Verordening 2006/698 - Uitvoering van Verordening 530/1999, wat de kwaliteitsbeoordeling van de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen betreft

1.

Wettekst

6.5.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 121/30

 

VERORDENING (EG) Nr. 698/2006 VAN DE COMMISSIE

van 5 mei 2006

tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 530/1999 van de Raad, wat de kwaliteitsbeoordeling van de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 530/1999 van de Raad van 9 maart 1999 betreffende structuurstatistieken van lonen en loonkosten (1), en met name op artikel 11, onder iv),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Verordening (EG) nr. 530/1999 is uitgevoerd bij de Verordeningen (EG) nr. 452/2000 (2) en (EG) nr. 72/2002 (3) van de Commissie, die de inhoud en de beoordelingscriteria vaststellen voor het kwaliteitsverslag dat na elke referentieperiode bij de Commissie (Eurostat) moet worden ingediend.

 

(2)

De in het kwaliteitsverslag verstrekte gegevens moeten verwijzen naar bepaalde variabelen. Die variabelen zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1726/1999 van de Commissie (4) en bij Verordening (EG) nr. 1916/2000 van de Commissie (5).

 

(3)

Wijzigingen in de maatregelen inzake de kwaliteitsbeoordeling van de structuurstatistieken van de lonen en loonkosten zijn noodzakelijk als resultaat van de wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1726/1999 en (EG) nr. 1916/2000 bij respectievelijk Verordening (EG) nr. 1737/2005 en Verordening (EG) nr. 1738/2005. Ter wille van de duidelijkheid en om de nationale bureaus voor de statistiek zo min mogelijk te belasten, is het tevens noodzakelijk om de kwaliteitsbeoordeling van de statistieken van de loonkosten en de lonen te harmoniseren.

 

(4)

De Verordeningen (EG) nr. 452/2000 en (EG) nr. 72/2002 moeten derhalve bij de onderhavige verordening worden vervangen.

 

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De inhoud en de beoordelingscriteria voor het in artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 530/1999 bedoelde kwaliteitsverslag zijn opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

De in de bijlage bij de onderhavige verordening vermelde variabelen zijn bepaald in de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1726/1999 en in de bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 1916/2000.

  • 2. 
    De in de bijlage vermelde gegevens worden verstrekt met inachtneming van de afwijkingen die zijn vastgesteld in de communautaire wetgeving betreffende de structuurstatistieken van lonen en loonkosten, de arbeidskrachtenenquête, de structurele bedrijfsstatistieken en de nationale rekeningen.

Artikel 2

Het kwaliteitsverslag wordt uiterlijk 24 maanden na het einde van de referentieperiode waarvoor de gegevens zijn verzameld, aan Eurostat verstrekt, tenzij in de bijlage iets anders is bepaald.

Artikel 3

De Verordeningen (EG) nr. 452/2000 en (EG) nr. 72/2002 worden ingetrokken.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 mei 2006.

Voor de Commissie

Joaquín ALMUNIA

Lid van de Commissie

 

 

BIJLAGE

Inhoud en beoordelingscriteria van het kwaliteitsverslag van de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen

In de kwaliteitsverslagen zijn gegevens over alle zes criteria van de kwaliteitsdefinitie van het Europees statistisch systeem (ESS) opgenomen, namelijk relevantie, nauwkeurigheid, tijdigheid en punctualiteit, toegankelijkheid en duidelijkheid, vergelijkbaarheid en samenhang.

  • 1. 
    Relevantie

Relevantie is de mate waarin de statistieken voldoen aan de behoeften van de huidige en potentiële gebruikers. Daarbij gaat het erom of alle benodigde statistieken worden geproduceerd en in hoeverre de toegepaste concepten (definities, classificaties enzovoort) op de gebruikersbehoeften zijn afgestemd.

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten de volgende onderdelen:

 

een overzicht van de voornaamste gebruikers in de lidstaten;

 

een beschrijving van hun belangrijkste behoeften en een beoordeling van hun tevredenheid over de beschikbare gegevens;

 

een beschrijving van eventuele lacunes (volledigheid) of delen die door de gebruikers niet meer als relevant worden gezien (overbodigheid). Ten aanzien van de volledigheid moet een duidelijke beschrijving zijn opgenomen van de ontbrekende variabelen alsmede uitsplitsingen van de variabelen.

De gegevens over de voornaamste gebruikers in de lidstaten en hun belangrijkste behoeften, de gebruikerstevredenheid daaronder begrepen, is facultatief.

In afwijking van artikel 2 worden de facultatieve gegevens over de tevredenheid van de gebruikers over de beschikbare gegevens uiterlijk 36 maanden na het einde van de referentieperiode aan Eurostat verstrekt.

  • 2. 
    Nauwkeurigheid

Nauwkeurigheid in algemene statistische zin wil zeggen de mate waarin berekeningen of schattingen in de buurt van de juiste of werkelijke waarden van de variabelen liggen.

2.1.   Steekproeffouten

Om de nauwkeurigheid aan te geven, wordt voor de voornaamste variabelen van beide enquêtes de variatiecoëfficiënt (1) berekend en verstrekt.

 

1.

Bij de statistiek van de loonkosten wordt voor de volgende variabelen de variatiecoëfficiënt berekend en verstrekt:

 
 

loonkosten per jaar (2)

en

 
 

loonkosten per uur (3).

Afgezien van de variatiecoëfficiënten voor de gehele populatie moeten voor beide variabelen ook afzonderlijke variatiecoëfficiënten voor de volgende individuele uitsplitsingen worden verstrekt:

 

NACE-sectie;

 

NUTS 1 (indien van toepassing);

 

grootteklasse (1-9 (indien van toepassing), 10-49, 50-249, 250-499, 500-999, 1 000+).

 

2.

Bij de structuurstatistieken van de lonen wordt de variatiecoëfficiënt voor de volgende variabelen berekend en verstrekt:

 
 

brutoloon voor de referentiemaand (4)

en

 
 

gemiddeld bruto-uurloon in de referentiemaand (5).

Afgezien van de variatiecoëfficiënten voor de gehele populatie moeten voor beide variabelen ook afzonderlijke variatiecoëfficiënten voor de volgende uitsplitsingen worden verstrekt:

 

voltijdwerknemers (mannen en vrouwen afzonderlijk) en deeltijdwerknemers;

 

NACE-sectie;

 

beroep (ISCO-88 op 1-cijferniveau);

 

leeftijdsklasse (jonger dan 20, 20-29, 30-39, 40-49, 50-59, 60 en ouder);

 

NUTS 1 (indien van toepassing);

 

opleidingsniveau (ISCED 0 tot en met 6);

 

grootteklasse van de onderneming (1-9 (indien van toepassing), 10-49, 50-249, 250-499, 500-999, 1 000+).

De uitsplitsing naar opleidingsniveau is facultatief.

Voorts verstrekken de lidstaten een lijst van de cellen van de meerdimensionale tabellen van het met hen overeengekomen Europese publicatieprogramma, die als onvoldoende betrouwbaar worden beschouwd.

Bij niet-aselecte steekproeven wordt in plaats daarvan een beschrijving gegeven van de mogelijke bronnen van onnauwkeurigheid als gevolg van de gebruikte steekproeftechniek en, indien beschikbaar, van de gevolgen hiervan voor de schattingen.

2.2.   Niet-steekproeffouten

2.2.1.   Fouten bij de dekking

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en de lonen bevatten de volgende gegevens over de dekking:

 

een beschrijving van eventuele verschillen tussen de referentiepopulatie en de enquêtepopulatie;

 

schattingspercentages van de onderdekking en overdekking (6) van de referentiepopulatie.

2.2.2.   Meet- en verwerkingsfouten

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van loonkosten en lonen bevatten de volgende gegevens over meet- en verwerkingsfouten (7):

 

gegevens over variabelen met niet-verwaarloosbare meet- en verwerkingsfouten;

 

gegevens over belangrijke bronnen van (niet-verwaarloosbare) meet- en verwerkingsfouten, de gevolgen hiervan voor de nauwkeurigheid van de schattingen en, indien beschikbaar, de ter correctie toegepaste methoden.

2.2.3.   Fouten door niet-respons

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en de lonen bevatten de volgende gegevens over fouten als gevolg van niet-respons:

 

het eenheid-responspercentage (8);

 

het toerekeningspercentage per item (9) en de gevolgen van de toerekening voor de nauwkeurigheid van de schattingen van de loonkosten per jaar en het brutoloon in de referentiemaand, zoals omschreven in punt 2.1;

 

het totale toerekeningspercentage (10). Wanneer de gegevens over de toerekening niet voor alle verplichte variabelen beschikbaar is, wordt de berekening gebaseerd op de verplichte variabelen waarvoor de nodige gegevens wel beschikbaar zijn.

2.2.4.   Fouten door het gebruik van modellen

Indien modellen worden gebruikt, bevatten de kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen een beschrijving van de gebruikte modellen en een indicatie van de gevolgen ervan voor de schattingen (bijv. geschat aandeel in het totaal voor een variabele); dit geldt in ieder geval voor de loonkosten per jaar en het brutoloon in de referentiemaand, zoals omschreven in punt 2.1.

Speciale aandacht moet worden besteed aan de modellen voor de correctie van niet-steekproeffouten, bijv. de opname van eenheden in alle vereiste grootteklassen of NACE-secties of toerekening of ophoging ter correctie van niet-respons betreffende een eenheid.

  • 3. 
    Punctualiteit en tijdigheid

De punctualiteit heeft betrekking op het tijdsverschil tussen de datum waarop gegevens worden bekendgemaakt en de doeldatum waarop deze hadden moeten worden geleverd, bijvoorbeeld de datum die in een officieel tijdschema is gepubliceerd, in een verordening is vastgelegd of vooraf door partners is overeengekomen.

De tijdigheid van informatie heeft betrekking op de tijdsduur tussen de beschikbaarheid van de gegevens en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven.

3.1.   Punctualiteit

Om meer inzicht te krijgen in punctualiteitsproblemen en deze op te lossen, worden gegevens verstrekt over de uitvoering van de enquête op nationaal niveau, waarbij vooral de mate wordt bezien waarin de feitelijke data met de geplande data overeenstemmen:

 

de termijnen voor het beantwoorden van de vragenlijst, met inbegrip van herbenaderingen en het opvolgen;

 

de periode die voor het veldwerk is uitgetrokken;

 

de periode die voor de verwerking van de gegevens is uitgetrokken;

 

de data waarop de eerste resultaten worden bekendgemaakt.

3.2.   Tijdigheid

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten gegevens over de tijd die ligt tussen de bekendmaking van de gegevens en de referentieperiode voor die gegevens in de betrokken lidstaat.

  • 4. 
    Toegankelijkheid en duidelijkheid

De toegankelijkheid heeft betrekking op de fysieke omstandigheden waaronder gebruikers gegevens kunnen verkrijgen: de plaats waar de gegevens kunnen worden gevonden, de wijze van toegang, de levertijd, de commerciële restricties (bijv. auteursrechten), de beschikbaarheid van micro- of macrogegevens, van diverse formaten en gegevensdragers (bijv. papier, bestanden, cd-rom/dvd, internet), enzovoort.

De duidelijkheid heeft betrekking op de mate waarin de gegevens begrijpelijk zijn en omvat ook de informatieomgeving van de gegevens, d.w.z. of de gegevens vergezeld gaan van metagegevens, of illustraties zoals grafieken en kaarten zijn opgenomen, of informatie over de kwaliteit van de gegevens (inclusief gebruiksbeperkingen) beschikbaar is en in welke mate extra ondersteuning wordt geboden.

In afwijking van artikel 2 worden de gegevens over de toegankelijkheid en duidelijkheid uiterlijk 36 maanden na het einde van de referentieperiode aan Eurostat verstrekt.

4.1.   Toegankelijkheid

De kwaliteitsverslagen van de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten de volgende gegevens over de wijze van verspreiding van de resultaten:

 

verwijzingen naar publicaties met de belangrijkste resultaten, met inbegrip van die met toelichtingen in de vorm van tekst, grafieken, kaarten enzovoort;

 

gegevens over welke resultaten eventueel aan de verslag uitbrengende eenheden zijn verzonden, waaronder die in de steekproeven.

4.2.   Duidelijkheid

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten de volgende gegevens over de begrijpelijkheid van de resultaten en de beschikbaarheid van metagegevens:

 

een beschrijving van en verwijzingen naar de verstrekte metagegevens;

 

verwijzingen naar belangrijke methodieken voor de verstrekte statistieken;

 

een beschrijving van de voornaamste maatregelen van de nationale bureaus voor de statistiek om gebruikers in kennis te stellen van elektronische links naar de gegevens.

  • 5. 
    Vergelijkbaarheid

De vergelijkbaarheid betreft de meting van de gevolgen van de verschillen in de toegepaste statistische begrippen en in meetinstrumenten/-procedures wanneer de statistieken tussen de geografische of niet-geografische gebieden of in de tijd worden vergeleken.

5.1.   Vergelijkbaarheid in de ruimte

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en de lonen bevatten gegevens over de verschillen tussen de nationale en de Europese begrippen, met name ten aanzien van de definitie van statistische eenheden, populaties, referentieperioden, classificaties en de definities van variabelen, en de gevolgen hiervan voor de schattingen.

5.2.   Vergelijkbaarheid in de tijd

De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten gegevens over de veranderingen in definities, dekking en methoden ten opzichte van voorgaande enquêtes, en over de gevolgen hiervan voor de schattingen. De gegevens over de veranderingen in definities, dekking en methoden zijn echter niet vereist wanneer deze veranderingen het gevolg zijn van wijzigingen van de gemeenschapswetgeving.

  • 6. 
    Samenhang

Onder samenhang van de statistieken wordt de mate verstaan waarin deze op betrouwbare wijze op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden kunnen worden gecombineerd. Over het algemeen is het echter gemakkelijker gevallen van ontbreken van samenhang aan te tonen dan samenhang.

De arbeidskrachtenenquête, de structurele bedrijfsstatistieken, de loonkostenindex en de nationale rekeningen zijn bronnen met variabelen die vergelijkbaar zijn met of zelfs gelijk zijn aan die van de structuurstatistieken van lonen en loonkosten. De kwaliteitsverslagen over de structuurstatistieken van de loonkosten en lonen bevatten vergelijkingen met de gegevens uit deze bronnen over de volgende variabelen, zowel in totalen als uitgesplitst naar NACE-sectie, en vermelden de redenen wanneer de waarden aanzienlijk verschillen.

 

1.

Met betrekking tot de structuurstatistieken van de loonkosten moeten de volgende vergelijkingen worden opgenomen:

 

het aantal werkelijk gewerkte uren in het referentiejaar, uitgedrukt per werknemer (11), en het gemiddelde aantal feitelijk in de eerste werkkring gewerkte uren per jaar, uitgedrukt per werknemer, volgens de arbeidskrachtenenquête;

 

de variabele „lonen, uitgedrukt per werknemer” (12), en dezelfde variabele, uitgedrukt per werknemer, van de structurele bedrijfsstatistieken;

 

de gemiddelde jaarlijkse groei van de variabele „loonkosten per uur” (13) en de gemiddelde jaarlijkse groei van de niet-aangepaste loonkostenindex. Het gaat hier om de groei in het referentiejaar van de enquête ten opzichte van die in het referentiejaar van de vorige enquête;

 

de variabele „beloning van werknemers”, uitgedrukt per werknemer (14), en dezelfde variabele van de nationale rekeningen.

 

2.

Met betrekking tot de structuurstatistieken van de lonen moet de volgende vergelijking worden opgenomen:

 

de variabele „brutojaarloon in het referentiejaar”, uitgedrukt per werknemer (15), en de lonen, uitgedrukt per werknemer, van de nationale rekeningen.

 

  • (1) 
    De variatiecoëfficiënt is de verhouding tussen de vierkantswortel van de variantie van de schatter en de verwachte waarde ervan. Hij wordt geschat door de verhouding tussen de vierkantswortel van de schatting van de steekproefvariantie en het geschatte gemiddelde te berekenen. Zowel de teller als de noemer van de verhouding die de variatiecoëfficiënt bepaalt, alsook de eruit resulterende variatiecoëfficiënt moeten worden verstrekt. Bij de schatting van de steekproefvariantie moet rekening worden gehouden met de steekproefopzet.
  • (2) 
    Variabele D (totale loonkosten) als de som van de waarden van de variabelen D1, D2, D3 en D4 minus D5 in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1726/1999.
  • (3) 
    Variabele D (totale loonkosten) als de som van de waarden van de variabelen D1, D2, D3 en D4 minus D5, gedeeld door de waarde van B1, in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1726/1999.
  • (4) 
    Variabele 4.2 (totale brutoloon in de referentiemaand) in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1916/2000.
  • (5) 
    Variabele 4.3 in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1916/2000.
  • (6) 
    Onderdekking ontstaat wanneer eenheden abusievelijk niet in het steekproefkader zijn opgenomen. Overdekking betekent dat eenheden zijn opgenomen die eigenlijk buiten het waarnemingsgebied vallen of die in werkelijkheid niet bestaan.
  • (7) 
    Meetfouten ontstaan bij de verzameling van de gegevens. Mogelijke bronnen zijn: het enquête-instrument, de respondent, het informatiesysteem, de wijze van gegevensverzameling en de enquêteur. Verwerkingsfouten ontstaan na de verzameling van de gegevens, bijv. bij de gegevensinvoer, codering, bewerking, weging of classificatie.
  • (8) 
    Het eenheid-responspercentage is de verhouding tussen het aantal antwoorden en het totale aantal respondenten in het waarnemingsgebied.
  • (9) 
    Het toerekeningspercentage per item geeft de toegerekende waarden voor een variabele als een percentage van het totale aantal waarden voor die variabele.
  • Het totale toerekeningspercentage geeft de toegerekende waarden voor alle variabelen als een percentage van het totale aantal waarden voor die variabelen.
  • Variabele B.1 gedeeld door de waarde van variabele A.1, in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1726/1999.
  • Variabele D.11 gedeeld door de waarde van variabele A.1, in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1726/1999.
  • Zoals gedefinieerd in punt 2.1.
  • Variabele D.1 gedeeld door de waarde van variabele A.1, in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1726/1999.
  • Variabele 4.1 gedeeld door het aantal werknemers, in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1916/2000.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.