Oude waarden en constructieve oppositie moeten ChristenUnie er bovenop helpen
Bevrijd van coalitiedwang bouwt de ChristenUnie aan een nieuw oppositie-profiel. Een aanzienlijk deel van de achterban wil naar rechts, een kleiner gedeelte naar links, maar partijleider Mirjam Bikker i houdt haar partij in het midden.
Aan de vooravond van het 25-jarig jubileum dat de ChristenUnie begin volgend jaar viert, wilde de partij afgelopen september nog eens goed markeren waar zij nu eigenlijk staat. Onder de titel ‘Hoop voor een ongenadige tijd’ werd een visiestuk gepresenteerd die het ChristenUnie-verhaal moet opfrissen, na jarenlange coalitiedeelname. ‘In al het politieke geweld klonk onze eigen principiële stem soms onverstaanbaar zacht’, constateren de auteurs van die nieuwe partijvisie.
Die zachte stem had tot gevolg dat de ChristenUnie bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen flink verloor: van vijf naar drie zetels. Bij de Europese verkiezingen afgelopen voorjaar verloor de partij haar enige zetel in het Europees Parlement.
En dus klonk in de achterban steeds steviger de roep om een andere koers. Bij een onderzoek van het Nederlands Dagblad afgelopen zomer zei één op de drie raadsleden van de partij een conservatiever geluid te willen als het gaat om thema’s als asiel en klimaat. Slechts één op de tien raadsleden wilde juist een progressievere koers.
Toch kiest partijleider Mirjam Bikker overduidelijk voor een middenkoers met aloude partijwaarden als verantwoordelijkheid en rentmeesterschap. Dat combineert de ChristenUnie-leider met een vorm van constructieve oppositie. Plannen van het kabinet worden niet bij voorbaat afgeschoten, maar op z’n merites beoordeeld. Terwijl oppositiepartijen als GroenLinks-PvdA en D66 de botte oppositiebijl hanteren, valt het gematigde geluid van ChristenUnie daartussen op.
Die stijl en houding van Bikker lijken voorlopig aan te slaan. Tijdens de debatten over de regeringsverklaring vlak voor het zomerreces en de Algemene Politieke Beschouwingen in september was de ChristenUnie-leider volop zichtbaar in het debat. In peilingen kruipt de partij weer iets omhoog naar vier zetels, en in een recent onderzoek van onderzoeksbureau Citisens komt Bikker uit de bus als meest geloofwaardige partijleider.
Ook intern is de kritiek verstomd. Waar Bikker aanvankelijk moeite had het juk van jarenlange coalitiedeelname van zich af te werpen, lukt dat sinds de installatie van het kabinet-Schoof i aanmerkelijk beter. Tot instemming van haar achterban die haar voor de volle honderd procent vertrouwt als partijleider, zo peilde EenVandaag recent.
Zo is de ChristenUnie in rustiger vaarwater terechtgekomen. Typerend daarvoor is het aanstaande partijcongres in november. Waar congressen van de ChristenUnie de afgelopen jaren gekenmerkt werden door een dagvullend programma met een spannende agenda, is voor het komende congres slechts een middagje ingeruimd.
De rust mag dan zijn weergekeerd, de pijn van de afgelopen verkiezingen is nog voelbaar. Vooral de verloren zetel bij de Europese verkiezingen kwam hard aan. Met een campagne die gericht was op (geloofs)vrijheid miste de partij urgentie. In aanloop naar die verkiezingen ging het over heel andere thema’s. Daar zit meteen ook de uitdaging op landelijk niveau: een eigen geluid zien te vinden rond de grote politieke thema’s van dit moment.
Om een eigen profiel op te bouwen, heeft Bikker nog meer tijd nodig. Bij een kabinetsval, zo zei de partijleider vlak voor het herfstreces, zouden er niet direct nieuwe verkiezingen moeten worden uitgeschreven. Bikker pleit in plaats daarvan voor een informateur die eerst nieuwe coalitiemogelijkheden onderzoekt. Op nieuwe verkiezingen zit haar partij nog niet te wachten.
Niels van den Bovenkamp is politiek verslaggever voor het Nederlands Dagblad