zoals beschreven in artikel 3, lid 2.

  • 2. 
    Geregistreerde ratingbureaus garanderen dat de aan de ESMA verstrekte informatie en gegevens accuraat en volledig zijn.
  • 3. 
    Bij groepen ratingbureaus kunnen de leden van een groep één van hen machtigen om in hun naam de krachtens deze verordening vereiste verslagen in te dienen. Elk ratingbureau in wiens naam een dergelijk verslag is ingediend, wordt in de aan de ESMA verstrekte gegevens geïdentificeerd.

Artikel 2

Prijsstellingsbeleid en -procedures

  • 1. 
    Geregistreerde ratingbureaus stellen de ESMA in kennis van hun prijsstellingsbeleid, vergoedingsstructuur of vergoedingstabellen en prijsstellingscriteria met betrekking tot de beoordeelde entiteiten of financiële instrumenten waarvoor zij ratings afgeven, alsook, in voorkomend geval, van hun prijsstellingsbeleid met betrekking tot nevendiensten.
  • 2. 
    Geregistreerde ratingbureaus garanderen dat voor elk aangeboden ratingtype het prijsstellingsbeleid de volgende elementen bevat of ervan vergezeld gaat:
 

a)

de namen van de personen die verantwoordelijk zijn voor het goedkeuren en bijhouden van het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen en/of de vergoedingsprogramma’s, met inbegrip van de personen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de vergoedingen, de interne identificatiecode, de functie en de interne afdeling waartoe zij behoren;

 

b)

eventuele interne richtsnoeren voor de toepassing van de prijsstellingscriteria in het kader van het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen en/of de vergoedingsprogramma’s met betrekking tot het bepalen van individuele vergoedingen;

 

c)

een gedetailleerde beschrijving van de vergoedingsrange of de vergoedingstabel en de criteria die op de verschillende soorten vergoedingen van toepassing zijn, met inbegrip van die waarin de vergoedingstabellen voorzien;

 

d)

een gedetailleerde beschrijving van elk vergoedingsprogramma, zoals een klantenrelatieprogramma, gebruiksfrequentieprogramma, loyaliteitsprogramma of ander programma, met inbegrip van de toepassingscriteria en de vergoedingsrange, dat op individuele ratings of sets van ratings in termen van vergoeding van toepassing kan zijn;

 

e)

in voorkomend geval, de te hanteren prijsstellingsbeginselen en -regels wanneer er een relatie of verband bestaat tussen de voor de rating- en nevendiensten in rekening gebrachte vergoedingen of enige andere diensten die worden verleend aan een klant, in de zin van de bijlage I, afdeling E, deel II, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 („cliënt”), door het ratingbureau en/of een entiteit die behoort tot zijn groep in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG van de Raad (4), alsook door een entiteit die met het ratingbureau of andere onderneming van de groep ratingbureaus van het ratingbureau is verbonden via een betrekking in de zin van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG;

 

f)

het geografische toepassingsgebied van het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabel of het vergoedingsprogramma in termen van locatie van de klanten en het ratingbureau dat of de ratingbureaus die het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabel of het vergoedingsprogramma toepast, respectievelijk toepassen;

 

g)

de namen van de personen die gemachtigd zijn om vergoedingen en andere kosten te bepalen overeenkomstig respectievelijk het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabel of het vergoedingsprogramma, met inbegrip van de personen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de vergoedingen, de interne identificatiecode, de functie en de interne afdeling waartoe zij behoren.

  • 3. 
    Geregistreerde ratingbureaus garanderen dat de prijsstellingsprocedures de volgende elementen bevatten of ervan vergezeld gaan:
 

a)

de namen van de personen die verantwoordelijk zijn voor het goedkeuren en bijhouden van de prijsstellingsprocedures, met inbegrip van de personen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de vergoedingen, de interne identificatiecode, de functie en de interne afdeling waartoe zij behoren;

 

b)

een gedetailleerde beschrijving van de geldende procedures en controles om een strikte naleving van het prijsstellingsbeleid te garanderen en te monitoren;

 

c)

een gedetailleerde beschrijving van de geldende procedures om vergoedingen te verlagen of om anderszins van de vergoedingstabel of de vergoedingsprogramma’s af te wijken;

 

d)

de namen van de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het monitoren van de toepassing van het prijsstellingsbeleid op individuele vergoedingen, met inbegrip van de interne identificatiecode, de functie en de interne afdeling waartoe zij behoren;

 

e)

de namen van de personen die rechtstreeks verantwoordelijk zijn voor het garanderen van de overeenstemming tussen de individuele vergoedingen en het prijsstellingsbeleid, met inbegrip van de interne identificatiecode, de functie en de interne afdeling waartoe zij behoren;

 

f)

een gedetailleerde beschrijving van de te nemen maatregelen bij een inbreuk op het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures;

 

g)

een gedetailleerde beschrijving van de procedure om aan de ESMA elke wezenlijke inbreuk op het prijsstellingsbeleid of de prijsstellingsprocedures te melden die een inbreuk op bijlage I, afdeling B, punt 3 quater, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 tot gevolg kan hebben.

Artikel 3

Lijst van aan elke klant in rekening gebrachte vergoedingen

  • 1. 
    Geregistreerde ratingbureaus die ratings afgeven volgens een issuer-pays-model, delen aan de ESMA de vergoedingen mede die voor individuele ratings en nevendiensten per rechtspersoon en in geaggregeerde vorm per groep van ondernemingen aan elke klant in rekening worden gebracht.
  • 2. 
    Geregistreerde ratingbureaus die ratings afgeven volgens een subscriber- of investor-pays-model, delen aan de ESMA per klant het totaalbedrag aan vergoedingen voor dergelijke diensten en voor de verleende nevendiensten mede.
  • 3. 
    Alle afwijkingen van het prijsstellingsbeleid of de prijsstellingsprocedures, dan wel de niet-toepassing van een prijsstellingsbeleid, vergoedingstabel, vergoedingsprogramma of prijsstellingsprocedure op een rating worden in het in tabel 1 van bijlage II beschreven formaat door de geregistreerde ratingbureaus geregistreerd, onder duidelijke vermelding van de belangrijkste redenen voor de afwijking en van de betrokken individuele rating. Deze geregistreerde informatie wordt op verzoek onmiddellijk ter beschikking gesteld aan de ESMA.

Artikel 4

Ratingtypen

Geregistreerde ratingbureaus classificeren de te rapporteren ratings in overeenstemming met de typen die in artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2 van de Raad (5) zijn vastgelegd.

Artikel 5

Te verstrekken gegevens

  • 1. 
    Geregistreerde ratingbureaus delen aan de ESMA in aparte bestanden de in artikel 2, leden 2 en 3, vermelde elementen en de in de tabellen 1 tot en met 4 van bijlage I genoemde gegevens mede, alsook het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures.
  • 2. 
    Geregistreerde ratingbureaus delen aan de ESMA de in de tabellen 1 en 2 van bijlage II vermelde vergoedingsgegevens per afgegeven individuele rating mede, alsook de per klant in rekening gebrachte vergoedingen voor ratings en eventuele nevendiensten in overeenstemming met artikel 3, lid 1.
  • 3. 
    Geregistreerde ratingbureaus die ratings hebben afgegeven volgens een subscriber- of investor-pays-model, delen aan de ESMA in overeenstemming met artikel 3, lid 2, de in tabel 1 van bijlage III vermelde gegevens mede voor elke klant van de verleende ratingdiensten.
  • 4. 
    De in de tabellen 1 tot en met 4 van bijlage I, de in de tabellen 1 en 2 van bijlage II en de in tabel 1 van bijlage III genoemde gegevens worden in aparte bestanden aan de ESMA medegedeeld.

Artikel 6

Eerste rapportage

  • 1. 
    Binnen dertig dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening verstrekt elk geregistreerd ratingbureau in overeenstemming met artikel 5, lid 1, gegevens aan de ESMA door de tabellen 1 tot en met 4 van bijlage I in te vullen en door aparte bestanden in te dienen voor het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures die het voor elk ratingtype toepast waarin het actief is.
  • 2. 
    Het in artikel 5, leden 2 en 3, bedoelde eerste verslag over de vergoedingen wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening bij de ESMA ingediend en bevat de gegevens die vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening tot en met 30 juni 2015 zijn verzameld.
  • 3. 
    Het in artikel 5, leden 2 en 3, bedoelde tweede verslag over de vergoedingen wordt uiterlijk op 31 maart 2016 bij de ESMA ingediend en bevat de gegevens die tussen 1 juli 2015 en 31 december 2015 zijn verzameld.

Artikel 7

Doorlopende rapportage

  • 1. 
    Onverminderd de vereisten van artikel 6 inzake de eerste rapportage wordt de in overeenstemming met artikel 5 medegedeelde informatie jaarlijks uiterlijk op 31 maart ingediend en bevat zij de gegevens en het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures met betrekking tot het vorige kalenderjaar.
  • 2. 
    Onverminderd lid 1 worden wezenlijke wijzigingen in het prijsstellingsbeleid, de vergoedingstabellen, de vergoedingsprogramma’s en de procedures doorlopend aan de ESMA gemeld zonder onnodige vertraging na de goedkeuring ervan en uiterlijk dertig dagen na de invoering ervan.
  • 3. 
    Geregistreerde ratingbureaus stellen de ESMA onmiddellijk in kennis van alle uitzonderlijke omstandigheden die de rapportage in overeenstemming met deze verordening tijdelijk kunnen verhinderen of vertragen.

Artikel 8

Rapportageprocedures

  • 1. 
    Geregistreerde ratingbureaus dienen de gegevensbestanden in volgens de door de ESMA verstrekte technische instructies en met behulp van het rapportagesysteem van de ESMA.
  • 2. 
    Geregistreerde ratingbureaus slaan de in overeenstemming met artikel 5 aan de ESMA verzonden en door haar ontvangen gegevensbestanden, alsook alle in artikel 3, lid 3, bedoelde geregistreerde informatie over afwijkingen in elektronische vorm op gedurende ten minste vijf jaar. Deze bestanden worden op verzoek ter beschikking gesteld aan de ESMA.
  • 3. 
    Ingeval een geregistreerd ratingbureau feitelijke fouten in de gerapporteerde gegevens opmerkt, stelt het de ESMA daar onverwijld van in kennis en gaat het over tot correctie van de gegevens in kwestie volgens de door de ESMA verstrekte technische instructies.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 30 september 2014.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (2) 
    Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
  • (4) 
    Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de geconsolideerde jaarrekening (PB L 193 van 18.7.1983, blz. 1).
  • (5) 
    Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2 van de Commissie van 30 september 2014 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor de periodieke verslagen betreffende de door de ratingbureaus in rekening gebrachte vergoedingen met het oog op het doorlopend toezicht van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (zie bladzijde 24 van dit Publicatieblad).
 

BIJLAGE I

Tabel 1

Rapportage van het prijsstellingsbeleid per bestaande ratingklasse en latere belangrijke bijwerkingen

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

CRA scope

Identificatiecode van de ratingbureaus die het prijsstellingsbeleid hanteren.

Verplicht

ISO 17442

3

Pricing policy identifier

Unieke identificatiecode van het prijsstellingsbeleid die steeds dezelfde blijft in de tijd. Bij alle andere wijzigingen dan een wijziging in de reikwijdte van de ratingtypen waarop het prijsstellingsbeleid van toepassing is, moet dezelfde unieke identificatiecode behouden blijven. Bij wijzigingen in de reikwijdte moet aan het prijsstellingsbeleid een nieuwe identificatiecode worden toegekend.

Verplicht

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellingsbeleid]”

4

Pricing Policy validity date

Datum waarop het prijsstellingsbeleid van kracht wordt.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd)

5

Pricing Policy end date

Laatste datum waarop het prijsstellingsbeleid van kracht is.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd) of 9999-01-01

6

Indication of model

Vermelding of het prijsstellingsbeleid betrekking heeft op ratings volgens het issuer-pays-model, dan wel volgens het investor-pays- of het subscriber-pays-model. De ESMA is zich ervan bewust dat ratingbureaus volgens meer dan één model diensten kunnen verlenen en dat het bijgevolg mogelijk is dat voor beide soorten modellen een prijsstellingsbeleid wordt toegepast. In dergelijke gevallen kan zowel „I” als „S” worden ingevuld.

Verplicht

„I” voor het issuer-pays-model, en/of

 

„S” voor het investor-pays- of subscriber-pays-model

7

Scope of the pricing policy

Beschrijving van het type ratings of nevendiensten die in het prijsstellingsbeleid zijn opgenomen of eronder vallen.

Verplicht

Vermelding of het prijsstellingsbeleid geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„C” voor ratings van ondernemingen (met uitzondering van gedekte obligaties)

 

„S” voor ratings van overheden en overheids-financieringen

 

„t” voor ratings van gestructureerde financieringen

 

„B” voor ratings van gedekte obligaties

 

„O” voor andere ratingtypen

 

„A” voor nevendiensten

8

Industry segment of the pricing policy

Bij rapportage van ratings van ondernemingen wordt vermeld of het prijsstellingsbeleid van toepassing is op ratings in een van de volgende bedrijfstakken: i) financieel, ii) verzekeringen, iii) andere ondernemingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „C” is ingevuld in veld 7 „Scope of the pricing policy”

Vermelding of het prijsstellingsbeleid geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„FI” — voor financiële instellingen, met inbegrip van banken, makelaars en handelaren,

 

„IN” — voor verzekerings-ondernemingen,

 

„CO” — voor uitgevende ondernemingen die niet als een „FI” of „IN” worden beschouwd.

9

Asset class of the pricing policy

Bij rapportage van ratings van gestructureerde financieringen wordt vermeld of het prijsstellingsbeleid van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) RMBS, ii) ABS, iii) CMBS, iv) CDO, v) ABCP, vi) overige.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „t” is ingevuld in veld 7 „Scope of the pricing policy”

Vermelding of het prijsstellingsbeleid geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„RMBS” — voor RMBS-ratings

 

„ABS” — voor ABS-ratings

 

„CMBS” — voor CMBS-ratings

 

„CDO” — voor CDO-ratings

 

„ABCP” — voor ABCP-ratings

 

„OTH” — in alle andere gevallen

10

Sector

Bij rapportage van ratings van overheden en overheidsfinancieringen wordt vermeld of het prijsstellingsbeleid van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) overheidsrating, ii) rating van een regionale of lokale overheid, iii) supranationale organisaties (andere dan internationale financiële instellingen), iv) overheidsentiteiten, v) internationale financiële instellingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „S” is ingevuld in veld 7 „Scope of the pricing policy”

Vermelding of het prijsstellingsbeleid geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„SV” — voor een overheidsrating

 

„SM” — voor een rating van een regionale of lokale overheid

 

„SO” — voor een rating van een supranationale organisatie die niet als „IF” wordt beschouwd

 

„PE” — voor een rating van een overheidsentiteit

 

„IF” — voor een rating van een internationale financiële instelling

11

Previous pricing policy

Identificatiecode van het vorige prijsstellingsbeleid dat door het huidige beleid wordt vervangen.

Verplicht

Toepas-selijk als het huidige prijs-stellings-beleid het toepassings-gebied van een vorig prijs-stellings-beleid wijzigt

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellingsbeleid]”

12

Pricing policy file name

Bestandsnaam van het prijsstellingsbeleid. Wordt aangeleverd in zip-formaat.

Verplicht

 

Tabel 2

Rapportage van de vergoedingstabellen voor elke bestaande ratingklasse en latere belangrijke bijwerkingen

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

CRA scope

Identificatiecode van de ratingbureaus die de vergoedingstabel hanteren.

Verplicht

ISO 17442

3

Fee schedule identifier

Unieke identificatiecode van de vergoedingstabel die steeds dezelfde blijft in de tijd. Bij alle andere wijzigingen dan een wijziging in de reikwijdte van de ratingtypen waarop de vergoedingstabel betrekking heeft, moet dezelfde unieke identificatiecode behouden blijven. Bij wijzigingen in de reikwijdte moet aan de vergoedingstabel een nieuwe identificatiecode worden toegekend.

Verplicht

„Fee schedule identifier” in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]”

4

Pricing policy identifier

Identificatiecode van het prijsstellingsbeleid dat middels de vergoedingstabel ten uitvoer wordt gelegd. Deze identificatiecode van het prijsstellingsbeleid stemt overeen met de in tabel 1 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identifi-catiecode van het prijsstellingsbeleid]”

5

Fee schedule validity date

Datum waarop de vergoedingstabel van kracht wordt.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd)

6

Fee schedule validity date

Laatste datum waarop de vergoedingstabel van kracht is.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd) of 9999-01-01

7

Indication of model

Vermelding of de vergoedingstabel betrekking heeft op ratings volgens het issuer-pays-model, dan wel volgens het investor-pays-model.

Verplicht

„I” voor het issuer-pays-model

 

„S” voor het investor-pays- of subscriber-pays-model

8

Rating type scope of the fee schedule

Beschrijving van het type ratings of nevendiensten die in de vergoedingstabel zijn opgenomen.

Verplicht

Vermelding of de vergoedingstabel geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„C” voor ratings van ondernemingen (met uitzondering van gedekte obligaties)

 

„S” voor ratings van overheden en overheids-financieringen

 

„t” voor ratings van gestructureerde financieringen

 

„B” voor ratings van gedekte obligaties

 

„O” voor andere ratingtypen

 

„A” voor nevendiensten

9

Industry segment of the fee schedule

Bij rapportage van ratings van ondernemingen wordt vermeld of de vergoedingstabel van toepassing is op ratings in een van de volgende bedrijfstakken: i) financieel, ii) verzekeringen, iii) andere ondernemingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „C” is ingevuld in veld 8 „Rating type scope of the fee schedule”

Vermelding of de vergoedingstabel geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„FI” — voor financiële instellingen, met inbegrip van banken, makelaars en handelaren,

 

„IN” — voor verzekerings-ondernemingen,

 

„CO” — voor uitgevende ondernemingen die niet als een „FI” of „IN” worden beschouwd.

10

Asset class of the fee schedule

Bij rapportage van ratings van gestructureerde financieringen wordt vermeld of de vergoedingstabel van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) RMBS, ii) ABS, iii) CMBS, iv) CDO, v) ABCP, vi) andere.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „t” is ingevuld in veld 8 „Rating type scope of the fee schedule”

Vermelding of de vergoedingstabel geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„RMBS” — RMBS- ratings

 

„ABS” — voor ABS-ratings

 

„CMBS” — voor CMBS-ratings

 

„CDO” — voor CDO-ratings

 

„ABCP” — voor ABCP-ratings

 

„OTH” — in alle andere gevallen

11

Sector of the fee schedule

Bij rapportage van ratings van overheden en overheidsfinancieringen wordt vermeld of de vergoedingstabel van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) overheidsrating, ii) rating van een regionale of lokale overheid, iii) supranationale organisaties (andere dan internationale financiële instellingen), iv) overheidsentiteiten, v) internationale financiële instellingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „S” is ingevuld in veld 8 „Rating type scope of the fee schedules”

Vermelding of de vergoedingstabel geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„SV” — voor een overheidsrating,

 

„SM” — voor een rating van een regionale of lokale overheid,

 

„SO” — voor een rating van een supranationale organisatie die niet als „IF” wordt beschouwd,

 

„PE” — voor een rating van een overheidsentiteit,

 

„IF” — voor een rating van een internationale financiële instelling.

12

Sub-asset of the fee schedule

Definieert de subactivaklassen voor ratings van gestructureerde financieringen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „t” is ingevuld in veld 8 en „Asset class” = „ABS” of „RMBS” of „CDO” of „OTH”.

Vermelding of de vergoedingstabel geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„CCS” — bij „ABS”: door creditcardvorderingen gedekte effecten

 

„ALB” — bij ABS: door autoleningen gedekte effecten

 

„CNS” — bij ABS: door consumentenleningen gedekte effecten

 

„SME” — bij ABS: door leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen gedekte effecten

 

„LES” — bij ABS: een door leases aan particulieren of ondernemingen gedekt effect

 

„HEL” — bij RMBS: leningen op de overwaarde van een woning

 

„PRR” — bij RMBS: eersterangs RMBS

 

„NPR” — bij RMBS: niet-eersterangs RMBS

 

„CFH” — bij CDO: een kasstroom en hybride CDO’s/CLO’s

 

„SDO” — bij CDO: synthetische CDO’s/CLO’s

 

„MVO” — bij CDO: CDO’s tegen marktwaarde

 

„SIV” — bij OTH: gestructureerde beleggingsvehikels

 

„ILS” — bij OTH: aan verzekeringen gekoppelde effecten

 

„DPC” — bij OTH: derivatenbedrijven

 

„SCB” — bij OTH: gestructureerde gedekte obligaties

 

„OTH” — in alle andere gevallen

13

Previous Fee schedule

Identificatie van de vorige vergoedingstabel die door de huidige vergoedingstabel wordt vervangen.

Toepasselijk als de huidige vergoedings-tabel het toepassings-gebied van een vorige vergoedings-tabel wijzigt

„Fee schedule identifier” in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]”

14

Fee schedule file name

Bestandsnaam van de vergoedingstabel. Wordt aangeleverd in zip-formaat.

Verplicht

 

Tabel 3

Rapportage van de vergoedingsprogramma’s per bestaande ratingklasse en latere belangrijke bijwerkingen

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

CRA scope

Identificatiecode van de ratingbureaus die het vergoedingsprogramma hanteren.

Verplicht

ISO 17442

3

Fee programme identifier

Unieke identificatiecode van het vergoedingsprogramma die steeds dezelfde blijft in de tijd. Bij alle andere wijzigingen dan een wijziging in de reikwijdte van de ratingtypen of van het type programma waarop het vergoedingsprogramma van toepassing is, moet dezelfde unieke identificatiecode behouden blijven. Bij wijzigingen in de reikwijdte moet aan het vergoedingsprogramma een nieuwe identificatiecode worden toegekend.

Verplicht

„Fee programme identifier” in het volgende formaat: „FP_[interne identificatiecode van het vergoedingen-programma]”

4

Pricing policy identifier

Identificatiecode van het prijsstellingsbeleid dat het vergoedingsprogramma ten uitvoer moet leggen. Deze identificatiecode van het prijsstellingsbeleid stemt overeen met de in tabel 1 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellingsbeleid]”

5

Fee programme validity date

Datum waarop het vergoedingsprogramma van kracht wordt.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd)

6

Fee programme end date

Laatste datum waarop het vergoedingsprogramma van kracht is.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd) of 9999-01-01

7

Indication of model

Vermelding of het vergoedingsprogramma betrekking heeft op ratings volgens het issuer-pays-model, dan wel volgens het investor-pays- of het subscriber-pays-model.

Verplicht

„I” voor het issuer-pays-model, en/of

 

„S” voor het investor-pays- of subscriber-pays-model

8

Rating type scope of the fee programme

Beschrijving van het type ratings of nevendiensten die in het vergoedings-programma zijn opgenomen.

Verplicht

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„C” voor ratings van ondernemingen (met uitzondering van gedekte obligaties)

 

„S” voor ratings van overheden en overheidsfinancierin-gen

 

„t” voor ratings van gestructureerde financieringen

 

„B” voor ratings van gedekte obligaties

 

„O” voor andere ratingtypen

 

„A” voor nevendiensten

9

Industry segment of the fee programme

Bij rapportage van ratings van ondernemingen wordt vermeld of het vergoedingsprogramma van toepassing is op ratings in een van de volgende bedrijfstakken: i) financieel, ii) verzekeringen, iii) andere ondernemingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „C” is ingevuld in veld 8 „Scope of the fee programme”

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„FI” — voor financiële instellingen, met inbegrip van banken, makelaars en handelaren,

 

„IN” — voor verzekerings-ondernemingen,

 

„CO” — voor uitgevende ondernemingen die niet als een „FI” of „IN” worden beschouwd.

10

Asset class of the fee programme

Bij rapportage van ratings van gestructureerde financieringen wordt vermeld of het vergoedingsprogramma van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) RMBS, ii) ABS, iii) CMBS, iv) CDO, v) ABCP, vi) andere.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „t” is ingevuld in veld 8 „Rating type scope of the fee programme”

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„RMBS” — voor RMBS-ratings

 

„ABS” — voor ABS-ratings

 

„CMBS” — voor CMBS-ratings

 

„CDO” — voor CDO-ratings

 

„ABCP” — voor ABCP-ratings

 

„OTH” — in alle andere gevallen

11

Sector of the fee programme

Bij rapportage van ratings van overheden en overheidsfinancieringen wordt vermeld of het vergoedingsprogramma van toepassing is op ratings in een van de volgende segmenten: i) overheidsrating, ii) rating van een regionale of lokale overheid, iii) supranationale organisaties (andere dan internationale financiële instellingen), iv) overheidsentiteiten, v) internationale financiële instellingen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „S” is ingevuld in veld 8 „Rating type scope of the fee programme”

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„SV” — voor een overheidsrating,

 

„SM” — voor een rating van een regionale of lokale overheid,

 

„SO” — voor een rating van een supranationale organisatie die niet als „IF” wordt beschouwd,

 

„PE” — voor een rating van een overheidsentiteit,

 

„IF” — voor een rating van een internationale financiële instelling

12

Sub-asset of the fee programme

Definieert de subactivaklassen voor ratings van gestructureerde financieringen.

Verplicht

Alleen toepasselijk als „t” is ingevuld in veld 8 en „Asset class” = „ABS” of „RMBS” of „CDO” of „OTH”.

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„CCS” — bij „ABS”: door creditcardvorderingen gedekte effecten

 

„ALB” — bij ABS: door autoleningen gedekte effecten

 

„CNS” — bij ABS: door consumentenleningen gedekte effecten

 

„SME” — bij ABS: door leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen gedekte effecten

 

„LES” — bij ABS: een door leases aan particulieren of ondernemingen gedekte effecten

 

„HEL” — bij RMBS: leningen op de overwaarde van een woning

 

„PRR” — bij RMBS: eersterangs RMBS

 

„NPR” — bij RMBS: niet-eersterangs RMBS

 

„CFH” — bij CDO: een kasstroom en hybride CDO’s/CLO’s

 

„SDO” — bij CDO: een synthetische CDO’s/CLO’s

 

„MVO” — bij CDO: CDO’s tegen marktwaarde

 

„SIV” — bij OTH: gestructureerde beleggingsvehikels

 

„ILS” — bij OTH: aan verzekeringen gekoppelde effecten

 

„DPC” — bij OTH: derivatenbedrijven

 

„SCB” — bij OTH: gestructureerde gedekte obligaties

 

„OTH” — in alle andere gevallen

13

Type of programme included

Beschrijving van het type programma dat in het vergoedingsprogramma is opgenomen, waarbij onder andere wordt vermeld of het een gebruiksfrequentie-programma, een loyaliteitsprogramma, multi-emissieprogramma’s, de aankoop van een pakket ratings of andere typen programma’s betreft en/of omvat.

 

Vermelding of het vergoedingsprogramma geldt voor één of meer van de volgende rubrieken:

 

„All”

 

„F” gebruiks-frequentie

 

„L” loyaliteits-programma

 

„M” multi-emissieprogramma’s

 

„B” voor de aankoop van een pakket van een vooraf bepaald aantal ratings

 

„OTH” andere typen vergoedingsprogram-ma’s

14

Previous fee programme

Identificatiecode van het vorige vergoedings-programma dat door het huidige vergoedings-programma wordt vervangen.

Verplicht

Toepasselijk als het huidige vergoedings-programma het toepassingsgebied van een vorig vergoedings-programma wijzigt.

„Fee programme identifier” in het volgende formaat: „FP_[interne identificatiecode van het vergoedingen-programma]”

15

Fee schedule(s)

Uniek identificatienummer van de vergoedingstabel(len) die van toepassing zijn op of samenhangen met het vergoedingsprogramma. Deze identificatiecode van de vergoedingstabel stemt overeen met de in tabel 2 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

Indien toepasselijk

„Fee schedule identifier” in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]”

16

Fee programme file name

Bestandsnaam van het vergoedingsprogramma. Wordt aangeleverd in zip-formaat.

Verplicht

 

Tabel 4

Rapportage van geldende prijsstellingsprocedures en latere belangrijke bijwerkingen

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

CRA scope

Identificatiecode van de ratingbureaus die de prijsstellingsprocedure hanteren.

Verplicht

ISO 17442

3

Procedure identifier

Unieke identificatiecode van de prijsstellingsprocedure die steeds dezelfde is in de tijd.

Verplicht

 

4

Pricing policy identifier

Identificatiecode van het prijsstellingsbeleid dat volgens de prijsstellingsprocedure ten uitvoer wordt gelegd. Deze identificatiecode van het prijsstellingsbeleid stemt overeen met de in tabel 2 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellingsbeleid]”

5

Fee schedule identifier

Identificatiecode van de tabel(len) waarmee de prijsstellingsprocedure ten uitvoer wordt gelegd. Deze identificatiecode van de vergoedingstabel(len) stemt overeen met de in tabel 2 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

Indien toepasselijk

„Fee schedule identifier in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]” ”

6

Fee programme identifier

Identificatiecode van de vergoedingsprogramma(’s) die volgens de prijsstellingsprocedure ten uitvoer worden gelegd. Deze identificatiecode van de vergoedingsprogramma’s stemt overeen met de in tabel 3 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Verplicht

Indien toepasselijk

„Fee programme identifier” in het volgende formaat: „FP_[interne identificatiecode van het vergoedingsprogramma]”

7

Pricing procedure validity date

Datum waarop de prijsstellingsprocedure van kracht wordt.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd)

8

Pricing procedure end date

Laatste datum waarop de prijsstellingsprocedure van kracht is.

Verplicht

Datumformaat volgens ISO 8601 (jjjj-mm-dd) of 9999-01-01

9

Pricing procedure file name

Bestandsnaam van de prijsstellingsprocedure. Wordt aangeleverd in zip-formaat.

Verplicht

 
 

BIJLAGE II

Tabel 1

Aan de ESMA te rapporteren gegevens per rating die volgens het issuer-pays-model is toegekend

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

Reporting year

Het kalenderjaar waarop de verslagperiode betrekking heeft.

Verplicht

Formaat: jjjj

3

Rating identifier

Unieke identificatiecode van de rating. Deze blijft ongewijzigd in de tijd en stemt overeen met de identificatiecode die is gerapporteerd conform Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2 [in te voegen referentie naar ERP RTS]

Verplicht

4

Contract rating start date

Datum van het eerste contract voor de ratingdiensten. Deze komt doorgaans overeen met de datum waarop de vergoedingen voor de ratingdiensten worden vastgelegd.

Verplicht

Datum- en tijdformaat volgens ISO 8601: jjjj-mm-dd

5

Fee schedule used

Unieke identificatiecode van de vergoedingstabel in overeenstemming waarmee de vergoedingen zijn vastgelegd. Deze identificatiecode van de vergoedingstabel stemt overeen met de in tabel 2 van bijlage I vermelde identificatiecode(s). Wanneer geen vergoedingstabel is gebruikt om de prijs te bepalen, wordt de identificatiecode van het prijsstellingsbeleid gebruikt. Deze identificatiecode van het prijsstellingsbeleid stemt overeen met de in tabel 1 van bijlage I vermelde identificatiecode(s).

Indien noch een prijsstellingsbeleid, noch een vergoedingstabel is toegepast, moet „N” worden ingevuld.

Verplicht

„Fee schedule identifier” in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]”, of „Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellingsbeleid]”

„N” Niet toegepast

6

Person(s) responsible for pricing

Interne identificatiecode die door het ratingbureau is toegekend aan de persoon of personen die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de vergoedingen met betrekking tot de rating door de geldende vergoedingstabel en/of het geldende vergoedingsprogramma toe te passen, of aan de persoon die uitzonderingen of kortingen op de vergoedingstabel en/of het vergoedingsprogramma toestaat.

Verplicht

De interne identificatiecode van de verantwoordelijke persoon

7

Client Identifier

Unieke code die door het ratingbureau wordt toegekend om de klant te identificeren. Deze code komt doorgaans overeen met de uitgevende instelling van het instrument of de entiteit, maar het mag in geen geval een SPV betreffen. Bij gestructureerde financieringsinstrumenten moet de unieke code de initiator identificeren, dan wel een andere entiteit die vanuit economisch oogpunt (bv. arranger), direct of indirect via een SPV of SIV, daadwerkelijk met het ratingbureau de vergoedingen overeenkomt. Deze code komt overeen met één klantidentificatiecode zoals vermeld in tabel 2 van bijlage II.

Verplicht

 

8

Indication of whether the individual rating benefited from fee exemption or reduction

Het is mogelijk dat voor sommige ratings geen aparte directe vergoeding moet worden betaald of dat daarvoor een korting geldt omdat de klant eventueel voor een set ratings een nominaal uitgiftebedrag per jaar (of voor een andere vastgelegde termijn) of een forfaitair bedrag heeft betaald, of omdat de ratings deel uitmaken van een „pakket” van ratings („groepsvergoeding”). Dit veld geeft aan of op de rating een dergelijke regeling met de klant van toepassing is.

Verplicht

„C” — valt onder de groepsvergoedings-regeling

 

„N” — valt niet onder de groepsvergoedings-regeling

9

Total amount of fees charged

Bevat het totale vergoedingsbedrag dat tijdens het vorige kalenderjaar voor de ratings in rekening is gebracht. Wanneer voor de individuele rating geen vergoeding is betaald, moet het bedrag bij alle onder de groepsvergoedingsregeling vallende ratings op één na, gelijk zijn aan 0.

Verplicht

Bedrag in EUR

10

Amount of initial fees paid

Bevat het bedrag van de vooruitbetaalde/eerste vergoedingen die tijdens het vorige kalenderjaar in rekening zijn gebracht.

Verplicht

Bedrag in EUR

11

Surveillance fees paid

Bevat het bedrag van de jaarlijkse toezicht-/monitoring-vergoedingen die tijdens het vorige kalenderjaar in rekening zijn gebracht.

Verplicht

Bedrag in EUR

12

Other fees charged for rating service

Bevat het totaalbedrag van de andere vergoedingen of kosten die tijdens het vorige kalenderjaar in rekening zijn gebracht.

Indien toepasselijk

Bedrag in EUR

13

Description of other fees

Geeft aan of de in rekening gebrachte vergoedingen enige betaling of vergoeding voor een snelle verwerking van ratingverzoeken door de klant omvatten.

Verplicht

Toepasse-lijk als „Other fees charged” is ingevuld in het veld „Other fees charged for rating service” (veld 12).

„Y” — wanneer een vergoeding voor snelle verwerking in rekening is gebracht

 

„N” — wanneer geen vergoeding voor snelle verwerking in rekening is gebracht

14

Negotiation links with other ratings

Geeft aan of de onderhandelingen over de ratingvergoeding aan andere bestaande ratings van de klant waren gekoppeld en of dit heeft geleid tot wijzigingen in de definitieve vergoedingen die zijn toegepast en door de klant zijn betaald. Hiertoe behoren ratingdiensten met betrekking tot vehikels die ter bevordering van een uitgifte zijn opgezet, zoals een MTN-programma.

Verplicht

„Y” — Ja

 

„N” — Neen

15

Identification of the linked rating(s)

Unieke identificatiecode van de aan de gerapporteerde rating gekoppelde rating(s) (bv. bij gestructureerde financieringen, een master-trust-structuur en haar series)

Verplicht

Toepasse-lijk als „Y” is ingevuld in veld 14.

Lijst van identificatiecodes

16

Fee programme

Geeft aan of de klant van lagere individuele vergoedingen geniet in het kader van een frequentie- of een ander vergoedingsprogramma.

Verplicht

„Y” — Ja

 

„N” — Neen

17

Identification of fee programme

Identificatiecode van het vergoedingsprogramma in overeenstemming waarmee de prijs voor de rating wordt bepaald. Moet het vergoedingsprogramma identificeren dat overeenstemt met de identificatiecode in het toepasselijke vergoedings-programma dat in tabel 3 van bijlage I is vermeld.

Verplicht als „Y” is ingevuld in veld 16.

„Fee programme identifier” in het volgende formaat: „FP_[interne identificatiecode van het vergoedingen-programma]”

Tabel 2

Aan de ESMA te verstrekken gegevens voor per klant ontvangen vergoedingen voor rating- en nevendiensten

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

Client identifier

Unieke code die door het ratingbureau wordt toegekend om de klant te identificeren. Klanten kunnen uitgevende instellingen, beoordeelde entiteiten en/of initiators zijn, en/of entiteiten omvatten die vanuit economisch oogpunt, direct of indirect via een SPV of SIV, met het ratingbureau de vergoedingen in het kader van ratingregelingen overeenkomen. Duidelijkheidshalve moet worden opgemerkt dat een klant in geen geval een SPV of SIV mag zijn. In al deze gevallen behoudt de klant dezelfde unieke identificatiecode.

Verplicht

 

3

Legal entities

Lijst van rechtspersonen die in het veld „Client Identifier” zijn opgenomen.

Verplicht

Lijst van namen van rechtspersonen

4

Total overall fees billed

Totaalbedrag aan vergoedingen die in het vorige kalenderjaar aan de klant in rekening zijn gebracht voor ratingdiensten volgens het issuer-pays-model.

Verplicht

Bedrag in EUR

5

Client ratings

Geeft aan hoeveel ratings de klant op 31 december van het vorige kalenderjaar bij het ratingbureau had.

Verplicht

Aantal ratings

6

Total fees for programmes

Totaalbedrag aan vergoedingen die in het vorige kalenderjaar aan de klant in rekening zijn gebracht voor ratingdiensten die niet uit een individuele rating voortvloeien, maar uit een frequentie-, relatie- of ander type programma van forfaitaire vergoedingen en uit extra afgiftevergoedingen, die een of meer ratings kunnen betreffen.

Verplicht

Bedrag in EUR

7

Identification of ratings

Identificatiecode van de ratings die tijdens het vorige kalenderjaar in het kader van een vergoedingsprogramma zijn afgegeven of daaronder vallen.

Verplicht

Lijst van ratingidentificatiecodes

8

Fees received for ancillary services

Totaalbedrag aan vergoedingen die in het vorige kalenderjaar door de groep ratingbureaus aan de klant in rekening zijn gebracht voor nevendiensten.

Verplicht

Bedrag in EUR

9

Main ancillary services

Identificatiecode van de drie belangrijkste diensten, in termen van inkomsten, die de groep ratingbureaus in het vorige kalenderjaar aan de klant heeft verleend.

Verplicht Als meer dan 0 is geantwoord in veld 8 „Fees received for ancillary services”.

Lijst van nevendiensten

10

Ranking of ancillary services

Rangorde van de nevendiensten voor de drie belangrijkste diensten die in veld 9 „Main ancillary services” zijn ingevuld, in termen van inkomsten.

Verplicht Ingeval meer dan 0 is geantwoord in veld 8 „Fees received for ancillary services”.

Rangorde van nevendiensten

11

Other services

Geeft aan of bij de bepaling van de vergoedingen voor de aan de klant verleende ratingdiensten rekening is gehouden met diensten die zijn verleend zowel door entiteiten die behoren tot de groep ratingbureaus in de zin van de artikelen 1 en 2 van Richtlijn 83/349/EEG, als door entiteiten die met het ratingbureau of met een andere onderneming van de groep ratingbureaus zijn verbonden via een betrekking in de zin van artikel 12, lid 1, van Richtlijn 83/349/EEG.

Verplicht

„Y” — Ja

 

„N” — Neen

 

BIJLAGE III

Tabel 1

Aan de ESMA te verstrekken gegevens voor ontvangen vergoedingen voor ratingdiensten op basis van het subscriber- of investor-pays-model

Deze gegevens moeten per klant worden verstrekt voor:

 

i)

de 100 grootste klanten in termen van inkomsten voor dit type ratingdienst,

 

ii)

alle andere klanten die als belegger geabonneerd zijn op of betalen voor ratings en ook door de groep ratingbureaus worden beoordeeld.

 

Nr.

Veldnaam

Beschrijving

Type

Norm

1

CRA identifier

Code die wordt gebruikt om het rapporterende ratingbureau te identificeren. Wordt door de ESMA toegekend bij de registratie.

Verplicht

 

2

Client identifier

Code die intern door het systeem wordt gebruikt om de klant te identificeren die betaalt, aan wie wordt gefactureerd of die anderszins met het ratingbureau prijzen overeenkomt om de ratingdienst te ontvangen.

Verplicht

 

3

Fees per client

Totaalbedrag aan vergoedingen die voor in het vorige kalenderjaar verleende ratingdiensten op basis van een abonnement aan de klant in rekening zijn gebracht.

Verplicht

Bedrag in EUR

4

Identification of pricing policy

Identificatiecode van het prijsstellingsbeleid in overeenstemming waarmee het ratingbureau aan zijn klant factureert. De „Pricing policy identifier” stemt overeen met de in tabel 1 van bijlage I bij deze technische reguleringsnorm vermelde identificatiecode van het toepasselijke prijsstellingsbeleid.

Verplicht

Indien toepasse-lijk

„Pricing policy identifier” in het volgende formaat: „PP_[interne identificatiecode van het prijsstellings-beleid]”

5

Identification of fee schedule

Identificatie van de drie belangrijkste vergoedingstabellen in overeenstemming waarmee het ratingbureau aan zijn klant factureert. De „Fee schedule identifier” stemt overeen met de in tabel 3 van bijlage I bij deze technische reguleringsnorm vermelde identificatiecode van de toepasselijke vergoedingstabel.

Verplicht

Indien toepasselijk

„Fee schedule identifier” in het volgende formaat: „FS_[interne identificatiecode van de vergoedingstabel]”

6

Identification of fee programme

Identificatiecode van de drie belangrijkste vergoedingsprogramma’s in overeenstemming waarmee het ratingbureau aan zijn klant factureert. De „Fee programme identifier” stemt overeen met de in tabel 4 van bijlage I bij deze technische reguleringsnorm vermelde identificatiecode van het toepasselijke vergoedingsprogramma.

Verplicht

Indien toepasselijk

„Fee programme identifier” in het volgende formaat: „FP_[interne identificatiecode van het vergoedingen-programma]”

7

Issuer or rated entity

Geeft aan of de klant ook een uitgevende instelling, beoordeelde entiteit of anderszins een klant conform tabel 2 van bijlage II is.

Verplicht

„Y” — Ja

 

„N” — Neen

8

Top client indication

Geeft aan of de klant tijdens het vorige kalenderjaar tot de 100 belangrijkste abonneeklanten behoorde in termen van inkomsten.

Verplicht

„Y” — Ja

 

„N” — Neen

9

Fees received for ancillary services

Totaalbedrag aan vergoedingen die in het vorige kalenderjaar door de groep ratingbureaus voor nevendiensten aan de klant in rekening is gebracht.

Verplicht

Bedrag in EUR

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.