Verordening 2012/423 - Wijziging van Verordening 1083/2006, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit

1.

Wettekst

23.5.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 133/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 423/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 22 mei 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad, wat betreft sommige bepalingen betreffende risicodelingsinstrumenten voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 177,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio's,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De ongekende wereldwijde financiële crisis en economische neergang hebben de economische groei en de financiële stabiliteit ernstig geschaad en een sterke verslechtering van de financiële, economische en sociale omstandigheden in verschillende lidstaten tot gevolg gehad.

 

(2)

Hoewel reeds belangrijke maatregelen zijn genomen om de negatieve effecten van de crisis op te vangen, waaronder wijzigingen van het wetgevend kader, doen de gevolgen van de financiële crisis voor de reële economie, de arbeidsmarkt en de burgers zich op grote schaal voelen.

 

(3)

Krachtens artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, dat de mogelijkheid biedt financiële bijstand van de Unie te verlenen in geval van moeilijkheden of ernstige dreiging van grote moeilijkheden in een lidstaat, die onder meer worden veroorzaakt door buitengewone gebeurtenissen die deze lidstaat niet kan beheersen, is bij Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad (3) een Europees financieel stabilisatiemechanisme ingesteld dat tot doel heeft de financiële stabiliteit van de Unie te vrijwaren.

 

(4)

Bij Uitvoeringsbesluit 2011/77/EU van de Raad (4) en Uitvoeringsbesluit 2011/344/EU van de Raad (5) is respectievelijk aan Ierland en aan Portugal financiële bijstand krachtens Verordening (EU) nr. 407/2010 verleend.

 

(5)

Griekenland had reeds vóór de inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. 407/2010 te kampen met ernstige moeilijkheden ten aanzien van zijn financiële stabiliteit. Daarom kon de financiële bijstand aan Griekenland niet op die verordening worden gebaseerd.

 

(6)

Het akkoord tussen de kredietverstrekkers en de leningsovereenkomst voor Griekenland die op 8 mei 2010 werden ondertekend, zijn op 11 mei 2010 van kracht geworden. Het akkoord tussen de kredietverstrekkers moet onverminderd van kracht blijven gedurende een programmaperiode van drie jaar en zolang er bedragen uitstaan in het kader van de leningsovereenkomst.

 

(7)

Verordening (EG) nr. 332/2002 van de Raad van 18 februari 2002 houdende instelling van een mechanisme voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (6) bepaalt dat de Raad wederzijdse bijstand dient te verlenen wanneer een lidstaat die niet deelneemt aan de euro ernstige moeilijkheden ondervindt of dreigt te ondervinden ten aanzien van de betalingsbalans.

 

(8)

Bij Beschikking 2009/102/EG van de Raad (7) en Beschikking 2009/459/EG van de Raad (8) is financiële bijstand krachtens Verordening (EG) nr. 332/2002 aan respectievelijk Hongarije en Roemenië verleend.

 

(9)

Op 11 juli 2011 hebben de ministers van Financiën van de 17 lidstaten van de eurozone het Verdrag tot instelling van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) ondertekend. Na de besluiten van de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone van 21 juli en 9 december 2011 werd het verdrag gewijzigd om de doeltreffendheid van het mechanisme te verbeteren, en werd het op 2 februari 2012 ondertekend. Krachtens dat verdrag zal het ESM tegen 2013 de taken op zich nemen die momenteel worden uitgevoerd door de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees financieel stabilisatiemechanisme. Derhalve dient in deze verordening met het ESM rekening te worden gehouden.

 

(10)

In zijn conclusies van 23 en 24 juni 2011 verwelkomde de Europese Raad het voornemen van de Commissie om te zorgen voor sterkere synergieën tussen het kredietprogramma voor Griekenland en de fondsen van de Unie, en sprak hij zijn steun uit voor de inspanningen om Griekenland meer in staat te stellen de middelen van de Unie aan te spreken teneinde de groei en de werkgelegenheid te stimuleren door zich opnieuw te richten op het verbeteren van het concurrentievermogen en het scheppen van werkgelegenheid. Hij verwelkomde tevens het uitgebreide programma voor technische bijstand aan Griekenland dat door de Commissie, in samenwerking met de lidstaten, is opgesteld, en sprak zijn steun hiervoor uit.

 

(11)

In de verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone en de EU-instellingen van 21 juli 2011 werden de Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) verzocht de synergieën tussen leningsprogramma's en fondsen van de Unie in alle landen waarvoor bijstand van de Unie of het Internationaal Monetair Fonds geldt, te vergroten. Deze verordening moet tot die doelstelling bijdragen.

 

(12)

In de verklaring van de leden van de Europese Raad van 30 januari 2012 kwamen de staatshoofden en regeringsleiders overeen als urgente maatregel extra EIB-steun voor infrastructuur te verlenen en verzochten zij de Raad, de Commissie en de EIB na te gaan hoe de EIB meer armslag zou kunnen krijgen om de groei te bevorderen en passende aanbevelingen te doen, mede betreffende de mogelijkheden om de financieringscapaciteit van de EIB-groep met de algemene begroting van de Europese Unie te ondersteunen. Met deze verordening wordt aan dat verzoek in de context van het huidige crisisbeheer gevolg gegeven.

 

(13)

De uitvoering van de operationele programma's en projecten op het gebied van infrastructuur en productieve investeringen in Griekenland ondervindt ernstige problemen omdat de omstandigheden voor de deelname van de private sector, met name de financiële sector, als gevolg van de economische en financiële crisis ingrijpend is veranderd.

 

(14)

Om die problemen te verlichten en de uitvoering van operationele programma's en projecten te versnellen, alsmede het economisch herstel te versterken, moeten de lidstaten die ernstige moeilijkheden hebben ondervonden of dreigden te ondervinden ten aanzien van hun financiele stabiliteit en die financiële steun hebben ontvangen uit hoofde van een van de financiële steunmechanismen zoals omschreven in artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds (9), als gewijzigd bij Verordening (EU) nr. 1311/2011 van het Europees Parlement en de Raad (10), de mogelijkheid hebben financiële middelen van operationele programma's te gebruiken voor de instelling van risicodelingsinstrumenten die leningen of garanties of andere financiele faciliteiten verstrekken ter ondersteuning van projecten en concrete acties die onder een operationeel programma vallen.

 

(15)

Gezien de ruime expertise van de EIB als belangrijke financier van infrastructuurprojecten en haar toezegging om het economisch herstel te ondersteunen, moet de Commissie de mogelijkheid hebben risicodelingsinstrumenten in te stellen door middel van een daartoe met de EIB gesloten samenwerkingsovereenkomst. Om rechtszekerheid te waarborgen is het noodzakelijk de kenmerkende voornaamste voorwaarden van een dergelijke samenwerkingsovereenkomst in Verordening (EG) nr. 1083/2006 op te nemen. Wat betreft de specifieke crisisbeheersfunctie van de risicodelingsinstrumenten, zoals bepaald in deze verordening, moeten de specifieke voorwaarden van iedere samenwerking worden vastgelegd in een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst die tussen de Commissie en de EIB wordt gesloten overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (11).

 

(16)

Gezien de noodzaak om de investeringsmogelijkheden die in de betrokken lidstaten kunnen ontstaan, uit te breiden, moet de Commissie ook de mogelijkheid hebben risicodelingsinstrumenten in te stellen met nationale of internationale publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke entiteiten die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak en voldoende financiële garanties bieden, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, onder c), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, onder soortgelijke voorwaarden als die welke op en door de EIB worden toegepast.

 

(17)

Om in de context van de huidige economische, financiële en sociale crisis snel te kunnen reageren, moeten risicodelingsinstrumenten, zoals bepaald op grond van deze verordening overeenkomstig artikel 54, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 door de Commissie worden uitgevoerd.

 

(18)

Omwille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet er een definitie van risicodelingsinstrument in artikel 36 bis van Verordening (EG) nr. 1083/2006, als gewijzigd bij deze verordening, worden ingevoegd. Risicodelingsinstrumenten moeten worden gebruikt voor leningen, garanties en andere financiële faciliteiten om concrete acties te financieren die door het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) of het Cohesiefonds worden medegefinancierd, voor wat betreft investeringskosten die niet kunnen worden gefinancierd als subsidiabele uitgaven ingevolge artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, of gefinancierd ingevolge de staatssteunregels van de Unie. Daarom is het ook nodig te voorzien in een afwijking van artikel 54, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

 

(19)

Een lidstaat die van een risicodelingsinstrument gebruik wenst te maken, moet in zijn schriftelijke verzoek aan de Commissie duidelijk vermelden waarom hij aan een van de subsidiabiliteitsvoorwaarden van artikel 77, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 meent te voldoen, met bijvoeging daaraan van alle informatie die voorgeschreven wordt in deze verordening om aan te tonen dat aan de genoemde subsidiabiliteitsvoorwaarde wordt voldaan. In zijn verzoek moet de verzoekende lidstaat aangeven welke programma's (met de lijst van projectvoorstellen en daarmee samenhangende financieringsbehoeften) door het EFRO of het Cohesiefonds worden medegefinancierd en welk deel van de toewijzingen voor 2012 en 2013 hij van deze programma's wil overhevelen naar het risicodelingsinstrument. Het verzoek van de lidstaat moet uiterlijk op 31 augustus 2013 aan de Commissie worden overgemaakt, opdat het besluit van de Commissie over de deelname van de verzoekende lidstaat aan een risicodelingsinstrument uiterlijk op 31 december 2013 kan worden genomen. Voordat de Commissie een besluit over het verzoek van de lidstaat neemt, moeten de daarmee samenhangende operationele programma's in het kader van het EFRO en het Cohesiefonds worden herzien overeenkomstig artikel 33, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006.

 

(20)

Geselecteerde concrete acties die subsidiabel zijn krachtens een risicodelingsinstrument, moeten hetzij grote projecten zijn waarover de Commissie al eerder een besluit heeft genomen overeenkomstig artikel 41 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, hetzij andere projecten die door het EFRO of het Cohesiefonds worden medegefinancierd en die onder een of meerdere operationele programma's daarvan vallen, wanneer deze projecten te kampen hebben met een financieringsgebrek ten aanzien van de door particuliere investeerders te dragen investeringskosten. Ten slotte kunnen geselecteerde concrete acties ook concrete acties zijn die bijdragen aan de doelstellingen van het nationale strategische referentiekader van de verzoekende lidstaat en van de communautaire strategische richtsnoeren inzake cohesie en die van dien aard zijn dat zij groei kunnen ondersteunen en het economisch herstel kunnen bevorderen, afhankelijk van de beschikbaarheid van middelen onder het risicodelingsinstrument.

 

(21)

Voorts moet de verzoekende lidstaat in zijn verzoek het uitsluitend ten behoeve van die lidstaat beschikbare bedrag vermelden dat hem in het kader van het cohesiebeleid is toegewezen overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1083/2006 en dat voor de doelstellingen van het risicodelingsinstrument uitsluitend kan worden gereserveerd in de vastleggingen in de begroting van de Unie die in 2012 en 2013 moeten worden verricht overeenkomstig artikel 75, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1083/2006; dit bedrag mag niet hoger zijn dan 10 % van de indicatieve totale toewijzing voor de verzoekende lidstaat voor de periode 2007-2013 in het kader van het EFRO en het Cohesiefonds en goedgekeurd overeenkomstig artikel 28, lid 3, onder b), van Verordening (EG) nr. 1083/2006. Ten slotte moet worden gewaarborgd dat de financiële toewijzingen van de Unie aan het risicodelingsinstrument, met inbegrip van de beheerskosten en andere subsidiabele kosten, strikt beperkt blijven tot het bovengenoemde maximumbedrag voor de bijdrage van de Unie aan het risicodelingsinstrument, en dat er geen verdere voorwaardelijke verbintenissen voor de algemene begroting van de Europese Unie zijn. Ieder restrisico dat voortvloeit uit de concrete acties die in het kader van het risicodelingsinstrument worden gefinancierd, moet daarom worden gedragen door hetzij de EIB, hetzij de nationale of internationale publiekrechtelijke organen of de privaatrechtelijke entiteiten met een openbaredienstverleningstaak waarmee het risicodelingsinstrument via een samenwerkingsovereenkomst is ingesteld. Het moet krachtens deze verordening voor dezelfde lidstaat mogelijk zijn om aan het risicodelingsinstrument toegewezen terugvloeiende of resterende bedragen opnieuw te gebruiken, op verzoek van de lidstaat en binnen hetzelfde risicodelingsinstrument, op voorwaarde dat de lidstaat nog aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden voldoet.

 

(22)

De Commissie moet controleren of de door de verzoekende lidstaat ingediende informatie correct is en of het verzoek van de lidstaat gegrond is, en de Commissie moet bevoegd zijn om door middel van een uitvoeringshandeling binnen vier maanden na het verzoek van de lidstaat een besluit te nemen over de voorwaarden voor deelname van de verzoekende lidstaat aan het risicodelingsinstrument. Alleen projecten waarvoor een gunstig financieringsbesluit is genomen door de EIB dan wel door nationale of internationale publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke entiteiten die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak, naar gelang het geval, mogen echter in aanmerking komen voor financiering via een bestaand risicodelingsinstrument. Om redenen van transparantie en rechtszekerheid moet het besluit van de Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

 

(23)

Gezien het doel, met name crisisbeheer, en de aard van het bij deze verordening ingestelde risicodelingsinstrument, en gezien de ongekende crisis die de internationale markten treft en de economische neergang die de financiële stabiliteit van verschillende lidstaten ernstige schade hebben toegebracht en die vragen om een snelle reactie om de effecten op de werkelijke economie, de arbeidsmarkt en de burgers te beperken, is het wenselijk dat deze verordening op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie in werking treedt.

 

(24)

Verordening (EG) nr. 1083/2006 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1083/2006 wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 14, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De aan de fondsen toegewezen begroting van de Unie wordt onder gedeeld beheer door de lidstaten en de Commissie uitgevoerd overeenkomstig artikel 53, onder b), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (12), met uitzondering van het in artikel 36 bis van deze verordening bedoelde instrument en de in artikel 45 van deze verordening bedoelde technische bijstand.

Het beginsel van goed financieel beheer is van toepassing overeenkomstig artikel 48, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

 

2)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 36 bis

Risicodelingsinstrument

  • 1. 
    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder risicodelingsinstrument een financieringsinstrument verstaan dat de gehele of gedeeltelijke dekking van een omschreven risico garandeert, in voorkomend geval in ruil voor een overeengekomen vergoeding.
  • 2. 
    Een lidstaat die aan een van de in artikel 77, lid 2, onder a), b) en c), gestelde voorwaarden voldoet, kan een deel van de overeenkomstig de artikelen 19 en 20 verdeelde totale middelen toewijzen aan een risicodelingsinstrument dat wordt ingesteld via een samenwerkingsovereenkomst tussen de Commissie en de EIB of tussen de Commissie en nationale of internationale publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke entiteiten die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak en voldoende financiële garanties bieden, zoals bedoeld in artikel 54, lid 2, onder c), van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, onder soortgelijke voorwaarden als die welke op en door de EIB („het gecontracteerde uitvoeringsorgaan”) worden toegepast, om de voorzieningen en kapitaaltoewijzingen voor garanties en leningen, alsmede andere financiële faciliteiten, die uit hoofde van het risicodelingsinstrument worden verstrekt, te dekken.
  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde samenwerkingsovereenkomst omvat voorschriften betreffende met name: het totaalbedrag van de bijdrage van de Unie en een tijdschema voor de toekenning ervan; de voorwaarden voor de door het gecontracteerde uitvoeringsorgaan te openen trustrekening; de criteria om in aanmerking te komen voor het gebruik van de bijdrage van de Unie; de details met betrekking tot de exacte risicodeling (met inbegrip van de hefboomratio) die moet worden afgedekt, en de garanties die door het gecontracteerde uitvoeringsorgaan moeten worden geboden; de waardering van het risicodelingsinstrument, op basis van de risicomarge en de dekking van alle administratieve kosten van het risicodelingsinstrument; de uitvoerings- en goedkeuringsprocedure voor de projectvoorstellen die onder het risicodelingsinstrument vallen; de periode tijdens dewelke het risicodelingsinstrument beschikbaar is; en de rapportageverplichtingen.

Als een gemiddelde wordt ernaar gestreefd dat het exacte door het gecontracteerde uitvoeringsorgaan gedragen risico (inclusief de hefboomratio), zoals bepaald in de samenwerkingsovereenkomst, minstens 1,5 keer zo hoog is als de bijdrage van de Unie aan het risicodelingsinstrument.

De betalingen aan het risicodelingsinstrument vinden in tranches plaats overeenkomstig het geplande gebruik van het risicodelingsinstrument voor de verstrekking van leningen en garanties ter financiering van specifieke concrete acties.

  • 4. 
    In afwijking van artikel 54, lid 5, wordt het risicodelingsinstrument gebruikt om concrete acties te financieren die door het EFRO of het Cohesiefonds worden medegefinancierd, wat betreft investeringskosten die niet kunnen worden gefinancierd als subsidiabele uitgaven ingevolge artikel 55 van Verordening (EG) nr. 1083/2006, of gefinancierd ingevolge de staatssteunregels van de Unie.

Ook kan het worden gebruikt voor de financiering van concrete acties die bijdragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het nationale strategische referentiekader van de verzoekende lidstaat en van de communautaire strategische richtsnoeren inzake cohesie krachtens Beschikking 2006/702/EG van de Raad (13), en die een aanzienlijke toegevoegde waarde opleveren voor de Uniestrategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei.

  • 5. 
    Het risicodelingsinstrument wordt door de Commissie uitgevoerd in het kader van indirect gecentraliseerd beheer overeenkomstig de artikelen 54 en 56 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.
  • 6. 
    Een lidstaat die in aanmerking wenst te komen voor het risicodelingsinstrument dient uiterlijk op 31 augustus 2013 een schriftelijk verzoek in bij de Commissie. In zijn verzoek vermeldt de lidstaat alle benodigde informatie om het volgende vast te stellen:
 

a)

dat de lidstaat aan één van de in artikel 77, lid 2, onder a), b) of c), genoemde voorwaarden voldoet, door de vermelding van het besluit van de Raad of een andere wetgevingshandeling waaruit dit blijkt;

 

b)

de lijst van programma's (met de projectvoorstellen en de daarmee samenhangende financieringsbehoeften) die door het EFRO of het Cohesiefonds worden medegefinancierd, en het deel van de toewijzingen voor 2012 en 2013 dat de lidstaat van deze programma's naar het risicodelingsinstrument wil overhevelen;

 

c)

de lijst van voorgestelde projecten overeenkomstig lid 4, tweede alinea, en het deel van de toewijzingen voor 2012 en 2013 dat de lidstaat van deze programma's naar het risicodelingsinstrument wil overhevelen;

 

d)

het uitsluitend ten behoeve van de lidstaat beschikbare bedrag dat is toegewezen in het kader van het cohesiebeleid ingevolge artikel 18, lid 2, alsook een indicatie van het bedrag dat voor de doelstellingen van het risicodelingsinstrument exclusief kan worden gereserveerd in de vastleggingen in de begroting van de Unie die in de jaren 2012 en 2013 moeten worden verricht overeenkomstig artikel 75, lid 1.

  • 7. 
    Na te hebben gecontroleerd of het verzoek van de lidstaat correct en gegrond is, stelt de Commissie binnen vier maanden na het verzoek van de lidstaat door middel van een uitvoeringshandeling een besluit vast waarin het systeem wordt gespecificeerd dat is ingesteld om te garanderen dat het beschikbare bedrag uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van de lidstaat die dit bedrag binnen de financiële toewijzing in het kader van het cohesiebeleid heeft verstrekt ingevolge artikel 18, lid 2, en waarin de voorwaarden worden vastgesteld voor deelname van de verzoekende lidstaat aan het risicodelingsinstrument. De voorwaarden hebben met name betrekking op het volgende:
 

a)

traceerbaarheid en boekhouding, informatie over het gebruik van de middelen, betalingsvoorwaarden en monitoring- en controlesystemen;

 

b)

de structuur van de vergoedingen en andere administratieve en beheerskosten;

 

c)

een indicatieve lijst van projecten die in aanmerking komen voor financiering, en

 

d)

de maximale bijdrage van de Unie die uit de beschikbare toewijzingen van de lidstaat aan het risicodelingsinstrument kan worden toegewezen, en de betalingstermijnen die nodig zijn voor de praktische tenuitvoerlegging.

Het besluit van de Commissie wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De Commissie garandeert dat bij haar besluit over een verzoek van een lidstaat alleen projecten voor financiering uit een bestaand risicodelingsinstrument in aanmerking komen, waarvoor een positief financieringsbesluit wordt genomen door de EIB dan wel door nationale of internationale publiekrechtelijke organen of privaatrechtelijke entiteiten die zijn belast met een openbaredienstverleningstaak.

  • 8. 
    Het in lid 7 bedoelde besluit van de Commissie wordt voorafgegaan door de herziening van de operationele programma's die onder het EFRO en het Cohesiefonds vallen overeenkomstig artikel 33, lid 2.
  • 9. 
    De financiële toewijzingen voor het risicodelingsinstrument zijn strikt begrensd en niet hoger dan 10 % van de indicatieve totale toewijzing voor de verzoekende lidstaat voor de periode 2007-2013 in het kader van het EFRO en het Cohesiefonds, die is goedgekeurd overeenkomstig artikel 28, lid 3, onder b). De financiële toewijzingen die beschikbaar zijn voor de projecten zoals omschreven in lid 4, tweede alinea, van dit artikel zijn beperkt tot de bedragen die overblijven na financiering van de in lid 4, eerste alinea, genoemde concrete acties. Naast de totale bijdrage van de Unie aan het risicodelingsinstrument die is goedgekeurd in het in lid 7 bedoelde besluit, creëert de deelname van de Unie aan het risicodelingsinstrument geen verdere voorwaardelijke verbintenissen voor de algemene begroting van de Europese Unie noch voor de betrokken lidstaat.
  • 10. 
    Terugvloeiende of resterende bedragen na de beëindiging van een concrete actie die onder het risicodelingsinstrument valt, mogen op verzoek van de betrokken lidstaat worden hergebruikt in het kader van het risicodelingsinstrument, mits de lidstaat nog steeds voldoet aan een van de voorwaarden van artikel 77, lid 2, onder a), b) en c). Indien de lidstaat aan geen enkele van die voorwaarden meer voldoet, wordt het terugvloeiende of resterende bedrag als bestemmingsontvangsten in de zin van artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 beschouwd. Op verzoek van de betrokken lidstaat worden de uit deze bestemmingsontvangsten voortvloeiende aanvullende vastleggingskredieten het daaropvolgende jaar toegevoegd aan de financiële toewijzing van die lidstaat in het kader van het cohesiebeleid.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 22 mei 2012.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • M. 
    SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

  • N. 
    WAMMEN
 

  • (2) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 19 april 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 26 april 2012 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (4) 
    Uitvoeringsbesluit van de Raad 2011/77/EU van 7 december 2010 tot verlening van financiële bijstand van de Unie aan Ierland (PB L 30 van 4.2.2011, blz. 34).
  • (7) 
    Beschikking 2009/102/EG van de Raad van 4 november 2008 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Hongarije (PB L 37 van 6.2.2009, blz. 5).
  • (8) 
    Beschikking 2009/459/EG van de Raad van 6 mei 2009 tot verlening van financiële middellangetermijnbijstand van de Gemeenschap aan Roemenië (PB L 150 van 13.6.2009, blz. 8).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.