Verordening 2006/2012 - Wijziging en correctie van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

1.

Wettekst

29.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 384/8

 

VERORDENING (EG) Nr. 2012/2006 VAN DE RAAD

van 19 december 2006

houdende wijziging en correctie van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1698/2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 36 en artikel 37, lid 2, derde alinea,

Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, en met name op artikel 4, lid 3,

Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Bulgarije en Roemenië (hierna „de Toetredingsakte van 2005” genoemd), en met name op artikel 56,

Gelet op het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 (1) zijn gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en bepaalde steunregelingen voor landbouwers vastgesteld.

 

(2)

Op grond van artikel 42, lid 8, en artikel 71 quinquies, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 mogen toeslagrechten die zijn verleend met gebruikmaking van de nationale reserve, niet worden overgedragen, behoudens in gevallen van vererving. In gevallen van fusies en splitsingen is het ook dienstig landbouwers toe te staan uit de nationale reserve toegewezen toeslagrechten in de resulterende nieuwe onderneming(en) in te brengen.

 

(3)

De ervaring toont dat de subsidiabiliteitsvoorschriften voor landbouwarealen bij ontkoppelde inkomenssteun niet ingewikkeld hoeven te zijn. Het is met name dienstig de voorschriften in het kader van de bedrijfstoeslagregeling voor met olijfbomen beplante landbouwarealen te vereenvoudigen.

 

(4)

In Malta hebben de meeste landbouwers in de rundvleessector geen land tot hun beschikking. De toepassing van de bij artikel 71 quaterdecies van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde bijzondere voorwaarden zou derhalve ernstige problemen voor de duurzame ontwikkeling van de rundvleessector en buitensporige administratieve rompslomp kunnen veroorzaken. Het is passend te voorzien in vereenvoudigde voorwaarden voor de betalingen uit hoofde van de bedrijfstoeslagregeling aan de betrokken landbouwers in Malta.

 

(5)

Momenteel zijn bepaalde lidstaten, waaronder Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije (hierna „de nieuwe lidstaten” genoemd) die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, van de communautaire steun voor energiegewassen uitgesloten. Bij de herziening van de regeling voor energiegewassen overeenkomstig artikel 92 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 is gebleken dat de steun voor energiegewassen vanaf 2007 tot alle lidstaten onder dezelfde voorwaarden moet worden uitgebreid. Het is derhalve dienstig het gegarandeerde maximumareaal verhoudingsgewijs te verhogen, de voor de invoering van steunregelingen in de nieuwe lidstaten vastgestelde toenameregeling niet te laten gelden voor de regeling voor energiegewassen, en de voorschriften voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling te wijzigen.

 

(6)

Teneinde het belang van blijvende energiegewassen te versterken en toename van de productie van die gewassen te stimuleren, dienen de lidstaten te worden gemachtigd nationale steun toe te kennen tot een maximum van 50 % van de aanplantkosten van blijvende energiegewassen voor arealen waarvoor een steunaanvraag voor energiegewassen is ingediend.

 

(7)

Telers van suikerbieten en suikerriet in de nieuwe lidstaten ontvangen sinds de toetreding prijssteun krachtens Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (2). Het is derhalve dienstig te bepalen dat de in hoofdstuk 10 septies van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde communautaire steun voor telers van suikerbieten en suikerriet met ingang van de dag waarop deze steun van toepassing wordt, niet onder de in artikel 143 bis van die verordening vastgestelde toenameregeling valt. Tevens is het passend, de voorwaarden voor de toepassing van deze steun en de berekening van de aan de betrokken landbouwers te verlenen toeslag te verduidelijken.

 

(8)

De ervaring toont dat de regeling inzake een enkele areaalbetaling een doeltreffend en eenvoudig systeem is voor de toekenning van ontkoppelde inkomenssteun voor landbouwers. Met het oog op vereenvoudiging dienen de lidstaten in de mogelijkheid te worden gesteld dit systeem tot en met eind 2010 te blijven toepassen. Het lijkt evenwel niet aangewezen lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, ook nog na 2008 vrij te stellen van de verplichting om de uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen op te nemen in de randvoorwaarden. Teneinde bepaalde plattelandsontwikkelingsmaatregelen met deze niet-verlenging in overeenstemming te brengen, dient hier in artikel 51 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 (3) rekening mee te worden gehouden.

 

(9)

In normale omstandigheden kunnen landbouwers zelf de voorwaarden overeenkomen voor de overdracht van het bedrijf (of een deel daarvan) dat de afzonderlijke suikerbetaling heeft ontvangen. In het geval van vererving is het evenwel dienstig te bepalen dat de erfgenaam de afzonderlijke suikerbetaling ontvangt.

 

(10)

De Toetredingsakte van 2005 en deze verordening wijzigen Verordening (EG) nr. 1782/2003 en die wijzigingen dienen op dezelfde datum van kracht te worden. In het belang van de rechtszekerheid dient de volgorde waarin die wijzigingen dienen te worden toegepast, te worden vastgesteld.

 

(11)

De Verordeningen (EG) nr. 1782/2003 en (EG) nr. 1698/2005 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

 

(12)

Bij Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (4) is bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 gewijzigd. Als gevolg van een vergissing is in de rijen „olijfolie” en „hop” geen rekening gehouden met de wijzigingen in die bijlage die zijn aangebracht bij Verordening (EG) nr. 2183/2005 van de Commissie van 22 december 2005 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 795/2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gecorrigeerd met ingang van de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 2183/2005,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1782/2003 als gewijzigd, met inbegrip van de bij de Toetredingsakte van 2005 doorgevoerde wijzigingen, wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Voor de lidstaten die de onder hoofdstuk 10 ter van titel IV vallende steun voor olijfgaarden toepassen, omvat het identificatiesysteem een geografisch informatiesysteem voor de olijventeelt dat bestaat uit een geautomatiseerde alfanumerieke databank en een geautomatiseerde grafische referentiedatabank inzake de olijfbomen en de betrokken oppervlakten.”;

 

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„3.   De lidstaten die de onder hoofdstuk 10 ter van titel IV vallende steun voor olijfgaarden niet toepassen mogen besluiten dat het identificatiesysteem voor landbouwpercelen het in lid 2 bedoelde geografisch informatiesysteem voor de olijventeelt omvat.”.

 

2)

In artikel 22, lid 1, wordt het tweede streepje vervangen door:

 

„—

in geval van een verzoek om steun voor olijfgaarden uit hoofde van hoofdstuk 10 ter van titel IV of indien de lidstaat de in artikel 20, lid 3, bedoelde optie toepast, het aantal olijfbomen en de standplaats ervan in het perceel;”.

 

3)

In artikel 42, lid 8, wordt de eerste alinea vervangen door:

„Behoudens gevallen van overdracht door feitelijke of verwachte vererving en van fusies en splitsingen, en in afwijking van artikel 46, mogen toeslagrechten die zijn verleend met gebruikmaking van de nationale reserve, gedurende een periode van vijf jaar vanaf de toekenning niet worden overgedragen. In geval van fusie of splitsing behoudt/behouden het nieuwe bedrijf/de nieuwe bedrijven de oorspronkelijk uit de nationale reserve toegewezen toeslagrechten tot het einde van de periode van vijf jaar.”.

 

4)

In artikel 44, lid 2, wordt de tweede alinea vervangen door:

„Onder „subsidiabele hectare” wordt tevens verstaan oppervlakten die met hop zijn beplant of tijdelijk uit productie moeten worden genomen, of oppervlakten waarop olijfbomen staan.”.

 

5)

Artikel 51, onder a), wordt vervangen door:

 

„a)

blijvende teelten, behalve olijfbomen of hop;”.

 

6)

Artikel 56, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De lidstaten mogen nationale steun betalen tot een maximum van 50 % van de aanplantkosten van blijvende gewassen voor de productie van biomassa op braakgelegde grond.”.

 

7)

Artikel 60, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Wanneer een lidstaat gebruikmaakt van de in artikel 59 geboden mogelijkheid, kunnen de landbouwers, in afwijking van artikel 51, onder b) en c), en overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, de percelen die zij overeenkomstig artikel 44, lid 3, hebben aangegeven, ook gebruiken voor de productie van in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 en artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 vermelde producten en van andere aardappelen dan de voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen waarvoor op grond van artikel 93 van de onderhavige verordening steun wordt verleend, maar niet voor de in artikel 51, onder a), vermelde teelten.”.

 

8)

In artikel 71 quinquies, lid 6, wordt de eerste alinea vervangen door:

„6.   Behoudens gevallen van overdracht door feitelijke of verwachte vererving, van fusies en splitsingen en indien lid 3 van toepassing is, en in afwijking van artikel 46, mogen toeslagrechten die zijn verleend met gebruikmaking van de nationale reserve, gedurende een periode van vijf jaar vanaf de toekenning niet worden overgedragen. In geval van fusie of splitsing behoudt/behouden het nieuwe bedrijf/de nieuwe bedrijven de oorspronkelijk uit de nationale reserve toegewezen toeslagrechten tot het einde van de periode van vijf jaar.”.

 

9)

Artikel 71 octies, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In afwijking van artikel 51, onder b) en c), en overeenkomstig het bepaalde in dit artikel, kunnen de landbouwers de percelen die zij overeenkomstig artikel 44, lid 3, hebben aangegeven, ook gebruiken voor de productie van in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96 of artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2201/96 vermelde producten en van andere aardappelen dan de voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen waarvoor op grond van artikel 93 van de onderhavige verordening steun wordt verleend, maar niet voor de in artikel 51, onder a), vermelde teelten.”.

 

10)

Aan artikel 71 quaterdecies wordt de volgende alinea toegevoegd:

„Voor Malta is de tweede alinea echter niet van toepassing en is de bij de eerste alinea vastgestelde afwijking van toepassing zonder de voorwaarde dat de landbouwer minstens 50 % handhaaft van de tijdens de referentieperiode uitgeoefende landbouwactiviteit, uitgedrukt in grootvee-eenheden.”.

 

11)

Aan artikel 88 wordt het volgende lid toegevoegd:

„De artikelen 143 bis en 143 quater zijn niet van toepassing op de steun voor energiegewassen in de Gemeenschap, zoals die zal zijn samengesteld op 1 januari 2007.”.

 

12)

Artikel 89, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Er wordt een gegarandeerd maximumareaal van 2 000 000 ha vastgesteld waarvoor de steun kan worden verleend.”.

 

13)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 90 bis

Nationale steun

De lidstaten worden gemachtigd nationale steun te betalen tot een maximum van 50 % van de aanplantkosten van blijvende gewassen voor arealen waarvoor een steunaanvraag voor energiegewassen is ingediend.”.

 

14)

Artikel 110 octodecies, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   In de lidstaten die de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 320/2006 vastgestelde herstructureringssteun hebben toegekend voor ten minste 50 % van de op 20 februari 2006 in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde suikerquota, wordt aan telers van suikerbieten en suikerriet communautaire steun toegekend.”.

 

15)

Artikel 110 vicies wordt vervangen door:

„Artikel 110 vicies

Bedrag van de steunmaatregel

De steun wordt uitgedrukt per ton witte suiker van standaardkwaliteit. Het bedrag van de steun is gelijk aan de helft van het bedrag dat wordt verkregen door het bedrag van het in bijlage VII, punt K.2, bedoelde maximum voor de betrokken lidstaat in het overeenkomstige jaar, te delen door het totaal van de op 20 februari 2006 in bijlage III bij Verordening (EG) nr. 318/2006 vastgestelde quota voor suiker en insulinestroop.

De artikelen 143 bis en 143 quater zijn niet van toepassing op steun voor telers van suikerbieten en suikerriet.”.

 

16)

Artikel 143 ter wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De nieuwe lidstaten kunnen uiterlijk op de datum van toetreding besluiten de rechtstreekse betalingen, met uitzondering van de in hoofdstuk 5 van titel IV vastgestelde steun voor energiegewassen, gedurende de in lid 9 bedoelde toepassingsperiode te vervangen door een enkele areaalbetaling die overeenkomstig lid 2 wordt berekend.”;

 

b)

lid 5, eerste alinea, wordt vervangen door:

„Voor de toekenning van betalingen op grond van de regeling inzake een enkele areaalbetaling komen alle percelen landbouwgrond in aanmerking die voldoen aan de in lid 4 bepaalde criteria, alsmede landbouwarealen beplant met hakhout met korte omlooptijd (GN-code ex 0602 90 41), die op 30 juni 2003 landbouwkundig in goede staat verkeerden en waarvoor een steunaanvraag voor energiegewassen overeenkomstig artikel 88 is ingediend. Voor Bulgarije en Roemenië komen echter alle percelen landbouwgrond in aanmerking die voldoen aan de in lid 4 bepaalde criteria, alsmede landbouwarealen beplant met hakhout met korte omlooptijd (GN-code ex 0602 90 41), waarvoor een steunaanvraag voor energiegewassen overeenkomstig artikel 88 is ingediend.”;

 

c)

lid 6, derde alinea, wordt vervangen door:

„Van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2008 is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 facultatief voor de nieuwe lidstaten voor zover deze bepalingen verband houden met uit de regelgeving voortvloeiende beheerseisen. Voor Bulgarije en Roemenië is de toepassing van de artikelen 3, 4, 6, 7 en 9 echter facultatief tot en met 31 december 2011.”;

 

d)

lid 9 wordt vervangen door:

„9.   Onder voorbehoud van het bepaalde in lid 11 mag elke nieuwe lidstaat de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen tot en met eind 2010. Bulgarije en Roemenië mogen de regeling inzake een enkele areaalbetaling echter toepassen tot en met eind 2011. Nieuwe lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op 1 augustus van het laatste toepassingsjaar in kennis van hun voornemen om de toepassing te beëindigen.”;

 

e)

lid 11, derde alinea, wordt vervangen door:

„Tot het einde van de in lid 9 bedoelde toepassingsperiode van de regeling inzake een enkele areaalbetaling is het in artikel 143 bis vastgestelde percentage van toepassing. Indien de toepassing van de regeling inzake een enkele areaalbetaling bij een overeenkomstig het onderhavige lid, eerste alinea, onder b), genomen besluit tot na 2010 wordt verlengd, geldt het in artikel 143 bis voor het jaar 2010 vastgestelde percentage tot het einde van het laatste toepassingsjaar van de regeling inzake een enkele areaalbetaling.”.

 

17)

Artikel 143 ter bis wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in de eerste alinea van lid 1 wordt de eerste zin vervangen door:

„In afwijking van het bepaalde in artikel 143 ter kunnen de nieuwe lidstaten die de regeling inzake een enkele areaalbetaling toepassen, uiterlijk op 30 april 2006 besluiten om voor de jaren 2006 tot en met 2010 een afzonderlijke suikerbetaling toe te kennen aan voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling in aanmerking komende landbouwers.”;

 

b)

lid 3 wordt vervangen door:

„3.   In afwijking van lid 2 kan elke betrokken nieuwe lidstaat uiterlijk tot 31 maart van het jaar waarvoor de afzonderlijke suikerbetaling wordt toegekend, besluiten om op basis van objectieve criteria voor de afzonderlijke suikerbetaling een lager maximum toe te passen dan dat welk in bijlage VII, punt K, is vermeld. Indien het totaal van de overeenkomstig lid 1 vastgestelde bedragen hoger ligt dan het door de betrokken nieuwe lidstaten bepaalde maximum, wordt het aan de landbouwers toe te kennen jaarlijkse bedrag proportioneel verlaagd.”;

 

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   In geval van feitelijke of verwachte vererving wordt de afzonderlijke suikerbetaling toegekend aan de landbouwer die het bedrijf heeft geërfd, mits deze landbouwer in aanmerking komt voor de regeling inzake een enkele areaalbetaling.”.

 

18)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de rubriek „Olijfolie” wordt vervangen door:

 

„Olijfolie

Titel IV, hoofdstuk 10 ter, van deze verordening

Areaalsteun

Artikel 48 bis, lid 11, van Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie (PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1.)

Voor Malta en Slovenië in 2006”;

 

b)

de rubriek „Hop” wordt vervangen door:

 

„Hop

Titel IV, hoofdstuk 10 quinquies, van deze verordening (***) (*****)

Areaalsteun

Artikel 48 bis, lid 12, van Verordening (EG) nr. 795/2004

Voor Slovenië in 2006”.

Artikel 2

Aan artikel 51, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1698/2005 wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De in de eerste alinea vastgestelde afwijking is van toepassing tot en met 31 december 2008. Voor Bulgarije en Roemenië is zij echter van toepassing tot en met 31 december 2011.”.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2007 onder voorbehoud van de inwerkingtreding van het Verdrag van 2005 betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië, voor zover de bepalingen van deze verordening op dat verdrag zijn gebaseerd.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2007. Van artikel 1 is lid 6 evenwel van toepassing met ingang van 1 januari 2005, de leden 14, 15, 17 en 18 met ingang van 1 januari 2006.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 december 2006.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    KORKEAOJA
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.