Verordening 2001/1453 - Specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima)

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001R1453

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima)

Publicatieblad Nr. L 198 van 21/07/2001 blz. 0026 - 0044

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad

van 28 juni 2001

houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name artikel 36, artikel 37 en artikel 299, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    De Raad heeft bij Besluit 91/315/EEG(2) een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van Madeira en de Azoren afgestemde maatregelen (Poseima) vastgesteld, dat past in het beleid van de Gemeenschap ten gunste van haar ultraperifere regio's. Dit programma is erop gericht de economische en sociale ontwikkeling van deze regio's te bevorderen en deze regio's te laten profiteren van de voordelen van de interne markt waarvan zij volledig deel uitmaken, ondanks de objectieve factoren die hun een uit geografisch en economisch oogpunt aparte positie geven. Dit programma bevestigt de toepassing van het GLB in deze regio's, en voorziet in de vaststelling van specifieke maatregelen, met name maatregelen ter verbetering van de omstandigheden voor de productie van en de handel in landbouwproducten van die regio's en maatregelen om de gevolgen van hun uitzonderlijke geografische situatie en de daarmee gepaard gaande problemen, zoals nadien erkend bij artikel 299, lid 2, van het Verdrag, te compenseren.
  • (2) 
    De uitzonderlijke geografische ligging van Madeira en de Azoren ten opzichte van hun bronnen voor de voorziening met essentiële producten voor menselijke consumptie, voor verwerking, en voor verbruik als productiemiddel in de landbouw, heeft tot gevolg dat in deze regio's extra aanvoerkosten moeten worden gemaakt. Bovendien ondervinden de marktdeelnemers en producenten van deze eilandengroepen als gevolg van objectieve factoren in verband met het insulaire karakter extra problemen die hun activiteiten in ernstige mate hinderen. Deze handicaps kunnen worden ondervangen door de prijzen van de genoemde essentiële producten te verlagen. Zo is het dienstig om, teneinde de voorziening van de eilandengroepen te garanderen en de extra kosten in verband met het afgelegen en insulaire karakter en de ultraperifere ligging van deze regio's op te vangen, een specifieke voorzieningsregeling in te stellen.
  • (3) 
    Hiertoe moet, in afwijking van artikel 23 van het Verdrag, de invoer van de betrokken producten uit derde landen worden vrijgesteld van de geldende invoerrechten. Teneinde rekening te houden met hun oorsprong en met de douanebehandeling die hun bij de communautaire bepalingen is toegekend, dienen producten die in het douanegebied van de Gemeenschap voorwerp zijn geweest van actief veredelingsverkeer of douaneopslag, voor de toekenning van de voordelen van de specifieke voorzieningsregeling gelijk te worden gesteld met rechtstreeks ingevoerde producten.
  • (4) 
    Om de nagestreefde prijsverlaging in deze regio's op doeltreffende wijze te realiseren en de extra kosten in verband met het afgelegen en insulaire karakter en de ultraperifere ligging op te vangen en om tegelijkertijd het concurrentievermogen van de communautaire producten te handhaven, moet steun worden verleend voor de levering van communautaire producten op deze archipels. Bij deze steun wordt rekening gehouden met de extra kosten van vervoer naar Madeira en de Azoren, met de prijzen die gelden bij de uitvoer naar derde landen en, wanneer het landbouwproductiemiddelen of voor verwerking bestemde producten betreft, met de extra kosten vanwege het insulaire karakter en de ultraperifere ligging.
  • (5) 
    Aangezien de specifieke voorzieningsregeling slechts betrekking heeft op die hoeveelheden die voor de voorziening van deze regio's nodig zijn, heeft dit systeem geen nadelige effecten voor de interne markt. Bovendien mogen de economische voordelen van de specifieke voorzieningsregeling niet leiden tot verlegging van het handelsverkeer voor de betrokken producten. Derhalve dient herverzending of wederuitvoer van deze producten vanuit Madeira en de Azoren te worden verboden. Dit verbod geldt echter niet voor het handelsverkeer tussen Madeira en de Azoren onderling. Bij verwerking geldt dit verbod onder bepaalde voorwaarden evenmin voor de uitvoer naar derde landen teneinde de regionale handel te bevorderen, noch voor traditionele verzending naar de rest van de Gemeenschap.
  • (6) 
    De economische voordelen van de specifieke voorzieningsregeling moeten doorwerken in de productiekosten en moeten de prijzen tot in het stadium van de eindgebruiker en de prijzen voor de consument doen dalen. Derhalve dient de toekenning van die voordelen afhankelijk te worden gemaakt van daadwerkelijke doorberekening naar de volgende stadia en moeten terzake de nodige controlemaatregelen worden genomen.
  • (7) 
    In de sector groenten, fruit, eetbare wortels en knollen en bloemen en levende planten is gebleken dat de hectaresteunregeling niet voldoet, met name vanwege de logge en ingewikkelde procedures en de structuur van de voorgestelde steunmaatregelen. Er moeten conclusies worden getrokken uit de positieve ervaringen met de hervorming van Poseidom in deze sector en er moet worden gedacht aan een steunregeling voor de verwerking en de afzet van producten die bestemd zijn voor de voorziening van de markt van Madeira en de Azoren. Deze steun moet het mogelijk maken de concurrentiepositie van de lokale producenten op de groeimarkten te versterken, beter in te spelen op de eisen van de consument, beter rekening te houden met de nieuwe distributiekanalen, en de productiviteit van de bedrijven en de kwaliteit van de producten te verbeteren. Het is bovendien zaak ervoor te zorgen dat deze verse of verwerkte producten in de rest van de Gemeenschap afgezet blijven worden en dat deze afzet lonender wordt. Deze sector zal in beide regio's meer gedifferentieerd kunnen worden gestructureerd aan de hand van de uitkomsten van een economische studie voor elk van deze regio's.
  • (8) 
    De instandhouding van de wijnbouw op Madeira, die daar de meest verbreide teelt is, is vanuit zowel economisch als milieuoogpunt volstrekt noodzakelijk. Om de eigen productie in dit gebied te helpen ondersteunen wordt een forfaitair steunbedrag per hectare verleend voor de teelt van wijnstokken die bestemd zijn voor de productie van in bepaalde gebieden voortgebrachte kwaliteitswijnen. Deze steun geldt ook voor de Azoren.
  • (9) 
    De bepalingen inzake regulering der markten zijn dan ook in geen van beide regio's van toepassing.
  • (10) 
    De landbouwproducenten op de Azoren en Madeira moeten worden aangemoedigd om kwaliteitsproducten te leveren en de afzet van deze producten moet worden bevorderd. In dit verband kan het gebruik van een door de Gemeenschap ingesteld logo nuttig zijn.
  • (11) 
    De traditionele veeteelt op Madeira moet worden gesteund om te voorzien in een deel van de lokale consumptiebehoeften. Hiertoe moet worden afgeweken van sommige in de gemeenschappelijke marktordeningen opgenomen bepalingen betreffende de productiebeperking, om rekening te houden met de mate van ontwikkeling van de plaatselijke productie en de plaatselijke productieomstandigheden, die totaal anders zijn dan in de rest van de Gemeenschap. Daarenboven kan deze doelstelling worden nagestreefd door rasverbeteringsprogramma's te financieren, die onder andere de aankoop van raszuivere fokdieren omvatten, door de aankoop van commercieel beter aan de lokale omstandigheden aangepaste rassen en door de toekenning van toeslagen voor zoogkoeien en voor de slacht, terwijl voorts, in afwachting van de ontwikkeling van de lokale veeteelt, tijdelijk en met inachtneming van een jaarlijks maximum om bovengenoemde doelstelling niet in gevaar te brengen, moet worden gezorgd voor de voorziening met mannelijke mestrunderen. Door middel van een periodieke balans wordt vastgesteld wat de geraamde plaatselijke consumptiebehoeften zijn. Er wordt een algemeen programma ingesteld ter ondersteuning van de lokale activiteiten in de sectoren veeteelt en zuivelproducten, op basis waarvan de verschillende bedrijfskolommen strategieën kunnen uitstippelen en toepassen die zijn toegesneden op de plaatselijke context inzake economische ontwikkeling, landinrichting en professionalisering van de verschillende actoren, teneinde de communautaire steun op doelmatige wijze te kunnen inzetten.
  • (12) 
    Op Madeira wordt aan de zuivelfabrieken steun uitgekeerd om de menselijke consumptie van verse zuivel op basis van koemelk te bevorderen. Deze steun is niet voldoende gebleken om een evenwicht in stand te houden tussen de interne en de externe voorziening met melk, met name vanwege de ernstige structurele problemen waarmee de sector kampt en vanwege zijn geringe capaciteit om positief te reageren op een gewijzigde economische context. In het kader van een balans zal de steun nu meer worden afgestemd op de inzameling van de lokale productie, gekoppeld aan de machtiging om met melkpoeder uit de Gemeenschap gereconstitueerde UHT-melk te produceren teneinde in ruimere mate in de lokale consumptiebehoefte te voorzien.
  • (13) 
    De noodzaak de lokale productie op stimulerende wijze te handhaven rechtvaardigt het niet toepassen van Verordening (EEG) nr. 3950/92(3). Deze afwijking moet beperkt worden tot 4000 ton, overeenkomend met een huidige productie van 2000 ton en een redelijke groeimogelijkheid voor de productie, die geraamd wordt op maximaal 2000 ton.
  • (14) 
    De aardappelsector op Madeira is zowel vanuit economisch oogpunt als vanwege zijn maatschappelijke dimensie en voor het milieu van levensbelang. Door de geringe omvang van de bedrijven en de hoge kosten van de productiemiddelen zijn de productiekosten zeer hoog. Teneinde de interne, op het consumptiepatroon in de archipel afgestemde productie te helpen ondersteunen, wordt een specifieke steunmaatregel voor de teelt van consumptieaardappelen toegepast.
  • (15) 
    De steun voor de bedrijfskolom suikerriet-suiker-rum op Madeira wordt verleend om de lokale teelt van het voor de productie van verwerkte producten benodigd suikerriet te ondersteunen, binnen de grenzen van de behoeften die overeenkomen met de traditionele methoden van deze regio.
  • (16) 
    Ook de voortzetting van de productie van op traditionele wijze vervaardigde likeurwijnen in de eilandengroep moet worden ondersteund, door ervoor te zorgen dat geconcentreerde druivenmost en wijnalcohol gemakkelijker in de rest van de Gemeenschap kunnen worden aangekocht en door steun toe te kennen voor het laten rijpen van deze wijnen. Ter flankering van het kwaliteits- en authenticiteitsbeleid dat voor deze producten wordt gevolgd, moet de afzet ervan worden ondersteund.
  • (17) 
    Er moet steun worden verleend voor het behoud van de teenwilgenteelt op Madeira, omdat deze belangrijke aanvullende landbouwactiviteit nodig is voor de instandhouding van de daarop aansluitende ambachtelijke activiteiten die van wezenlijk belang zijn voor de familiebedrijven in de meest achtergebleven gebieden van de archipel.
  • (18) 
    De technische en sociaal-economische moeilijkheden hebben de totale omschakeling binnen de gestelde termijn van wijnbouwarealen bebouwd met gemengde wijnstokrassen die door de gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt verboden zijn, verhinderd; dat de wijn die in deze wijngaarden wordt voortgebracht voor traditioneel lokaal gebruik dient; dat een extra termijn de omschakeling van deze wijngaarden mogelijk zal maken met behoud van de economische structuur die zeer sterk op de wijnbouw steunt; dat Portugal de Commissie jaarlijks op de hoogte dient te stellen van de stand van de omschakeling van de arealen in kwestie.
  • (19) 
    De zuivelproductie en de rundveehouderij zijn de steunpilaar van de landbouweconomie van de Azoren, en bij de steunverlening voor deze sector moet rekening worden gehouden met het fundamentele belang van deze activiteit voor met name de kleine producenten, zowel uit economisch als uit sociaal oogpunt. Om de traditionele economische activiteiten in deze sector in stand te houden wordt de aanvullende steun voor zoogkoeien en, tot een bepaald aan het lokaal beschikbare quotum gekoppeld maximum, de steun voor melkkoeien gehandhaafd. Er dient aanvullende steun te worden verleend voor de slacht, alsmede voor de afzet van overschotten aan mannelijke runderen die in de archipel niet op normale wijze kunnen worden afgezet en die naar de rest van de Gemeenschap moeten worden verzonden met hoge extra vervoerskosten ten gevolge van de geografische ligging van de regio. Er wordt een algemeen programma ingesteld ter ondersteuning van de lokale activiteiten in de sectoren veeteelt en zuivelproducten, op basis waarvan de verschillende bedrijfskolommen strategieën kunnen uitstippelen en toepassen die zijn toegesneden op de plaatselijke context inzake economische ontwikkeling, landinrichting en professionalisering van de verschillende actoren, teneinde de communautaire steun op doelmatige wijze te kunnen inzetten.
  • (20) 
    De landbouw op de eilandengroep van de Azoren steunt zeer sterk op de zuivelproductie. Deze afhankelijkheid, tezamen met een aantal andere handicaps die verband houden met de ultraperifere ligging en met het ontbreken van levensvatbare alternatieven op het gebied van de productie, is nadelig voor de economische ontwikkeling van de regio. Rekening houdende met de behoeften voor de lokale consumptie op de eilanden waarin door de lokale productie wordt voorzien, is het noodzakelijk om voor een periode van vier melkprijsjaren, te beginnen met 1999/2000, afwijkingen van sommige bepalingen van de gemeenschappelijke marktordening voor melk en zuivelproducten die de productie beperken, toe te staan, gezien de stand van de ontwikkeling en de lokale productieomstandigheden. Met deze maatregel wordt weliswaar afgeweken van artikel 34, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag, maar hij geldt slechts voor de zuivelproducenten van de eilandengroep en is ten opzichte van de economische dimensie van het totale Portugese quotum van marginale betekenis. Deze maatregel moet het mogelijk maken om gedurende de periode van toepassing ervan door te gaan met de herstructurering van de sector op de eilandengroep, zonder dat interferentie optreedt met de markt voor zuivelproducten en zonder dat het functioneren van het stelsel van heffingen op Portugees en op communautair niveau ernstig wordt doorkruist.
  • (21) 
    Wat de plantaardige productie op de Azoren betreft, moet worden gewezen op de beperkte bebouwbare oppervlakte, de kleine afmetingen en de versnippering van de bedrijven, en op de geringe mate van intensivering, waardoor hoge productiekosten ontstaan. De instandhouding van deze teelten (bieten, cichorei, aardappelen, tabak, ananas, wijn, thee ...) is van levensbelang als alternatief voor de plaatselijke overheersende veeteelt. Om de instandhouding en de ontwikkeling van deze teelten te garanderen, is een steunregeling voor de plaatselijke verwerkende industrie ingesteld, die moet worden voortgezet.
  • (22) 
    Voorts dient op de Azoren de voortzetting van de bereiding van likeurwijnen volgens de traditionele methoden gestimuleerd te worden door steun te verlenen voor de rijping van "verdelho"-wijn.
  • (23) 
    De landbouw op Madeira kampt met bijzondere fytosanitaire problemen die verband houden met het klimaat en met het feit dat de tot nu toe aangewende middelen om plantenziekten te bestrijden ontoereikend zijn. Het is belangrijk dat programma's voor onder meer de biologische bestrijding van schadelijke organismen worden uitgevoerd en dat de bijdrage van de Gemeenschap voor de uitvoering van de programma's word vastgesteld.
  • (24) 
    In Verordening (EG) nr. 1257/1999(4) zijn de maatregelen voor plattelandsontwikkeling die voor communautaire steun in aanmerking komen, en de daarvoor geldende voorwaarden vastgelegd.
  • (25) 
    Deze verordening heeft als doel het afgelegen en insulaire karakter van deze regio's te compenseren.
  • (26) 
    De structuur van bepaalde landbouwbedrijven of ondernemingen die producten verwerken en afzetten in deze regio's vertoont ernstige gebreken en terzake doen zich specifieke problemen voor. Derhalve moet, voor bepaalde soorten investeringen, kunnen worden afgeweken van de bepalingen die de verlening van bepaalde soorten structurele steun als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1257/1999, beperken of verhinderen.
  • (27) 
    Bij artikel 29, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 wordt de steun beperkt tot bosbouw in bossen en op gronden die eigendom zijn van particuliere personen of verenigingen daarvan, of van gemeenten of verenigingen daarvan. Een deel van de bossen en beboste gronden op het grondgebied van deze regio's is echter eigendom van andere overheden dan gemeenten. De voorwaarden van genoemd artikel moeten dan ook worden versoepeld.
  • (28) 
    De financiële bijdrage van de Gemeenschap aan drie van de in artikel 35, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedoelde begeleidende maatregelen kan in de ultraperifere gebieden tot 85 % van de totale subsidiabele kosten bedragen. Overeenkomstig artikel 47, lid 2, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 is de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan milieumaatregelen in de landbouw, die de vierde begeleidende maatregel vormen, daarentegen beperkt tot 75 % in alle gebieden van doelstelling 1. Gezien het belang dat in het kader van de plattelandsontwikkeling aan milieumaatregelen in de landbouw wordt gehecht, dient het percentage van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor alle begeleidende maatregelen in de ultraperifere gebieden te worden geharmoniseerd.
  • (29) 
    In artikel 24, lid 2, en in de bijlage van Verordening (EG) nr. 1257/1999 worden de maximumbedragen per jaar vastgesteld die voor communautaire steunverlening op het gebied van milieumaatregelen in de landbouw in aanmerking komen. Teneinde rekening te houden met de specifieke milieusituatie van bepaalde zeer kwetsbare graslandgebieden op de Azoren en met de instandhouding van het landschap en de traditionele kenmerken van de landbouwgronden, met name de gebieden met terrascultuur op Madeira, dient te worden voorzien in de mogelijkheid om deze bedragen voor welbepaalde maatregelen te verdubbelen.
  • (30) 
    Overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1260/1999(5) bestrijkt elk plan, communautair bestek, operationeel programma en enkelvoudig programmeringsdocument een periode van zeven jaar en begint de programmeringsperiode op 1 januari 2000. Terwille van de samenhang en om discriminatie van verschillende voor steun uit eenzelfde programma in aanmerking komende gebieden te voorkomen, moeten de afwijkingen als bedoeld in deze verordening, bij wijze van uitzondering, voor de gehele programmeringsperiode gelden,
  • (31) 
    Om de specifieke nadelen van de agrarische productie op de Azoren en Madeira te ondervangen die het gevolg zijn van het afgelegen en insulaire karakter en de ultraperifere ligging van deze eilanden, hun geringe oppervlakte, het reliëf en het klimaat, en de economische afhankelijkheid van een klein aantal producten, kan een afwijking worden toegestaan van het vaste beleid van de Commissie om geen steun voor de bedrijfsvoering toe te staan in de sectoren productie, verwerking en afzet van landbouwproducten die vallen onder bijlage I van het Verdrag.
  • (32) 
    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen dienen te worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 18 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden van de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(6),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij deze verordening worden specifieke maatregelen vastgesteld om voor bepaalde landbouwproducten het afgelegen en insulaire karakter en de ultraperifere ligging van de Azoren en Madeira te compenseren.

TITEL I

SPECIFIEKE VOORZIENINGSREGELING

Artikel 2

Voor de in de bijlagen I en II genoemde landbouwproducten die in de regio's Azoren en Madeira essentieel zijn om te voorzien in de behoeften voor menselijke consumptie en voor verwerking, en als productiemiddel voor de landbouw, wordt een specifieke voorzieningsregeling ingesteld.

De jaarlijkse behoeften voor de voorziening met de in de bijlagen I en II genoemde producten worden in een geraamde voorzieningsbalans gekwantificeerd. De behoeften van de verwerkings- of de verpakkingsbedrijven die producten leveren die bestemd zijn voor de plaatselijke markt of die onder bepaalde voorwaarden naar derde landen worden geëxporteerd of traditioneel naar de rest van de Gemeenschap verzonden, kunnen in een aparte voorzieningsbalans worden geraamd.

Artikel 3

  • 1. 
    Bij rechtstreekse invoer, in de regio's Azoren en Madeira, van producten van oorsprong uit derde landen waarvoor de specifieke voorzieningsregeling geldt, wordt voor de in de voorzieningsbalans vastgestelde hoeveelheden geen recht toegepast.

Producten die in het douanegebied van de Gemeenschap voorwerp zijn geweest van actief veredelingsverkeer of douaneopslag, worden voor de toepassing van deze titel als rechtstreeks ingevoerde producten beschouwd.

  • 2. 
    Om ervoor te zorgen dat wordt voorzien in de overeenkomstig artikel 2 vastgestelde behoeften, wat hoeveelheden, prijs en kwaliteit betreft, en dat daarbij een even groot deel van de producten uit de Gemeenschap komt als voorheen, wordt steun verleend voor de voorziening van de regio's Azoren en Madeira met communautaire producten uit openbare voorraden van in het kader van interventiemaatregelen opgeslagen producten, of met producten die beschikbaar zijn op de markt van de Gemeenschap.

Bij de vaststelling van het steunbedrag wordt rekening gehouden met de extra kosten van vervoer naar de markten van de regio's Azoren en Madeira, met de prijzen die worden toegepast bij uitvoer naar derde landen en, wanneer het te verwerken producten of landbouwproductiemiddelen betreft, met de extra kosten die het gevolg zijn van het insulaire karakter en de ultraperifere ligging van de regio's.

  • 3. 
    De specifieke voorzieningsregeling wordt op zodanige wijze ten uitvoer gelegd dat met name rekening wordt gehouden met:
  • de specifieke behoeften van de regio's Azoren en Madeira en, wanneer het te verwerken producten of landbouwproductiemiddelen betreft, nauwkeurige kwaliteitseisen,
  • de handelsstromen uit en naar de rest van de Gemeenschap,
  • en het economische aspect van de voorgenomen steun.
  • 4. 
    De specifieke voorzieningsregeling wordt slechts toegepast als het economisch voordeel dat voortvloeit uit de vrijstelling van het invoerrecht of uit de steun bij levering uit de rest van de Gemeenschap daadwerkelijk aan de eindgebruiker wordt doorgegeven.
  • 5. 
    De producten waarvoor de specifieke voorzieningsregeling wordt toegepast, mogen achteraf niet worden uitgevoerd naar derde landen en niet worden verzonden naar de rest van de Gemeenschap. Het in dit lid bedoelde verbod geldt niet voor de handelsstromen tussen de Azoren en Madeira onderling.

In geval van verwerking van deze producten in de regio's van de Azoren of Madeira, geldt het voornoemde verbod niet voor de uitvoer van de Azoren en Madeira naar derde landen, van de producten die het resultaat zijn van deze verwerking mits de voorwaarden die door de Commissie worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2, in acht worden genomen.

In geval van verwerking van deze producten in de regio's Azoren en Madeira geldt het voornoemde verbod niet voor traditionele uitvoer of voor traditionele verzending van de betrokken verwerkte producten naar de rest van de Gemeenschap.

Er wordt geen uitvoerrestitutie toegekend.

  • 6. 
    De uitvoeringsbepalingen van deze titel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2. Deze bepalingen omvatten met name:
  • de vaststelling van de steun voor leveranties uit de Gemeenschap;
  • adequate voorschriften om te garanderen dat deze steun werkelijk aan de eindgebruiker wordt doorgegeven,
  • zo nodig, de invoering van een stelsel van invoer- of leveringscertificaten.

De Commissie stelt volgens de in artikel 35, lid 2, bedoelde procedure voorzieningsbalansen op; zij kan deze balansen en de in de bijlagen I en II opgenomen lijsten met producten volgens dezelfde procedure herzien op grond van de ontwikkeling van de behoeften in de regio's Azoren en Madeira.

Voor de voorziening van de Azoren met ruwe suiker wordt voor het ramen van de behoeften uitgegaan van de ontwikkeling van de plaatselijke suikerbietenproductie. De voor de voorzieningsregeling in aanmerking komende hoeveelheden worden zodanig vastgesteld dat de totale hoeveelheid suiker die jaarlijks in de Azoren wordt geraffineerd, niet meer bedraagt dan 10000 ton.

Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 2038/1999(7) is niet van toepassing op de Azoren.

TITEL II

MAATREGELEN TEN GUNSTE VAN DE LOKALE PRODUCTIE

HOOFDSTUK I

MAATREGELEN DIE VOOR BEIDE REGIO'S GELDEN

AFDELING 1

Veehouderij

Artikel 4

  • 1. 
    In de sector veehouderij wordt steun verleend voor de levering aan de regio's Azoren en Madeira van raszuivere dieren, van dieren van commercieel geschikte rassen en van producten, van oorsprong uit de Gemeenschap, met uitzondering van raszuivere runderen op de Azoren.
  • 2. 
    Bij de vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van de steun wordt met name rekening gehouden met de voorzieningsbehoeften van de regio's Azoren en Madeira om de bedrijfskolommen op te starten en de veestapel genetisch te verbeteren en om dieren van de op grond van de lokale omstandigheden meest geschikte rassen aan te schaffen. De steun wordt toegekend voor de levering van goederen die aan de communautaire voorschriften voldoen.
  • 3. 
    Bij de vaststelling van de steun worden de volgende factoren in aanmerking genomen:
  • de uit de geografische ligging van de regio's Azoren en Madeira voortvloeiende omstandigheden ten aanzien van de voorziening, met name de voorzieningskosten,
  • de prijzen van de goederen op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt;
  • de vrijstelling, in voorkomend geval, van rechten bij invoer uit derde landen,
  • het economische aspect van de voorgenomen steun.
  • 4. 
    Het bepaalde in artikel 3, leden 4 en 5, is van toepassing op goederen waarvoor de steun op grond van lid 1 wordt toegekend.
  • 5. 
    De lijst van de in lid 1 bedoelde producten, de bedragen van de in lid 1 bedoelde steun en de uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 29, lid 2.

AFDELING 2

Groenten en fruit, bloemen en planten

Artikel 5

  • 1. 
    Voor groenten, fruit, en bloemen en levende planten van de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, alsmede voor thee van GN-code 0902, honing van GN-code 0409 00, en pepers van GN-code 0904, die lokaal zijn geoogst of geteeld en die bestemd zijn voor de voorziening van de markten van de respectieve productiegebieden, wordt steun verleend. Deze steun wordt niet verleend voor bananen uit Madeira.

Deze steun wordt verleend voor producten die voldoen aan de bij de communautaire regelgeving vastgestelde gemeenschappelijke normen of, als die niet bestaan, aan specificaties die in de leveringscontracten zijn opgenomen.

De steun wordt slechts toegekend als leveringscontracten met een looptijd van een of meer verkoopseizoenen zijn gesloten tussen, enerzijds, individuele telers, groepen telers of de in de artikelen 11, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96(8) bedoelde telersverenigingen en, anderzijds, levensmiddelenindustrieën, ondernemers uit de distributie- of de horecasector, of instellingen.

De steun wordt voor maximaal de per categorie producten vastgestelde jaarlijkse hoeveelheden verleend aan de bovengenoemde individuele telers, groepen telers of telersverenigingen.

Het bedrag van de steun wordt voor elk van de nader te bepalen categorieën producten forfaitair vastgesteld op basis van de gemiddelde waarde van de betrokken producten. Voor de steun wordt een verschillend bedrag vastgesteld naargelang de ontvanger al dan niet een van de telersverenigingen is als bedoeld in de artikelen 11, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96.

  • 2. 
    Dit artikel is niet van toepassing op de ananasteelt op de Azoren.
  • 3. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 29, lid 2. De in lid 1 bedoelde categorieën producten en steunbedragen worden volgens dezelfde procedure vastgesteld.

Artikel 6

  • 1. 
    Er wordt steun verleend voor de sluiting van seizoencontracten voor het in de handel brengen van verse of verwerkte producten uit de twee regio's die tot de in artikel 5, lid 1, bedoelde producten behoren. Wat planten en bloemen betreft, is de steun niet afhankelijk van de sluiting van seizoencontracten.

De steun wordt voor elk van beide regio's uitgekeerd voor een hoeveelheid van ten hoogste 3000 ton per product en per jaar.

De contracten worden gesloten tussen, enerzijds, in de betrokken archipels gevestigde individuele telers, groepen telers of de in de artikelen 11, 13 en 14 van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde telersverenigingen en, anderzijds, in de rest van de Gemeenschap gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen.

  • 2. 
    De steun bedraagt 10 % van de waarde van de in de handel gebrachte productie, franco gebied van bestemming geleverd.
  • 3. 
    In het kader van de in lid 1 bedoelde contracten wordt de steun toegekend aan de verkoper die een contract heeft gesloten met een marktdeelnemer die elders in de Gemeenschap is gevestigd.
  • 4. 
    Als de in lid 1 bedoelde acties worden uitgevoerd door een joint venture waaraan, met het oog op het in de handel brengen van producten van de betrokken regio's, wordt deelgenomen door telers uit deze regio's of telersverenigingen of groeperingen daarvan, en elders in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke personen of rechtspersonen, en de partners zich ertoe verbinden om gedurende ten minste drie jaar de kennis en de knowhow te delen die nodig zijn om het doel van het samenwerkingsverband te bereiken, wordt het in lid 2 bedoelde steunbedrag verhoogd tot 13 % van de waarde van de jaarlijks gezamenlijk in de handel gebrachte productie.
  • 5. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 7

  • 1. 
    De Gemeenschap financiert, tot een bedrag van maximaal 100000 EUR, twee economische studies, één in elke regio, over de situatie en de vooruitzichten voor de sector verse en verwerkte groenten en fruit, met name tropische producten.

In deze studie wordt voor elke regio een balans opgemaakt van de situatie in de sector op economisch en technisch gebied. Daarbij worden met name de gegevens inzake de voorziening en de verwerkingskosten geanalyseerd en de voorwaarden en mogelijkheden voor de ontwikkeling en de afzet in regionaal en internationaal verband onderzocht, waarbij rekening wordt gehouden met de concurrentie op de wereldmarkt.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 3

Wijn

Artikel 8

Titel II, hoofdstuk II, en titel III, hoofstukken I en II, van Verordening (EG) nr. 1493/1999(9) en hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1227/2000(10) zijn niet van toepassing op de Azoren en Madeira.

Artikel 9

  • 1. 
    Er wordt forfaitaire steun per hectare toegekend voor de instandhouding van de teelt van wijnstokrassen voor de productie van "v.q.p.r.d."-wijnen in de traditionele productiegebieden.

De steun wordt toegekend voor de oppervlakten:

  • a) 
    die beplant zijn met wijnstokken die zijn opgenomen in de in artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde, door de lidstaten opgestelde indeling van wijnstokrassen die geschikt zijn voor de bereiding van de respectieve op hun grondgebied geproduceerde "v.q.p.r.d."-wijnen, en
  • b) 
    waarvan de opbrengsten per hectare lager liggen dan een door de lidstaat volgens de voorwaarden van bijlage VI, punt I, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 vastgesteld maximum, uitgedrukt in hoeveelheden druiven, druivenmost of wijn.
  • 2. 
    De steun bedraagt 650 EUR per hectare en per jaar. De steun wordt toegekend aan de producentenorganisaties of -verenigingen. Gedurende een overgangsperiode wordt de steun echter ook toegekend aan individuele producenten. In die periode wordt alle steun uitgekeerd via het Instituut voor Madeirawijn en de Wijnbouwcommissie van de Azoren met inachtneming van voorwaarden die vastgesteld moeten worden volgens de procedure van lid 3.
  • 3. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden, zo nodig, vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 10

  • 1. 
    In afwijking van artikel 19, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999, mogen druiven van gemengde wijnstokrassen voor rechtstreekse teelt, die niet verbouwd mogen worden (Noah, Othello, Isabelle, Jacquez, Clinton, Herbémont) en die in het gebied van de Azoren en van Madeira worden geoogst, gebruikt worden voor de productie van wijn die alleen binnen die gebieden in het verkeer mag zijn.
  • 2. 
    Portugal maakt vóór 31 december 2006 geleidelijk een eind aan de wijnbouw op arealen die zijn beplant met gemengde wijnstokrassen voor rechtstreekse teelt die niet mogen worden verbouwd, en maakt daarbij, in voorkomend geval, gebruik van de in titel II, hoofdstuk III, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 bedoelde steun.
  • 3. 
    Portugal deelt de Commissie jaarlijks mee hoever de omschakeling en herstructurering zijn gevorderd van de arealen die beplant zijn met wijnstokrassen voor rechtstreekse teelt die niet verbouwd mogen worden.

AFDELING 4

Logo

Artikel 11

  • 1. 
    De voorwaarden voor het gebruik van het logo dat is ingevoerd om ruimere bekendheid te geven aan al dan niet verwerkte, voor de ultraperifere regio's Azoren en Madeira specifieke kwaliteitsproducten van de landbouw, worden door de bedrijfsorganisaties voorgesteld. De Portugese autoriteiten delen deze voorstellen, met hun advies, ter goedkeuring mee aan de Commissie.

Het gebruik van het logo wordt gecontroleerd door een overheidsinstantie of een door de bevoegde Portugese autoriteiten erkende dienst.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden, zo nodig, vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

HOOFDSTUK II

MAATREGELEN VOOR DE PRODUCTIE OP MADEIRA

AFDELING 1

Veehouderij en zuivelproducten

Artikel 12

  • 1. 
    Totdat de veestapel van plaatselijke jonge mannelijke runderen voldoende groot is voor het behoud van de traditionele vleesproductie en binnen de limiet van de bij artikel 13 vastgestelde balans:
  • a) 
    worden de in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1254/1999(11) bedoelde douanerechten niet toegepast voor runderen van oorsprong uit derde landen die worden ingevoerd om te worden vetgemest met het oog op verbruik in deze archipel;
  • b) 
    wordt steun toegekend voor de levering van maximaal 1000 dieren als bedoeld onder a) die van oorsprong zijn uit de rest van de Gemeenschap en die bij voorrang worden bestemd voor veehouders met minstens 50 % mestrunderen van plaatselijke oorsprong.

Het bepaalde in artikel 3, leden 4 en 5, is van toepassing op de goederen waarvoor de in dit lid, eerste alinea, onder b), bedoelde maatregelen gelden.

  • 2. 
    De aantallen dieren waarvoor de in lid 1 bedoelde maatregelen gelden worden periodiek in een geraamde voorzieningsbalans vastgesteld en wel zo dat rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van de lokale productie. Deze aantallen, het bedrag van de in lid 1, onder b), bedoelde steun, en de uitvoeringsbepalingen van dit artikel, waaronder met name de minimumduur van de mestperiode, worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 13

  • 1. 
    Ter ondersteuning van de traditionele rundveehouderij en voor de kwalitatieve verbetering van de rundvleesproductie wordt, voor maximaal het consumptieve verbruik in de archipel dat wordt geraamd in het kader van een periodieke balans, de in de leden 2 en 3 genoemde steun verleend. Bij het opstellen van die balans wordt ook rekening gehouden met de op grond van artikel 4 geleverde fokdieren en de dieren waarvoor de in artikel 12 bedoelde voorzieningsregeling geldt.
  • 2. 
    Producenten ontvangen per geslacht rund dat ter plaatse gemest is, een toeslag op de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 ingestelde slachtpremies. Deze toeslag bedraagt 25 EUR per dier. De toeslag op de premie wordt jaarlijks toegekend voor maximaal 2500 geslachte runderen.
  • 3. 
    Producenten van rundvlees ontvangen een toeslag op de bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 ingestelde premie voor het houden van zoogkoeien. Deze toeslag bedraagt 50 EUR per zoogkoe die op de datum van indiening van de aanvraag van de premie in het bezit is van de producent.
  • 4. 
    De bepalingen die:
  • a) 
    in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld inzake het regionale maximum voor de speciale premie,
  • b) 
    in artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld inzake het individuele maximum voor de premie per zoogkoe,
  • c) 
    op grond van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld inzake het nationale maximum voor slachtpremies

gelden niet voor Madeira, niet voor de speciale premie, de premie per zoogkoe en de slachtpremie, en evenmin voor de premietoeslagen bedoeld in de leden 2 en 3.

  • 5. 
    De in lid 3 genoemde basispremies en premietoeslagen worden jaarlijks toegekend voor maximaal 2000 mannelijke runderen, 1000 zoogkoeien en 6000 geslachte runderen.
  • 6. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2. Deze bepalingen omvatten de vaststelling van de in lid 1 genoemde balansen, de eventuele herziening daarvan op grond van de ontwikkeling van de behoeften, alsmede
  • a) 
    wat de speciale premie voor mannelijke runderen betreft:
  • "bevriezing" van het aantal dieren waarvoor de speciale premie in het jaar 2000 op Madeira is toegekend, binnen het in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde regionale maximum,
  • toekenning van de premie voor maximaal 90 dieren per leeftijdstranche per kalenderjaar per bedrijf;
  • b) 
    wat de premie voor zoogkoeien betreft:
  • voorzover nodig, regels om de rechten te waarborgen van producenten aan wie een premie is toegekend op grond van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999,
  • de vorming van een speciale reserve voor Madeira en de vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de toewijzing of nieuwe toewijzing van rechten, rekening houdende met de doelstellingen voor de veehouderijsector; de grootte van deze reserve wordt bepaald met inachtneming van het in lid 5 vastgestelde plafond en het voor het jaar 2000 toegekende aantal premies;
  • c) 
    wat de slachtpremie betreft:
  • "bevriezing" van het aantal dieren waarvoor de slachtpremie in het jaar 2000 op Madeira is toegekend, binnen het in artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2342/1999(12) bedoelde nationale maximum.

De uitvoeringsbepalingen kunnen extra voorwaarden voor de toekenning van de toeslagen omvatten.

De Commissie kan, volgens dezelfde procedure, de in lid 5 bedoelde plafonds herzien.

Artikel 14

  • 1. 
    Van 2002 tot en met 2006 wordt steun verleend voor de uitvoering van een algemeen programma voor ondersteuning van de productie en de afzet van lokale veehouderij en zuivelproducten op Madeira.

Dit programma kan maatregelen omvatten zoals acties met het oog op de verbetering van de kwaliteit en de hygiëne, de afzet, organisatie van de bedrijfskolom, rationalisatie van de productie- en afzetstructuur van de voorlichting ter plaatse met betrekking tot kwaliteitsproducten en uitvoering van technische bijstand. Het programma mag niet inhouden dat aanvullende premies worden toegekend naast de premies die op grond van de artikelen 13 en 15 worden uitgekeerd.

Dit programma wordt opgesteld en uitgevoerd in nauw overleg tussen enerzijds de door de lidstaat aangewezen bevoegde autoriteiten en anderzijds de meest representatieve producentenorganisaties van de betrokken sectoren.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2. De ontwerp-programma's, met een maximumlooptijd van vijf jaar, worden door de bevoegde autoriteiten aan de Commissie voorgelegd; de Commissie keurt deze ontwerpen goed volgens de procedure van artikel 35, lid 2.
  • 3. 
    De Portugese autoriteiten brengen jaarlijks verslag uit over de uitvoering van het programma. Uiterlijk eind 2005 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag voor over de toepassing van de in dit artikel bedoelde maatregel. In voorkomend geval laat zij dit verslag vergezeld gaan van passende maatregelen.

Artikel 15

  • 1. 
    Ter ondersteuning van de traditionele melkveehouderij en voor kwalitatieve verbetering van de koemelkproductie wordt, binnen de grens van het consumptieve verbruik op Madeira dat wordt geraamd in een periodieke balans, de in lid 2 genoemde steun verleend. Bij het opstellen van die balans wordt rekening gehouden met de zuivelproducten waarvoor de in artikel 2 bedoelde voorzieningsregeling geldt.
  • 2. 
    Voor de ter plaatse vervaardigde hoeveelheden producten van koemelk die nodig zijn om te voorzien in de periodiek geraamde consumptiebehoeften in de archipel, wordt steun voor de consumptie verleend.

De steun bedraagt EUR 12 per 100 kg volle melk die aan de zuivelfabriek wordt geleverd om een regelmatige afzet van de betrokken producten op de plaatselijke markt te waarborgen. De steun wordt uitgekeerd aan de zuivelfabrieken.

  • 3. 
    De regeling inzake een extra heffing ten laste van de producenten van koemelk, die is ingesteld bij Verordening (EEG) nr. 3950/92(13) is tot een maximale lokale productie van 4000 ton melk niet van toepassing op Madeira.
  • 4. 
    In afwijking van de artikelen 2 en 3 van Verordening (EG) nr. 2597/97(14) en voorzover nodig voor de lokale consumptie, mag op Madeira gereconstitueerde UHT-melk met melkpoeder uit de Gemeenschap worden geproduceerd, voorzover deze maatregel ervoor zorgt dat de lokaal geproduceerde melk wordt opgehaald en afgezet. Dit product is uitsluitend bestemd voor plaatselijk verbruik.
  • 5. 
    De Commissie herziet de in lid 2 bedoelde steun en stelt de uitvoeringsbepalingen van dit artikel vast volgens de procedure van artikel 35, lid 2. In deze bepalingen wordt met name vastgesteld hoeveel lokaal geproduceerde verse melk moet worden verwerkt in de in lid 4 bedoelde gereconstitueerde UHT-melk.

AFDELING 2

Aardappelen

Artikel 16

  • 1. 
    Er wordt steun per hectare toegekend voor de teelt van consumptieaardappelen van de GN-codes 0701 90 50 en 0701 90 90.

De jaarlijkse steun bedraagt 596,9 EUR per hectare.

De steun wordt toegekend voor een geoogst areaal van 2000 hectare per jaar.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 3

Bedrijfskolom suikerriet-suiker-rum

Artikel 17

  • 1. 
    Jaarlijks wordt aan de suikerriettelers forfaitaire hectaresteun toegekend.
  • 2. 
    De steun bedraagt 500 EUR per geplante en geoogste hectare. De steun wordt toegekend voor maximaal 100 hectare.

Artikel 18

  • 1. 
    Er wordt steun verleend voor de directe verwerking van op Madeira geteeld suikerriet tot suikerstroop ("Mel de cana") of tot "rhum agricole" als omschreven in artikel 1, lid 4, onder a), van Verordening (EEG) nr. 1576/89(15).

De steun wordt, naar gelang van het geval, uitgekeerd aan de fabrikant van suikerstroop of de distilleerder, op voorwaarde dat deze aan de suikerrietteler een nader te bepalen minimumprijs heeft betaald.

  • 2. 
    De steun wordt toegekend voor een jaarproductie van 250 ton suikerstroop en 2500 hl "rhum agricole" van 71,8°.

Artikel 19

De bedragen van de in de artikelen 17 en 18 bedoelde steun, de aan de producent te betalen minimumprijs en de uitvoeringsbepalingen van genoemde artikelen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 4

Wijn

Artikel 20

  • 1. 
    Er wordt steun verleend om de productie van Madeira-likeurwijnen te ondersteunen voorzover dat nodig is om de traditionele productiemethoden in deze regio in stand te houden.
  • 2. 
    Er wordt steun verleend voor de aankoop, in de rest van de Gemeenschap, van gerectificeerde geconcentreerde druivenmost voor gebruik bij de wijnbereiding om de betrokken likeurwijnen te verzoeten.
  • 3. 
    Er wordt steun verleend voor de aankoop van wijnalcohol.

Voor deze specifieke afzet worden zodanige voorwaarden vastgesteld dat de markt voor alcohol en gedistilleerde dranken in de Gemeenschap niet wordt verstoord.

  • 4. 
    Bij de vaststelling van deze steun wordt rekening gehouden met:
  • a) 
    de met de geografische ligging van Madeira samenhangende condities voor de voorziening, en met name de kosten daarvan;
  • b) 
    de prijzen van de producten op de markt van de Gemeenschap en op de wereldmarkt;
  • c) 
    het economische aspect van de geplande steun.

Er wordt geen restitutie toegekend voor de uitvoer uit Madeira van druivenmost en wijnalcohol.

  • 5. 
    Voor de rijping van Madeira-likeurwijnen wordt steun toegekend voor een jaarlijkse hoeveelheid van ten hoogste 20000 hectoliter. Deze steun wordt uitgekeerd voor likeurwijn die gedurende ten minste vijf jaar rijpt. De steun wordt voor elke partij toegekend gedurende drie verkoopseizoenen.

De steun bedraagt EUR 0,040 per hectoliter per dag.

  • 6. 
    Er wordt tijdelijk jaarlijks steun toegekend om Madeirawijn te verzenden naar en af te zetten op de markt van Gemeenschap van Madeirawijn.

De steun bedraagt 0,2 EUR per fles en wordt toegekend voor 2,5 miljoen liter wijn per jaar.

  • 7. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 5

Teenwilgen

Artikel 21

  • 1. 
    Jaarlijks wordt aan de teenwilgentelers forfaitaire hectaresteun toegekend.
  • 2. 
    De steun bedraagt 575 EUR per beplante en geoogste hectare tot een maximum van 200 hectare.
  • 3. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

HOOFDSTUK III

MAATREGELEN VOOR DE PRODUCTIE OP DE AZOREN

AFDELING 1

Veehouderij en zuivelproducten

Artikel 22

  • 1. 
    Ter ondersteuning van de traditionele economische activiteit op de Azoren in de rundveehouderij en de zuivelsector wordt de in dit artikel vastgestelde steun verleend.
  • 2. 
    Producenten ontvangen per geslacht rund een toeslag op de bij artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 ingestelde slachtpremie. Deze toeslag bedraagt 25 EUR per dier.
  • 3. 
    Producenten van rundvlees ontvangen een toeslag op de bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 ingestelde premie voor het houden van zoogkoeien. Deze toeslag bedraagt 50 EUR per zoogkoe die op de datum van indiening van de aanvraag van de premie in het bezit is van de producent.
  • 4. 
    De bepalingen die:
  • a) 
    in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld inzake het regionale maximum voor de speciale premie,
  • b) 
    in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 zijn vastgesteld inzake het nationale maximum voor slachtpremies,

gelden niet voor de Azoren, niet voor de speciale premie en de slachtpremie, en evenmin voor de premietoeslag bedoeld in lid 2.

  • 5. 
    De in lid 2 genoemde basispremies en premietoeslagen worden jaarlijks toegekend voor maximaal 40000 mannelijke runderen en 33000 geslachte runderen.
  • 6. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2. Deze bepalingen omvatten eventuele herzieningen op grond van de ontwikkeling van de behoeften, alsmede
  • a) 
    wat de speciale premie voor mannelijke runderen betreft:
  • "bevriezing" van het aantal dieren waarvoor de speciale premie in het jaar 2000 op de Azoren is toegekend, binnen het in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1254/1999 bedoelde regionale maximum;
  • b) 
    wat de slachtpremie betreft:
  • "bevriezing" van het aantal dieren waarvoor de slachtpremie in het jaar 2000 is toegekend, binnen het in artikel 38, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2342/1999 bedoelde nationale maximum.

De uitvoeringsbepalingen kunnen extra voorwaarden voor de toekenning van de toeslagen omvatten.

De Commissie kan, volgens dezelfde procedure, de in lid 5 bedoelde plafonds herzien.

  • 7. 
    Voor het behoud van de melkveestapel wordt een specifieke premie toegekend voor maximaal 78000 dieren.

Deze premie wordt uitgekeerd aan de veehouder. De premie bedraagt 96,6 EUR per dier dat op de datum van indiening van de aanvraag van de premie in het bezit is van de veehouder.

  • 8. 
    Er wordt steun verleend voor de particuliere opslag van de volgende op traditionele wijze vervaardigde kaassoorten:
  • St Jorge, die ten minste drie maanden oud is,
  • Ilha, die ten minste 45 dagen oud is.

Het bedrag van de steun wordt vastgesteld volgens de in lid 10 bedoelde procedure.

  • 9. 
    Er wordt steun verleend om jonge mannelijke runderen die op de Azoren geboren zijn af te zetten naar andere gebieden van de Gemeenschap.

De steun, 40 EUR per verzonden dier, wordt, voor maximaal 20000 dieren, verleend aan de producenten die deze dieren ten minste drie maanden hebben gehouden voor de verzending ervan.

  • 10. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 23

  • 1. 
    Voor een overgangsperiode die de melkprijsjaren 1999/2000, 2000/2001, 2001/2002 en 2002/2003 bestrijkt, wordt, met het oog op de toerekening van de extra heffing aan de in artikel 2, lid 1, tweede zin, van Verordening (EEG) nr. 3950/92 bedoelde producenten, ervan uitgegaan dat uitsluitend producenten zoals omschreven in artikel 9, onder c), van voornoemde verordening, gevestigd en producerend op de Azoren, die hoeveelheden op de markt brengen welke hun referentiehoeveelheid verhoogd met het overeenkomstig lid 3 bepaalde percentage, te boven gaan, tot de overschrijding bijdragen.

De extra heffing is verschuldigd over de hoeveelheden boven de aldus verhoogde referentiehoeveelheid die resteren nadat de niet-gebruikte hoeveelheden binnen de marge van die verhoging opnieuw zijn toegewezen aan de in de eerste alinea bedoelde producenten naar evenredigheid van de referentiehoeveelheid van elk van die producenten.

Het in lid 1 bedoelde percentage is gelijk aan de verhouding tussen de hoeveelheid van 73000 ton en de som van de per 31 maart 2001 op elk bedrijf beschikbare referentiehoeveelheden. Dit percentage is voor elke producent uitsluitend van toepassing op de referentiehoeveelheden waarover hij per 31 maart 2000 beschikte.

  • 2. 
    De op de markt gebrachte hoeveelheden melk of melkequivalent die na de nieuwe toewijzing als bedoeld in lid 1 boven de referentiehoeveelheden uitgaan, doch met minder dan het in lid 1 vermelde percentage, worden niet aangemerkt als overschrijding door Portugal, berekend overeenkomstig artikel 2, lid 1, eerste zin, van Verordening (EEG) nr. 3950/92.

Artikel 24

  • 1. 
    De Portugese Republiek deelt de Commissie alle voor de uitvoering van artikel 23 vastgestelde maatregelen mee voordat deze in werking treden.

Artikel 25

  • 1. 
    De Commissie stelt, indien nodig, volgens de procedure van artikel 29, lid 2, de uitvoeringsbepalingen voor artikel 23 vast.

Artikel 26

  • 1. 
    Van 2002 tot en met 2006 wordt steun verleend voor de uitvoering van een algemeen programma voor ondersteuning van de productie en de afzet van lokale veehouderij, en zuivelproducten op de Azoren.

Dit programma kan maatregelen omvatten als acties tot stimulering van de kwaliteit en de hygiëne, van de afzet van voorlichting ter plaatse met betrekking tot kwaliteitsproducten en van de uitvoering van technische bijstand. Het programma mag niet inhouden dat aanvullende premies worden toegekend naast de premies die op grond van artikel 22 worden uitgekeerd.

Dit programma wordt opgesteld en uitgevoerd in nauw overleg tussen enerzijds de door de lidstaat aangewezen bevoegde autoriteiten en anderzijds de meest representatieve producentenorganisaties van de betrokken sectoren.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2. De ontwerp-programma's, met een maximumlooptijd van vijf jaar, worden door de bevoegde autoriteiten aan de Commissie voorgelegd; de Commissie keurt deze ontwerpen goed volgens de procedure van artikel 35, lid 2.
  • 3. 
    De Portugese autoriteiten brengen jaarlijks verslag uit over de uitvoering van het programma. Uiterlijk eind 2005 legt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatieverslag voor over de toepassing van de in dit artikel bedoelde maatregel. In voorkomend geval laat zij dit verslag vergezeld gaan van passende maatregelen.

AFDELING 2

Ananas

Artikel 27

Voor de productie van ananas van GN-code 0804 30 00 wordt steun toegekend voor maximaal 2000 ton per jaar.

De steun bedraagt 1,20 EUR per kilogram.

De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 3

Suiker

Artikel 28

  • 1. 
    Ter stimulering van de suikerbietenteelt wordt forfaitaire steun per hectare toegekend voor de oppervlakte die nodig is voor de productie van 10000 ton ton witte suiker per jaar.

De steun bedraagt 800 EUR per ingezaaide en geoogste hectare.

  • 2. 
    Voor de verwerking van op de Azoren geoogste suikerbieten tot witte suiker wordt specifieke steun toegekend voor een jaarlijkse productie van in totaal 10000 ton geraffineerde suiker.

De steun bedraagt 27 EUR per 100 kg geraffineerde suiker. Dit bedrag kan worden aangepast volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

  • 3. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 4

Tabak

Artikel 29

  • 1. 
    Ter aanvulling op de bij titel I van Verordening (EEG) nr. 2075/92(16) ingestelde premie wordt voor maximaal 250 ton een premie toegekend voor het ophalen van tabaksbladeren van de soort Burley P. Deze aanvullende premie bedraagt 0,24 EUR per kg tabaksbladeren.

Behoudens volgens de procedure van artikel 35, lid 2, vastgestelde specifieke afwijkingsbepalingen, gelden voor de aanvullende premie de uitvoeringsbepalingen die zijn vastgesteld voor de bij Verordening (EG) nr. 2848/98(17) ingevoerde premieregeling.

  • 2. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

AFDELING 5

Pootaardappelen, cichorei en thee

Artikel 30

  • 1. 
    Voor de productie van pootaardappelen van GN-code ex 0701 10 00 wordt steun toegekend voor maximaal 200 hectare.

De steun bedraagt 596,9 EUR per hectare.

  • 2. 
    Voor de productie van cichorei van GN-code 1212 99 10 wordt steun toegekend voor maximaal 200 hectare.

De steun bedraagt 596,9 EUR per hectare.

  • 3. 
    Voor het sluiten van seizoencontracten voor het in de handel brengen van de in lid 1 bedoelde aardappelen wordt steun toegekend op de voorwaarden van artikel 6.
  • 4. 
    Er wordt steun per hectare toegekend voor de teelt van thee.

De steun bedraagt 800 EUR per jaar per geoogste hectare.

De steun wordt toegekend voor maximaal 100 hectare.

  • 5. 
    De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 31

Voor de rijping van "verdelho"-wijn van de Azoren wordt voor maximaal 4000 hectoliter een jaarlijkse steun toegekend. Deze steun wordt uitgekeerd voor "verdelho"-wijn die ten minste drie jaar moet rijpen. De steun wordt voor elke partij gedurende drie wijnoogstjaren uitgekeerd.

De steun bedraagt 0,08 EUR per hectoliter per dag.

TITEL III

FYTOSANITAIRE MAATREGELEN

Artikel 32

  • 1. 
    De bevoegde autoriteiten dienen bij de Commissie programma's in voor de bestrijding van organismen die schadelijk zijn voor planten of plantaardige producten. In deze programma's worden met name de doelstellingen, de uit te voeren maatregelen, en de duur en de kosten van deze maatregelen vermeld. De op grond van dit artikel ingediende programma's mogen niet gelden voor de bescherming van de bananenteelt.
  • 2. 
    De Gemeenschap bepaalt haar financiële bijdrage voor deze programma's op grond van een technische analyse van de situatie in de regio.
  • 3. 
    Besluiten over de toekenning van de financiële bijdrage van de Gemeenschap en de hoogte van die bijdrage worden genomen volgens de procedure van artikel 29, lid 2. Volgens diezelfde procedure wordt bepaald welke maatregelen in aanmerking komen voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap.
  • 4. 
    Deze financiële bijdrage kan tot 75 % van de financierbare uitgaven bedragen. De bijdrage wordt uitbetaald op grond van de door de bevoegde autoriteiten verstrekte documenten. Indien nodig kan de Commissie onderzoeken organiseren en deze voor haar rekening laten uitvoeren door de deskundigen die bedoeld worden in artikel 21 van Richtlijn 2000/29/EG(18).

TITEL IV

AFWIJKINGSBEPALINGEN INZAKE STRUCTUURMAATREGELEN

Artikel 33

  • 1. 
    In afwijking van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1257/1999 geldt als maximum voor het totale steunbedrag, uitgedrukt in procenten van het in aanmerking komende investeringsvolume, een percentage van 75 % voor investeringen voor met name stimulering van diversificatie, herstructurering of oriëntatie op duurzame landbouw van economisch zeer kleine bedrijven, nader te definiëren in het programmacomplement als bedoeld in artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 bedraagt het totale steunbedrag, uitgedrukt in procenten van het in aanmerking komende investeringsvolume, maximaal 65 % voor investeringen in ondernemingen voor de verwerking en afzet van hoofdzakelijk lokaal geproduceerde landbouwproducten in sectoren welke nader moeten worden omschreven in het in artikel 18, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1260/1999 bedoelde programmacomplement. Voor kleine en middelgrote ondernemingen bedraagt het totale steunbedrag onder dezelfde voorwaarden ten hoogste 75 %.
  • 3. 
    De in artikel 29, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 vastgestelde beperking is niet van toepassing op subtropische bossen en beboste arealen op het grondgebied van de Azoren en Madeira.
  • 4. 
    In afwijking van artikel 47, lid 2, tweede alinea, derde streepje, van Verordening (EG) nr. 1257/1999, bedraagt de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan de in de artikelen 22 tot en met 24 van deze verordening bedoelde milieumaatregelen in de landbouw 85 %.
  • 5. 
    In afwijking van artikel 24, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 kunnen de in de bijlage van die verordening vastgestelde maximumbedragen per jaar die voor communautaire steunverlening in aanmerking komen, worden verdubbeld wat de maatregel ter bescherming van de meren op de Azoren en die voor de instandhouding van het landschap en de traditionele kenmerken van de landbouwgronden, met name de instandhouding van de stenen steunmuren van de terrassen op Madeira, betreft.
  • 6. 
    De in dit artikel bedoelde maatregelen worden beknopt beschreven in de in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 bedoelde operationele programma's voor de betrokken regio's.

TITEL V

ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 34

De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld volgens de beheersprocedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 35

  • 1. 
    De Commissie wordt bijgestaan door het comité van beheer voor granen, dat is ingesteld bij artikel 22 van Verordening (EEG) nr. 1766/92(19), of het comité van beheer dat is ingesteld bij de verordening houdende een gemeenschappelijke marktordening voor de betrokken producten.

Voor producten die vallen onder Verordening (EEG) nr. 827/68(20) en voor producten die onder geen enkele gemeenschappelijke marktordening vallen, wordt de Commissie bijgestaan door het comité van beheer voor hop, dat is ingesteld bij artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 1696/71(21).

Voor aangelegenheden betreffende het logo en in de andere gevallen waarvan sprake in deze verordening wordt de Commissie bijgestaan door het comité van beheer voor verse groenten en fruit, dat is ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2200/96.

Voor de uitvoering van titel III wordt de Commissie bijgestaan door het permanent plantenziektekundig comité, dat is ingesteld bij Besluit 76/894/EEG(22).

Voor de uitvoering van titel IV wordt de Commissie bijgestaan door het Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio's en het Comité voor de landbouwstructuur en de plattelandsontwikkeling, die zijn ingesteld bij artikel 48, respectievelijk artikel 50, van Verordening (EG) nr. 1260/1999.

  • 2. 
    Wanneer wordt verwezen naar dit lid, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

Voor de uitvoering van titel III wordt echter de procedure toegepast van artikel 18 van Richtlijn 2000/29/EG.

De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt bepaald op één maand.

  • 3. 
    De comités stellen hun reglement van orde vast.

Artikel 36

Voor de landbouwproducten die vallen onder bijlage I van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, waarvoor de artikelen 87 tot en met 89 van genoemd Verdrag van toepassing zijn, kan de Commissie in de sectoren productie, verwerking en afzet toestaan dat steun voor de bedrijfsvoering wordt verleend om de specifieke kostennadelen van de landbouwproductie op de Azoren en Madeira te ondervangen die verband houden met het afgelegen en insulaire karakter en de ultraperifere ligging van deze eilanden.

Artikel 37

De in deze verordening vastgestelde maatregelen, met uitzondering van die van artikel 28, zijn interventies ter regulering van de landbouwmarkten in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999(23).

Artikel 38

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de bepalingen van deze verordening worden nageleefd, met name ten aanzien van de controlemaatregelen en de administratieve sancties, en stellen de Commissie van deze maatregelen in kennis.

De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 35, lid 2.

Artikel 39

  • 1. 
    Portugal dient bij de Commissie jaarlijks een verslag in over de uitvoering van de in deze verordening vastgestelde maatregelen.
  • 2. 
    Uiterlijk aan het eind van het vijfde jaar waarin de regeling is toegepast, brengt de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad een algemeen verslag uit waarin het effect wordt aangegeven van de maatregelen die op grond van deze verordening zijn uitgevoerd. Dit verslag gaat in voorkomend geval vergezeld van passende voorstellen.

Artikel 40

Verordening (EEG) nr. 1600/92(24) wordt ingetrokken. Verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 1600/92 gelden als verwijzing naar deze verordening en moeten worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

Artikel 41

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 33 is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Luxemburg, 28 juni 2001.

Voor de Raad

De voorzitter

  • B. 
    Rosengren
  • (1) 
    Advies uitgebracht op 14 juni 2001 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (2) 
    PB L 171 van 29.6.1991, blz. 10.
  • (3) 
    Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 405 van 31.12.1992, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1256/1999 van de Commissie (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 73).
  • (4) 
    Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en instelling van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).
  • (5) 
    Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1).
  • (6) 
    PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
  • (7) 
    Verordening (EG) nr. 2038/1999 van de Raad van 13 september 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 252 van 25.9.1999, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 906/2001 van de Commissie (PB L 127 van 9.5.2001, blz. 28).
  • (8) 
    Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Commissie (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).
  • (9) 
    Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).
  • (10) 
    Verordening (EG) nr. 1227/2000 van de Commissie van 31 mei 2000 tot vaststelling van de bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijk ordening van de wijnmarkt, inzonderheid met betrekking tot het productiepotentieel (PB L 143 van 16.6.2000, blz. 1).
  • (11) 
    Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).
  • (12) 
    Verordening (EG) nr. 2342/1999 van de Commissie van 28 oktober 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees met betrekking tot de premieregelingen (PB L 281 van 4.11.1999, blz. 30). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 192/2001 van de Commissie (PB L 29 van 31.1.2001, blz. 7).
  • (13) 
    Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 405 van 3.12.1992, blz. 1). Verordening laatstelijk geijzigd bij Verordening (EG) nr. 1256/1999 van de Commissie (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 73).
  • (14) 
    Verordening (EG) nr. 2597/97 van de Raad van 18 december 1997 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk (PB L 351 van 23.12.1997, blz. 13).
  • (15) 
    Verordening (EEG) nr. 1576/89 van de Raad van 29 mei 1989 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gedistilleerde dranken (PB L 160 van 12.6.1989, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3378/94 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 366 van 31.12.1994, blz. 1).
  • (16) 
    Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector ruwe tabak (PB L 215 van 30.7.1992, blz. 70). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1336/2000 (PB L 154 van 27.6.2000, blz. 2).
  • (17) 
    Verordening (EG) nr. 2848/98 van de Commissie van 22 december 1998 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2075/92 van de Raad ten aanzien van de premieregeling, de productiequota en de aan de telersverenigingen toe te kennen specifieke steun in de sector ruwe tabak (PB L 358 van 31.12.1998, blz. 17). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 385/2001 van de Commissie (PB L 57 van 27.2.2001, blz. 18).
  • (18) 
    Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en het verspreiden in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/33/EG van de Commissie (PB L 127 van 9.5.2001, blz. 42).
  • (19) 
    Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).
  • (20) 
    Verordening (EEG) nr. 827/68 van de Raad van 28 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten voor bepaalde in bijlage II van het Verdrag vermelde producten (PB L 151 van 30.6.1968, blz. 16). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3290/94 van de Commissie (PB L 349 van 31.12.1994, blz. 105).
  • (21) 
    Verordening (EEG) nr. 1696/71 van de Raad van 26 juli 1971 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector hop (PB L 175 van 4.8.1971, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 191/2000 (PB L 23 van 28.1.2000, blz. 4).
  • (22) 
    Besluit 76/894/EEG van de Raad van 23 november 1976 tot instelling van een permanent plantenziektekundig comité (PB L 340 van 9.12.1976, blz. 25).
  • (23) 
    Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).
  • (24) 
    Verordening (EEG) nr. 1600/92 van de Raad van 15 juni 1992 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira (PB L 173 van 27.6.1992, blz. 1). Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

BIJLAGE I

Lijst van de producten waarvoor de in artikel 3 bedoelde specifieke voorzieningsregeling voor de regio Azoren geldt

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

Lijst van de producten waarvoor de in artikel 3 bedoelde specifieke voorzieningsregeling voor de regio Madeira geldt

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

Concordantietabel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.