Verordening 2008/296 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 tot vaststelling van een gemeenschappelijke code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
9.4.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 97/60 |
VERORDENING (EG) Nr. 296/2008 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 11 maart 2008
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), wat de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden betreft
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 62, punt 1 en punt 2, onder a),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Comité van de Regio's,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) bepaalt dat een aantal maatregelen dient te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (3). |
(2) |
Besluit 1999/468/EG is gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG, waardoor de regelgevingsprocedure met toetsing is ingevoerd voor de aanneming van maatregelen van algemene strekking tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van een volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag aangenomen basisbesluit, onder meer door sommige van deze niet-essentiële onderdelen te schrappen of door het besluit aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen. |
(3) |
Opdat de regelgevingsprocedure met toetsing kan worden toegepast op, op grond van de procedure van artikel 251 van het Verdrag vastgestelde, reeds geldende besluiten, moeten, overeenkomstig de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (4) betreffende Besluit 2006/512/EG, deze besluiten volgens de geldende procedures worden aangepast. |
(4) |
De Commissie moet de bevoegdheid worden gegeven om bepaalde praktische maatregelen van grensbewaking vast te stellen en om bepaalde bijlagen te wijzigen. Daar het maatregelen van algemene strekking betreft tot wijziging van niet-essentiële onderdelen van Verordening (EG) nr. 562/2006, onder meer door haar aan te vullen met nieuwe niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de in artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG bepaalde regelgevingsprocedure met toetsing. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 562/2006 voorziet in een opschorting van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden. In hunverklaring betreffende Besluit 2006/512/EG hebben het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gesteld dat Besluit 2006/512/EG een bevredigende horizontale oplossing biedt voor het verzoek van het Europees Parlement, de uitvoering van de volgens de medebeslissingsprocedure aangenomen wetgevingsbesluiten te toetsen en dat aan de Commissie derhalve uitvoeringsbevoegdheden van onbeperkte duur moeten worden verleend. Het Europees Parlement en de Raad hebben ook verklaard erop te zullen toezien dat de voorstellen tot intrekking van bepalingen van besluiten die voorzien in een beperking in de tijd van de delegatie van de uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie, met de grootste spoed worden aangenomen. Als gevolg van de invoering van de regelgevingsprocedure met toetsing moet de bepaling van Verordening (EG) nr. 562/2006 die in de bovengenoemde opschorting voorziet, worden geschrapt. |
(6) |
Derhalve dient Verordening (EG) nr. 562/2006 te worden gewijzigd. |
(7) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, neemt Denemarken niet aan de aanneming van deze verordening deel, die bijgevolg niet bindend is voor noch van toepassing is in deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, dient Denemarken, overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde protocol, binnen een termijn van zes maanden nadat deze verordening is aangenomen te beslissen of het deze in zijn nationale wetgeving zal omzetten. |
(8) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen (5) inzake de wijze waarop Noorwegen wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6) inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst. |
(9) |
Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de overeenkomst die is ondertekend door de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de wijze waarop de Zwitserse Bondsstaat wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die betrekking hebben op het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG juncto artikel 4, lid 1, van Besluiten 2004/849/EG (7) en 2004/860/EG (8) van de Raad. |
(10) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (9). Het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. |
(11) |
Deze verordening vormt een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (10). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
Verordening (EG) nr. 562/2006 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 12, lid 5, wordt vervangen door: „5. Er kunnen aanvullende maatregelen inzake de bewaking worden vastgesteld. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 33, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”. |
2) |
Artikel 32 wordt vervangen door: „Artikel 32 Wijziging van de bijlagen De bijlagen III, IV en VIII worden volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 33, lid 2, gewijzigd.”. |
3) |
Artikel 33, lid 2, wordt vervangen door: „2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.”. |
4) |
Artikel 33, lid 4, wordt geschrapt. |
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 11 maart 2008.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
H.-G. PÖTTERING
Voor de Raad
De voorzitter
-
J.LENARČIČ
-
Advies van het Europees Parlement van 14 november 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 3 maart 2008.
-
PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).
-
Besluit 2004/849/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 368 van 15.12.2004, blz. 26).
-
Besluit 2004/860/EG van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 78).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.