Richtlijn 1997/21 - Aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 80/1269/EEG betreffende de harmonisatie van nationale wetgeving inzake het motorvermogen van motorvoertuigen

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

31997L0021

Richtlijn 97/21/EG van de Commissie van 18 april 1997 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 80/1269/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het motorvermogen van motorvoertuigen (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 125 van 16/05/1997 blz. 0031 - 0040

RICHTLIJN 97/21/EG VAN DE COMMISSIE van 18 april 1997 tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 80/1269/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het motorvermogen van motorvoertuigen (Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 80/1269/EEG van de Raad van 16 december 1980 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het motorvermogen van motorvoertuigen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 89/491/EEG van de Commissie (2), inzonderheid op artikel 3,

Overwegende dat Richtlijn 80/1269/EEG een van de bijzondere richtlijnen vormt met betrekking tot de EG-typegoedkeuringsprocedure die is ingevoerd bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/79/EG van het Europees Parlement en de Raad (4); dat derhalve de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden op Richtlijn 80/1269/EEG van toepassing zijn;

Overwegende dat met name artikel 3, lid 4, en artikel 4, lid 3, van Richtlijn 70/156/EEG bepalen, dat aan iedere bijzondere richtlijn een inlichtingenformulier met daarin de relevante punten van bijlage I bij Richtlijn 70/156/EEG en een op bijlage VI bij Richtlijn 70/156/EEG gebaseerd typegoedkeuringsformulier moeten zijn toegevoegd, met het oog op de computerisering van de typegoedkeuring;

Overwegende dat deze wijzigingen uitsluitend betrekking hebben op de bestuursrechtelijke bepalingen van Richtlijn 80/1269/EEG; dat het derhalve niet noodzakelijk is bestaande goedkeuringen overeenkomstig Richtlijn 80/1269/EEG ongeldig te verklaren en evenmin de registratie, de verkoop en het in het verkeer brengen te beletten van nieuwe voertuigen die onder deze goedkeuringen vallen;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij Richtlijn 70/156/EEG ingestelde Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 80/1269/EEG wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. 
    Artikel 1 komt als volgt te luiden:

"Artikel 1

Onder voertuig wordt in deze richtlijn verstaan ieder voor deelneming aan het wegverkeer bestemd motorvoertuig, met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouw- en bosbouwtrekkers en alle mobiele machines.".

  • 2. 
    In artikel 2 wordt "de bijlagen I en II" vervangen door "de desbetreffende bijlagen".
  • 3. 
    De bijlagen bij Richtlijn 80/1269/EEG worden gewijzigd in overeenstemming met de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

Met ingang van 1 oktober 1997 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met het motorvermogen, voor een nieuw type motorvoertuig

  • niet langer de EG-typegoedkeuring overeenkomstig artikel 4, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG verlenen en
  • de nationale typegoedkeuring weigeren,

indien het motorvermogen niet is bepaald overeenkomstig Richtlijn 80/1269/EEG, zoals gewijzigd bij deze richtlijn.

Deze richtlijn brengt niet de ongeldigheid teweeg van vroegere krachtens Richtlijn 80/1269/EEG verleende goedkeuringen en belet evenmin uitbreiding van dergelijke goedkeuringen overeenkomstig het bepaalde in de richtlijn krachtens welke de goedkeuringen oorspronkelijk werden verleend.

Artikel 3

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30 september 1997 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 18 april 1997.

Voor de Commissie

Martin BANGEMANN

Lid van de Commissie

  • (1) 
    PB nr. L 375 van 31. 12. 1980, blz. 46.
  • (2) 
    PB nr. L 238 van 15. 8. 1989, blz. 43.
  • (3) 
    PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1.
  • (4) 
    PB nr. L 18 van 21. 1. 1997, blz. 7.

BIJLAGE

WIJZIGINGEN VAN DE BIJLAGEN BIJ RICHTLIJN 80/1269/EEG

  • 1. 
    Tussen de artikelen en bijlage I wordt de volgende lijst van bijlagen ingevoegd:

"LIJST VAN BIJLAGEN

Bijlage I: Bepaling van het motorvermogen

Aanhangsel 1: Inlichtingenformulier

Aanhangsel 2: EG-typegoedkeuringsformulier

Bijlage II: Beproevingsrapport"

BIJLAGE I

  • 2. 
    Punt 1 wordt als volgt gelezen:

"1. PROCEDURE VOOR DE TYPEGOEDKEURING VAN EEN VOERTUIG

1.1. Aanvraag van EG-typegoedkeuring voor een voertuig

1.1.1. De aanvraag om EG-typegoedkeuring overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG van een voertuig wat betreft het motorvermogen moet door de fabrikant van het voertuig worden ingediend.

1.1.2. In aanhangsel 1 wordt een model van het inlichtingenformulier gegeven.

1.1.3. Wanneer de met de type-goedkeuringsproeven belaste technische dienst de proeven zelf uitvoert, moet het volgende ter beschikking worden gesteld:

1.1.3.1. een motor die representatief is voor het goed te keuren voertuigtype, alsmede de in onderstaande tabel 1 gespecificeerde hulpaggregaten.

1.2. Verlening van EG-typegoedkeuring van een voertuig

1.2.1. Wanneer aan de desbetreffende eisen is voldaan, wordt overeenkomstig artikel 4, lid 3, en, indien van toepassing, artikel 4, lid 4, van Richtlijn 70/156/EEG de EG-goedkeuring verleend.

1.2.2. In aanhangsel 2 wordt een model voor het EG-typegoedkeuringscertificaat gegeven.

1.2.3. Aan elk goedgekeurd voertuigtype wordt overeenkomstig bijlage VII bij Richtlijn 70/156/EEG een goedkeuringsnummer toegekend. Eenzelfde lidstaat mag niet hetzelfde nummer aan een ander voertuigtype toekennen.

1.3. Wijzigingen van het type en van de goedkeuring

1.3.1. In geval van wijziging van het overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde type zijn de bepalingen van artikel 5 van Richtlijn 70/156/EEG van toepassing.

1.4. Overeenstemming van de productie

1.4.1. De maatregelen die worden genomen om te zorgen voor overeenstemming van de productie moeten voldoen aan het bepaalde in artikel 10 van Richtlijn 70/156/EEG.".

  • 3. 
    Punt 2.1:

"bijlage I" wordt gelezen als "bijlage II, onder A,".

  • 4. 
    Punt 5.6:

"aanhangsel 1" wordt gelezen als "aanhangsel 2".

  • 5. 
    Punt 6.4.2:

de formule wordt als volgt gelezen:

"ád = (fa)fm"

  • 6. 
    Punt 7 komt als volgt te luiden:

"7. BEPROEVINGSRAPPORT

In het beproevingsrapport moeten de resultaten en alle berekeningen worden vermeld die noodzakelijk zijn om tot het in bijlage II bedoelde netto-vermogen te komen. Teneinde dit document op te stellen mag de bevoegde instantie het rapport gebruiken dat door een overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn goedgekeurd of erkend laboratorium is opgesteld.".

  • 7. 
    De punten 8 tot en met 8.2.2 worden geschrapt.
  • 8. 
    De punten 9 tot en met 9.2 worden de punten 8 tot en met 8.2.
  • 9. 
    De aanhangsels 1 en 2 worden vervangen door de volgende aanhangsels 1 en 2:

"Aanhangsel 1

INLICHTINGENFORMULIER Nr. . . . overeenkomstig bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (1*) betreffende de EG-typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot het motorvermogen

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

(Richtlijn 80/1269/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG)

De onderstaande gegevens moeten in voorkomend geval in drievoud worden verstrekt en vergezeld gaan van een inhoudsopgave. Eventuele tekeningen worden op een passende schaal met voldoende details in formaat A4 of tot dat formaat gevouwen verstrekt. Op eventuele foto's moeten voldoende details te zien zijn.

Indien de systemen, onderdelen of technische eenheden elektronisch gestuurde functies hebben, worden gegevens over de prestaties verstrekt.

  • 0. 
    ALGEMENE GEGEVENS

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type en algemene handelsbenaming(en): .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien op het voertuig aangegeven (b): .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (c): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant: .

0.8. Adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

  • 1. 
    ALGEMENE BOUWWIJZE VAN HET VOERTUIG

1.1. Foto's en/of tekeningen van een representatief voertuig: .

1.8. Kant van het stuur: rechts/links (1): .

  • 3. 
    MOTOR (q)

3.1. Fabrikant: .

3.1.1. Motorcode van de fabrikant (zoals op de motor vermeld of ander identificatiemiddel): .

3.2.1.1. Werkingsbeginsel: elektrische ontsteking/compressieontsteking, viertakt/tweetakt (1)

3.2.1.2. Aantal en opstelling van de cilinders: .

3.2.1.2.1. Boring (r): . mm

3.2.1.2.2. Slag (r): . mm

3.2.1.2.3. Ontstekingsvolgorde: .

3.2.1.3. Cilinderinhoud (s): . cm3

3.2.1.4. Volumetrische compressieverhouding (2): .

3.2.1.5. Tekeningen van verbrandingskamer, zuigerkop en, in het geval van motoren met elektrische ontsteking, zuigerveren: .

3.2.1.8. Netto-maximumvermogen (t): . . . . . . . . . . kW bij: . min-1 (volgens fabrieksopgave)

3.2.1.9. Maximaal toegestaan motortoerental volgens fabrieksopgave: . min-1

3.2.1.10. Netto-maximumkoppel (1): . . . . . . . . . . Nm bij . min-1

(volgens fabrieksopgave)

3.2.2. Brandstof: dieselolie/benzine/LPG/andere (1)

3.2.2.1. RON, gelode benzine: .

3.2.2.2. RON, ongelode benzine: .

3.2.4. Brandstoftoevoer

3.2.4.1. Via carburateur(s): ja/neen (1)

3.2.4.1.1. Merk(en): .

3.2.4.1.2. Type(n): .

3.2.4.1.3. Aantal: .

3.2.4.1.4. Afstellingen (2)

3.2.4.1.4.1. Sproeiers: .

3.2.4.1.4.2. Venturi's: .

3.2.4.1.4.3. Niveau in de vlotterkamer: .

3.2.4.1.4.4. Massa van de vlotter: .

3.2.4.1.4.5. Vlotternaald: .

Of de curve van het brandstofdebiet uitgezet tegen de luchtstroom en de instellingen waarbij het verloop van de curve gewaarborgd blijft

3.2.4.1.5. Koudstartsysteem: manueel/automatisch (1)

3.2.4.1.5.1. Werkingsbeginsel(en): .

3.2.4.1.5.2. Bedrijfsgrenzen/instellingen (1) (2): .

3.2.4.2. Door brandstofinspuiting (alleen compressieontsteking): ja/neen (1)

3.2.4.2.1. Beschrijving van het systeem: .

3.2.4.2.2. Werkingsbeginsel: directe inspuiting/voorkamer/wervelkamer (1)

3.2.4.2.3. Inspuitpomp

3.2.4.2.3.1. Merk(en): .

3.2.4.2.3.2. Type(n): .

3.2.4.2.3.3. Maximale brandstofopbrengst (1) (2): . . . . . . . . . . mm3/slag of cyclus bij een pomptoerental van . . . . . . . . . . min-1 of eventueel karakteristiek schema: .

3.2.4.2.3.4. Inspuitingstijdstip (2): .

3.2.4.2.3.5. Vervoegingscurve (2): .

3.2.4.2.3.6. Kalibreringsmethode: proefbank/motor (1)

3.2.4.2.4. Regulateur

3.2.4.2.4.1. Type: .

3.2.4.2.4.2. Uitschakelingspunt

3.2.4.2.4.2.1. Uitschakelingspunt onder belasting: . min-1

3.2.4.2.4.2.2. Uitschakelingspunt zonder belasting: . min-1

3.2.4.2.5. Inspuitleidingen

3.2.4.2.5.1. Lengte: . mm

3.2.4.2.5.2. Inwendige diameter: . mm

3.2.4.2.6. Verstuiver(s)

3.2.4.2.6.1. Merk(en): .

3.2.4.2.6.2. Type(n): .

3.2.4.2.6.3. Openingsdruk (2): . . . . . . . . . . kPa of karakteristiek schema (2): .

3.2.4.2.7. Koudstartsysteem

3.2.4.2.7.1. Merk(en): .

3.2.4.2.7.2. Type(n): .

3.2.4.2.7.3. Beschrijving: .

3.2.4.2.9. Elektronische regeleenheid

3.2.4.2.9.1. Merk(en): .

3.2.4.2.9.2. Beschrijving van het systeem: .

3.2.4.3. Door brandstofinspuiting (alleen elektrische ontsteking): ja/neen (1)

3.2.4.3.1. Werkingsbeginsel: inlaatspruitstuk (enkel-/meerpunts) (1)/directe inspuiting/andere (specificeer) (1): .

3.2.4.3.2. Merk(en): .

3.2.4.3.3. Type(n): .

3.2.4.3.4. Beschrijving van het systeem

3.2.4.3.4.1. Type of nummer van het regelorgaan: .

3.2.4.3.4.2. Type brandstofregelaar: .

3.2.4.3.4.3. Type luchtmengselmeter: .

3.2.4.3.4.4. Type verdelerpomp: .

3.2.4.3.4.5. Type drukregelaar: .

3.2.4.3.4.8. Type smoorklephuis: .

Bij andere dan continue inspuitingssystemen soortgelijke gegevens verstrekken

3.2.4.3.5. Openingsdruk van de verstuivers (2): . . . . . . . . . . kPa of karakteristiek schema (2): .

3.2.4.3.6. Inspuitingstijdstip: .

3.2.4.3.7. Koudstartsysteem

3.2.4.3.7.1. Werkingsbeginsel(en): .

3.2.4.3.7.2. Bedrijfsgrenzen/instellingen (1) (2): .

3.2.4.4. Brandstofpomp

3.2.4.4.1. Druk (2): . . . . . . . . . . kPa of karakteristiek schema (2): .

3.2.5. Elektrische installatie

3.2.5.1. Nominale spanning: . V, positieve/negatieve (1) massaverbinding

3.2.5.2. Generator

3.2.5.2.1. Soort: .

3.2.5.2.2. Nominaal vermogen: . VA

3.2.6. Ontsteking

3.2.6.1. Merk(en): .

3.2.6.2. Type(n): .

3.2.6.3. Werkingsbeginsel: .

3.2.6.4. Vervroegingscurve (2): .

3.2.6.5. Vast ontstekingstijdstip (2): . graden voor BDP

3.2.6.6. Opening onderbrekerpunten (2): . mm

3.2.6.7. Contacthoek (2): . graden

3.2.7. Koeling: vloeistof/lucht (1)

3.2.7.1. Nominale instelling van de motortemperatuurregeling: .

3.2.7.2. Vloeistof

3.2.7.2.1. Aard van de vloeistof: .

3.2.7.2.2. Circulatiepomp(en): ja/neen (1)

3.2.7.2.3. Kenmerken: . , of

3.2.7.2.3.1. Merk(en): .

3.2.7.2.3.2. Type(n): .

3.2.7.2.4. Aandrijvingsverhouding(en): .

3.2.7.2.5. Beschrijving van de ventilator en het drijfwerk ervan: .

3.2.7.3. Lucht

3.2.7.3.1. Ventilator: ja/neen (1)

3.2.7.3.2. Kenmerken: . , of

3.2.7.3.2.1. Merk(en): .

3.2.7.3.2.2. Typ(en): .

3.2.7.3.3. Aandrijvingsverhouding(en): .

3.2.8. Inlaatsysteem

3.2.8.1. Drukvulling: ja/neen (1)

3.2.8.1.1. Merk(en): .

3.2.8.1.2. Typ(en): .

3.2.8.1.3. Beschrijving van het systeem (bij voorbeeld maximale vuldruk: . . . . . . . . . . kPa, afvoerklep, indien van toepassing): .

3.2.8.2. Tussenkoeler: ja/neen (1)

3.2.8.4. Beschrijving en tekeningen van inlaatpijpen en bijbehorende onderdelen (drukkamer, voorverwarmingssysteem, extra luchtinlaten, enz.): .

3.2.8.4.1. Beschrijving van het inlaatspruitstuk (met tekeningen en/of foto's): .

3.2.8.4.2. Luchtfilter, tekeningen: . , of

3.2.8.4.2.1. Merk(en): .

3.2.8.4.2.2. Typ(en): .

3.2.8.4.3. Inlaatgeluiddemper, tekeningen: . , of

3.2.8.4.3.1. Merk(en): .

3.2.8.4.3.2. Typ(en): .

3.2.9. Uitlaatsysteem

3.2.9.1. Beschrijving en/of tekening van het uitlaatspruitstuk: .

3.2.9.2. Beschrijving en/of tekening van het uitlaatsysteem: .

3.2.9.3. Maximaal toelaatbare uitlaattegendruk bij nominaal motortoerental en bij 100 % belasting: . kPa

3.2.10. Minimumdwarsdoorsnede van inlaat- en uitlaatpoorten: .

3.2.11. Klepafstelling of equivalente gegevens

3.2.11.1 Maximale lichthoogte van de kleppen, openings- en sluitingshoeken of gegevens betreffende de afstelling van alternatieve distributiesystemen, ten opzichte van dode punten: .

3.2.11.2. Referentie- en/of afstelbereik (1): .

3.2.12. Voorzieningen tegen luchtverontreiniging

3.2.12.2. Extra voorzieningen tegen luchtverontreiniging (voor zover aanwezig en niet elders vermeld)

3.2.12.2.1. Katalysator: ja/neen (1)

3.2.12.2.1.1. Aantal katalysatoren en elementen: .

3.2.12.2.1.2. Afmetingen, vorm en volume van de katalysator(en): .

3.2.12.2.2. Zuurstofsensor: ja/neen (1)

3.2.12.2.3. Luchtinjectie: ja/neen (1)

3.2.12.2.4. Uitlaatgasrecirculatie: ja/neen (1)

3.2.12.2.6. Deeltjesvanger: ja/neen (1)

3.2.12.2.6.1. Afmetingen, vorm en inhoud van de deeltjesvanger: .

3.2.12.2.7. Andere systemen (beschrijving en werking): .

3.6. Van fabriekswege toegestane temperaturen

3.6.1. Koelsysteem

3.6.1.1. Vloeistofkoeling

Maximumtemperatuur aan de afvoer: . °C

3.6.1.2. Luchtkoeling

3.6.1.2.1. Referentiepunt: .

3.6.1.2.2. Maximumtemperatuur op het referentiepunt: . °C

3.6.2. Maximumuitlaattemperatuur van de inlaattussenkoeler: . °C

3.6.3. Maximumtemperatuur van de uitlaatgassen op het punt in de uitlaatpijp(en) ter hoogte van de buitenflens (-flenzen) van het uitlaatspruitstuk: . °C

3.6.4. Brandstoftemperatuur

Minimum: . °C

Maximum: . °C

3.6.5. Smeermiddeltemperatuur

Minimum: . °C

Maximum: . °C

3.8. Smeersysteem

3.8.1. Beschrijving van het systeem

3.8.1.1. Plaats van het smeermiddelreservoir: .

3.8.1.2. Toevoersysteem (pomp/inspuiting in het inlaatsysteem/vermenging met brandstof, enz.) (1): .

3.8.2. Smeerpomp

3.8.2.1. Merk(en): .

3.8.2.2. Typ(en): .

3.8.3. Vermenging met brandstof

3.8.3.1. Mengverhouding: .

3.8.4. Oliekoeler: ja/neen (1)

3.8.4.1. Tekening(en): . , of

3.8.4.1.1. Merk(en): .

3.8.4.1.2. Typ(en): .

.

(Datum, dossier)

  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Indien het type-identificatienummer tekens omvat die niet van belang zijn voor de beschrijving van het type voertuig, onderdeel of technische eenheid waarop dit inlichtingenformulier betrekking heeft, dient dit in de documentatie te worden aangegeven door middel van het symbool "?" (bij voorbeeld ABC??123??).>EIND VAN DE GRAFIEK>

Addendum bij aanhangsel I

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

  • 1. 
    Andere door de motor aangedreven hulpaggregaten (als genoemd in punt 5.1.2 van bijlage I) (Zo nodig lijst en korte beschrijving):

.

  • 2. 
    Aanvullende informatie betreffende de beproevingsomstandigheden (uitsluitend voor motoren met elektrische ontsteking)

2.1. Bougies

2.1.1. Merk: .

2.1.2. Type: .

2.1.3. Elektrodenafstand: .

2.2. Bobine

2.2.1. Merk: .

2.2.2. Type: .

2.3. Condensator

2.3.1. Merk: .

2.3.2. Type: .

2.4. Radio-ontstoringsuitrusting

2.4.1. Merk: .

2.4.2. Type: .

>EIND VAN DE GRAFIEK>

Aanhangsel 2

MODEL (maximumformaat: A4 (210 × 297 mm)) EG-TYPEGOEDKEURINGSFORMULIER

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

Dienststempel

Mededeling betreffende de

  • typegoedkeuring (1)
  • uitbreiding van de typegoedkeuring (1)
  • weigering van de typegoedkeuring (1)
  • intrekking van de typegoedkeuring (1)

van een voertuig/onderdeel/technische eenheid (1) met betrekking tot Richtlijn . . ./. . ./EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . .

Goedkeuringsnummer: .

Reden voor uitbreiding: .

DEEL I

0.1. Merk (firmanaam): .

0.2. Type en handelsbenaming(en): .

0.3. Middel tot identificatie van het type, indien het op het voertuig/onderdeel/technische eenheid (1) (2) is aangebracht: .

0.3.1. Plaats van dat merkteken: .

0.4. Categorie waartoe het voertuig behoort (1) (3): .

0.5. Naam en adres van de fabrikant van het basisvoertuig: .

0.7. Ingeval van onderdelen en afzonderlijke technische eenheden: plaats en methode van aanbrengen van het EG-goedkeuringsmerkteken: .

0.8. Naam/namen en adres(sen) van de assemblagefabriek(en): .

DEEL II

  • 1. 
    Eventuele aanvullende inlichtingen (zie addendum):
  • 2. 
    Met de keuring belaste technische dienst: .
  • 3. 
    Datum van het beproevingsrapport: .
  • 4. 
    Nummer van het beproevingsrapport: .
  • 5. 
    Eventuele opmerkingen (zie addendum):
  • 6. 
    Plaats: .
  • 7. 
    Datum: .
  • 8. 
    Handtekening: .
  • 9. 
    Bijgaand is de lijst aangehecht van de documenten waaruit het informatiepakket bestaat dat door de keuringsinstantie wordt bewaard. Die documenten worden op verzoek toegezonden.
  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.(2) Indien het type-identificatienummer tekens omvat die niet van belang zijn voor de beschrijving van het type voertuig, onderdeel of technische eenheid waarop dit inlichtingenformulier betrekking heeft, dient dit in de documentatie te worden aangegeven door middel van het symbool "?" (bij voorbeeld ABC??123??).(3) Als gedefinieerd in bijlage II, onder A, bij Richtlijn 70/156/EEG.>EIND VAN DE GRAFIEK>

Addendum bij EG-typegoedkeuringsformulier nr. . . . betreffende de typegoedkeuring van een voertuig met betrekking tot Richtlijn 80/1269/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn . . ./. . ./EG

>BEGIN VAN DE GRAFIEK>

  • 1. 
    Aanvullende inlichtingen

1.1. Motor .

1.1.1. Motorcode van de fabrikant (zoals op de motor vermeld of ander identificatiemiddel): .

1.1.2. Cilinderinhoud: .

1.1.3. Brandstof: dieselolie/benzine/LPG/andere (specificeer) (1):

1.1.4. Netto-maximumvermogen: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . kW bij . min-1

  • 5. 
    Opmerkingen: .
  • (1) 
    Doorhalen wat niet van toepassing is.>EIND VAN DE GRAFIEK>

".

BIJLAGE II

  • 10. 
    De gehele tekst boven punt 1 wordt vervangen door de nieuwe titel "BEPROEVINGSRAPPORT".
  • 11. 
    De punten 1 tot en met 4 worden geschrapt.
  • 12. 
    De punten 5 tot en met 6 worden de punten 1 tot en met 2.
  • 13. 
    Punt 2.1 (voordien punt 6.1):

In de tabel wordt "Toe te voegen vermogen. . . (zie tabel 1 van bijlage I, opmerking 5)" gelezen als "Toe te voegen vermogen voor niet in tabel 1 van bijlage I genoemde hulpaggregaten (zie punt 1 van het addendum bij aanhangsel 1 van bijlage I). Af te trekken vermogen bij niet gemonteerde ventilator (zie tabel 1 van bijlage I, opmerking 5).".

  • 14. 
    De punten 7 tot en met 14 worden geschrapt.

(1*) De nummers van de punten, alsmede de voetnoten, die in dit inlichtingenformulier worden gebruikt, stemmen overeen met die welke zijn gebruikt in bijlage I van Richtlijn 70/156/EEG. Items die voor het doel van deze richtlijn niet relevant zijn, zijn weggelaten.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.