Richtlijn 1994/4 - Wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 77/388/EEG en houdende verhoging van het niveau van de vrijstellingen voor reizigers uit derde landen en van de grenzen voor belastingvrije aankopen tijdens intragemeenschappelijke reizen

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31994L0004

Richtlijn 94/4/EG van de Raad van 14 februari 1994 tot wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 77/388/EEG en houdende verhoging van het niveau van de vrijstellingen voor reizigers uit derde landen en van de grenzen voor belastingvrije aankopen tijdens intracommunautaire reizen

Publicatieblad Nr. L 060 van 03/03/1994 blz. 0014 - 0015

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0151

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 9 Deel 2 blz. 0151

RICHTLIJN 94/4/EG VAN DE RAAD van 14 februari 1994 tot wijziging van de Richtlijnen 69/169/EEG en 77/388/EEG en houdende verhoging van het niveau van de vrijstellingen voor reizigers uit derde landen en van de grenzen voor belastingvrije aankopen tijdens intracommunautaire reizen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat artikel 1, lid 1, van Richtlijn 69/169/EEG van de Raad van 28 mei 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de vrijstellingen van omzetbelastingen en accijnzen die bij invoer worden geheven in het internationale reizigersverkeer (4) voorziet in een vrijstelling voor goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers uit derde landen, mits het invoer betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is;

Overwegende dat, om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen, de totale waarde van de goederen per persoon 45 ecu niet mag overschrijden; dat overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Richtlijn 69/169/EEG de Lid-Staten, voor reizigers beneden de vijftien jaar, deze vrijstelling tot 23 ecu kunnen beperken;

Overwegende dat, voor een beperkte duur, moet worden voorzien in een afwijking ten gunste van Duitsland, gezien de economische moeilijkheden die kunnen worden veroorzaakt door de bedragen van de vrijstellingen, inzonderheid voor wat betreft de reizigers die het grondgebied van deze Lid-Staat binnenkomen via andere landgrenzen dan die met de overige Lid-Staten of met de EVA-landen, dan wel uit genoemde landen via de kustvaart;

Overwegende dat er tussen continentaal Spanje en de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla bijzondere banden bestaan;

Overwegende dat rekening moet worden gehouden met de maatregelen die ten gunste van de reizigers worden bepleit door de gespecialiseerde internationale organisaties, met name die welke zijn vervat in bijlage F.3 bij de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures;

Overwegende dat deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt door de vrijstellingen te verhogen;

Overwegende dat tijdens de periode waarin deze verkopen zijn toegestaan oveenkomstig artikel 28 duodecies van Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (5), moet worden gezorgd voor handhaving van de werkelijke waarde van de goederen die in belastingvrije verkooppunten kunnen worden verkocht aan reizigers die zich via een intracommunautaire vlucht of zeereis naar een andere Lid-Staat begeven,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 69/169/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    in artikel 1, lid 1, wordt "45 ecu" vervangen door "175 ecu";
  • 2. 
    in artikel 1, lid 2, wordt "23 ecu" vervangen door "90 ecu";
  • 3. 
    artikel 7 ter wordt vervangen door:

"Artikel 7 ter

  • 1. 
    In afwijking van artikel 1, lid 1, wordt Spanje gemachtigd om tot en met 31 december 2000 een vrijstelling van 600 ecu toe te passen bij de invoer van de goederen in kwestie door reizigers uit de Canarische eilanden, Ceuta en Melilla, die het binnenland van die Lid-Staat zoals dat in artikel 3, leden 2 en 3, van Richtlijn 77/388/EEG wordt omschreven, binnenkomen.
  • 2. 
    In afwijking van artikel 1, lid 2, kan Spanje, voor reizigers beneden de vijftien jaar, deze vrijstelling tot 150 ecu beperken.".

Artikel 2

Artikel 28

duodecies, punt 2, onder a), eerste alinea, van Richtlijn 77/388/EEG wordt vervangen door:

"a) waarvan de totale waarde, per persoon en per reis, niet meer bedraagt dan 90 ecu.

In afwijking van artikel 28 quaterdecies bepalen de Lid-Staten de tegenwaarde van dit bedrag in nationale valuta overeenkomstig artikel 7, lid 2, van Richtlijn 69/169/EEG.".

Artikel 3

  • 1. 
    De Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 april 1994 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

  • 2. 
    In afwijking van lid 1, doet de Bondsrepubliek Duitsland voor goederen die worden ingevoerd door reizigers die het Duitse grondgebied betreden via andere landgrenzen dan die met de overige Lid-Staten of met de EVA-landen dan wel via de kustvaart vanuit de genoemde landen, de nodige bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 1998 aan deze richtlijn te voldoen.
  • 3. 
    De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van alle bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 14 februari 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

  • Y. 
    PAPANTONIOU
  • (1) 
    PB nr. C 102 van 14. 4. 1984, blz. 10, en PB nr. C 78 van 26. 3. 1985, blz. 9.(2) PB nr. C 46 van 18. 2. 1985, blz. 75, en advies uitgebracht op 20 januari 1994 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).(3) PB nr. C 248 van 17. 9. 1984, blz. 26.(4) PB nr. L 133 van 4. 6. 1969, blz. 6. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/111/EEG (PB nr. L 384 van 30. 12. 1992, blz. 47).(5) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/111/EEG (PB nr. L 384 van 30. 12. 1992, blz. 47).

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.