Verordening 2010/583 - Uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt

1.

Wettekst

10.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/1

 

VERORDENING (EU) Nr. 583/2010 VAN DE COMMISSIE

van 1 juli 2010

tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft essentiële beleggersinformatie en de voorwaarden waaraan moet worden voldaan als de essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website wordt verstrekt

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gelet op Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (1), en met name op artikel 75, lid 4, artikel 78, lid 7, en artikel 81, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij Richtlijn 2009/65/EG zijn de hoofdbeginselen gespecificeerd die bij het opstellen en verstrekken van essentiële beleggersinformatie dienen te worden gerespecteerd, zoals onder meer vereisten betreffende de vorm en presentatie, de doelstellingen, de essentiële informatie-elementen die moeten worden bekendgemaakt, wie de informatie aan wie dient te bezorgen, en de methoden die hiervoor moeten worden aangewend. Nadere bijzonderheden betreffende de vorm en inhoud moeten door middel van uitvoeringsmaatregelen verder worden uitgewerkt; deze maatregelen moeten specifiek genoeg zijn om ervoor te zorgen dat beleggers de nodige informatie over bijzondere fondsstructuren ontvangen.

 

(2)

De keuze voor een verordening is gerechtvaardigd aangezien enkel deze vorm van wetgeving kan garanderen dat de volledige inhoud van essentiële beleggersinformatie wordt geharmoniseerd. Bovendien zal een document met essentiële beleggersinformatie aan efficiëntie winnen indien de vereisten die erop van toepassing zijn, in alle lidstaten identiek zijn. Alle betrokken partijen hebben baat bij een geharmoniseerde regeling inzake de vorm en inhoud van de bekendmaking omdat deze ervoor zal zorgen dat informatie over investeringskansen op de icbe-markt consistent en vergelijkbaar is.

 

(3)

In sommige gevallen kan de essentiële beleggersinformatie op een doeltreffender wijze worden verstrekt wanneer het document met essentiële beleggersinformatie via een website voor beleggers beschikbaar wordt gesteld, of wanneer het gehecht aan een ander document aan de potentiële belegger wordt gegeven. In deze gevallen is het echter van belang dat de context waarin het document met essentiële beleggersinformatie wordt verstrekt, geen afbreuk doet aan het document, of doet veronderstellen dat het slechts om reclamemateriaal gaat of dat bijgaand reclamemateriaal van evenveel of groter belang is voor de niet-professionele belegger.

 

(4)

Er dient voor te worden gezorgd dat de inhoud van de informatie relevant is, dat de informatie op een logische wijze is georganiseerd en dat de gebruikte taal geschikt is voor niet-professionele beleggers. Om aan deze bezorgdheden tegemoet te komen, dient deze verordening te garanderen dat het document met essentiële beleggersinformatie de aandacht van de beleggers trekt en hen door middel van de vorm, presentatie, kwaliteit en de aard van de gebruikte taal helpt vergelijkingen te maken. Deze verordening moet zorgen voor consistentie wat de vorm van het document betreft, onder meer door middel van een eenvormige structuur met afdelingen met identieke titels.

 

(5)

Deze verordening specificeert de inhoud van de informatie over de beleggingsdoelstellingen en het beleggingsbeleid van icbe’s zodat beleggers moeiteloos kunnen uitmaken of een fonds al dan niet geschikt zou zijn voor hun doeleinden. Omwille van deze reden moet de informatie aangeven of rendementen in de vorm van kapitaalaanwas, betaling van inkomen, of een combinatie van beide kunnen worden verwacht. De beschrijving van het beleggingsbeleid dient de belegger een indicatie te geven van wat de algemene doelstellingen van de icbe zijn en hoe deze doelstellingen moeten worden bereikt. Wat betreft de financiële instrumenten waarin moet worden belegd, moeten enkel de instrumenten worden vermeld die een wezenlijk effect op de resultaten van de icbe kunnen hebben, en niet alle mogelijke in aanmerking komende instrumenten.

 

(6)

Bij deze verordening worden gedetailleerde voorschriften vastgelegd voor de presentatie van het risico- en opbrengstprofiel van de belegging; zo wordt het gebruik van een synthetische indicator verplicht gesteld en wordt de inhoud gespecificeerd van de uitvoerige beschrijving van de indicator zelf en van de risico’s die niet door de indicator worden bestreken, maar die een wezenlijk effect op het risico- en opbrengstprofiel van de icbe kunnen hebben. Bij het toepassen van de voorschriften betreffende de synthetische indicator dient rekening te worden gehouden met de berekeningsmethode van de synthetische indicator zoals die door de bevoegde autoriteiten werkzaam binnen het Comité van Europese effectenregelgevers is ontwikkeld. De beheermaatschappij dient geval per geval te beslissen welke specifieke risico’s openbaar moeten worden gemaakt door de bijzondere kenmerken van elk fonds te ontleden; zij mag het document evenwel niet nodeloos verzwaren met informatie die voor niet-professionele beleggers moeilijk te begrijpen is. Bovendien moet de uitvoerige beschrijving van het risico- en opbrengstprofiel in omvang beperkt blijven wat betreft de ruimte die het in het document met essentiële beleggersinformatie in beslag neemt. Verwijzingen naar het icbe-prospectus waarin alle gegevens over de risico’s terug te vinden zijn, moeten toegelaten zijn.

 

(7)

Er moet sprake zijn van consistentie tussen de beschrijving van de risico’s in het document met essentiële beleggersinformatie enerzijds en de interne risicobeheerprocedures van de beheermaatschappij anderzijds, die zijn ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2010/43/EU van de Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft organisatorische eisen, belangenconflicten, bedrijfsvoering, risicobeheer en inhoud van de overeenkomst tussen een bewaarder en een beheermaatschappij (2). Om de consistentie te verzekeren, moet de permanente risicobeheerfunctie waar mogelijk de kans krijgen om de afdeling „Risico- en opbrengstprofiel” van het document met essentiële beleggersinformatie te evalueren en commentaar te leveren op de inhoud ervan.

 

(8)

Deze verordening specificeert de gemeenschappelijke vorm voor de presentatie en beschrijving van de kosten, met inbegrip van relevante waarschuwingen, zodat beleggers adequaat geïnformeerd zijn over de kosten die zij zullen moeten betalen en de verhouding van deze kosten tot het kapitaalbedrag dat werkelijk in het fonds wordt belegd. Bij het toepassen van deze voorschriften dient rekening te worden gehouden met de berekeningsmethode van de kostencijfers zoals die door de bevoegde autoriteiten werkzaam binnen het Comité van Europese effectenregelgevers is ontwikkeld.

 

(9)

De gedetailleerde voorschriften voor de presentatie van informatie over in het verleden behaalde resultaten zijn gebaseerd op de vereisten die voor dergelijke informatie zijn vastgelegd in Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (3). Deze verordening vult de bepalingen van Richtlijn 2004/39/EG aan met specifieke vereisten ter harmonisering van de informatie met de bedoeling het maken van vergelijkingen tussen verschillende documenten met essentiële beleggersinformatie te vergemakkelijken. Bij deze verordening wordt met name bepaald dat enkel jaarlijkse nettorendementen worden vermeld in de vorm van een staafdiagram. Bepaalde aspecten van de presentatie van het staafdiagram moeten worden gereglementeerd, met inbegrip van de beperkte omstandigheden waarin eventueel gesimuleerde gegevens mogen worden gebruikt.

 

(10)

Verwijzingen naar informatie kunnen nuttig zijn voor de belegger, maar het is van vitaal belang dat het document met essentiële beleggersinformatie zelf alle informatie bevat die de belegger nodig heeft om de essentiële elementen van de icbe te begrijpen. Indien verwijzingen naar andere informatiebronnen dan het prospectus en periodieke verslagen worden gebruikt, moet er duidelijk worden gesteld dat het prospectus en de periodieke verslagen de primaire bronnen van aanvullende informatie voor beleggers uitmaken; verwijzingen mogen het belang ervan niet minimaliseren.

 

(11)

Het document met essentiële beleggersinformatie dient voor zover nodig en zoveel als nodig te worden geëvalueerd en herzien om te garanderen dat het aan de in artikel 78, lid 2, en artikel 79, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG gespecificeerde vereisten voor essentiële beleggersinformatie blijft beantwoorden. In het kader van de goede praktijken dienen beheermaatschappijen het document met essentiële beleggingsinformatie te evalueren alvorens een initiatief te nemen waardoor een aanzienlijk aantal nieuwe beleggers waarschijnlijk rechten van deelneming in het fonds zullen verwerven.

 

(12)

Het kan noodzakelijk blijken de vorm of inhoud van de essentiële beleggersinformatie aan specifieke gevallen aan te passen. Deze verordening snijdt dan ook de algemene, op alle icbe’s toepasselijke regels toe op de specifieke situatie van bepaalde soorten icbe’s, namelijk icbe’s die verscheidene beleggingscompartimenten of aandelencategorieën hebben, icbe’s met dakfondsconstructies of master-feederstructuren, en gestructureerde icbe’s, zoals icbe’s met kapitaalbescherming of vergelijkbare icbe’s.

 

(13)

Wat de icbe’s betreft die verscheidene aandelencategorieën hebben, mag het niet verplicht zijn voor elke aandelencategorie een apart document met essentiële beleggersinformatie op te stellen, op voorwaarde dat de belangen van beleggers niet in gevaar worden gebracht. De bijzonderheden inzake twee of meer categorieën mogen alleen in één enkel document met essentiële beleggersinformatie worden samengevoegd indien het document hierdoor niet te ingewikkeld of te overladen wordt. Bij wijze van alternatief kan een representatieve categorie worden gekozen, maar enkel in gevallen waarin er voldoende gelijkenissen tussen de categorieën bestaan zodat de informatie over de representatieve categorie correct, duidelijk en niet misleidend is wat betreft de gerepresenteerde categorie. Om uit te maken of het gebruik van een representatieve categorie correct, duidelijk en niet misleidend is, dienen de kenmerken van de icbe, de aard van de verschillen die elke categorie typeren, en het gamma van de voor elke belegger of groep van beleggers beschikbare keuzes in aanmerking te worden genomen.

 

(14)

In het geval van een dakfondsconstructie, wordt het juiste evenwicht bewaard tussen de informatie over de icbe waarin de belegger belegt en haar onderliggende instellingen voor collectieve belegging. Bij de opstelling van het document met essentiële beleggersinformatie van een dakfondsconstructie moet er daarom van uit worden gegaan dat de belegger niet uitvoerig wenst of behoeft te worden geïnformeerd over de individuele kenmerken van alle onderliggende instellingen voor collectieve belegging, die waarschijnlijk toch van tijd tot tijd variëren indien de icbe actief wordt beheerd. Om in het document met essentiële beleggersinformatie het doel van de dakfondsconstructie en het beleggingsbeleid, de risicofactoren, en de kostenstructuur effectief te kunnen weergeven, moeten de kenmerken van de onderliggende fondsen wel transparant zijn.

 

(15)

In het geval van master-feederstructuren mag de beschrijving van het risico- en opbrengstprofiel van de feeder-icbe niet wezenlijk verschillen van die in de overeenstemmende afdeling in het document met essentiële beleggersinformatie van de master-icbe zodat de feeder informatie van het document met essentiële beleggersinformatie van de master kan overnemen telkens als dit dienstig is. Deze informatie dient echter met de nodige toelichtingen te worden aangevuld of naar behoren te worden aangepast in die gevallen waarin door de feeder aangehouden aanvullende activa het risicoprofiel in vergelijking met de master zouden kunnen wijzigen; daarbij dienen de aan deze aanvullende activa inherente risico’s te worden behandeld, bijvoorbeeld bij het gebruik van derivaten. De totale kosten van het beleggen in de feeder en de master moeten aan de beleggers in de feeder worden meegedeeld.

 

(16)

Met betrekking tot gestructureerde icbe’s, zoals icbe’s met kapitaalbescherming en andere vergelijkbare icbe’s, is de verstrekking van toekomstscenario’s vereist in plaats van informatie over in het verleden behaalde resultaten. Toekomstscenario’s behelzen de berekening van het verwachte rendement van het fonds in veronderstelde gunstige, ongunstige, of neutrale marktomstandigheden. Deze scenario’s moeten zodanig worden gekozen dat zij het volledige gamma van volgens de formule mogelijke resultaten op doeltreffende wijze illustreren.

 

(17)

Wanneer de essentiële beleggersinformatie en het prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website moeten worden verstrekt, zijn extra veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de beleggers vereist om ervoor te zorgen dat beleggers informatie ontvangen in een vorm die aan hun behoeften beantwoordt, om de integriteit van de verschafte informatie te bewaren, om veranderingen te voorkomen die aan de begrijpelijkheid en doeltreffendheid van deze informatie afbreuk zouden kunnen doen, en om manipulatie of wijzigingen door onbevoegde personen te vermijden. Deze verordening bevat een verwijzing naar de bepalingen inzake duurzame dragers uit Richtlijn 2006/73/EG van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn (4); deze verwijzing dient om de gelijke behandeling van beleggers en gelijke mededingingsvoorwaarden in de financiële sectoren te waarborgen.

 

(18)

Om beheermaatschappijen en beleggingsmaatschappijen in staat te stellen zich op efficiënte en doeltreffende wijze aan de in deze verordening vervatte nieuwe vereisten aan te passen, dient de toepassingsdatum van deze verordening op de omzetting van Richtlijn 2009/65/EG te worden afgestemd.

 

(19)

Bij het Comité van Europese effectenregelgevers, dat bij Besluit 2009/77/EG van de Commissie (5) is ingesteld, is technisch advies ingewonnen.

 

(20)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

VOORWERP EN ALGEMENE BEGINSELEN

Artikel 1

Voorwerp

Bij deze verordening worden de gedetailleerde bepalingen ter uitvoering van artikel 75, lid 2, artikel 78, leden 2 tot en met 5, en artikel 81, lid 1, van Richtlijn 2009/65/EG vastgesteld.

Artikel 2

Algemene beginselen

  • 1. 
    De vereisten die in deze verordening zijn vastgelegd, zijn van toepassing op iedere beheermaatschappij met betrekking tot elke icbe die zij beheert.
  • 2. 
    Deze verordening is van toepassing op elke beleggingsmaatschappij die geen beheermaatschappij heeft aangewezen waaraan overeenkomstig Richtlijn 2009/65/EG vergunning is verleend.

Artikel 3

Beginselen betreffende het document met essentiële beleggersinformatie

  • 1. 
    Deze verordening specificeert op limitatieve wijze de vorm en de inhoud van het document dat essentiële beleggersinformatie bevat (hierna het „document met essentiële beleggersinformatie” genoemd). Tenzij in deze verordening anders is bepaald, worden er geen andere gegevens of toelichtingen in opgenomen.
  • 2. 
    De essentiële beleggersinformatie is correct, duidelijk en niet misleidend.
  • 3. 
    Het document met essentiële beleggersinformatie wordt op zodanige wijze aangeboden dat beleggers het van ander materiaal kunnen onderscheiden. Het document wordt met name niet gepresenteerd of verstrekt op zodanige wijze dat beleggers het mogelijk als minder belangrijk dan andere informatie aangaande de icbe en haar risico’s en voordelen beschouwen.

HOOFDSTUK II

VORM EN PRESENTATIE VAN ESSENTIËLE BELEGGERSINFORMATIE

AFDELING 1

Titel van het document, volgorde van de inhoud en titels van afdelingen

Artikel 4

Titel en inhoud van het document

  • 1. 
    De inhoud van het document met essentiële beleggersinformatie wordt in de in de leden 2 tot en met 13 bepaalde volgorde gepresenteerd.
  • 2. 
    De titel „Essentiële Beleggersinformatie” staat duidelijk zichtbaar bovenaan de eerste bladzijde van het document met essentiële beleggersinformatie.
  • 3. 
    Onmiddellijk onder de titel staat een als volgt luidende toelichting:

„Dit document verschaft u essentiële beleggersinformatie aangaande dit fonds. Het is geen marketingmateriaal. De verstrekte informatie is bij wet voorgeschreven en is bedoeld om u meer inzicht te geven in de aard en de risico’s van beleggingen in dit fonds. Wij raden u aan deze informatie te lezen opdat u met kennis van zaken kunt beslissen of u al dan niet in dit fonds wenst te beleggen.”.

  • 4. 
    De identificatie van de icbe, met inbegrip van de aandelencategorie of het beleggingscompartiment, wordt duidelijk zichtbaar vermeld. Indien er sprake is van een beleggingscompartiment of een aandelencategorie, volgt de naam van de icbe de naam van het compartiment of de aandelencategorie. Indien een codenummer ter identificatie van de icbe, het beleggingscompartiment of de aandelencategorie bestaat, vormt het een onderdeel van de identificatie van de icbe.
  • 5. 
    De naam van de beheermaatschappij wordt vermeld.
  • 6. 
    Indien de beheermaatschappij voor juridische, administratieve of marketingdoeleinden deel uitmaakt van een groep ondernemingen, kan de naam van deze groep worden genoemd. De bedrijfsnaam mag worden vermeld op voorwaarde dat dit een belegger niet belet de essentiële elementen van de belegging te begrijpen of diens vermogen om beleggingsproducten te vergelijken niet aantast.
  • 7. 
    De afdeling van het document met essentiële beleggersinformatie met als titel „Doelstellingen en beleggingsbeleid” bevat de informatie vermeld in hoofdstuk III, afdeling 1, van deze verordening.
  • 8. 
    De afdeling van het document met essentiële beleggersinformatie met als titel „Risico- en opbrengstprofiel” bevat de informatie vermeld in hoofdstuk III, afdeling 2, van deze verordening.
  • 9. 
    De afdeling van het document met essentiële beleggersinformatie met als titel „Kosten” bevat de informatie vermeld in hoofdstuk III, afdeling 3, van deze verordening.
  • 10. 
    De afdeling van het document met essentiële beleggersinformatie met als titel „In het verleden behaalde resultaten” bevat de informatie vermeld in hoofdstuk III, afdeling 4, van deze verordening.
  • 11. 
    De afdeling van het document met essentiële beleggersinformatie met als titel „Praktische informatie” bevat de informatie vermeld in hoofdstuk III, afdeling 5, van deze verordening.
  • 12. 
    Nadere gegevens inzake de vergunning worden via de volgende verklaring verstrekt:

„Aan dit fonds is in [naam van de lidstaat] vergunning verleend en het staat onder toezicht van [identiteit van de bevoegde autoriteit]”.

Indien de icbe wordt beheerd door een beheermaatschappij die rechten uitoefent krachtens artikel 16 van Richtlijn 2009/65/EG, wordt tevens de volgende verklaring opgenomen:

„Aan [naam van de beheermaatschappij] is in [naam van de lidstaat] vergunning verleend en zij staat onder toezicht van [identiteit van de bevoegde autoriteit]”.

  • 13. 
    Gegevens inzake de publicatie worden via de volgende verklaring verstrekt:

„Deze essentiële beleggersinformatie is correct op datum van [de datum van publicatie]”.

AFDELING 2

Taal, lengte en presentatie

Artikel 5

Presentatie en taal

  • 1. 
    Een document met essentiële beleggersinformatie is:
 

a)

gepresenteerd en op zodanige wijze vormgegeven met gebruik van tekens van leesbare grootte dat het gemakkelijk leesbaar is;

 

b)

op duidelijke wijze verwoord en geschreven in een taal die het de belegger gemakkelijk maakt om de meegedeelde informatie te begrijpen, waarbij met name:

 

i)

de gebruikte taal duidelijk, bondig en begrijpelijk is;

 

ii)

het gebruik van jargon wordt vermeden;

 

iii)

waar mogelijk, woorden uit de omgangstaal worden gebruikt en technische termen worden vermeden;

 

c)

toegespitst op de essentiële informatie die beleggers nodig hebben.

  • 2. 
    Indien er met kleuren wordt gewerkt, doen deze geen afbreuk aan de begrijpelijkheid van de informatie indien het document met essentiële beleggersinformatie in zwart-wit wordt afgedrukt of gefotokopieerd.
  • 3. 
    Wanneer het logo met de bedrijfsnaam van de beheermaatschappij of van de groep waarvan zij deel uitmaakt, wordt gebruikt, leidt dit de aandacht van de belegger niet af en verbergt het geen deel van de tekst.

Artikel 6

Lengte

Wanneer het document met essentiële beleggersinformatie wordt afgedrukt, is het niet langer dan 2 bladzijden van het papierformaat A4.

HOOFDSTUK III

INHOUD VAN DE AFDELINGEN VAN HET DOCUMENT MET ESSENTIËLE BELEGGERSINFORMATIE

AFDELING 1

Doelstellingen en beleggingsbeleid

Artikel 7

Specifieke inhoud van de beschrijving

  • 1. 
    De in de afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid” van het document met essentiële beleggersinformatie vervatte beschrijving heeft betrekking op de essentiële elementen van de icbe waarover een belegger dient te worden geïnformeerd, zelfs indien deze elementen geen onderdeel vormen van de beschrijving van de doelstellingen en het beleggingsbeleid in het prospectus, zoals onder meer:
 

a)

de hoofdcategorieën van in aanmerking komende financiële instrumenten die het voorwerp van de belegging uitmaken;

 

b)

de mogelijkheid dat een belegger op verzoek rechten van deelneming in een icbe kan verzilveren, waarbij die verklaring met een aanduiding van de frequentie van de handel in de rechten van deelneming wordt aangevuld;

 

c)

of de icbe een bijzonder doel met betrekking tot industriële, geografische of andere marktsectoren of specifieke categorieën van activa voor ogen heeft;

 

d)

of de icbe discretionaire keuzes met betrekking tot de te verrichten specifieke beleggingen toestaat, en of deze aanpak een verwijzing naar een benchmark behelst of impliceert en zo ja, welke benchmark;

 

e)

of dividendinkomsten worden uitgekeerd of herbelegd.

Wanneer een verwijzing naar een benchmark wordt geïmpliceerd, wordt voor de toepassing van punt d) de geboden vrijheid ten opzichte van deze benchmark aangegeven, en wanneer de doelstelling van de icbe het kopiëren van een index is, wordt dit vermeld.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde beschrijving omvat de volgende gegevens, voor zover deze relevant zijn:
 

a)

indien de icbe in obligaties belegt, een aanwijzing of deze obligaties door rechtspersonen, overheden of andere entiteiten zijn uitgegeven en, indien van toepassing, de minimaal vereiste ratings van de obligaties;

 

b)

indien de icbe een gestructureerd fonds is, een toelichting in eenvoudige bewoordingen van alle elementen die nodig zijn voor een goed begrip van de uitbetaling en de factoren die naar verwachting de resultaten zullen beïnvloeden, indien nodig met verwijzing naar de in het prospectus voorkomende bijzonderheden inzake het algoritme en de werking ervan;

 

c)

indien de keuze van activa van specifieke criteria afhankelijk is gesteld, een toelichting van deze criteria, zoals „groei”, „waarde” of „hoge dividenden”;

 

d)

indien specifieke technieken voor vermogensbeheer worden gehanteerd, zoals onder meer hedging, arbitrage of hefboomwerking, een toelichting in eenvoudige bewoordingen van de factoren die naar verwachting de resultaten van de icbe zullen beïnvloeden;

 

e)

indien de portefeuilletransactiekosten als gevolg van de door de icbe gevolgde strategie waarschijnlijk een wezenlijk effect op het rendement zullen hebben, een verklaring dat dit het geval is, waarbij ook duidelijk wordt gemaakt dat portefeuilletransactiekosten uit de activa van het fonds worden betaald, naast de in afdeling 3 van dit hoofdstuk omschreven kosten;

 

f)

indien ofwel in het prospectus, ofwel in marketingdocumenten een minimale periode voor het aanhouden van de rechten van deelneming in de icbe wordt gepreciseerd, of indien wordt vermeld dat een minimale periode voor het aanhouden van de rechten van deelneming een essentieel onderdeel van de beleggingsstrategie vormt, een verklaring die als volgt luidt:

„Aanbeveling: Dit fonds is misschien niet geschikt voor beleggers die van plan zijn hun geld binnen [termijn] op te nemen”.

  • 3. 
    In de in de leden 1 en 2 vermelde informatie wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds brede categorieën van beleggingen zoals gespecificeerd in lid 1, onder a) en c), en lid 2, onder a), en anderzijds de door een beheermaatschappij te volgen benadering ten aanzien van deze beleggingen zoals gespecificeerd in lid 1, onder d), en lid 2, onder b), c) en d).
  • 4. 
    De in de afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid” van het document met essentiële beleggersinformatie mag ook andere dan de in lid 2 opgesomde elementen bevatten, zoals onder meer de beschrijving van de beleggingsstrategie van de icbe, indien deze elementen nodig zijn om de doelstellingen en het beleggingsbeleid van de icbe op adequate wijze te beschrijven.

AFDELING 2

Risico- en opbrengstprofiel

Artikel 8

Toelichting van potentiële risico’s en opbrengsten, met inbegrip van het gebruik van een indicator

  • 1. 
    De afdeling „Risico- en opbrengstprofiel” van het document met essentiële beleggersinformatie bevat een synthetische indicator, aangevuld met:
 

a)

een uitvoerige beschrijving van de indicator en de voornaamste beperkingen ervan;

 

b)

een uitvoerige beschrijving van de risico’s die van wezenlijke relevantie zijn voor de icbe en die niet op een adequate wijze door de synthetische indicator worden bestreken.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde synthetische indicator neemt de vorm aan van een reeks categorieën op een numerieke schaal, waarbij de icbe in één van de categorieën is ingedeeld. De presentatie van de synthetische indicator is in overeenstemming met de in bijlage I vastgelegde vereisten.
  • 3. 
    De berekening van de in lid 1 bedoelde synthetische indicator, alsook eventuele latere herzieningen ervan worden op adequate wijze gedocumenteerd.

Beheermaatschappijen bewaren de gegevens van deze berekeningen gedurende een periode van ten minste vijf jaar. Voor gestructureerde fondsen wordt deze periode verlengd tot vijf jaar na de vervaldag.

  • 4. 
    De in lid 1, onder a), bedoelde uitvoerige beschrijving omvat de volgende gegevens:
 

a)

een verklaring dat de historische gegevens, zoals die welke voor de berekening van de synthetische indicator zijn gebruikt, niet altijd een betrouwbare indicatie van het toekomstige risicoprofiel van de icbe vormen;

 

b)

een verklaring dat niet kan worden gegarandeerd dat de desbetreffende risico- en opbrengstcategorie ongewijzigd blijft en dat de indeling van de icbe in de tijd kan variëren;

 

c)

een verklaring dat de laagste categorie niet betekent dat er sprake is van een risicoloze belegging;

 

d)

een korte uitleg waarom de icbe zich in een specifieke categorie bevindt;

 

e)

bijzonderheden over de aard, het tijdstip en de omvang van een door de icbe geboden kapitaalgarantie of -bescherming, met inbegrip van de potentiële gevolgen van het verzilveren van rechten van deelneming buiten de gegarandeerde of beschermde termijn.

  • 5. 
    De in lid 1, onder b), bedoelde uitvoerige beschrijving omvat de volgende risicocategorieën indien deze risico’s van wezenlijk belang zijn:
 

a)

kredietrisico, wanneer in aanzienlijke mate in obligaties is belegd;

 

b)

liquiditeitsrisico, wanneer in aanzienlijke mate is belegd in financiële instrumenten die een voldoende liquide karakter hebben, maar die in bepaalde omstandigheden zo weinig liquide zijn dat dit van invloed is op de omvang van het liquiditeitsrisico van de icbe als geheel;

 

c)

tegenpartijrisico, wanneer een fonds door een garantie van een derde wordt gedekt, of wanneer de beleggingspositie van het fonds in wezenlijke mate voortvloeit uit één of meerdere overeenkomsten met een tegenpartij;

 

d)

operationele risico’s en risico’s in verband met de bewaring van activa;

 

e)

het effect van de in artikel 50, lid 1, onder g), van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde financiële technieken, zoals derivatenovereenkomsten, op het risicoprofiel van de icbe wanneer dergelijke technieken worden gehanteerd om posities in de onderliggende activa in te nemen, te verhogen of af te bouwen.

Artikel 9

Beginselen inzake de signalering, beschrijving en presentatie van risico’s

De in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde signalering en beschrijving van risico’s is in overeenstemming met de door de icbe-beheermaatschappij aangenomen interne procedure voor het vaststellen, meten en monitoren van risico’s zoals vastgelegd in Richtlijn 2010/43/EU. Wanneer een beheermaatschappij meer dan één icbe beheert, worden de risico’s op een consistente wijze gesignaleerd en beschreven.

AFDELING 3

Kosten

Artikel 10

Presentatie van de kosten

  • 1. 
    De afdeling „Kosten” van het document met essentiële beleggersinformatie bevat een presentatie van de kosten in de vorm van een tabel zoals vastgesteld in bijlage II.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde tabel wordt volgens de volgende vereisten vervolledigd:
 

a)

instap- en uitstapvergoedingen zijn het maximumpercentage dat in mindering zou kunnen worden gebracht op de kapitaalinleg van de belegger in de icbe;

 

b)

de kosten die over één jaar aan de icbe worden onttrokken, worden weergegeven in één cijfer, „lopende kosten” genoemd, dat alle jaarlijkse kosten en andere betalingen uit de activa van de icbe over de bepaalde periode vertegenwoordigt en dat op de cijfers voor het voorgaande jaar is gebaseerd;

 

c)

in de tabel worden alle kosten vermeld en toegelicht die onder bepaalde specifieke omstandigheden aan de icbe worden onttrokken, alsook de basis van de kostenberekening en wanneer de kosten van toepassing zijn.

Artikel 11

Beschrijving van de kosten en een verklaring inzake het belang van de kosten

  • 1. 
    De afdeling „Kosten” bevat een uitvoerige beschrijving van elk van de in de tabel gespecificeerde kosten met inbegrip van de volgende gegevens:
 

a)

met betrekking tot instap- en uitstapvergoedingen:

 

i)

er wordt duidelijk gesteld dat de kosten steeds maximumcijfers zijn, aangezien het zou kunnen dat de belegger in sommige gevallen minder moet betalen;

 

ii)

een verklaring wordt opgenomen waarin wordt vermeld dat de belegger de feitelijke instap- en uitstapvergoedingen van zijn financieel adviseur of distributeur kan vernemen;

 

b)

met betrekking tot de „lopende kosten”, is er een verklaring dat het cijfer van de lopende kosten voor het jaar dat in [maand/jaar] wordt afgesloten, op de uitgaven van het voorgaande jaar is gebaseerd, en dat dit cijfer van jaar tot jaar kan variëren wanneer dit het geval is.

  • 2. 
    De afdeling „Kosten” bevat een verklaring over het belang van kosten, waarin duidelijk wordt gesteld dat de kosten die een belegger betaalt, worden aangewend om de beheerkosten van de icbe, met inbegrip van de marketing- en distributiekosten te dekken, en dat deze kosten de potentiële groei van de belegging verminderen.

Artikel 12

Aanvullende vereisten

  • 1. 
    Alle elementen van de kostenstructuur worden zo duidelijk mogelijk gepresenteerd om beleggers in staat te stellen het samengestelde effect van de kosten in overweging te nemen.
  • 2. 
    Wanneer de portefeuilletransactiekosten als gevolg van de door de icbe gevolgde strategie waarschijnlijk een belangrijk effect op het rendement zullen hebben, wordt dit vermeld in de afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid”, zoals aangegeven in artikel 7, lid 2, onder e).
  • 3. 
    Prestatievergoedingen worden overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder c), vermeld. Het bedrag van de prestatievergoeding dat gedurende het laatste financiële jaar van de icbe in rekening is gebracht, wordt als een percentage weergegeven.

Artikel 13

Specifieke gevallen

  • 1. 
    Wanneer een nieuwe icbe de in artikel 10, lid 2, onder b), en artikel 11, lid 1, onder b), vervatte vereisten niet kan naleven, worden de lopende kosten geraamd op basis van het verwachte kostentotaal.
  • 2. 
    Lid 1 geldt niet in de volgende gevallen:
 

a)

voor fondsen die een vaste all-invergoeding aanrekenen, waarbij dat cijfer wordt weergegeven;

 

b)

voor fondsen die een maximumbedrag vastleggen dat kan worden aangerekend, waarbij dat cijfer wordt weergegeven indien de beheermaatschappij zich ertoe verbindt om het gepubliceerde cijfer te respecteren en om alle kosten op te vangen waardoor het maximumbedrag anders zou worden overschreden.

Artikel 14

Verwijzingen

De afdeling „Kosten” omvat in voorkomend geval een verwijzing naar die delen van het icbe-prospectus waar uitvoeriger informatie over de kosten kan worden gevonden, zoals onder meer informatie inzake prestatievergoedingen en de berekeningswijze ervan.

AFDELING 4

In het verleden behaalde resultaten

Artikel 15

Presentatie van in het verleden behaalde resultaten

  • 1. 
    De informatie over de door de icbe in het verleden behaalde resultaten wordt gepresenteerd in een staafdiagram waarin de resultaten van de icbe van de laatste tien jaar zijn weergegeven.

Het in de eerste alinea bedoelde staafdiagram is groot genoeg om leesbaar te zijn, maar beslaat in geen geval meer dan een halve bladzijde in het document met essentiële beleggersinformatie.

  • 2. 
    Icbe’s waarvan de resultaten op minder dan vijf volledige kalenderjaren betrekking hebben, maken gebruik van een presentatie die enkel de laatste vijf jaren bestrijkt.
  • 3. 
    Voor jaren waarvoor er geen gegevens beschikbaar zijn, wordt het betrokken jaar blanco weergegeven met geen andere vermelding dan de datum.
  • 4. 
    Voor een icbe die nog niet over gegevens betreffende de behaalde resultaten voor een volledig kalenderjaar beschikt, wordt een verklaring opgenomen waarin wordt toegelicht dat er onvoldoende gegevens zijn om beleggers een bruikbare aanwijzing van de in het verleden behaalde resultaten te verschaffen.
  • 5. 
    De presentatie van het staafdiagram wordt aangevuld met verklaringen die duidelijk zichtbaar zijn en die:
 

a)

waarschuwen voor de beperkte waarde van het diagram als richtsnoer voor toekomstige resultaten;

 

b)

bondig aangeven welke kosten en vergoedingen al dan niet bij de berekening van de in het verleden behaalde resultaten in aanmerking zijn genomen;

 

c)

het jaar vermelden waarin het fonds in het leven is geroepen;

 

d)

de valuta aangeven waarin de in het verleden behaalde resultaten zijn berekend.

Het onder b) vermelde vereiste is niet van toepassing op icbe’s die geen instap- of uitstapvergoedingen aanrekenen.

  • 6. 
    Een document met essentiële beleggersinformatie bevat geen gegevens over in het verleden behaalde resultaten met betrekking tot (een deel van) het lopende kalenderjaar.

Artikel 16

Berekeningsmethode voor in het verleden behaalde resultaten

De berekening van de cijfers van in het verleden behaalde resultaten is gebaseerd op de intrinsieke waarde van de icbe en de veronderstelling dat de uitkeerbare winst van het fonds werd herbelegd.

Artikel 17

Effect en behandeling van materiële wijzigingen

  • 1. 
    Indien een materiële wijziging in de doelstellingen en het beleggingsbeleid van de icbe plaatsvindt gedurende de periode die in het in artikel 15 bedoelde staafdiagram wordt weergegeven, worden de door de icbe in het verleden behaalde resultaten die van vóór die materiële wijziging dateren desondanks nog steeds in het diagram weergegeven.
  • 2. 
    De periode vóór de in lid 1 bedoelde materiële wijziging wordt op het staafdiagram aangeduid met vermelding van een duidelijke waarschuwing dat de resultaten werden behaald in omstandigheden die niet langer van toepassing zijn.

Artikel 18

Gebruik van een benchmark naast de in het verleden behaalde resultaten

  • 1. 
    Indien in de afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid” van het document met essentiële beleggersinformatie naar een benchmark wordt verwezen, wordt een staaf die de resultaten van die benchmark weergeeft in het diagram opgenomen naast elke staaf die de in het verleden behaalde resultaten van de icbe weergeeft.
  • 2. 
    Voor icbe’s die niet over gegevens betreffende in het verleden behaalde resultaten voor de vereiste vijf of tien jaar beschikken, wordt de benchmark voor de jaren waarin de icbe nog niet bestond, niet weergegeven.

Artikel 19

Gebruik van „gesimuleerde” gegevens voor in het verleden behaalde resultaten

  • 1. 
    Een simulatie van de resultaten die in het verleden zouden zijn behaald voor de periode waarin nog geen gegevens beschikbaar waren, wordt alleen in één van de volgende gevallen toegestaan, mits deze op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze wordt aangewend:
 

a)

een nieuwe aandelencategorie van een bestaande icbe of beleggingsmaatschappij mag haar resultaten met behulp van de resultaten van een andere categorie simuleren, op voorwaarde dat beide categorieën niet wezenlijk verschillen wat hun deelneming in de activa van de icbe betreft;

 

b)

een feeder-icbe mag haar resultaten met behulp van de resultaten van haar master-icbe simuleren, mits aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:

 

i)

de strategie en doelstellingen van de feeder staan haar niet toe andere activa dan rechten van deelneming in de master en accessoir liquide middelen aan te houden;

 

ii)

de kenmerken van de feeder verschillen niet wezenlijk van die van de master.

  • 2. 
    In alle gevallen waarin de resultaten overeenkomstig lid 1 zijn gesimuleerd, wordt dit op opvallende wijze in het staafdiagram vermeld.
  • 3. 
    Een icbe die haar rechtspositie wijzigt maar in dezelfde lidstaat blijft gevestigd, behoudt haar trackrecord op het gebied van in het verleden behaalde resultaten alleen wanneer de bevoegde autoriteit van de lidstaat redelijkerwijze oordeelt dat de wijziging van rechtspositie geen gevolgen heeft voor de resultaten van de icbe.
  • 4. 
    In geval van een in artikel 2, lid 1, onder p), i) en iii), van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde fusie worden enkel de in het verleden behaalde resultaten van de ontvangende icbe in het document met essentiële beleggersinformatie behouden.

AFDELING 5

Praktische informatie en verwijzingen

Artikel 20

Inhoud van de afdeling „Praktische informatie”

  • 1. 
    De afdeling „Praktische informatie” van het document met essentiële beleggersinformatie bevat de volgende informatie die relevant is voor beleggers in iedere lidstaat waar de icbe wordt verhandeld:
 

a)

de naam van de bewaarder;

 

b)

de plaats en de wijze waarop verdere informatie over de icbe, kopieën van haar prospectus en haar meest recente jaarverslag en een eventueel later halfjaarlijks verslag kan worden verkregen, met vermelding van de ta(a)l(en) waarin deze documenten beschikbaar zijn en het feit dat zij kosteloos kunnen worden verkregen;

 

c)

de plaats en de wijze waarop andere praktische informatie kan worden verkregen, met inbegrip van de plaats waar de meest recente prijzen van rechten van deelneming te vinden zijn;

 

d)

een verklaring dat de belastingwetgeving van de lidstaat van herkomst van de icbe op de persoonlijke belastingsituatie van de belegger van invloed kan zijn;

 

e)

de volgende verklaring:

„[naam beleggingsmaatschappij of beheermaatschappij invullen] kan enkel aansprakelijk worden gesteld op grond van een in dit document opgenomen verklaring die misleidend, incorrect of niet in overeenstemming met de desbetreffende delen van het prospectus van de icbe is.”.

  • 2. 
    Indien het document met essentiële beleggersinformatie voor een beleggingscompartiment van een icbe is opgesteld, bevat de afdeling „Praktische informatie” de in artikel 25, lid 2, gespecificeerde informatie met inbegrip van het recht van beleggers om van compartiment te veranderen.
  • 3. 
    Indien van toepassing, bevat de afdeling „Praktische informatie” van het document met essentiële beleggersinformatie de overeenkomstig artikel 26 vereiste informatie aangaande de beschikbare aandelencategorieën.

Artikel 21

Gebruik van verwijzingen naar andere informatiebronnen

  • 1. 
    In het document met essentiële beleggersinformatie mogen verwijzingen naar andere informatiebronnen, zoals het prospectus en jaarlijkse of halfjaarlijkse verslagen, worden opgenomen, mits alle informatie die van fundamenteel belang is voor een goed begrip van de beleggers van de essentiële elementen van de belegging in het document met essentiële beleggersinformatie zelf is opgenomen.

Verwijzingen naar de website van de icbe of de beheermaatschappij zijn toegestaan, alsook verwijzingen naar het onderdeel ervan dat het prospectus en de periodieke verslagen bevat.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde verwijzingen leiden de belegger naar de specifieke afdeling van de relevante informatiebron. In het document met essentiële beleggersinformatie mogen verscheidene van elkaar verschillende verwijzingen worden opgenomen, maar deze worden tot een minimum beperkt.

AFDELING 6

Evaluatie en herziening van het document met essentiële beleggersinformatie

Artikel 22

Evaluatie van essentiële beleggersinformatie

  • 1. 
    Een beheermaatschappij of beleggingsmaatschappij zorgt ervoor dat er ten minste om de twaalf maanden een evaluatie van de essentiële beleggersinformatie plaatsvindt.
  • 2. 
    Voorafgaandelijk aan elke voorgestelde wijziging in het prospectus, het fondsreglement of de statuten van de beleggingsmaatschappij wordt een evaluatie uitgevoerd, indien deze wijzingen niet reeds het voorwerp uitmaakten van een in lid 1 bedoelde evaluatie.
  • 3. 
    Voorafgaandelijk aan of volgende op wijzigingen die als materieel worden beschouwd voor de in het document met essentiële beleggersinformatie vervatte informatie wordt een evaluatie uitgevoerd.

Artikel 23

Publicatie van de herziene versie

  • 1. 
    Wanneer bij een in artikel 22 bedoelde evaluatie blijkt dat het document met essentiële beleggersinformatie moet worden gewijzigd, wordt de herziene versie ervan onmiddellijk beschikbaar gesteld.
  • 2. 
    Indien de wijziging in het document met essentiële beleggersinformatie het verwachte resultaat was van een beslissing van de beheermaatschappij, zoals onder meer wijzigingen in het prospectus, het fondsreglement of de statuten van de beleggingsmaatschappij, wordt de herziene versie van het document met essentiële beleggersinformatie beschikbaar gesteld voordat de wijziging van kracht wordt.
  • 3. 
    Ieder jaar wordt uiterlijk 35 werkdagen na 31 december een document met essentiële beleggersinformatie met een herziene presentatie van de in het verleden behaalde resultaten van de icbe beschikbaar gesteld.

Artikel 24

Materiële wijzigingen in de kostenstructuur

  • 1. 
    In de informatie over de kosten wordt elke wijziging in de kostenstructuur naar behoren weergegeven waardoor het maximaal toegelaten bedrag van enigerlei eenmalige en rechtstreeks door de belegger te betalen kosten toeneemt.
  • 2. 
    Indien de overeenkomstig artikel 10, lid 2, onder b), berekende „lopende kosten” niet langer betrouwbaar zijn, raamt de beheermaatschappij in plaats daarvan een cijfer voor de „lopende kosten” dat, naar zij redelijkerwijze aanneemt, een indicatie geeft van het bedrag dat in de toekomst waarschijnlijk aan de icbe zal worden onttrokken.

Deze wijziging van de berekeningsgrondslag wordt via de volgende verklaring bekendgemaakt:

„Het hier vermelde cijfer voor de lopende kosten is een raming van de kosten. [Korte beschrijving toevoegen van de reden(en) waarom een raming wordt gebruikt in plaats van een ex-postcijfer.] Het jaarverslag van de icbe voor ieder financieel jaar zal nadere gegevens over de exact gemaakte kosten bevatten.”.

HOOFDSTUK IV

BIJZONDERE ICBE-STRUCTUREN

AFDELING 1

Beleggingscompartimenten

Artikel 25

Beleggingscompartimenten

  • 1. 
    Ingeval een icbe uit twee of meerdere beleggingscompartimenten bestaat, wordt voor elk individueel beleggingscompartiment een apart document met essentiële beleggersinformatie opgesteld.
  • 2. 
    In elk in lid 1 bedoeld document met essentiële beleggersinformatie worden in de afdeling „Praktische informatie” de volgende gegevens verstrekt:
 

a)

dat het document met essentiële beleggersinformatie een compartiment van een icbe beschrijft, en, in voorkomend geval, dat het prospectus en de periodieke verslagen worden opgesteld voor de gehele icbe die aan het begin van het document met essentiële beleggersinformatie wordt genoemd;

 

b)

of de activa en passiva van elk compartiment al dan niet bij wet gescheiden zijn en hoe dit voor de belegger van invloed zou kunnen zijn;

 

c)

of de belegger al dan niet het recht heeft zijn belegging in rechten van deelneming in één compartiment om te ruilen voor rechten van deelneming in een ander compartiment, en zo ja, waar hij informatie kan verkrijgen over de wijze waarop hij dat recht kan uitoefenen.

  • 3. 
    Indien de beheermaatschappij aan de belegger kosten aanrekent om zijn belegging overeenkomstig lid 2, onder c), om te ruilen en indien die kosten verschillen van de standaardkosten voor het aan- of verkopen van rechten van deelneming, worden die kosten apart vermeld in de afdeling „Kosten” van het document met essentiële beleggersinformatie.

AFDELING 2

aandelencategorieën

Artikel 26

Document met essentiële beleggersinformatie voor aandelencategorieën

  • 1. 
    Indien een icbe uit meer dan één categorie van rechten van deelneming of aandelen bestaat, wordt voor iedere categorie van rechten van deelneming of aandelen een document met essentiële beleggersinformatie opgesteld.
  • 2. 
    De essentiële beleggersinformatie die op twee of meer categorieën van dezelfde icbe betrekking heeft, mag in één enkel document met essentiële beleggersinformatie worden samengevoegd, mits het resulterende document volledig in overeenstemming is met alle in hoofdstuk II, afdeling 2, vastgelegde vereisten, inclusief wat de lengte betreft.
  • 3. 
    De beheermaatschappij kan een categorie kiezen die representatief is voor één of meerdere andere categorieën van de icbe, mits de keuze correct, duidelijk en niet misleidend is voor potentiële beleggers in de andere categorieën. In dergelijke gevallen bevat de afdeling „Risico- en opbrengstprofiel” van het document met essentiële beleggersinformatie een beschrijving van het wezenlijke risico voor elk van die andere gerepresenteerde categorieën. Een document met essentiële beleggersinformatie dat op de representatieve categorie gebaseerd is, mag aan beleggers in de andere categorieën worden verstrekt.
  • 4. 
    Categorieën die van elkaar verschillen, worden niet samengevoegd in een samengestelde representatieve categorie als bedoeld in lid 3.
  • 5. 
    De beheermaatschappij houdt gegevens bij over de andere categorieën die door de in lid 3 bedoelde representatieve categorie worden gerepresenteerd en over de rechtvaardigingsgronden van die keuze.

Artikel 27

Afdeling „Praktische informatie”

In voorkomend geval, wordt de afdeling „Praktische informatie” van het document met essentiële beleggersinformatie aangevuld met een vermelding van de gekozen representatieve categorie, waarbij de term wordt gebruikt waarmee deze categorie in de icbe-prospectus wordt aangeduid.

In de afdeling wordt tevens aangegeven waar beleggers informatie kunnen vinden over de andere categorieën van de icbe die in hun eigen lidstaat worden verhandeld.

AFDELING 3

Dakfondsconstructies

Artikel 28

Afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid”

Wanneer de icbe een aanzienlijk deel van haar activa in andere icbe’s of andere in artikel 50, lid 1, onder e), van Richtlijn 2009/65/EG bedoelde instellingen voor collectieve belegging belegt, bevat de beschrijving van de doelstellingen en het beleggingsbeleid van die icbe in het document met essentiële beleggersinformatie een korte beschrijving van de wijze waarop de continue selectie van de andere instellingen voor collectieve belegging plaatsvindt.

Artikel 29

Afdeling „Risico- en opbrengstprofiel”

In de in artikel 8, lid 1, onder b), bedoelde uitvoerige beschrijving van de risicofactoren wordt rekening gehouden met de aan iedere onderliggende instelling voor collectieve belegging verbonden risico’s, voor zover deze voor de icbe als geheel wellicht van wezenlijk belang zijn.

Artikel 30

Afdeling „Kosten”

In de beschrijving van de kosten wordt rekening gehouden met alle kosten die de icbe zelf als belegger in de onderliggende instellingen voor collectieve belegging zal moeten betalen. Met name alle instap- en uitstapvergoedingen en lopende kosten die door de onderliggende instellingen voor collectieve belegging worden aangerekend, worden in de icbe-berekening van haar eigen lopende-kostencijfer weergegeven.

AFDELING 4

Feeder-icbe’s

Artikel 31

Afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid”

  • 1. 
    Het document met essentiële beleggersinformatie voor een feeder-icbe zoals omschreven in artikel 58 van Richtlijn 2009/65/EG bevat in de beschrijving van de doelstellingen en het beleggingsbeleid informatie over het percentage van de activa van de feeder-icbe die in de master-icbe zijn belegd.
  • 2. 
    Tevens wordt een beschrijving gegeven van de doelstellingen en het beleggingsbeleid van de master-icbe, indien nodig aangevuld met:
 

i)

ofwel een aanwijzing dat het beleggingsrendement van de feeder-icbe zeer vergelijkbaar zal zijn met dat van de master-icbe,

 

ii)

ofwel een beschrijving van de wijze waarop en de redenen waarom de beleggingsrendementen van de feeder- en master-icbe kunnen verschillen.

Artikel 32

Afdeling „Risico- en opbrengstprofiel”

  • 1. 
    Indien het risico- en opbrengstprofiel van de feeder-icbe op een wezenlijk punt verschilt van dat van de master-icbe, wordt dit feit en de reden ervoor in de afdeling „Risico- en opbrengstprofiel” van het document met essentiële beleggersinformatie toegelicht.
  • 2. 
    Enigerlei liquiditeitsrisico en de verhouding tussen de aankoop- en terugbetalingsregelingen voor de master- en feeder-icbe worden in de afdeling „Risico- en opbrengstprofiel” van het document met essentiële beleggersinformatie toegelicht.

Artikel 33

Afdeling „Kosten”

De afdeling „Kosten” van het document met essentiële beleggersinformatie bestrijkt zowel de kosten van het beleggen in de feeder-icbe als alle kosten en uitgaven die de master-icbe aan de feeder-icbe kan aanrekenen.

Bovendien voegt de afdeling „Kosten” de kosten van zowel de feeder- als de master-icbe samen in het cijfer van de lopende kosten voor de feeder-icbe.

Artikel 34

Afdeling „Praktische informatie”

  • 1. 
    Het document met essentiële beleggersinformatie voor een feeder-icbe bevat in de afdeling „Praktische informatie” informatie die betrekking heeft op de feeder-icbe.
  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde informatie omvat:
 

a)

een verklaring dat het prospectus, het document met essentiële beleggersinformatie en de periodieke verslagen en jaarrekeningen van de master-icbe voor de beleggers van de feeder-icbe op hun verzoek beschikbaar zijn, op welke wijze zij kunnen worden verkregen, en in welke ta(a)l(en);

 

b)

of de onder a) opgesomde documenten enkel in papieren versie beschikbaar zijn of op andere duurzame dragers, en of een vergoeding dient te worden betaald voor documenten die overeenkomstig artikel 63, lid 5, van Richtlijn 2009/65/EG niet kosteloos worden verstrekt;

 

c)

indien de master-icbe in een andere lidstaat dan de feeder-icbe is gevestigd, en dit de fiscale behandeling van de feeder kan beïnvloeden, een verklaring in die zin.

Artikel 35

Afdeling „In het verleden behaalde resultaten”

  • 1. 
    De presentatie van de in het verleden behaalde resultaten in het document met essentiële beleggersinformatie van de feeder-icbe heeft specifiek betrekking op de feeder-icbe, en geeft het trackrecord op het gebied van de in het verleden behaalde resultaten van de master-icbe niet weer.
  • 2. 
    Lid 1 is niet van toepassing:
 

a)

indien een feeder-icbe de in het verleden behaalde resultaten van haar master-icbe als benchmark hanteert, of

 

b)

indien de feeder op een latere datum dan de master-icbe een feeder-icbe werd, indien de voorwaarden van artikel 19 zijn vervuld, en indien gesimuleerde resultaten worden gehanteerd voor de jaren voorafgaand aan het bestaan van de feeder, die op de in het verleden behaalde resultaten van de master-icbe zijn gebaseerd; of

 

c)

indien de feeder-icbe een trackrecord op het gebied van de in het verleden behaalde resultaten heeft dat dateert van vóór de datum waarop zij haar werkzaamheden als feeder aanving, en haar eigen trackrecord in het staafdiagram voor de relevante jaren behouden blijft, waarbij de materiële wijziging zoals vereist bij artikel 17, lid 2, is aangeduid.

AFDELING 5

Gestructureerde icbe’s

Artikel 36

Toekomstscenario’s

  • 1. 
    Het document met essentiële beleggersinformatie voor gestructureerde icbe’s bevat geen afdeling „In het verleden behaalde resultaten”.

Voor de toepassing van deze afdeling wordt onder gestructureerde icbe’s verstaan icbe’s die beleggers op bepaalde vooraf bepaalde data op algoritme gebaseerde volledige terugbetalingen verstrekken die verband houden met de resultaten of met de totstandkoming van prijswijzigingen of andere voorwaarden van financiële activa, indexen of referentieportefeuilles, dan wel icbe’s met vergelijkbare kenmerken.

  • 2. 
    Voor gestructureerde icbe’s bevat de afdeling „Doelstellingen en beleggingsbeleid” van het document met essentiële beleggersinformatie een beschrijving van de wijze waarop de formule werkt of de wijze waarop de volledige terugbetaling wordt berekend.
  • 3. 
    De in lid 2 bedoelde beschrijving gaat vergezeld van een afbeelding die ten minste drie scenario’s van de potentiële resultaten van de icbe illustreert. Er worden passende scenario’s gekozen om de omstandigheden te tonen waarin de formule voor de belegger in een laag, gemiddeld of hoog rendement dan wel, in voorkomend geval, in een negatief rendement kan resulteren.
  • 4. 
    De in lid 3 bedoelde scenario’s stellen de belegger in staat om een volledig beeld te krijgen van alle effecten van het berekeningsmechanisme dat in de formule is vastgelegd.

De scenario’s worden op een correcte, duidelijke en niet-misleidende wijze gepresenteerd die begrijpelijk is voor de gemiddelde niet-professionele belegger. Zij mogen met name het belang van de uiteindelijke resultaten van de icbe niet op kunstmatige wijze vergroten.

  • 5. 
    De in lid 3 bedoelde scenario’s zijn op redelijke en prudente aannames over toekomstige marktomstandigheden en prijsschommelingen gebaseerd.

Wanneer de formule beleggers echter aan mogelijk aanzienlijke verliezen blootstelt, zoals een kapitaalgarantie die enkel onder bepaalde omstandigheden in werking treedt, worden deze verliezen telkens op passende wijze geïllustreerd, ook al is de kans klein dat de desbetreffende marktomstandigheden zich voordoen.

  • 6. 
    De in lid 3 bedoelde scenario’s gaan vergezeld van een verklaring dat zij voorbeelden zijn ter illustratie van de formule, en dat zij geen voorspelling vormen van wat er zou kunnen gebeuren. Er wordt duidelijk gesteld dat de kans dat de behandelde scenario’s zich voordoen, niet voor alle scenario’s even groot kan zijn.

Artikel 37

Lengte

Wanneer het document met essentiële beleggersinformatie voor gestructureerde icbe’s wordt afgedrukt, is het niet langer dan drie bladzijden van het papierformaat A4.

HOOFDSTUK V

DUURZAME DRAGER

Artikel 38

Voorwaarden die gelden voor de verstrekking van een document met essentiële beleggersinformatie of een prospectus op een andere duurzame drager dan papier of via een website

  • 1. 
    Wanneer voor de toepassing van Richtlijn 2009/65/EG het document met de essentiële beleggersinformatie of het prospectus aan beleggers moet worden verstrekt op een andere duurzame drager dan papier, wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
 

a)

de verstrekking van het document met essentiële beleggersinformatie of het prospectus op een duurzame drager past in de context waarin de beheermaatschappij met de belegger zakendoet of gaat zakendoen, en

 

b)

de persoon aan wie het document met essentiële beleggersinformatie of het prospectus moet worden verstrekt, kiest, wanneer deze voor de keuze tussen informatie op papier of op deze andere duurzame drager wordt gesteld, uitdrukkelijk voor deze andere drager.

  • 2. 
    Wanneer het document met essentiële beleggersinformatie of het prospectus via een website wordt verstrekt en deze informatie niet tot de belegger persoonlijk is gericht, wordt tevens aan de volgende voorwaarden voldaan:
 

a)

de verstrekking van deze informatie op de desbetreffende drager past in de context waarin de beheermaatschappij met de belegger zakendoet of gaat zakendoen;

 

b)

de belegger moet uitdrukkelijk instemmen met de verstrekking van die informatie in deze vorm;

 

c)

de belegger moet elektronisch op de hoogte worden gebracht van het adres van de website en van de plaats op de website waar toegang tot de informatie kan worden verkregen;

 

d)

de informatie moet actueel zijn;

 

e)

de informatie moet onafgebroken toegankelijk blijven via deze website gedurende de tijd die de cliënt redelijkerwijs nodig heeft om deze in te zien.

  • 3. 
    Voor de toepassing van dit artikel wordt de verstrekking van informatie via elektronische mededelingen geacht te passen in de context waarin de beheermaatschappij met de belegger zakendoet of zaken gaat doen als bewezen is dat de belegger regelmatig toegang tot internet heeft. Dit wordt als bewezen aangemerkt als de belegger een e-mailadres opgeeft om zaken te kunnen doen.

HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 39

Inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    Deze verordening is van toepassing met ingang van 1 juli 2011.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 juli 2010.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO

 

  • (2) 
    Zie bladzijde 42 van dit Publicatieblad.
 

BIJLAGE I

VEREISTEN MET BETREKKING TOT DE PRESENTATIE VAN DE SYNTHETISCHE INDICATOR

  • 1. 
    De synthetische indicator rangschikt het fonds op een schaal van 1 tot 7 op basis van zijn trackrecord op het gebied van volatiliteit.
  • 2. 
    De schaal wordt afgebeeld als een opeenvolging van categorieën die door de gehele getallen 1 tot en met 7 in stijgende volgorde van links naar rechts worden aangegeven, waarbij de risico- en opbrengstomvang van laag naar hoog wordt weergegeven.
  • 3. 
    Op de schaal wordt duidelijk aangegeven dat een lager risico een potentieel lagere opbrengst en een hoger risico potentieel hogere opbrengsten met zich brengen.
  • 4. 
    De categorie waarin de icbe valt, wordt duidelijk zichtbaar aangeduid.
  • 5. 
    Er wordt geen gebruikgemaakt van kleuren om de schaalonderdelen uit elkaar te houden.
 

BIJLAGE II

PRESENTATIE VAN DE KOSTEN

De kosten worden gepresenteerd in een tabel met de volgende structuur:

 

Eenmalige kosten die vóór of na uw belegging worden aangerekend

Instapvergoeding

Uitstapvergoeding

[] %

[] %

Dit is het maximale bedrag dat van uw geld zou kunnen worden afgehouden [voordat het belegd wordt] [voordat de opbrengsten van uw belegging worden uitbetaald]

Kosten die in de loop van één jaar aan het fonds worden onttrokken

Lopende kosten

[] %

Kosten die onder bepaalde specifieke voorwaarden aan het fonds worden onttrokken

Prestatievergoeding

[] % per jaar van de rendementen die het fonds boven de benchmark voor deze vergoedingen realiseert, de [naam van benchmark invullen]

 

Voor elk van deze kosten wordt een percentage vermeld.

 

In geval van een prestatievergoeding wordt het bedrag dat gedurende het laatste financiële jaar van het fonds in rekening werd gebracht, als een percentage weergegeven.

 

BIJLAGE III

PRESENTATIE VAN INFORMATIE OVER IN HET VERLEDEN BEHAALDE RESULTATEN

Het staafdiagram waarin de in het verleden behaalde resultaten worden gepresenteerd, voldoet aan de volgende criteria:

 

1.

de schaal van de Y-as van het staafdiagram is lineair, niet logaritmisch;

 

2.

de schaal wordt aangepast aan de breedte van de afgebeelde staven en drukt de staven niet samen teneinde het niet moeilijker te maken rendementsschommelingen te onderscheiden;

 

3.

de X-as bevindt zich ter hoogte van het nulpercentage (resultaat van 0 %);

 

4.

bij elke staaf wordt het behaalde rendement in procenten vermeld;

 

5.

cijfers van in het verleden behaalde resultaten worden afgerond tot één cijfer achter de komma.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.