Richtlijn 2013/64 - Wijziging van Richtlijnen van de Raad 91/271/EEG en 1999/74/EG, en Richtlijnen 2000/60/EG, 2006/7/EG, 2006/25/EG en 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad als gevolg van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de EU
28.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 353/8 |
RICHTLIJN 2013/64/EU VAN DE RAAD
van 17 december 2013
tot wijziging van Richtlijnen van de Raad 91/271/EEG en 1999/74/EG, en Richtlijnen 2000/60/EG, 2006/7/EG, 2006/25/EG en 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad als gevolg van de wijziging in de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 349,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Na raadpleging van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de bijzondere wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad (3) heeft de Europese Raad besloten de status van Mayotte ten aanzien van de Unie met ingang van 1 januari 2014 te wijzigen. Bijgevolg zal Mayotte vanaf deze datum niet langer een land of gebied overzee zijn, maar een ultraperifeer gebied van de Unie in de zin van artikel 349 en artikel 355, punt 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (hierna „Mayotte”). Ingevolge deze wijziging van de juridische status van Mayotte, zal het recht van de Unie met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn op Mayotte. Gezien de specifieke structurele sociale en economische situatie van Mayotte dienen er echter bepaalde specifieke maatregelen betreffende de bijzondere voorwaarden voor de toepassing van het Unierecht te worden genomen. |
(2) |
Bovendien is het wenselijk rekening te houden met de bijzondere situatie in Mayotte wat betreft de toestand van het milieu. Deze moet aanzienlijk worden verbeterd om te voldoen aan de milieudoelstellingen die door het recht van de Unie zijn vastgesteld en daar is extra tijd voor nodig. Teneinde de toestand van het milieu geleidelijk te verbeteren, moeten er binnen specifieke termijnen specifieke maatregelen worden vastgesteld. |
(3) |
Om te voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG van de Raad (4), moeten in Mayotte maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat agglomeraties beschikken over een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater. Deze maatregelen vereisen infrastructuurwerkzaamheden die volgens gepaste administratieve en planologische procedures moeten verlopen en waarvoor bovendien systemen moeten worden opgezet voor het meten en controleren van lozingen van stedelijk afvalwater. Gelet op de specifieke structurele en economische situatie van Mayotte, moet Frankrijk voldoende tijd krijgen om aan deze vereisten te voldoen. |
(4) |
Op het gebied van landbouw wordt met betrekking tot Richtlijn 1999/74/EG van de Raad (5) opgemerkt dat legkippen in Mayotte in niet-aangepaste kooien worden gehouden. Gezien de aanzienlijke investeringen en voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn voor de vervanging van niet-aangepaste kooien door aangepaste kooien of alternatieve systemen, moet het verbod op het gebruik van niet-aangepaste kooien worden uitgesteld voor een periode van ten hoogste 48 maanden vanaf 1 januari 2014. Om concurrentieverstoringen te voorkomen mogen eieren, afkomstig van houderijen die niet aangepaste kooien gebruiken, enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Om de noodzakelijke controles te vergemakkelijken, moet een speciaal merk worden aangebracht op eieren die in niet-aangepaste kooien zijn geproduceerd. |
(5) |
Wat betreft Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (6), moet Frankrijk met het oog op de correcte tenuitvoerlegging van de richtlijn inzake stroomgebiedsbeheerplannen, beheerplannen vaststellen en uitvoeren die technische en administratieve maatregelen bevatten om een goede watertoestand van alle oppervlaktewaterlichamen te bereiken en om achteruitgang daarvan te voorkomen. Frankrijk moet, gelet op de specifieke structurele sociale en economische situatie van het nieuwe ultraperifere gebied Mayotte, voldoende tijd krijgen om deze maatregelen te kunnen vaststellen en uitvoeren. |
(6) |
Wat betreft Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad (7), is de huidige toestand van de oppervlaktewateren in Mayotte zodanig dat aanzienlijke verbeteringen vereist zijn om te voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn. De kwaliteit van zwemwater is rechtstreeks afhankelijk van de behandeling van stedelijk afvalwater en er kan slechts geleidelijk worden voldaan aan de bepalingen van Richtlijn 2006/7/EG als de agglomeraties die de kwaliteit van stedelijk afvalwater aantasten voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 91/271/EEG. Daarom moeten specifieke termijnen worden vastgesteld opdat Frankrijk aan de normen van de Unie kan voldoen wat betreft de zwemwaterkwaliteit in Mayotte als nieuw ultraperifeer gebied en gelet op de bijzondere sociale en economische situatie. |
(7) |
Op het gebied van sociaal beleid moet rekening worden gehouden met de moeilijkheden die men in Mayotte zal ondervinden om met ingang van 1 januari 2014 te voldoen aan Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad (8). Er zijn in Mayotte, wegens de bijzondere sociale en economische situatie, geen technische voorzieningen beschikbaar voor de uitvoering van de maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn waar het gaat om kunstmatige optische straling. Het is daarom passend om tot en met 31 december 2017 een afwijking van sommige bepalingen van deze richtlijn toe te kennen aan Frankrijk, voor zover deze voorzieningen in Mayotte niet beschikbaar zijn en onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers. |
(8) |
Om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers op het werk te waarborgen, moet ervoor worden gezorgd dat de sociale partners worden geraadpleegd, dat de risico's ten gevolge van de afwijking tot een minimum worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder een verscherpt gezondheidstoezicht staan. Het is belangrijk dat de duur van de afwijking zo veel mogelijk wordt beperkt. De nationale afwijkende maatregelen moeten daarom elk jaar worden geëvalueerd en worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor zij gerechtvaardigd werden, ophouden te bestaan. |
(9) |
Wat betreft Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad (9), vereist de omzetting van deze richtlijn dat een aantal aanpassingen wordt doorgevoerd teneinde de continuïteit van de zorgverlening en de informatieverstrekking aan patiënten te waarborgen. Het is daarom wenselijk dat Frankrijk na 1 januari 2014 over een aanvullende periode van dertig maanden kan beschikken om de nodige bepalingen in werking te doen treden zodat Mayotte aan deze richtlijn kan voldoen. |
(10) |
De Richtlijnen 91/271/EEG, 1999/74/EG, 2000/60/EG, 2006/7/EG, 2006/25/EG en 2011/24/EU moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Richtlijn 91/271/EEG
Richtlijn 91/271/EEG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd: „1 bis. In afwijking van de eerste en tweede alinea van lid 1 zorgt Frankrijk ervoor dat alle agglomeraties in Mayotte als ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „Mayotte”) beschikken over een opvangsysteem voor stedelijk afvalwater:
|
2) |
In artikel 4 wordt het volgende lid ingevoegd: „1 bis. In afwijking van lid 1 zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardig proces wordt onderworpen:
|
3) |
In artikel 5 wordt het volgende lid ingevoegd: „2 bis. In afwijking van lid 2 zorgt Frankrijk ervoor dat stedelijk afvalwater in Mayotte dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing in kwetsbare gebieden aan een behandeling wordt onderworpen die verder gaat dan de in artikel 4 bedoelde behandeling:
|
4) |
Aan het einde van artikel 7 wordt de volgende alinea ingevoegd: „In afwijking van de eerste alinea wordt de termijn ten aanzien van Mayotte vastgesteld op 31 december 2027.”. |
5) |
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Wijziging in Richtlijn 1999/74/EG
Aan artikel 5 van Richtlijn 1999/74/EG wordt het volgende lid toegevoegd:
„3. In afwijking van lid 2 mogen legkippen in Mayotte als ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „Mayotte”) verder worden gehouden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk tot en met 31 december 2017.
Het bouwen of voor het eerst in gebruik nemen van de in dit hoofdstuk bedoelde kooien is met ingang van 1 januari 2014 verboden in Mayotte.
Eieren afkomstig van houderijen die legkippen houden in kooien als bedoeld in dit hoofdstuk, mogen enkel op de plaatselijke markt van Mayotte worden verhandeld. Deze eieren en de verpakkingen daarvan worden duidelijk geïdentificeerd met een speciaal merk, zodat de noodzakelijke controles kunnen plaatsvinden. Een duidelijke beschrijving van dit speciale merk wordt uiterlijk op 1 januari 2014 aan de Commissie meegedeeld.”.
Artikel 3
Wijziging van Richtlijn 2000/60/EG
Richtlijn 2000/60/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 4
Wijziging van Richtlijn 2006/7/EG
Richtlijn 2006/7/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Aan artikel 6, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2015.”. |
3) |
Aan artikel 13, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd: „Voor Mayotte wordt de in de eerste alinea bedoelde termijn vastgesteld op 30 juni 2014.”. |
Artikel 5
Wijziging van Richtlijn 2006/25/EG
In Richtlijn 2006/25/EG wordt het volgende artikel ingevoegd:
„Artikel 14 bis
-
1.Onverminderd de algemene beginselen inzake bescherming en preventie op het gebied van gezondheid en veiligheid van werknemers, kan Frankrijk in Mayotte als ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna „Mayotte”) tot en met 31 december 2017 afwijken van de toepassing van de bepalingen die nodig zijn om te voldoen aan deze richtlijn, op voorwaarde dat voor de toepassing daarvan specifieke technische voorzieningen vereist zijn en dat deze voorzieningen niet beschikbaar zijn in Mayotte.
De eerste alinea is niet van toepassing op de verplichtingen van artikel 5, lid 1, van deze richtlijn en evenmin op de bepalingen van deze richtlijn die een weerspiegeling vormen van de algemene beginselen als uiteengezet in Richtlijn 89/391/EEG.
-
2.Elke afwijking van deze richtlijn als gevolg van de toepassing van maatregelen die op 1 januari 2014 bestaan of als gevolg van de vaststelling van nieuwe maatregelen, wordt voorafgegaan door een raadpleging van de sociale partners in overeenstemming met de nationale wetgeving en praktijken. Deze afwijkingen worden toegepast onder voorwaarden die rekening houden met de bijzondere omstandigheden in Mayotte en waarborgen dat de daaruit voortvloeiende risico's voor werknemers tot een minimum worden beperkt en dat de betrokken werknemers onder verscherpt gezondheidstoezicht staan.
-
3.De nationale afwijkende maatregelen worden, na raadpleging van de sociale partners, elk jaar herzien en worden ingetrokken zodra de omstandigheden waardoor zij gerechtvaardigd werden opgehouden hebben te bestaan.”.
Artikel 6
Wijziging van Richtlijn 2011/24/EU
Aan artikel 21 van Richtlijn 2011/24/EU wordt het volgende lid toegevoegd:
„3. In afwijking van de eerste zin van lid 1 doet Frankrijk, ten aanzien van Mayotte als ultraperifeer gebied in de zin van artikel 349 VWEU, de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen uiterlijk op 30 juni 2016 in werking treden.”.
Artikel 7
Omzetting
-
1.Frankrijk dient de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen als volgt vast te stellen en bekend te maken:
a) |
wat betreft artikel 1, de punten 1, 2 en 3, uiterlijk op 31 december 2018; |
b) |
wat betreft artikel 1, punt 5, uiterlijk op de respectievelijk in de punten a) en b) vermelde data; |
c) |
wat betreft artikel 2, uiterlijk op 1 januari 2014; |
d) |
wat betreft artikel 3, punt 1, uiterlijk op 31 december 2018; |
e) |
wat betreft artikel 3, de punten 2 en 3, uiterlijk op de daarin vermelde data; |
f) |
wat betreft artikel 4, punt 1, onder a), uiterlijk op 31 december 2018; |
g) |
wat betreft artikel 4, punt 1, onder b), uiterlijk op 30 juni 2021; |
h) |
wat betreft artikel 4, de punten 2 en 3, uiterlijk op de daarin vermelde data; |
i) |
wat betreft artikel 5, uiterlijk op 1 januari 2014, tenzij Frankrijk geen gebruik maakt van de mogelijkheid die wordt voorzien in dat artikel; |
j) |
wat betreft artikel 6, uiterlijk op 30 juni 2016. |
Frankrijk deelt de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee.
Wanneer Frankrijk die bepalingen vaststelt, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden bepaald door Frankrijk.
-
2.Frankrijk deelt de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die het op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststelt.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op 1 januari 2014.
Artikel 9
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de Franse Republiek.
Gedaan te Brussel, 17 december 2013.
Voor de Raad
De voorzitter
-
L.LINKEVIČIUS
-
Advies van 12 december 2013 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Besluit 2012/419/EU van de Europese Raad van 11 juli 2012 houdende wijziging van de status van Mayotte ten aanzien van de Europese Unie (PB L 204 van 31.7.2012, blz. 131).
-
Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PB L 135 van 30.5.1991, blz. 40).
-
Richtlijn 1999/74/EG van de Raad van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PB L 203 van 3.8.1999, blz. 53).
-
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PB L 327 van 22.12.2000, blz. 1).
-
Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG (PB L 64 van 4.3.2006, blz. 37).
-
Richtlijn 2006/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende de minimumvoorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan risico's van fysische agentia (kunstmatige optische straling) (19e bijzondere Richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG) (PB L 114 van 27.4.2006, blz. 38).
-
Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg (PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.