Besluit 2001/258 - Sluiting van een overeenkomst tussen de EG, IJsland en Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van Die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend
Inhoudsopgave van deze pagina:
|
2001/258/EG: Besluit van de Raad van 15 maart 2001 inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend
Publicatieblad Nr. L 093 van 03/04/2001 blz. 0038 - 0039
Besluit van de Raad
van 15 maart 2001
inzake de sluiting van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend
(2001/258/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 63, lid 1, juncto de tweede zin van de eerste alinea van artikel 300, lid 2, en de eerste alinea van artikel 300, lid 3,
Gezien het voorstel van de Commissie(1),
Gezien het advies van het Europees Parlement(2),
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandeld over een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend (hierna: "de overeenkomst").
-
(2)De overeenkomst is namens de Europese Gemeenschap op 19 januari 2001 ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, overeenkomstig het besluit van de Raad van 19 januari 2001.
-
(3)De overeenkomst dient thans te worden goedgekeurd.
-
(4)Het is tevens noodzakelijk regelingen vast te stellen voor de toepassing van sommige bepalingen van de overeenkomst.
-
(5)Door de overeenkomst wordt een gemengd comité ingesteld, dat beslissingsbevoegdheden heeft op bepaalde gebieden, en het is derhalve noodzakelijk te bepalen wie de Gemeenschap in dat comité vertegenwoordigt.
-
(6)Voorts dient een procedure te worden vastgesteld waarin wordt vastgelegd hoe een communautair standpunt tot stand komt.
-
(7)Het Verenigd Koninkrijk en Ierland hebben, overeenkomstig artikel 3 van het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, schriftelijk medegedeeld dat zij wensen deel te nemen aan de aanneming en toepassing van dit besluit.
-
(8)Denemarken neemt, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het protocol betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan de genoemde verdragen, niet deel aan de aanneming van dit besluit. Dit besluit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken,
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat, in IJsland of in Noorwegen wordt ingediend, wordt bij dezen namens de Gemeenschap goedgekeurd.
De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt bij dezen gemachtigd om de persoon aan te wijzen die ermee wordt belast namens de Gemeenschap de in artikel 14 van de overeenkomst genoemde akte van goedkeuring neer te leggen, waarmee de instemming van de Gemeenschap om door de overeenkomst gebonden te zijn tot uiting wordt gebracht.
Artikel 3
De Commissie zal de Gemeenschap vertegenwoordigen in het bij artikel 3 van de overeenkomst ingestelde Gemengd Comité.
Artikel 4
-
1.In het Gemengd Comité zal het standpunt van de Gemeenschap met betrekking tot de vaststelling van het reglement van orde van het comité, zoals bepaald in artikel 3, lid 2, van de overeenkomst, worden vertolkt door de Commissie, na raadpleging van een door de Raad ingesteld bijzonder comité.
-
2.Voor alle andere besluiten van het Gemengd Comité zal het standpunt van de Gemeenschap bij gekwalificeerde meerderheid worden vastgesteld door de Raad, op voorstel van de Commissie.
Artikel 5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Gedaan te Brussel, 15 maart 2001.
Voor de Raad
De voorzitter
M-I. Klingvall
-
(1)Voorstel ingediend op 31 januari 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
-
(2)Advies uitgebracht op 14 februari 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.