Besluit 2003/796 - Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32003D0796

2003/796/EG: Besluit van de Commissie van 11 november 2003 tot oprichting van de Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 296 van 14/11/2003 blz. 0034 - 0035

Besluit van de Commissie

van 11 november 2003

tot oprichting van de Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/796/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Er is een nieuw regelgevingskader voor de interne markten voor elektriciteit en gas tot stand gebracht met Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG(1), Richtlijn 2003/55/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en houdende intrekking van Richtlijn 98/30/EG(2) en Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit(3).
  • (2) 
    Krachtens de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG dienen de lidstaten een of meer bevoegde instanties met de functie van regelgevende instantie aan te wijzen voor de uitvoering van de in die richtlijnen beschreven regelgevingstaken. Deze regelgevende instanties dienen geheel onafhankelijk te zijn van de belangen van de elektriciteits- en gasindustrie.
  • (3) 
    De gedetailleerde verantwoordelijkheden en taken van de nationale regelgevende instanties verschillen naar alle waarschijnlijkheid van lidstaat tot lidstaat, maar alle lidstaten dienen ten minste één regelgevende instantie aan te wijzen die de regels van het nieuwe regelgevingskader moet toepassen, zodra deze in het nationale recht zijn omgezet, met name de regels inzake het dagelijkse toezicht op de markt.
  • (4) 
    De Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG stellen de te bereiken doelstellingen vast en bieden een kader voor het optreden op nationaal niveau, waarbij op bepaalde gebieden flexibiliteit wordt geboden om de regels in het licht van de nationale omstandigheden toe te passen. Voor de succesvolle ontwikkeling van een Europese energiemarkt is het essentieel dat de desbetreffende regels in alle lidstaten op consistente wijze worden toegepast.
  • (5) 
    Belangrijke bijdragen tot een gemeenschappelijke benadering van kwesties in verband met grensoverschrijdende transacties zijn geleverd door het Europees regelgevingsforum voor elektriciteit en het Europees regelgevingsforum voor gas. Terwijl beide fora belangrijk zullen blijven als algemene discussieplatforms waar alle betrokkenen uit overheidsdiensten, regelgevende instanties en het bedrijfsleven elkaar ontmoeten, is het thans noodzakelijk aan de samenwerking en coördinatie op het gebied van regelgeving een officiëlere status te geven, teneinde de voltooiing van de interne energiemarkt te vergemakkelijken en met het oog op de komende toetreding van nieuwe lidstaten.
  • (6) 
    In die omstandigheden dient een "Europese Groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas" te worden opgericht om overleg, coördinatie en samenwerking tussen de regelgevende instanties in de lidstaten en tussen deze instanties en de Commissie te vergemakkelijken, met het oog op consolidering van de interne markt en een consistente toepassing van de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG en Verordening (EG) nr. 1228/2003 in alle lidstaten.
  • (7) 
    De hoofden van de nationale instanties die in de lidstaten bevoegd zijn op het gebied van regelgeving inzake elektriciteit en gas, dienen deel uit te maken van de Europese Groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas. De Commissie dient op hoog niveau te zijn vertegenwoordigd.
  • (8) 
    De Europese Groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas dient nauw samen te werken met de comités die zijn ingesteld bij artikel 30 van Richtlijn 2003/55/EG en artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1228/2003. De werkzaamheden van de groep mogen geen bemoeienis met de werkzaamheden van die comités inhouden.
  • (9) 
    De Besluiten 95/539/EG(4) en 92/167/EEG(5) van de Commissie dienen te worden ingetrokken, daar bij deze besluiten adviescolleges zijn ingesteld in verband met de Richtlijnen 91/296/EEG(6) en 90/547/EEG(7) van de Raad betreffende de doorvoer van respectievelijk aardgas en elektriciteit, welke werden ingetrokken bij de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp en activiteiten

  • 1. 
    Hierbij wordt door de Commissie een onafhankelijke adviesgroep op het gebied van elektriciteit en gas, de "Europese Groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas" (hierna de "groep" genoemd), opgericht.
  • 2. 
    Op eigen initiatief of op verzoek van de Commissie adviseert en assisteert de groep de Commissie bij de consolidering van de interne energiemarkt, met name bij de opstelling van ontwerp-uitvoeringsmaatregelen op het gebied van elektriciteit en gas, en met betrekking tot alle aangelegenheden in verband met de interne markt voor gas en elektriciteit. De groep vergemakkelijkt de raadpleging, coördinatie en samenwerking van nationale regelgevende instanties, teneinde zodoende bij te dragen tot een consistente toepassing in alle lidstaten van Richtlijn 2003/54/EG, Richtlijn 2003/55/EG en Verordening (EG) nr. 1228/2003 alsmede van eventuele toekomstige communautaire wetgeving op het gebied van elektriciteit en gas.

Artikel 2

Leden van de groep

  • 1. 
    De groep wordt samengesteld uit de hoofden van de nationale regelgevende instanties of hun vertegenwoordigers.
  • 2. 
    In dit besluit wordt verstaan onder "nationale regelgevende instantie" een overheidsinstantie die in een lidstaat is ingesteld krachtens de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG, volgens welke de lidstaten een of meer bevoegde instanties moeten aanwijzen die als regelgevende instanties fungeren, om voor non-discriminatie, daadwerkelijke concurrentie en efficiënte werking van de gas- en elektriciteitsmarkt te zorgen en in het bijzonder toezicht te houden op de dagelijkse toepassing van de desbetreffende bepalingen in de Richtlijnen 2003/54/EG en 2003/55/EG en Verordening (EG) nr. 1228/2003.
  • 3. 
    Tot 1 juli 2004 worden lidstaten waar nog niet een of meer bevoegde instanties zijn aangewezen die als regelgevende instanties fungeren, in de groep vertegenwoordigd door een vertegenwoordiger van een andere bevoegde overheidsinstantie.
  • 4. 
    De Commissie woont de vergaderingen van de groep bij en wijst een vertegenwoordiger op hoog niveau aan om aan alle debatten deel te nemen.

Artikel 3

Organisatie van de groep

  • 1. 
    De groep kiest uit zijn leden een voorzitter.
  • 2. 
    De groep kan desgewenst werkgroepen van deskundigen oprichten om, op basis van een mandaat, bepaalde onderwerpen te bestuderen.
  • 3. 
    De Commissie kan alle vergaderingen van dergelijke werkgroepen van deskundigen bijwonen.
  • 4. 
    Deskundigen uit EER-landen en uit landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de Europese Unie, kunnen als waarnemer de vergaderingen van de groep bijwonen. De groep en de Commissie kunnen andere deskundigen en waarnemers op de vergaderingen van de groep uitnodigen.
  • 5. 
    Onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie stelt de groep zijn reglement van orde vast bij consensus dan wel, wanneer geen consensus kan worden bereikt, bij een twee derde meerderheid van de stemmen, waarbij elke lidstaat één stem heeft.
  • 6. 
    De Commissie neemt het secretariaat van de groep waar.
  • 7. 
    De eventuele reis- en verblijfkosten van de leden, waarnemers en deskundigen in het kader van de werkzaamheden van de groep worden door de Commissie vergoed overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen.
  • 8. 
    De groep brengt jaarlijks verslag over zijn activiteiten uit aan de Commissie. De Commissie zendt het verslag toe aan het Europees Parlement en de Raad, in voorkomend geval vergezeld van opmerkingen.

Artikel 4

Overleg

De groep overlegt uitvoerig en vroegtijdig op een open en transparante wijze met marktdeelnemers, consumenten en eindgebruikers.

Artikel 5

Vertrouwelijkheid

Onverminderd het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag zijn de leden van de groep, evenals waarnemers en elke andere persoon, wanneer de Commissie hun meedeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag een vertrouwelijk karakter heeft, gehouden informatie die hun in het kader van de werkzaamheden van de groep of werkgroepen ervan is meegedeeld, niet openbaar te maken. In dergelijke gevallen kan de Commissie besluiten dat alleen leden van de groep op de vergaderingen aanwezig mogen zijn.

Artikel 6

Intrekking

De Besluiten 95/539/EG en 92/167/EEG worden ingetrokken.

Artikel 7

Inwerkingtreding

  • 1. 
    Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
  • 2. 
    De groep begint zijn werkzaamheden op de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Gedaan te Brussel, 11 november 2003.

Voor de Commissie

Loyola De Palacio

Vice-voorzitter

  • (1) 
    PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37.
  • (2) 
    PB L 176 van 15.7.2003, blz. 57.
  • (3) 
    PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.
  • (4) 
    PB L 304 van 16.12.1995, blz. 57.
  • (5) 
    PB L 74 van 20.3.1992, blz. 43.
  • (6) 
    PB L 147 van 12.6.1991, blz. 37.
  • (7) 
    PB L 313 van 13.11.1990, blz. 30.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.