Verordening 2010/1096 - Toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s

1.

Wettekst

15.12.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 331/162

 

VERORDENING (EU) Nr. 1096/2010 VAN DE RAAD

van 17 november 2010

tot toewijzing aan de Europese Centrale Bank van specifieke taken betreffende de werking van het Europees Comité voor systeemrisico’s

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 6,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De financiële crisis heeft grote tekortkomingen aan het licht gebracht in het financiële toezicht, dat er niet in is geslaagd de ongunstige macroprudentiële ontwikkelingen te voorzien en de accumulatie van buitensporige risico’s binnen de financiële sector te voorkomen, en heeft in het bijzonder de zwakke punten van het bestaande macroprudentiële toezicht aangetoond.

 

(2)

In november 2008 heeft de Commissie een groep op hoog niveau onder voorzitterschap van Jacques de Larosière (de „groep-De Larosière”) opdracht gegeven aanbevelingen te doen over de wijze waarop de Europese toezichtregelingen kunnen worden versterkt met het oog op een betere bescherming van de burgers en het herstel van het vertrouwen in het financiële stelsel.

 

(3)

In zijn op 25 februari 2009 gepresenteerde eindrapport heeft de groep-De Larosière onder meer aanbevolen een orgaan op het niveau van de Unie op te richten dat belast is met het toezicht op het risico in het financiële stelsel als geheel.

 

(4)

In haar mededeling van 4 maart 2009 met als titel „Op weg naar Europees herstel” heeft de Commissie zich verheugd getoond over deze aanbevelingen van de groep-De Larosière en de strekking ervan grotendeels onderschreven. Op zijn bijeenkomst van 19 en 20 maart 2009 heeft de Europese Raad overeenstemming bereikt over de noodzaak de regulering van en het toezicht op financiële instellingen binnen de Unie te verbeteren en het rapport van de groep-De Larosière als uitgangspunt voor maatregelen te nemen.

 

(5)

In haar mededeling van 27 mei 2009 met als titel „Europees financieel toezicht” stelt de Commissie een aantal hervormingen voor van de huidige regelingen voor het waarborgen van de financiële stabiliteit op het niveau van de Unie, met name de oprichting van een Europees Comité voor systeemrisico’s (European Systemic Risk Board — ESRB), dat belast is met het macroprudentiële toezicht. De Raad van 9 juni 2009 en de Europese Raad van 18 en 19 juni 2009 hebben het standpunt van de Commissie onderschreven en hebben zich verheugd getoond over het voornemen van de Commissie om met wetgevingsvoorstellen te komen zodat het nieuwe kader integraal tot stand kan worden gebracht.

 

(6)

Bij Verordening (EU) nr. 1092/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3) zijn op het niveau van de Unie macroprudentieel toezicht op het financiële stelsel en een Europees Comité voor systeemrisico’s (ESRB) ingesteld.

 

(7)

Door haar deskundigheid in macroprudentiële kwesties kan de Europese Centrale Bank (ECB) er veel toe bijdragen om het macroprudentiële toezicht op het financiële stelsel in de Unie efficiënt te maken.

 

(8)

Het secretariaat van het ESRB wordt verzorgd door de ECB, die daarvoor voldoende personele en financiële middelen moet uittrekken. De arbeidsvoorwaarden van het personeel van de ECB moeten derhalve ook gelden voor het personeel van het secretariaat. Volgens de preambule van het besluit van de ECB van 9 juni 1998 inzake de goedkeuring van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de Europese Centrale Bank, zoals gewijzigd op 31 maart 1999 (ECB/1998/4) (4), moet het personeel van de ECB worden aangeworven uit de onderdanen van de lidstaten met inachtneming van een zo breed mogelijke geografische spreiding.

 

(9)

De Raad heeft op 9 juni 2009 als conclusie aangenomen dat de ECB het ESRB analytische, statistische, administratieve en logistieke ondersteuning moet verlenen. Aangezien het ESRB zich moet buigen over alle aspecten en gebieden van de financiële stabiliteit, dient de ECB een beroep te doen op nationale centrale banken en toezichthouders, zodat die hun specifieke deskundigheid ter beschikking kunnen stellen. Er moet dan ook gebruik worden gemaakt van de door het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) geboden mogelijkheid om specifieke taken betreffende het beleid inzake prudentieel toezicht aan de ECB op te dragen, door de ECB het secretariaat van het ESRB te laten verzorgen.

 

(10)

Het verlenen van statistische ondersteuning aan het ESRB is een taak die moet worden toevertrouwd aan de ECB, wat betekent dat op het overeenkomstig deze verordening vergaren en verwerken van informatie, naargelang de behoeften van het ESRB bij het vervullen van zijn taken, artikel 5 van het statuut van het Europees Stelsel van centrale banken en van de ECB, alsook Verordening (EG) nr. 2533/1998 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (5) van toepassing zijn. Vertrouwelijke statistische gegevens die worden verzameld door de ECB of het Europees Stelsel van centrale banken, moeten derhalve met het ESRB worden gedeeld. Deze verordening laat Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek (6) onverlet.

 

(11)

Het secretariaat dient de vergaderingen van het ESRB voor te bereiden en de werkzaamheden van de algemene raad, het stuurcomité, het technisch adviescomité en het wetenschappelijk adviescomité van het ESRB te ondersteunen. Het secretariaat dient namens het ESRB alle nodige informatie voor het vervullen van de taken van het ESRB te vergaren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Lidmaatschap

De president en de vicepresident van de Europese Centrale Bank (ECB) zijn lid van de algemene raad van het Europees Comité voor systeemrisico’s (hierna „het ESRB” genoemd), zoals opgericht bij Verordening (EU) nr. 1092/2010.

Artikel 2

Ondersteuning van het ESRB

De ECB zorgt voor een secretariaat, en verleent het ESRB hiermee analytische, statistische, logistieke en administratieve ondersteuning. De opdracht van het secretariaat als omschreven in artikel 4, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1092/2010, behelst in het bijzonder:

 

a)

het voorbereiden van de vergaderingen van het ESRB;

 

b)

overeenkomstig artikel 5 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en artikel 5 van deze verordening, het vergaren en verwerken van informatie, met inbegrip van statistische informatie, namens en ten behoeve van het vervullen van de taken van het ESRB;

 

c)

het voorbereiden van de nodige analyses voor het vervullen van de taken van het ESRB, met gebruikmaking van het technisch advies van de nationale centrale banken en toezichthouders;

 

d)

het ondersteunen van het ESRB in zijn internationale samenwerking op administratief gebied met andere organen die bevoegd zijn voor macroprudentiële kwesties;

 

e)

het ondersteunen van de werkzaamheden van de algemene raad, het stuurcomité, het technisch adviescomité en het wetenschappelijk adviescomité.

Artikel 3

Organisatie van het secretariaat

  • 1. 
    De ECB zorgt voor toereikende personele en financiële middelen voor het vervullen van haar taak met betrekking tot het verzorgen van het secretariaat van het ESRB.
  • 2. 
    Het hoofd van het secretariaat wordt in overleg met de algemene raad van het ESRB door de ECB aangesteld.

Artikel 4

Beheer

  • 1. 
    De voorzitter van de algemene raad en het stuurcomité geven namens het ESRB instructies aan het hoofd van het secretariaat.
  • 2. 
    Het hoofd van het secretariaat of zijn vertegenwoordiger woont de vergaderingen bij van de algemene raad, het stuurcomité, het technisch adviescomité en het wetenschappelijk adviescomité van het ESRB.

Artikel 5

Informatievergaring namens het ESRB

  • 1. 
    Het ESRB bepaalt welke informatie nodig is voor het vervullen van zijn taken, als omschreven in artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1092/2010. Daartoe vergaart het secretariaat namens het ESRB alle nodige informatie op regelmatige en ad hoc-basis, overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1092/2010 en behoudens artikel 6 van onderhavige verordening.
  • 2. 
    Het secretariaat voorziet de Europese toezichthoudende autoriteiten namens het ESRB van de informatie over risico’s die zij nodig hebben voor het vervullen van hun taken.

Artikel 6

Vertrouwelijkheid van gegevens en documenten

  • 1. 
    Onverminderd de toepassing van het strafrecht mogen vertrouwelijke gegevens waarvan het secretariaat beroepshalve kennis krijgt, aan geen enkele persoon of autoriteit buiten het ESRB bekend worden gemaakt, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm zodat individuele financiële instellingen niet kunnen worden geïdentificeerd.
  • 2. 
    Het secretariaat zorgt ervoor dat documenten op zodanige wijze aan het ESRB worden voorgelegd dat de vertrouwelijkheid ervan gewaarborgd is.
  • 3. 
    De ECB waarborgt het vertrouwelijke karakter van de gegevens die het secretariaat ontvangt met het oog op het vervullen van de taken van de ECB uit hoofde van deze verordening. De ECB zet interne mechanismen op en stelt interne voorschriften vast ter bescherming van de gegevens die het secretariaat namens het ESRB vergaart. Het personeel van de ECB houdt zich aan de toepasselijke voorschriften betreffende het beroepsgeheim.
  • 4. 
    Informatie die als gevolg van de toepassing van deze verordening door de ECB wordt verkregen, wordt alleen voor de in artikel 2 vermelde doeleinden gebruikt.

Artikel 7

Toegang tot documenten

  • 1. 
    Het secretariaat van het ESRB ziet erop toe dat het Besluit van de Europese Centrale Bank van 4 maart 2004 inzake de toegang van het publiek tot documenten van de Europese Centrale Bank (ECB/2004/3) (7) wordt toegepast.
  • 2. 
    De praktische regeling voor de toepassing van Besluit ECB/2004/3 op documenten betreffende het ESRB wordt uiterlijk op 17 juni 2011 vastgesteld.

Artikel 8

Evaluatieclausule

Uiterlijk op 17 december 2013 onderzoekt de Raad deze verordening op basis van een verslag van de Commissie. Na het advies van de ECB en van de Europese toezichthoudende autoriteiten te hebben ingewonnen, bepaalt hij of deze verordening opnieuw moet worden bezien.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 16 december 2010.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 november 2010.

Voor de Raad

De voorzitter

  • D. 
    REYNDERS
 

  • (1) 
    Advies van 22 september 2010 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.