Richtlijn 1996/100 - Wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31996L0100

Richtlijn 96/100/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht

Publicatieblad Nr. L 060 van 01/03/1997 blz. 0059 - 0060

RICHTLIJN 96/100/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 17 februari 1997 tot wijziging van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (3),

Overwegende dat in overeenstemming met de verschillende kunsttradities binnen de Gemeenschap aquarellen, gouaches en pasteltekeningen hetzij als schilderijen, hetzij als tekeningen worden beschouwd; dat categorie 4 van de bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG van de Raad (4) tekeningen die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen, en categorie 3 afbeeldingen en schilderijen die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen, omvat; dat de op deze twee categorieën toepasselijke waardedrempels verschillend zijn; dat deze situatie binnen de interne markt zou kunnen leiden tot ernstige verschillen in de behandeling van aquarellen, gouaches en pasteltekeningen naar gelang van de lidstaat waar zij zich bevinden; dat het voor de toepassing van de richtlijn nodig is dat in de gehele Gemeenschap dezelfde waardedrempels worden toegepast en dus moet worden bepaald in welke categorie zij dienen te worden ondergebracht;

Overwegende dat, zoals blijkt uit de ervaring, het door aquarellen, gouaches en pasteltekeningen gehaalde prijsniveau doorgaans hoger ligt dan dat van tekeningen en veel lager dan dat van olieverf- en temperaschilderijen; dat het derhalve aangewezen is aquarellen, gouaches en pasteltekeningen onder te brengen in een nieuwe categorie met een waardedrempel van 30 000 ecu, teneinde te garanderen dat de werken van grote betekenis die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht, kunnen worden teruggegeven,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlage bij Richtlijn 93/7/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    onder A:
  • a) 
    wordt punt 3 vervangen door:

"3. Afbeeldingen en schilderijen die niet tot categorie 3 A of 4 behoren en geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen (1)";

  • b) 
    wordt het volgende punt ingevoegd:

"3 A. Aquarellen, gouaches en pasteltekeningen die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond (1)";

  • c) 
    wordt punt 4 vervangen door:

"4. Mozaïeken, ongeacht van welke materialen, die geheel met de hand zijn vervaardigd en niet tot categorie 1 of 2 behoren, en tekeningen die geheel met de hand zijn vervaardigd, ongeacht op welke ondergrond en van welke materialen (1)";

  • 2. 
    onder B:

wordt de volgende categorie ingevoerd:

"30 000

  • 3 A. (Aquarellen, gouaches en pasteltekeningen)".

Artikel 2

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen binnen zes maanden na haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgelegd door de lidstaten.

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 17 februari 1997.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

  • J. 
    M. GIL-ROBLES

Voor de Raad

De Voorzitter

  • G. 
    ZALM
  • (1) 
    PB nr. C 6 van 11. 1. 1996, blz. 15.
  • (2) 
    PB nr. C 97 van 1. 4. 1996, blz. 28.
  • (3) 
    Advies van het Europees Parlement van 21 mei 1996 (PB nr. C 166 van 10. 6. 1996, blz. 38), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 8 juli 1996 (PB nr. C 264 van 11. 9. 1996, blz. 66) en besluit van het Europees Parlement van 13 november 1996 (PB nr. C 362 van 2. 12. 1996). Besluit van de Raad van 20 december 1996.
  • (4) 
    PB nr. L 74 van 27. 3. 1993, blz. 74.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.