Richtlijn 1991/692 - Standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde Richtlijnen op milieugebied

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31991L0692

Richtlijn 91/692/EEG van de Raad van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde Richtlijnen op milieugebied

Publicatieblad Nr. L 377 van 31/12/1991 blz. 0048 - 0054

Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 10 blz. 0208

Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 10 blz. 0208

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 23 december 1991 tot standaardisering en rationalisering van de verslagen over de toepassing van bepaalde richtlijnen op milieugebied (91/692/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat bepaalde communautaire richtlijnen op milieugebied voorzien in de opstelling door de Lid-Staten van een verslag over de toepassing van deze richtlijnen; dat de Commissie op basis van deze verslagen een syntheseverslag opstelt; dat andere richtlijnen op milieugebied niet in de opstelling van dergelijke verslagen voorzien;

Overwegende dat de bestaande bepalingen met betrekking tot de opstelling van de verslagen zeer uiteenlopend zijn, zowel wat de frequentie als wat de inhoud daarvan betreft;

Overwegende dat het van belang is dat deze verplichting zowel voor de Lid-Staten als voor de Commissie wordt ingevoerd, zodat de stand van de toepassing van deze richtlijnen op het gehele grondgebied van de Gemeenschap kan worden nagegaan en de publieke opinie een middel wordt verschaft om kennis te nemen van informatie dienaangaande;

Overwegende dat de bestaande bepalingen derhalve per sector moeten worden geharmoniseerd zodat ze vollediger en samenhangender kunnen worden gemaakt;

Overwegende dat het wenselijk lijkt de periode waarover deze verslagen door de Lid-Staten moeten worden opgesteld en waarin ze bij de Commissie moeten worden ingediend vast te stellen op drie jaar, met een tussentijd van één jaar per sector; dat die verslagen worden opgesteld op basis van een vragenlijst die door de Commissie, bijgestaan door een comité, wordt uitgewerkt en zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode aan de Lid-Staten wordt toegezonden; dat de Commissie binnen negen maanden na de indiening door de Lid-Staten van hun respectieve verslagen een syntheseverslag per sector publiceert;

Overwegende dat in het bijzonder met betrekking tot de tenuitvoerlegging van Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater (4), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985, het desbetreffende verslag jaarlijks moet verschijnen en vroeg genoeg om het publiek te informeren over de kwaliteit van het zwemwater tijdens de meest recente periode;

Overwegende dat de door de Lid-Staten te nemen noodzakelijke maatregelen niet de aanneming inhouden van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen, gegeven het feit dat het opstellen van de verslagen over de toepassing van de richtlijnen van de Gemeenschap op dit ogenblik niet vereist dat in de Lid-Staten dergelijke bepalingen worden aangenomen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn beoogt de bepalingen inzake de toezending van informatie en de publikatie van verslagen over bepaalde communautaire richtlijnen inzake milieubescherming per sector te rationaliseren en te verbeteren, onverminderd artikel 155, eerste streepje, van het Verdrag.

Artikel 2

  • 1. 
    De in bijlage I opgenomen bepalingen worden vervangen door:

"Elke drie jaar lichten de Lid-Staten de Commissie in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in het kader van een verslag dat per sector wordt uitgebracht en dat ook de andere communautaire richtlijnen op dit gebied bestrijkt. Dit verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een schema, uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG (*). Zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode wordt de vragenlijst of het schema aan de Lid-Staten toegezonden. Het verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft.

Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1993 tot en met 1995.

Binnen negen maanden na ontvangst van de verslagen van de Lid-Staten publiceert de Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de Gemeenschap.

(*) PB nr. L 377 van 31. 12. 1991, blz. 48.".

  • 2. 
    De tekst van lid 1 wordt ingevoegd in de bepalingen van de richtlijnen vermeld in bijlage II, volgens de in die bijlage vervatte aanwijzingen.

Artikel 3

Artikel 13 van Richtlijn 76/160/EEG wordt vervangen door:

"Artikel 13 Elk jaar, voor de eerste maal op 31 december 1993, dienen de Lid-Staten bij de Commissie een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Dit verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een schema, uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG (*). De vragenlijst of het schema wordt zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode aan de Lid-Staten toegezonden. Het verslag wordt aan de Commissie voorgelegd vóór het einde van het betrokken jaar.

Binnen vier maanden na ontvangst van de verslagen van de Lid-Staten publiceert de Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de Gemeenschap.

(*) PB nr. L 377 van 31. 12. 1991, blz. 48.".

Artikel 4

  • 1. 
    De in bijlage III opgenomen bepalingen worden vervangen door:

"Elke drie jaar lichten de Lid-Staten de Commissie in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in het kader van een verslag dat per sector wordt uitgebracht en dat ook de andere communautaire richtlijnen op dit gebied bestrijkt. Dit verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een schema, uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG (*). Zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode wordt de vragenlijst of het schema aan de Lid-Staten toegezonden. Het verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft.

Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1994 tot en met 1996.

Binnen negen maanden na ontvangst van de verslagen van de Lid-Staten publiceert de Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de Gemeenschap.

(*) PB nr. L 377 van 31. 12. 1991, blz. 48.".

  • 2. 
    De tekst van lid 1 wordt ingevoegd in de richtlijnen vermeld in bijlage IV, volgens de in die bijlage vervatte aanwijzingen.
  • 3. 
    De volgende tekst wordt ingevoegd in de richtlijnen vermeld in bijlage V, volgens de in die bijlage vervatte aanwijzingen:

"De Commissie doet de Lid-Staten elk jaar de informatie toekomen die zij uit hoofde van dit artikel heeft ontvangen.".

Artikel 5

De in bijlage VI opgenomen bepalingen worden vervangen door:

"Elke drie jaar lichten de Lid-Staten de Commissie in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn in het kader van een verslag dat per sector wordt uitgebracht en ook de andere communautaire richtlijnen op dit gebied bestrijkt. Dit verslag wordt opgesteld aan de hand van een vragenlijst of een schema, uitgewerkt door de Commissie volgens de procedure van artikel 6 van Richtlijn 91/692/EEG (*). Zes maanden vóór de aanvang van de verslagperiode wordt de vragenlijst of het schema aan de Lid-Staten toegezonden. Het verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de periode van drie jaar waarop het betrekking heeft.

Het eerste verslag bestrijkt de periode van 1995 tot en met 1997.

Binnen negen maanden na ontvangst van de verslagen van de Lid-Staten publiceert de Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de richtlijn in de Gemeenschap.

(*) PB nr. L 377 van 31. 12. 1991, blz. 48.".

Artikel 6

De Commissie wordt bijgestaan door een Comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door de vertegenwoordiger van de Commissie.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het Comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het Comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het Comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval - kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten voor ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen,

  • kan de Raad binnen de in het voorgaande streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

Artikel 7

  • 1. 
    De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om - uiterlijk vanaf 1 januari 1993 aan de artikelen 2 en 3,
  • uiterlijk vanaf 1 januari 1994 aan artikel 4, en - uiterlijk vanaf 1 januari 1995 aan artikel 5 te voldoen.

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

  • 2. 
    De bestaande, doch door een nieuwe tekst gewijzigde bepalingen van de verschillende richtlijnen blijven van kracht tot de in lid 1, eerste alinea, vermelde data.
  • 3. 
    Wanneer de Lid-Staten de in lid 1 bedoelde maatregelen aannemen, wordt daarin naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die maatregelen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 23 december 1991.

Voor de RaadDe VoorzitterY. VAN ROOY

(1)PB nr. C 214 van 29. 8. 1990, blz. 6.

(2)PB nr. C 19 van 28. 1. 1991, blz. 587.

(3)PB nr. C 60 van 8. 3. 1991, blz. 15.

(4)PB nr. L 31 van 5. 2. 1976, blz. 1.

BIJLAGE I

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 2, lid 1

  • a) 
    Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 76/464/EEG van de Raad van 4 mei 1976 betreffende de verontreiniging veroorzaakt door bepaalde gevaarlijke stoffen die in het aquatisch milieu van de Gemeenschap worden geloosd (1).
  • b) 
    Artikel 14 van Richtlijn 78/176/EEG van de Raad van 20 februari 1978 betreffende de afvalstoffen afkomstig van de titaandioxyde-industrie (2), als gewijzigd bij Richtlijn 83/29/EEG (3).
  • c) 
    Artikel 16 van Richtlijn 78/659/EEG van de Raad van 18 juli 1978 betreffende de kwaliteit van zoet water dat bescherming of verbetering behoeft ten einde geschikt te zijn voor het leven van vissen (4), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985.
  • d) 
    Artikel 8 van Richtlijn 79/869/EEG van de Raad van 9 oktober 1979 inzake de meetmethodes en de frequentie van de bemonstering en de analyse van het oppervlaktewater dat is bestemd voor produktie van drinkwater in de Lid-Staten (5), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/855/EEG (6).
  • e) 
    Artikel 14 van Richtlijn 79/923/EEG van de Raad van 30 oktober 1979 inzake de vereiste kwaliteit van schelpdierwater (7).
  • f) 
    Artikel 16, lid 1, van Richtlijn 80/68/EEG van de Raad van 17 december 1979 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging veroorzaakt door de lozing van bepaalde gevaarlijke stoffen (8).
  • g) 
    Artikel 5, lid 1 en lid 2, eerste alinea, van Richtlijn 82/176/EEG van de Raad van 22 maart 1982 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van de sector elektrolyse van alkalichloriden (9).
  • h) 
    Artikel 5, leden 1 en 2, van Richtlijn 83/513/EEG van de Raad van 26 september 1983 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van cadmium (10).
  • i) 
    Artikel 6, lid 1, van Richtlijn 84/156/EEG van de Raad van 8 maart 1984 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor kwiklozingen afkomstig van andere sectoren dan de elektrolyse van alkalichloriden (11).
  • j) 
    Artikel 5, leden 1 en 2, van Richtlijn 84/491/EEG van de Raad van 9 oktober 1984 betreffende de grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor de lozing van hexachloorcyclohexaan (12).
  • k) 
    Artikel 6, leden 1 en 2, van Richtlijn 86/280/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende grenswaarden en kwaliteitsdoelstellingen voor lozingen van bepaalde onder lijst 1 van de bijlage van Richtlijn 76/464/EEG vallende gevaarlijke stoffen (13), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 90/415/EEG (14).

(1)PB nr. L 129 van 18. 5. 1976, blz. 23.

(2)PB nr. L 54 van 25. 2. 1978, blz. 19.

(3)PB nr. L 32 van 3. 2. 1983, blz. 28.

(4)PB nr. L 222 van 14. 8. 1978, blz. 1.

(5)PB nr. L 271 van 29. 10. 1979, blz. 44.

(6)PB nr. L 319 van 7. 11. 1981, blz. 16.

(7)PB nr. L 281 van 10. 11. 1979, blz. 47.

(8)PB nr. L 20 van 26. 1. 1980, blz. 43.

(9)PB nr. L 81 van 27. 3. 1982, blz. 29.

(10)PB nr. L 291 van 24. 10. 1983, blz. 1.

(11)PB nr. L 74 van 17. 3. 1984, blz. 49.

(12)PB nr. L 274 van 17. 10. 1984, blz. 11.

(13)PB nr. L 181 van 4. 7. 1986, blz. 16.

(14)PB nr. L 219 van 14. 8. 1990, blz. 49.

BIJLAGE II

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 2, lid 2

  • a) 
    Richtlijn 75/440/EEG van de Raad van 16 juni 1975 betreffende de vereiste kwaliteit van het oppervlaktewater dat is bestemd voor de produktie van drinkwater in de Lid-Staten (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 79/869/EEG (2).

Het bepaalde in artikel 2, lid 1, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 9 bis.

  • b) 
    Richtlijn 80/778/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 81/858/EEG (4).

Het bepaalde in artikel 2, lid 1, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 17 bis.

(1)PB nr. L 194 van 25. 7. 1975, blz. 26.

(2)PB nr. L 271 van 29. 10. 1979, blz. 44.

(3)PB nr. L 229 van 30. 8. 1980, blz. 11.

(4)PB nr. L 319 van 7. 11. 1981, blz. 19.

BIJLAGE III

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 4, lid 1

  • a) 
    Artikel 8 van Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/427/EEG (2).
  • b) 
    Artikel 18 van Richtlijn 82/501/EEG van de Raad van 24 juni 1982 inzake de risico's van zware ongevallen bij bepaalde industriële activiteiten (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 88/610/EEG (4).
  • c) 
    Artikel 6 van Richtlijn 82/884/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende een grenswaarde van de luchtkwaliteit voor lood (5).
  • d) 
    Artikel 8 van Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde (6), gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG (7).
  • e) 
    Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 87/217/EEG van de Raad van 19 maart 1987 inzake voorkoming en vermindering van verontreiniging van het milieu door asbest (8).

(1)PB nr. L 229 van 30. 8. 1980, blz. 30.

(2)PB nr. L 201 van 14. 7. 1989, blz. 53.

(3)PB nr. L 230 van 5. 8. 1982, blz. 1.

(4)PB nr. L 336 van 7. 12. 1988, blz. 14.

(5)PB nr. L 378 van 31. 12. 1982, blz. 15.

(6)PB nr. L 87 van 27. 3. 1985, blz. 36.

(7)PB nr. L 372 van 31. 12. 1985, blz. 36.

(8)PB nr. L 85 van 28. 3. 1987, blz. 40.

BIJLAGE IV

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 4, lid 2

  • a) 
    Richtlijn 75/716/EEG van de Raad van 24 november 1975 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het zwavelgehalte van bepaalde vloeibare brandstoffen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/219/EEG (2).

Het bepaalde in artikel 4, lid 2, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 7 bis.

  • b) 
    Richtlijn 84/360/EEG van de Raad van 28 juni 1984 betreffende de bestrijding van door industriële inrichtingen veroorzaakte luchtverontreiniging (3).

Het bepaalde in artikel 4, lid 2, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 15 bis.

(1)PB nr. L 307 van 27. 11. 1975, blz. 22.

(2)PB nr. L 91 van 3. 4. 1987, blz. 19.

(3)PB nr. L 188 van 16. 7. 1984, blz. 20.

BIJLAGE V

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 4, lid 3

  • a) 
    Richtlijn 80/779/EEG van de Raad van 15 juli 1980 betreffende grenswaarden en richtwaarden van de luchtkwaliteit voor zwaveldioxyde en zwevende deeltjes, als gewijzigd bij Richtlijn 89/427/EEG.

Het bepaalde in artikel 4, lid 3, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 7, lid 4.

  • b) 
    Richtlijn 82/884/EEG van de Raad van 3 december 1982 betreffende een grenswaarde van de luchtkwaliteit voor lood.

Het bepaalde in artikel 4, lid 3, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 5, lid 4.

  • c) 
    Richtlijn 85/203/EEG van de Raad van 7 maart 1985 inzake luchtkwaliteitsnormen voor stikstofdioxyde, gewijzigd bij Richtlijn 85/580/EEG.

Het bepaalde in artikel 4, lid 3, van deze richtlijn wordt opgenomen als artikel 7, lid 4.

BIJLAGE VI

Bepalingen gewijzigd volgens artikel 5

  • a) 
    Artikel 18 van Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie (1), als gewijzigd bij Richtlijn 87/101/EEG (2).
  • b) 
    Artikel 12 van Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (3), als gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG (4).
  • c) 
    Artikel 10 van Richtlijn 76/403/EEG van de Raad van 6 april 1976 betreffende de verwijdering van polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (5).
  • d) 
    Artikel 16 van Richtlijn 78/319/EEG van de Raad van 20 maart 1978 betreffende toxische en gevaarlijke afvalstoffen (6), laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 1985.
  • e) 
    Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 84/631/EEG van de Raad van 6 december 1984 betreffende toezicht en controle in de Gemeenschap op de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen (7), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87/112/EEG van de Commissie (8).
  • f) 
    Artikel 6 van Richtlijn 85/339/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende verpakkingen voor vloeibare levensmiddelen (9).
  • g) 
    Artikel 17 van Richtlijn 86/278/EEG van de Raad van 12 juni 1986 betreffende de bescherming van het milieu, in het bijzonder de bodem, bij het gebruik van zuiveringsslib in de landbouw (10).

(1)PB nr. L 194 van 25. 7. 1975, blz. 23.

(2)PB nr. L 42 van 12. 2. 1987, blz. 43.

(3)PB nr. L 194 van 25. 7. 1975, blz. 39.

(4)PB nr. L 78 van 26. 3. 1991, blz. 32.

(5)PB nr. L 108 van 26. 4. 1976, blz. 41.

(6)PB nr. L 84 van 31. 3. 1978, blz. 43.

(7)PB nr. L 326 van 13. 12. 1984, blz. 31.

(8)PB nr. L 48 van 17. 2. 1987, blz. 31.

(9)PB nr. L 176 van 6. 7. 1985, blz. 18.

(10)PB nr. L 181 van 4. 7. 1986, blz. 6.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.