Richtlijn 2008/87 - Wijziging van Richtlijn 2006/87/EG tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
Tabel uitklappen inklappen
23.9.2008
|
NL
|
Publicatieblad van de Europese Unie
|
L 255/5
|
RICHTLIJN 2008/87/EG VAN DE COMMISSIE
van 22 september 2008
tot wijziging van Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen en tot intrekking van Richtlijn 82/714/EEG van de Raad (1), en met name op artikel 20, lid 1, eerste zin,
Overwegende hetgeen volgt:
Tabel uitklappen inklappen
(1)
|
Sedert de goedkeuring van de richtlijn in december 2006 werden wijzigingen aangebracht in het Reglement onderzoek schepen op de Rijn overeenkomstig artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte. Richtlijn 2006/87/EG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
|
Tabel uitklappen inklappen
(2)
|
Het communautaire vaarcertificaat en het overeenkomstig het Reglement onderzoek schepen op de Rijn afgeleverde vaarcertificaat moeten worden verstrekt op basis van technische vereisten die een gelijkwaardig veiligheidsniveau garanderen.
|
Tabel uitklappen inklappen
(3)
|
Om de mededinging niet te verstoren en om te voorkomen dat er verschillende veiligheidsniveaus bestaan, moeten de wijzigingen van Richtlijn 2006/87/EG zo vlug mogelijk ten uitvoer worden gelegd.
|
Tabel uitklappen inklappen
(4)
|
De maatregelen van deze richtlijn stroken met het advies van het comité als bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 91/672/EEG van de Raad van 16 december 1991 inzake de wederzijdse erkenning van de nationale vaarbewijzen voor het besturen van schepen in het goederen- en personenvervoer over de binnenwateren (2),
|
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze richtlijn.
Artikel 2
De bijlagen V en VI bij Richtlijn 2006/87/EG worden gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze richtlijn.
Artikel 3
De lidstaten die beschikken over binnenwateren als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2006/87/EG doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om met ingang van 30 december 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 4
Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 5
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten die beschikken over binnenwateren als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 2006/87/EG.
Gedaan te Brussel, 22 september 2008.
Voor de Commissie
Antonio TAJANI
Vicevoorzitter
BIJLAGE I
Bijlage II bij Richtlijn 2006/87/EG wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
1)
|
De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
de titel van artikel 2.18 wordt vervangen door:
„Artikel 2.18 — Uniek Europees scheepsidentificatienummer”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
de titel van artikel 6.09 wordt vervangen door
„Artikel 6.09 — Keuring en periodieke inspecties”;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
het volgende artikel 10.03c wordt ingevoegd:
„Artikel 10.03c — Permanent geïnstalleerde brandbestrijdingssystemen ter bescherming van objecten.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
2)
|
In Artikel 2.07, lid 1, wordt de term „officiële scheepsnummer” vervangen door „Europees scheepsidentificatienummer”.
|
Tabel uitklappen inklappen
3)
|
Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
aan lid 2 wordt de volgende zin toegevoegd:
„Zij werken het in lid 1 vermelde register dienovereenkomstig bij.”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
het volgende lid 3 wordt toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„3.
|
Om administratieve maatregelen te nemen voor de instandhouding van de veiligheid en het navigatiecomfort en met het oog op de tenuitvoerlegging van de artikelen 2.02 tot 2.15, alsmede de artikelen 8, 10, 11, 12, 15, 16 en 17 van deze richtlijn, wordt volgens het in bijlage VI bepaalde model „read-only”-toegang tot het register verleend aan de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, van staten die partij zijn bij de Akte van Mannheim en, voor zover een gelijkwaardig niveau van privacy wordt gegarandeerd, aan derde landen op basis van administratieve overeenkomsten.”.
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
4)
|
Artikel 2.18 wordt vervangen door:
„Artikel 2.18
Uniek Europees scheepsidentificatienummer
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
Het uniek Europees scheepsidentificatienummer (EIN), hierna Europees scheepsidentificatienummer genoemd, bestaat uit acht Arabische cijfers volgens aanhangsel III.
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
De bevoegde autoriteit die een communautair certificaat heeft afgegeven, vult op dat certificaat het Europees scheepsidentificatienummer in. Indien het vaartuig op het moment dat het communautaire certificaat wordt afgegeven nog geen Europees scheepsidentificatienummer heeft, zal een dergelijk nummer aan het vaartuig worden toegekend door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar het vaartuig is geregistreerd of waar het zijn thuishaven heeft.
Voor zover het niet mogelijk is een Europees scheepsidentificatienummer toe te kennen aan een vaartuig, zal de bevoegde autoriteit die het communautaire certificaat afgeeft, het Europees scheepsidentificatienummer bepalen.
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
Er kan slechts één Europees scheepsidentificatienummer per vaartuig worden toegewezen. Het Europees scheepsidentificatienummer wordt slechts één keer toegekend en blijft gedurende de hele levensduur van het vaartuig onveranderd.
|
Tabel uitklappen inklappen
4.
|
De eigenaar van het vaartuig of zijn vertegenwoordiger moet de toekenning van het Europees scheepsidentificatienummer bij de bevoegde autoriteit aanvragen. De eigenaar of zijn vertegenwoordiger moet er ook voor zorgen dat het in het communautaire certificaat opgenomen nummer op het vaartuig wordt aangebracht.
|
Tabel uitklappen inklappen
5.
|
Elke lidstaat deelt de Commissie mee welke autoriteiten bevoegd zijn voor de toekenning van de Europese scheepsidentificatienummers. De Commissie houdt een register bij van die bevoegde autoriteiten en van de door derde landen aangewezen bevoegde autoriteiten, en stelt dat register ter beschikking van de lidstaten. Op verzoek wordt dit register ook ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteiten van derde landen.
|
Tabel uitklappen inklappen
6.
|
Overeenkomstig lid 5 treffen de bevoegde autoriteiten alle nodige regelingen om de andere, overeenkomstig lid 5 in het register opgenomen bevoegde autoriteiten op de hoogte te brengen van de door hen toegekende Europese scheepsidentificatienummers, alsook van de in aanhangsel IV uiteengezette identificatiegegevens. Deze gegevens mogen ter beschikking worden gesteld van de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten, van staten die partij zijn bij de Akte van Mannheim en, voor zover een gelijkwaardig niveau van privacy wordt gegarandeerd, van derde landen op basis van administratieve overeenkomsten, en dit met het oog op het nemen van administratieve maatregelen voor de instandhouding van de veiligheid en het navigatiecomfort en met het oog op de tenuitvoerlegging van de artikelen 2.02 tot 2.15, artikel 2.18, lid 3, alsmede de artikelen 8, 10, 11, 12, 15, 16 en 17 van deze richtlijn.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
5)
|
In artikel 2.19, lid 2, tweede alinea, wordt de term „het officiële scheepsnummer” vervangen door „het Europees scheepsidentificatienummer”.
|
Tabel uitklappen inklappen
6)
|
Artikel 6.02, lid 1, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„1.
|
Bij stuurmachines met mechanische aandrijving moet een tweede onafhankelijke aandrijving of een handaandrijving aanwezig zijn. In geval van uitval of storing van de aandrijving van het roersysteem moet de tweede onafhankelijke aandrijving of handaandrijving binnen 5 seconden in werking kunnen worden gesteld.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
7)
|
Artikel 6.03 wordt vervangen door:
„Artikel 6.03
Hydraulische aandrijving van de stuurmachine
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
Op de hydraulische aandrijfinstallatie van de stuurmachine mogen geen andere verbruikers zijn aangesloten.
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
De hydraulische tanks dienen te zijn uitgerust met een niveaualarm dat waarschuwt als het olieniveau onder het laagste peil daalt waarbij het hydraulische systeem nog veilig kan functioneren.
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
De afmetingen, constructie en plaatsing van de pijpleidingen moeten beschadigingen door mechanische invloeden of vuur zoveel mogelijk uitsluiten.
|
Tabel uitklappen inklappen
4.
|
Hydraulische leidingen
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
zijn alleen toegelaten indien de trillingsabsorptie of de bewegingsvrijheid van onderdelen hun gebruik onvermijdelijk maken,
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
moeten ontworpen zijn om ten minste de hoogst toegelaten werkdruk aan te kunnen, en
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
moeten ten laatste na acht jaar worden vernieuwd.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
5.
|
Hydraulische cilinders, hydraulische pompen en hydraulische en elektrische motoren moeten ten minste om de acht jaar door een gespecialiseerde firma worden onderzocht en indien nodig hersteld.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
8)
|
Artikel 6.07, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
de inleidende zin komt als volgt te luiden:
„De stuurstelling moet voorzien zijn van een optisch en akoestisch alarm om de volgende zaken te signaleren:”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
punt a) wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„a)
|
daling van het oliepeil van de hydraulische tanks onder het in artikel 6.03, lid 2, bepaalde laagste peil en daling van de werkdruk van het hydraulische systeem;”.
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
9)
|
Artikel 6.09 wordt vervangen door:
„Artikel 6.09
Keuring en periodieke inspecties
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
De correcte installatie van de stuurinrichting dient door een commissie van deskundigen te worden gekeurd. Daartoe kan de commissie van deskundigen om de volgende bescheiden vragen:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
beschrijving van de stuurinrichting;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
tekeningen en gegevens over de aandrijvingen van de stuurmachine en de besturing;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
gegevens over de stuurmachine;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
schakelschema voor de elektrische installatie;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
beschrijving van de stuurautomaat;
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
aanwijzingen voor gebruik en onderhoud van de installatie.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
Bij een proefvaart dient de werking van de stuurinrichting als geheel te worden gekeurd. Bij stuurautomaten dient te worden getest of op veilige wijze een rechte koers wordt gehouden en of op veilige wijze in bochten wordt gevaren.
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
Stuurmachines met mechanische aandrijving moeten door een deskundige worden gekeurd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
vóór ingebruikstelling;
|
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
na verandering of reparatie;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
met regelmaat ten minste elke drie jaar.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
4.
|
De keuring omvat ten minste:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
een controle van de overeenstemming met de goedgekeurde tekeningen en bij periodieke inspecties, controle of de stuurinrichting wijzigingen heeft ondergaan;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
een functionele test van de stuurinrichting voor alle operationele functies;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
visuele controle en dichtheidscontrole van de hydraulische componenten, in het bijzonder kleppen, pijpleidingen, hydraulische leidingen, hydraulische cilinders, hydraulische pompen en hydraulische filters;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
visuele controle van de elektrische onderdelen, in het bijzonder relais, elektrische motoren en veiligheidsapparaten;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
controle van de optische en akoestische controleapparaten.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
5.
|
Hiervan moet een verklaring worden afgegeven, ondertekend door degene die de keuring heeft verricht, en waarin de datum van de keuring is aangegeven.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
10)
|
Artikel 7.02 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in lid 2 wordt de eerste alinea vervangen door:
„De dode hoek voor de boeg van het lege schip met halve voorraden en zonder ballast mag voor de roerganger niet meer zijn dan tweemaal de scheepslengte of 250 m tot het wateroppervlak, al naargelang welke afstand het kortste is.”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
in lid 6 wordt de tweede alinea vervangen door:
„Om lichtweerkaatsing te voorkomen zijn de voorruiten van de brug ontspiegeld of zijn ze zo geplaatst dat weerkaatsingen effectief uitgesloten zijn. Aan deze eis wordt voldaan indien de ruiten schuin ingezet zijn en zij naar voren toe met de bovenkant van het venster een hoek van minimaal 10° en maximaal 25° met de loodlijn maken.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
11)
|
Artikel 8.05, lid 7, komt als volgt te luiden:
Tabel uitklappen inklappen
„7.
|
De uitgaande leidingen voor vloeibare brandstoffen moeten onmiddellijk bij de tanks zijn voorzien van een snelsluitende afsluiter die van het dek af kan worden bediend, zelfs indien de desbetreffende kamers gesloten zijn.
Als de bedieningsinrichting verborgen is, mag het deksel niet vergrendelbaar zijn.
De bedieningsinrichting wordt met rood gemarkeerd. Als ze verborgen is, wordt ze gemarkeerd met een symbool voor de snelsluitende afsluiter overeenkomstig figuur 9 van bijlage I, met een lengte van de zijde van ten minste 10 cm.
De eerste alinea is niet van toepassing op brandstoftanks die rechtstreeks aan de motor zijn aangebouwd.”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
12)
|
Aan lid 9 van artikel 9.15 wordt de volgende zin toegevoegd:
„Het aantal kabelverbindingen wordt tot een minimum beperkt.”.
|
Tabel uitklappen inklappen
13)
|
Artikel 10.03a wordt gewijzigd als volgt:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
lid 8 komt als volgt te luiden:
Tabel uitklappen inklappen
„8.
|
Hiervan moet een verklaring worden afgegeven, ondertekend door de deskundige, en waarin de datum van de keuring is aangegeven.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
lid 10 wordt geschrapt.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
14)
|
Artikel 10.03b wordt gewijzigd als volgt:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in lid 1 wordt het volgende punt d) toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„d)
|
FK-5-1-12 (dodecafluor-2-methylpentaan-3-on).”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
lid 4, onder b), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„b)
|
De sproeikoppen moeten zodanig van afmeting zijn en zodanig zijn aangebracht dat het blusmiddel gelijkmatig wordt verdeeld. Het blusmiddel moet ook onder de vloerplaten efficiënt zijn.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
lid 5, onder e), punt cc) wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„cc)
|
de handelswijze van de bemanning bij het in werking stellen van de brandblusinstallatie en wanneer zij de beschermde ruimte betreden na het in werking stellen van de installatie of na het uitstromen van het blusmiddel, in het bijzonder met betrekking tot de mogelijke aanwezigheid van gevaarlijke substanties;”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
lid 9, onder e), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„e)
|
Hiervan moet een verklaring worden afgegeven, ondertekend door de deskundige, en waarin de datum van de keuring is aangegeven.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
lid 13 komt als volgt te luiden:
„13. Brandblusinstallaties met FK-5-1-12
Brandblusinstallaties die werken met FK-5-1-12 als blusmiddel moeten, behalve aan de eisen bedoeld in het eerste tot en met negende lid, aan de volgende bepalingen voldoen:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
Indien er sprake is van meerdere te beschermen ruimten met een verschillende bruto-inhoud, moet iedere ruimte voorzien zijn van een eigen brandblusinstallatie.
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
Iedere houder die FK-5-1-12 bevat en in de te beschermen ruimte is opgesteld moet voorzien zijn van een overdrukbeveiliging. Deze moet ervoor zorgen dat de inhoud van de houder zonder gevaar in de te beschermen ruimte stroomt, wanneer de houder aan de invloed van brand is blootgesteld en de brandblusinstallatie niet in werking is gesteld.
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
Iedere houder moet zijn uitgerust met een inrichting waardoor de gasdruk kan worden gecontroleerd.
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
De vulgraad van de houders mag niet meer zijn dan 1,00 kg/l. Voor het volume van het uitgestroomde FK-5-1-12 moet worden uitgegaan van 0,0719 m3/kg.
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
De hoeveelheid FK-5-1-12 voor de te beschermen ruimte moet ten minste 5,5 % van het brutovolume van die ruimte bedragen. Deze hoeveelheid moet binnen 10 seconden toegevoerd zijn.
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
De houders van FK-5-1-12 moeten voorzien zijn van een controlesysteem van de druk dat bij een ontoelaatbaar verlies van drijfgas een akoestisch en optisch alarmsignaal in het stuurhuis in werking stelt. Wanneer er geen sprake is van een stuurhuis moet het alarmsignaal buiten de te beschermen ruimte in werking worden gesteld.
|
Tabel uitklappen inklappen
g)
|
Na het uitstromen van het blusmiddel mag de concentratie in de te beschermen ruimte niet groter zijn dan 10,0 %.”.
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
15)
|
Het volgende artikel 10.03c wordt ingevoegd:
„Artikel 10.03c
Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten
Vast ingebouwde brandblusinstallaties ter bescherming van objecten zijn slechts toegelaten op basis van aanbevelingen van het comité.”.
|
Tabel uitklappen inklappen
16)
|
In lid 2 van artikel 10.05 wordt de eerste alinea vervangen door:
„Aan boord van vaartuigen moet zich voor ieder zich regelmatig aan boord bevindend persoon een voor hem persoonlijk geschikt, automatisch opblaasbaar zwemvest dat voldoet aan de Europese normen EN 395:1998, EN 396:1998, EN ISO 12402-3:2006 of EN ISO 12402-4:2006, onder handbereik bevinden.”.
|
Tabel uitklappen inklappen
17)
|
In artikel 14.13 wordt na de tweede zin de volgende zin ingevoegd:
„Bij passagiersschepen controleert de deskundige bovendien of er een geldig inspectiecertificaat beschikbaar is dat getuigt van de correcte installatie van het in artikel 15.15, lid 9, bedoelde gasalarmsysteem, of van de inspectie ervan.”.
|
Tabel uitklappen inklappen
18)
|
Artikel 15.03 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
aan lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:
„Via een hellingproef wordt bepaald welke lichtschipgegevens voor de berekening van de stabiliteit in aanmerking worden genomen.”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
lid 2 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
in de derde alinea worden de inleidende woorden vervangen door:
„Daarnaast moet voor de volgende beladingsconditie voor het derde lid, onder d), worden aangetoond:”;
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
de laatste alinea wordt geschrapt;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
lid 3 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
de punten a), b) en c) worden vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„a)
|
De maximale oprichtende arm van statische stabiliteit hmax moet bij een slagzij van φmax ≥ (φmom + 3°) optreden en moet ten minste 0,20 m bedragen. Wanneer φf < φmax is moet de oprichtende arm van statische stabiliteit bij een hoek van het onder water komen φf ten minste 0,20 m bedragen;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
De hoek van het onder water komen φf mag niet kleiner zijn dan (φmom + 3°);
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
Het vlak A onder de kromme van de oprichtende armen van statische stabiliteit moet, afhankelijk van de positie van φf en φmax ten minste de volgende waarden bereiken:
Tabel uitklappen inklappen
Geval
|
|
|
A
|
1
|
φmax ≤ 15° of φf ≤ 15°
|
|
0,05 m.rad tot aan de hoek φmax of φf, al naargelang wat het kleinste is
|
2
|
15° < φmax < 30°
|
φmax ≤ φf
|
0,035+0,001 · (30-φmax) m.rad tot aan de hoek φmax
|
3
|
15° < φf < 30°
|
φmax > φf
|
0,035+0,001 · (30-φf) m.rad tot aan de hoek φf
|
4
|
φmax ≥ 30° en φf ≥ 30°
|
|
0,035 m.rad tot aan de hoek φ = 30°
|
Daarbij betekent:
Tabel uitklappen inklappen
hmax
|
de maximale oprichtende arm van statische stabiliteit;
|
φ
|
de hoek van de slagzij;
|
φf
|
de hoek van het onder water komen, d.w.z. de hoek van de slagzij waarbij de openingen in de scheepsromp, in de opbouwen of dekhuizen die niet waterdicht gesloten kunnen worden, onder water komen te staan;
|
φmom
|
de maximale hoek van de slagzij volgens punt e);
|
φmax
|
de hoek van de slagzij waarbij sprake is van de maximale oprichtende arm van statische stabiliteit;
|
A
|
vlakken onder de kromme van de oprichtende arm van statische stabiliteit.”;
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
punt e) wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„e)
|
De hoek van de slagzij φmom mag in de beide hiernavolgende gevallen niet meer bedragen dan 12°:
Tabel uitklappen inklappen
aa)
|
op basis van het slagzijmoment tengevolge van personen en wind als bedoeld in het vierde en vijfde lid;
|
Tabel uitklappen inklappen
bb)
|
op basis van het slagzijmoment tengevolge van personen en het draaien van het schip als bedoeld in het vierde en zesde lid.”;
|
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
in lid 4 wordt de verklaring „ni = 4 in geval van vrije dekoppervlakken en vlakken met verplaatsbaar meubilair; in geval van vlakken met vast ingebouwde zitplaatsen zoals banken, moet ni worden berekend onder aanname van een zitbreedte van 0,45 m en een zitdiepte van 0,75 m per persoon” vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„ni
|
=
|
3,75 in geval van vrije dekoppervlakken en vlakken met verplaatsbaar meubilair;
in geval van vlakken met vast ingebouwde zitplaatsen zoals banken, moet ni worden berekend onder aanname van een zitbreedte van 0,50 m en een zitdiepte van 0,75 m per persoon”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
lid 9 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
de tabel onder de inleidende zin van de tweede alinea wordt vervangen door de volgende tabel:
Tabel uitklappen inklappen
|
„1-compartimentstatus
|
2-compartimentstatus
|
Omvang van het lek aan de zijde
|
in langsrichting l [m]
|
0,10 · LWL, echter niet minder dan 4,00 m
|
0,05 · LWL, echter niet minder dan 2,25 m
|
in dwarsrichting b [m]
|
B/5
|
0,59
|
loodrecht h [m]
|
Vanaf de bodem van het schip onbeperkt naar boven
|
Omvang van het lek in de bodem
|
in langsrichting l [m]
|
0,10 · LWL, echter niet minder dan 4,00 m
|
0,05 · LWL, echter niet minder dan 2,25 m
|
in dwarsrichting b [m]
|
B/5
|
loodrecht h [m]
|
0,59; pijpleidingen die overeenkomstig artikel 15.02, dertiende lid, onder c), zijn aangelegd kunnen als onbeschadigd worden beschouwd”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
onder d) wordt de laatste alinea geschrapt;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
in lid 10 wordt het volgende punt d) toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„d)
|
Voor de berekening van het effect van de vrije oppervlakken bij alle tussenstadia van het volstromen wordt uitgegaan van de brutogrondvlakken van de beschadigde ruimten.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
g)
|
lid 11 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
in de inleidende zin worden de woorden „tengevolge van personen” geschrapt;
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
punt b) wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„b)
|
afgezien van de evenwichtssituatie moet het positieve bereik van de kromme van armen van statische stabiliteit een oprichtende arm van statische stabiliteit aangeven van GZR ≥ 0,02 m gecombineerd met een vlak A ≥ 0,0025 m·rad. Deze minimumwaarden van de stabiliteit moeten worden bereikt tot aan het onder water komen van de eerste onbeschermde opening of in ieder geval vóór het bereiken van een hoek van de slagzij van φm 25°.
|
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
19)
|
Artikel 15.06 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
Aan lid 3, onder a), wordt de volgende zin toegevoegd:
„verblijven, uitgezonderd hutten, en groepen van verblijven met slechts één uitgang moeten ten minste één nooduitgang hebben;”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
in lid 8, onder a), wordt de inleidende zin vervangen door:
„de totale oppervlakte AS van de verzamelruimten moet ten minste voldoen aan de volgende waarde:”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
20)
|
Artikel 15.09 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:
„Behalve de in artikel 10.05, eerste lid, genoemde reddingsboeien moeten op alle voor passagiers bestemde, niet gesloten delen van de dekken geschikte reddingsboeien beschikbaar zijn die aan beide zijden van het schip op een afstand van telkens niet meer dan 20 m uit elkaar worden geplaatst. Reddingsboeien worden als geschikt beschouwd als zij voldoen aan:
Tabel uitklappen inklappen
—
|
de Europese norm EN 14144:2003 of
|
Tabel uitklappen inklappen
—
|
het Internationale Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee van 1974 (SOLAS), Hoofdstuk III, voorschrift 7.1 en de International Life-Saving Appliance (LSA-) Code, lid 2.1.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
lid 2 komt als volgt te luiden:
Tabel uitklappen inklappen
„2.
|
Behalve de reddingsboeien als bedoeld in het eerste lid moeten individuele reddingsmiddelen als bedoeld in artikel 10.05, tweede lid, onder handbereik beschikbaar zijn voor alle leden van het boordpersoneel. Voor alle leden van het boordpersoneel die geen taak volgens de veiligheidsrol hebben zijn niet-opblaasbare of semi-automatisch opblaasbare zwemvesten toegestaan volgens de in artikel 10.05, tweede lid, bepaalde normen.”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
lid 4 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
de eerste alinea komt als volgt te luiden:
„Behalve de reddingsmiddelen als bedoeld in het eerste en tweede lid moeten overeenkomstig artikel 10.05, tweede lid, voor in totaal 100 % van het ten hoogste toegelaten aantal passagiers individuele reddingsmiddelen aanwezig zijn. Niet-opblaasbare of semi-automatisch opblaasbare zwemvesten zijn toegestaan overeenkomstig de in artikel 10.05, tweede lid, bepaalde normen.”;
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
de tweede alinea wordt geschrapt.
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
21)
|
Artikel 15.10, lid 6, laatste zin, wordt vervangen door:
„De noodstroominstallatie moet zijn opgesteld boven de indompelingsgrenslijn of zo ver mogelijk van de elektrische hoofdenergiebron overeenkomstig artikel 9.02, lid 1, om te ervoor te zorgen dat, in de in artikel 15.03, lid 9, vermelde lekke toestand, zij niet tegelijk met deze energiebronnen onder water komt te staan.”.
|
Tabel uitklappen inklappen
22)
|
Artikel 15.11 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
lid 1 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
onder d) komt punt aa) als volgt te luiden:
Tabel uitklappen inklappen
„aa)
|
Bijlage I, deel 3, van de code voor brandtestprocedures, en”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
ii)
|
het volgende punt e) wordt toegevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„e)
|
De commissie van deskundigen kan in overeenstemming met de code voor brandtestmethoden een test voor een modelscheidingsvlak voorschrijven teneinde zeker te stellen dat aan de in lid 2 vermelde voorschriften inzake weerstandsvermogen en temperatuurverhoging is voldaan.”;
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
lid 2 komt als volgt te luiden:
„2. Scheidingsvlakken
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
van ruimten moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de volgende tabellen:
Tabel uitklappen inklappen
aa)
|
Tabel voor scheidingsvlakken van ruimten waarin geen sprinklerinstallaties als bedoeld in artikel 10.03a zijn geïnstalleerd.
Tabel uitklappen inklappen
Ruimten
|
Controleposten
|
Trappenschachten
|
Verzamelruimten
|
Verblijfsruimten
|
Machinekamers
|
Keukens
|
Voorraadruimten
|
Controleposten
|
—
|
A0
|
A0/B15 (1)
|
A30
|
A60
|
A60
|
A60
|
Trappenschachten
|
|
—
|
A0
|
A30
|
A60
|
A60
|
A60
|
Verzamelruimten
|
|
|
—
|
A30/B15 (2)
|
A60
|
A60
|
A60
|
Verblijfsruimten
|
|
|
|
—/B15 (3)
|
A60
|
A60
|
A60
|
Machinekamers
|
|
|
|
|
A60/A0 (4)
|
A60
|
A60
|
Keukens
|
|
|
|
|
|
A0
|
A60/B15 (5)
|
Voorraadruimten
|
|
|
|
|
|
|
—
|
|
Tabel uitklappen inklappen
bb)
|
Tabel voor scheidingsvlakken van ruimten waarin sprinklerinstallaties als bedoeld in artikel 10.03a zijn geïnstalleerd
Tabel uitklappen inklappen
Ruimten
|
Controleposten
|
Trappenschachten
|
Verzamelruimten
|
Verblijfsruimten
|
Machinekamers
|
Keukens
|
Voorraadruimten
|
Controleposten
|
—
|
A0
|
A0/B15 (6)
|
A0
|
A60
|
A30
|
A30
|
Trappenschachten
|
|
—
|
A0
|
A0
|
A60
|
A30
|
A0
|
Verzamelruimten
|
|
|
—
|
A30/B15 (7)
|
A60
|
A30
|
A30
|
Verblijfsruimten
|
|
|
|
—/B0 (8)
|
A60
|
A30
|
A0
|
Machinekamers
|
|
|
|
|
A60/A0 (9)
|
A60
|
A60
|
Keukens
|
|
|
|
|
|
—
|
B15
|
Voorraadruimten
|
|
|
|
|
|
|
—
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
scheidingsvlakken van het type „A” zijn schotten, wanden en dekken, die aan de volgende eisen voldoen:
Tabel uitklappen inklappen
aa)
|
ze zijn vervaardigd van staal of een ander gelijkwaardig materiaal;
|
Tabel uitklappen inklappen
bb)
|
ze zijn op een geschikte wijze versterkt;
|
Tabel uitklappen inklappen
cc)
|
ze zijn zodanig geïsoleerd met een toegelaten onbrandbaar materiaal, dat de gemiddelde temperatuur aan de van de brand afgekeerde zijde niet meer dan 140 °C boven de begintemperatuur stijgt en op geen enkele plaats met inbegrip van de verbindingen een temperatuurverhoging van meer dan 180 °C boven de begintemperatuur plaatsvindt binnen de hierna aangegeven tijdsduur:
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
|
Tabel uitklappen inklappen
dd)
|
ze zijn zodanig gebouwd, dat ze de doorvoer van rook en vuur verhinderen tot aan het einde van de standaardbrandtest van één uur;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
scheidingsvlakken van het type „B” zijn schotten, wanden, dekken, dekens of bekledingen, die aan de volgende eisen voldoen:
Tabel uitklappen inklappen
aa)
|
ze bestaan uit een toegelaten onbrandbaar materiaal, en alle materialen die voor de constructie en het installeren van de scheidingsvlakken worden toegepast zijn onbrandbaar met uitzondering van oppervlaktemateriaal dat ten minste moeilijk ontvlambaar moet zijn;
|
Tabel uitklappen inklappen
bb)
|
ze hebben een zodanige isolatiewaarde dat de gemiddelde temperatuur aan de van de brand afgekeerde zijde niet meer dan 140 °C boven de begintemperatuur stijgt en op geen enkele plaats met inbegrip van de verbindingen een temperatuurverhoging van meer dan 225 °C boven de begintemperatuur plaatsvindt binnen de hierna aangegeven tijdsduur:
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
|
Tabel uitklappen inklappen
cc)
|
ze zijn zodanig gebouwd dat ze de doorvoer van vuur verhinderen tot aan het eind van het eerste half uur van de standaardbrandtest.”.
|
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
23)
|
Artikel 15.15 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in lid 1 wordt de inleidende zin vervangen door:
„Passagiersschepen die voor het vervoer van minder dan 50 passagiers zijn toegelaten en waarvan de lengte LWL niet groter is dan 25 m moeten blijk geven van voldoende lekstabiliteit als bedoeld in artikel 15.03, zevende tot en met dertiende lid, of, in plaats daarvan, aantonen dat zij aan de volgende criteria voldoen in symmetrische leksituaties:”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
in lid 1 wordt punt a) vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„a)
|
het schip mag maximaal tot aan de indompelingsgrenslijn inzinken, en”;
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
in lid 5 wordt de eerste zin vervangen door:
„De commissie van deskundigen kan bij passagiersschepen die zijn toegelaten voor het vervoer van ten hoogste 250 passagiers en waarvan de lengte niet meer is dan 25 m, afzien van het moeten voldoen aan artikel 10.04, indien het passagiersschip is uitgerust met een van twee kanten bereikbaar platform vlak boven de waterlijn dat het mogelijk maakt personen uit het water te redden.”;
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
in lid 10 wordt de inleidende zin vervangen door:
„De volgende voorschriften gelden niet voor passagiersschepen waarvan de lengte LWL niet meer bedraagt dan 25 m:”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
24)
|
In Artikel 16.06, lid 2, wordt de term „officiële scheepsnummer” vervangen door „Europees scheepsidentificatienummer”.
|
Tabel uitklappen inklappen
25)
|
Artikel 21.02 wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in lid 1, onder g), wordt na de verwijzing naar „artikel 10.03b” de volgende verwijzing ingevoegd:
„, artikel 10.03c”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
in lid 2, onder d), wordt de verwijzing naar „artikel 10.07” vervangen door:
„artikel 10.05”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
26)
|
De tabel van artikel 24.02, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
na de tabel betreffende artikel 6.01, lid 7, wordt de volgende tabel betreffende artikel 6.02, lid 1, ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„6.02, lid 1
|
Aanwezigheid van afzonderlijke hydraulische tanks
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010
|
Meerdere stuurventielen in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020
|
Afzonderlijke leidingen voor de tweede aandrijfinstallatie in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
de tabel betreffende artikel 6.02, lid 2, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 2
|
In bedrijf brengen van de tweede aandrijfinrichting met slechts één bedieningshandeling
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
de tabel betreffende artikel 6.03, lid 1, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„6.03, lid 1
|
Aansluiten andere verbruikers op hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
de tabel betreffende artikel 6.03, lid 2, wordt geschrapt;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
de tabel betreffende artikel 6.07, lid 2, onder a), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„6.07, lid 2, onderdeel a)
|
Niveaualarm van de hydraulische tanks en alarm van de werkdruk
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
na de tabel betreffende artikel 6.08, lid 1, wordt de volgende tabel betreffende artikel 7.02, lid 2, ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„7.02, lid 2
|
Dode hoek voor de boeg van het schip niet meer dan tweemaal de scheepslengte indien minder dan 250 m
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2049”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
g)
|
de tabel betreffende artikel 8.05, lid 7, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 7, eerste alinea
|
Snelsluitende afsluiter die van het dek af kan worden bediend, zelfs indien de desbetreffende kamers gesloten zijn
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
h)
|
de tabel betreffende artikel 15.01, lid 2, onder e), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„e)
|
Verbod op vloeibaargasinstallaties bedoeld in hoofdstuk 14
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2045. De overgangsbepaling is enkel van toepassing als er alarmsystemen overeenkomstig artikel 15.15, lid 9, aanwezig zijn”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
na de tabel betreffende artikel 15.06, lid 6, onder b), wordt de volgende tabel betreffende artikel 15.06, lid 6, onder c), ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„c)
|
Geen vluchtwegen door machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2007
|
Geen vluchtwegen door keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
j)
|
de tabel betreffende artikel 15.06, lid 7, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 7
|
Geschikt veiligheidsgeleidesysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
k)
|
de tabel betreffende artikel 15.06, lid 16, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 16
|
Drinkwaterinstallaties overeenkomstig artikel 12.05
|
N.V.O., uiterlijk op 31.12.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
l)
|
de tabel betreffende artikel 15.07 wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„15.07
|
Eisen aan het voortstuwingssysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
m)
|
de tabel betreffende artikel 15.09, lid 4, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 4
|
Reddingsmiddelen
|
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2006 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen overeenkomstig artikel 15.09, lid 5, waren uitgerust, worden deze als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd.
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2006 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen overeenkomstig artikel 15.09, lid 6, waren uitgerust, worden deze tot aan de afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010 als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
n)
|
de tabel betreffende artikel 15.10, lid 3, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 3
|
Voldoende noodverlichting
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
o)
|
de tabel betreffende artikel 15.10, lid 6, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 6, eerste zin
|
Scheidingsvlakken bedoeld in artikel 15.11, lid 2
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
tweede en derde zin
|
Inbouw van de kabels
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
vierde zin
|
Noodstroominstallatie boven de indompelingsgrenslijn
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
p)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 1, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„15.12, lid 1, onder c)
|
Draagbare blustoestellen in keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
q)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 2, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 2, onder a)
|
Tweede bluspomp
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
r)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 3, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 3, onder b) en c)
|
Druk en lengte van de waterstralen
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
s)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 9, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 9
|
Brandblusinstallatie in machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015”
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
27)
|
In de tabel bij artikel 24.03, lid 1, wordt de tabel betreffende artikel 15.05 vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„15.05
|
Aantal passagiers
|
Bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2045”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
28)
|
De tabel bij artikel 24.06, lid 5, wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
na de tabel betreffende hoofdstuk 3 wordt de volgende tabel ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„HOOFDSTUK 6
|
6.02, lid 1
|
Meerdere stuurventielen in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020
|
1.4.2007
|
Afzonderlijke leidingen voor de tweede aandrijfinstallatie in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020
|
1.4.2007
|
6.03, lid 1
|
Aansluiten andere verbruikers op hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2020
|
1.4.2007
|
6.07, lid 2, onder a)
|
Niveau alarm van de hydraulische tanks en alarm van de werkdruk
|
N.V.O., uiterlijk bij verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010
|
1.4.2007
|
HOOFDSTUK 7
|
7.02, lid 2
|
Dode hoek voor de boeg van het schip niet meer dan tweemaal de scheepslengte indien minder dan 250 m
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2049
|
30.12.2008”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
na de tabel betreffende artikel 8.03, lid 3, wordt de volgende tabel betreffende artikel 8.05, lid 7, ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„8.05, lid 7, eerste zin
|
Snelsluitende afsluiter die van het dek af kan worden bediend, zelfs indien de desbetreffende kamers gesloten zijn
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.4.2008”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
de tabel betreffende artikel 15.01, lid 2, onder e), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„e)
|
Verbod op vloeibaargasinstallaties bedoeld in hoofdstuk 14
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2045. De overgangsbepaling is enkel van toepassing als er alarmsystemen overeenkomstig artikel 15.15, lid 9, aanwezig zijn.
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
de tabel betreffende artikel 15.06, lid 6, onder c), wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„c)
|
Geen vluchtwegen door machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2007
|
1.1.2006”
|
Geen vluchtwegen door keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
de tabel betreffende artikel 15.06, lid 7, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 7
|
Geschikt veiligheidsgeleidesysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
de tabel betreffende artikel 15.06, lid 16, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 16
|
Drinkwaterinstallaties overeenkomstig artikel 12.05
|
N.V.O., uiterlijk op 31.12.2006
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
g)
|
de tabel betreffende artikel 15.07 wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„15.07
|
Eisen aan het voortstuwingssysteem
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
h)
|
de tabel betreffende artikel 15.09, lid 4, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 4
|
Reddingsmiddelen
|
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2006 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen overeenkomstig artikel 15.09, lid 5, waren uitgerust, worden deze als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd.
Voor passagiersschepen die voor 1.1.2006 met gemeenschappelijke reddingsmiddelen overeenkomstig artikel 15.09, lid 6, waren uitgerust, worden deze tot aan de afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010 als alternatief voor de individuele reddingsmiddelen beschouwd.
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
i)
|
de tabel betreffende artikel 15.10, lid 3, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 3
|
Voldoende noodverlichting
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
j)
|
de tabel betreffende artikel 15.10, lid 6, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 6, eerste zin
|
Scheidingsvlakken bedoeld in artikel 15.11, lid 2
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006
|
tweede en derde zin
|
Inbouw van de kabels
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006
|
vierde zin
|
Noodstroominstallatie boven de indompelingsgrenslijn
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
k)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 1, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„15.12, lid 1, onder c)
|
Draagbare blustoestellen in keukens
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
l)
|
de tabel betreffende artikel 15.12, lid 2, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 2, onder a)
|
Tweede bluspomp
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010
|
1.1.2006”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
m)
|
volgende tabel:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 9
|
Brandblusinstallatie in machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2010
|
1.1.2006
|
15.12, lid 9
|
Brandblusinstallatie in machinekamers van staal of met gelijkwaardige eigenschappen
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2045. Deze overgangstermijn geldt niet voor passagiersschepen waarvan de kiel is gelegd na 31.12.1995 en waarvan de romp bestaat uit hout, aluminium of kunststof en waarvan de machinekamers niet zijn gebouwd van een materiaal als bedoeld in artikel 3.04, lid 3 en lid 4.
|
1.1.2006”
|
wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 9
|
Brandblusinstallatie in machinekamers
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2015. De overgangsbepaling geldt niet voor passagiersschepen waarvan de kiel is gelegd na 31.12.1995 en waarvan de romp bestaat uit hout, aluminium of kunststof en waarvan de machinekamers niet zijn gebouwd van een materiaal als bedoeld in artikel 3.04, lid 3 en lid 4.
|
1.1.2006”
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
29)
|
De tabel van artikel 24a.02, lid 2, wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
na de tabel betreffende artikel 6.01, lid 7, wordt de volgende tabel betreffende artikel 6.02, lid 1, ingevoegd:
Tabel uitklappen inklappen
„6.02, lid 1
|
Aanwezigheid van afzonderlijke hydraulische tanks
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026
|
Meerdere stuurventielen in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026
|
Afzonderlijke leidingen voor de tweede aandrijfinstallatie in het geval van hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
de tabel betreffende artikel 6.02, lid 2, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„lid 2
|
In bedrijf brengen van de tweede aandrijfinrichting met slechts één bedieningshandeling
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
de tabel betreffende artikel 6.03, lid 1, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„6.03, lid 1
|
Aansluiten andere verbruikers op hydraulische aandrijfinstallaties
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
d)
|
de tabel betreffende artikel 6.03, lid 2, wordt geschrapt;
|
Tabel uitklappen inklappen
e)
|
de tabel betreffende artikel 6.07, lid 2, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„6.07, lid 2, onder a)
|
Niveau alarm van de hydraulische tanks en alarm van de werkdruk
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2026”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
f)
|
de tabel betreffende artikel 7.02, lid 2 tot 7, wordt vervangen door:
Tabel uitklappen inklappen
„7.02, lid 2 tot 6
|
Vrij zicht vanuit het stuurhuis met uitzondering van de volgende leden
|
N.V.O., uiterlijk bij afgifte of verlenging van het communautair binnenvaartcertificaat na 1.1.2049”
|
|
|
Tabel uitklappen inklappen
30)
|
De volgende figuur 9 wordt ingevoegd in aanhangsel I:
Tabel uitklappen inklappen
„Figuur 9
Snelsluitende afsluiter op de tank
|

|
Kleur: bruin/wit”
|
|
Tabel uitklappen inklappen
31)
|
De volgende aanhangsels III en IV worden toegevoegd:
„
Aanhangsel III
Model van het uniek Europees scheepsidentificatienummer
Tabel uitklappen inklappen
A
|
A
|
A
|
x
|
x
|
x
|
x
|
x
|
[Code van de bevoegde autoriteit die het Europees scheepsidentificatienummer toewijst]
|
[Serienummer]
|
In dit model staat „AAA” voor de code van drie cijfers die de bevoegde autoriteit toekent bij de toewijzing van het Europees scheepsidentificatienummer, waarbij de volgende nummers moeten worden gerespecteerd voor de landen in kwestie:
Tabel uitklappen inklappen
001-019
|
Frankrijk
|
020-039
|
Nederland
|
040-059
|
Duitsland
|
060-069
|
België
|
070-079
|
Zwitserland
|
080-099
|
Bestemd voor schepen uit landen die geen partij zijn bij de Akte van Mannheim en waaraan een Rijnvaartcertificaat is verstrekt vóór 1.4.2007
|
100-119
|
Noorwegen
|
120-139
|
Denemarken
|
140-159
|
Verenigd Koninkrijk
|
160-169
|
IJsland
|
170-179
|
Ierland
|
180-189
|
Portugal
|
190-199
|
Gereserveerd
|
200-219
|
Luxemburg
|
220-239
|
Finland
|
240-259
|
Polen
|
260-269
|
Estland
|
270-279
|
Litouwen
|
280-289
|
Letland
|
290-299
|
Gereserveerd
|
300-309
|
Oostenrijk
|
310-319
|
Liechtenstein
|
320-329
|
Tsjechië
|
330-339
|
Slowakije
|
340-349
|
Gereserveerd
|
350-359
|
Kroatië
|
360-369
|
Servië
|
370-379
|
Bosnië en Herzegovina
|
380-399
|
Hongarije
|
400-419
|
Rusland
|
420-439
|
Oekraïne
|
440-449
|
Belarus
|
450-459
|
Moldavië
|
460-469
|
Roemenië
|
470-479
|
Bulgarije
|
480-489
|
Georgië
|
490-499
|
Gereserveerd
|
500-519
|
Turkije
|
520-539
|
Griekenland
|
540-549
|
Cyprus
|
550-559
|
Albanië
|
560-569
|
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
|
570-579
|
Slovenië
|
580-589
|
Montenegro
|
590-599
|
Gereserveerd
|
600-619
|
Italië
|
620-639
|
Spanje
|
640-649
|
Andorra
|
650-659
|
Malta
|
660-669
|
Monaco
|
670-679
|
San Marino
|
680-699
|
Gereserveerd
|
700-719
|
Zweden
|
720-739
|
Canada
|
740-759
|
Verenigde Staten van Amerika
|
760-769
|
Israël
|
770-799
|
Gereserveerd
|
800-809
|
Azerbeidzjan
|
810-819
|
Kazachstan
|
820-829
|
Kirgizstan
|
830-839
|
Tadzjikistan
|
840-849
|
Turkmenistan
|
850-859
|
Oezbekistan
|
860-869
|
Iran
|
870-999
|
Gereserveerd
|
„xxxxx” staat voor het serienummer van vijf cijfers dat door de bevoegde autoriteit is toegekend.
Aanhangsel IV
Gegevens voor scheepsidentificatie
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
Uniek Europees Scheepsidentificatienummer overeenkomstig artikel 2.18 van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 3, van het model en bijlage VI, 5e kolom)
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
Naam van het vaartuig/schip (bijlage V, deel 1, vak 1, van het model en bijlage VI, 4e kolom)
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
Type vaartuig als bepaald in artikel 1.01, punt 1 t/m 28, van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 2, van het model)
|
Tabel uitklappen inklappen
4.
|
Totale lengte als bepaald in artikel 1.01, punt 70, van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 17a)
|
Tabel uitklappen inklappen
5.
|
Totale breedte als bepaald in artikel 1.01, punt 73, van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 18a)
|
Tabel uitklappen inklappen
6.
|
Diepte als bepaald in artikel 1.01, punt 76, van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 19)
|
Tabel uitklappen inklappen
7.
|
Gegevensbron (= communautair certificaat)
|
Tabel uitklappen inklappen
8.
|
Laadvermogen (bijlage V, deel 1, vak 21 en bijlage VI, 11e kolom) cargoschepen
|
Tabel uitklappen inklappen
9.
|
Deplacement als bepaald in artikel 1.01, punt 60, van deze bijlage (bijlage V, deel 1, vak 21 en bijlage VI, 11e kolom) voor andere dan cargoschepen
|
Tabel uitklappen inklappen
10.
|
Exploitant (eigenaar of zijn vertegenwoordiger, bijlage II, hoofdstuk 2)
|
Tabel uitklappen inklappen
11.
|
Instantie van afgifte (bijlage V, deel 1, en bijlage VI)
|
Tabel uitklappen inklappen
12.
|
Nummer van het communautaire binnenvaartcertificaat (bijlage V, deel 1, en bijlage VI, 1e kolom, van het model)
|
Tabel uitklappen inklappen
13.
|
Vervaldatum (bijlage V, deel 1, vak 11, van het model en bijlage VI, 17e kolom van het model)
|
Tabel uitklappen inklappen
14.
|
Maker van het gegevensbestand
|
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
Type schip overeenkomstig de technische specificaties voor elektronische scheepsrapportering in de binnenvaart
|
Tabel uitklappen inklappen
3.
|
Enkele of dubbele romp overeenkomstig ADN/ADNR
|
Tabel uitklappen inklappen
4.
|
Hoogte als bepaald in artikel 1.01, punt 75
|
Tabel uitklappen inklappen
5.
|
Brutotonnage (voor zeeschepen)
|
Tabel uitklappen inklappen
6.
|
IMO-nummer (voor zeeschepen)
|
Tabel uitklappen inklappen
7.
|
Roepnaam (voor zeeschepen)
|
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
Tabel uitklappen inklappen
10.
|
Type, nummer, instantie van afgifte en vervaldatum van andere certificaten
|
”
|
-
Scheidingsvlakken tussen controleposten en binnen het schip gelegen verzamelruimten moeten voldoen aan type A0, in het geval van buiten gelegen verzamelruimten echter aan type B15.
-
Scheidingsvlakken tussen verblijfsruimten en binnen het schip gelegen verzamelruimten moeten voldoen aan type A30, in het geval van buiten gelegen verzamelruimten echter aan type B15.
-
Wanden tussen hutten, wanden tussen hutten en gangen en verticale scheidingsvlakken van passagiersverblijven, bedoeld in het tiende lid, moeten voldoen aan type B15 en ruimten met sprinklerinstallaties aan type B0.
-
Wanden tussen machinekamers, bedoeld in artikel 15.07 en artikel 15.10, lid 6, moeten voldoen aan type A60; in andere gevallen moeten zij voldoen aan type A0.
-
Voor scheidingsvlakken tussen keukens en koelruimten of voorraadruimten voor levensmiddelen is B15 voldoende.
-
Scheidingsvlakken tussen controleposten en binnen het schip gelegen verzamelruimten moeten voldoen aan type A0, in het geval van buiten gelegen verzamelruimten echter aan type B15.
-
Scheidingsvlakken tussen verblijfsruimten en binnen het schip gelegen verzamelruimten moeten voldoen aan type A30, in het geval van buiten gelegen verzamelruimten echter aan type B15.
-
Wanden tussen hutten, wanden tussen hutten en gangen en verticale scheidingsvlakken van passagiersverblijven, bedoeld in het tiende lid, moeten voldoen aan type B15 en ruimten met sprinklerinstallaties aan type B0.
-
Wanden tussen machinekamers, bedoeld in artikel 15.07 en artikel 15.10, lid 6, moeten voldoen aan type A60; in andere gevallen moeten zij voldoen aan type A0.
BIJLAGE II
Tabel uitklappen inklappen
1.
|
Bijlage V bij Richtlijn 2006/87/EG wordt als volgt gewijzigd:
Tabel uitklappen inklappen
a)
|
in deel I, vak 3, van het model wordt de term „Officieel scheepsnummer” vervangen door „Uniek Europees Scheepsidentificatienummer”;
|
Tabel uitklappen inklappen
b)
|
in deel II, nummer 2, van het model wordt de term „Officieel scheepsnummer” vervangen door „Uniek Europees Scheepsidentificatienummer”;
|
Tabel uitklappen inklappen
c)
|
in deel III, vak 3, van het model wordt de term „Officieel scheepsnummer” vervangen door „Uniek Europees Scheepsidentificatienummer”.
|
|
Tabel uitklappen inklappen
2.
|
In bijlage VI bij Richtlijn 2006/87/EG, vijfde kolom, wordt de rubriek „Officieel scheepsnummer” vervangen door „Uniek Europees Scheepsidentificatienummer”.
|
Deze samenvatting is overgenomen van .