Besluit 2006/325 - Sluiting van de Overeenkomst met Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
5.5.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 120/22 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 27 april 2006
betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
(2006/325/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 61, onder c), juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van Denemarken, zijn de bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (2) niet verbindend voor, noch van toepassing in Denemarken. |
(2) |
De Commissie heeft onderhandeld over een Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken houdende uitbreiding tot Denemarken van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 44/2001. |
(3) |
Deze overeenkomst is, behoudens eventuele sluiting ervan op een later tijdstip, op 19 oktober 2005 namens de Europese Gemeenschap ondertekend overeenkomstig Besluit 2005/790/EG van de Raad van 20 september 2005 (3). |
(4) |
Overeenkomstig artikel 3 van het aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland deel aan de aanneming en de toepassing van dit besluit. |
(5) |
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, is dit besluit niet bindend voor, noch van toepassing in Denemarken. |
(6) |
De overeenkomst dient te worden goedgekeurd, |
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon aan te wijzen die bevoegd is om de in artikel 12, lid 2, van de overeenkomst bedoelde kennisgeving te verrichten.
Gedaan te Luxemburg, 27 april 2006.
Voor de Raad
De voorzitster
-
L.PROKOP
-
Advies uitgebracht op 23 maart 2006 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
PB L 12 van 16.1.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2245/2004 van de Commissie (PB L 381 van 28.12.2004, blz. 10).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.